Moderators: Essie73, Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, ynskek, Ladybird
Vereentjex schreef:Deel 16: vrijdag (dit is een stukje Peter en Charly dus opletten)
Zacht gerommel weerkaatst in mijn hoofd…bekende stemmen.
In een flits open ik mijn ogen, daar staan ze…ver van mij af: Mam, Beau, Alfan en de rest van de kudde.
Ik voel mijn flanken op en neer gaan als ik zie wat voor mega ravijn er tussen ons zit.
Ik wil naar ze toe….ik wil zeggen dat ik ze zo heb gemist! Dat het niet mijn fout was!
Zal ik het durven over het ravijn?(de voorgaande zin klinkt niet lekker.à Ik doe het…ik galoppeer zo hard als ik kan, ik moet en zal over dat ravijn: het moet! Hoe dichterbij ik kom, hoe duidelijker ik hun stemmen kan horen…maar het zijn niet de woorden die ik wil horen: ‘dat gaat je nooit lukken zoon’ hoor ik mijn moeder hinniken ‘Charly doe het niet, ik wist dat ik gelijk had, je bent een lafaard’ dreunt de stem van Beau naar mij toe ‘Zo schim, denk je daarover te gaan? Dat lukt je nooit!’ krijsen de andere.
NEE! Gil ik zo hard als ik kan…harder, krachtiger ren ik naar dat ravijn toe! Het gaat mij wel lukken!
Ik ga ze bewijzen dat ze het fout hebben! 10 meter….5 meter….2 meter. Ik zet me af, mijn voorbenen klap ik onder mijn buik, mijn rug maakt zich bol. Even lijk ik te zweven….maar dan…net voor de rand…klap ik naar beneden…en heb ik ze weer teleurgesteld….alweer.
Zenuwachtig klapper ik met mijn tanden als ik het zadel van het rek pak, terwijl het misselijke gevoel in mijn lijf er bijna voor zorgt dat ik de boel laat vallen.
Over een halfuurtje moet ik erop, op Charly.
De gedachte maakt me bang, hoewel het nu weer wat beter gaat is het toch nog niet helemaal vertrouwt. Mijn voeten schieten snel in mijn leren laarzen terwijl ik ook mijn hoed van de haak gris. Haastig loop ik door de stallengang, klik, klak doen mijn voetstappen in de holle hal.
Klik. Klak. Klik. Klak. Ik. Charly. Ik. Charly. Met klamme handen maak ik de stal deur open.
Snel maak ik het halster vast en leid hem uit de stal. O wat heb ik nou weer aangehaald.
Moet ik dit nou wel doen? Dit is de eerste keer….en…een zure golf schiet omhoog vanuit mijn maag. (voorgaand stukje leest ook niet gemakkelijk met die ... ertussen)
Ik duw mijn kaken stijf op elkaar en houd mij vast aan de deur van de stal om niet te vallen.
Even draait alles om mij heen….de neus van Charly duwt tegen mijn schouder, het is alsof hij wil zeggen ‘adem in adem uit’ en dat doe ik ook.
Ik grinnik in mijzelf terwijl ik hem over zijn hoofd aai. ‘kom op, we gaan ervoor’ fluister ik.
De gedempte hoefstappen van Charly zijn net mijn contacten met de buitenwereld, ik zit diep in gedachten. ‘Zo Peter laat maar eens zien’ zegt Henk. Met trillende handen maak ik het zadel vast, schuif de stijgbeugels naar beneden en pak het halstertouw. (om het realistischer te maken had hij misschien beter eerst gelongeerd?, heb je ondertussen terug verhaalvulling.
Langzaam zet ik mijn tenen in de beugel en met mijn andere hand houd ik de knop van het westernzadel vast. Mijn hard klopt in mijn keel als ik rustig ga zitten….geen beweging? Geen sprong?
Geen rodeo? Verbaasd blaas ik mijn veel te lang ingehouden adem uit.
ik druk mijn kuiten tegen hem aan…geen reactie. Nog een keer: ‘voorwaarts Charly’
het paard onder mij spant zich aan…en dan…
'Kom op Charly!’ hoor ik peter zeggen. Maar ik kan me niet bewegen.
Versteent. Verstijft. Ik zit vast aan de grond.
Vanuit mijn ooghoek zie ik iemand de bak inkomen, het is Henk.
In zijn handen houd hij een lange stok…ik draai mijn hals om het beter te kunnen zien.
Een trillende stem vraagt hem er niet mee te slaan, diep van binnen ik ook.
‘Henk alsjeblieft niet slaan!’ roept Peter bevend. Mijn flanken gaan op en neer, nee Henk niet slaan! Niet doen ik ben zo bang! Zonder dat ik het wil beginnen mijn benen te trillen….ik wil niet meer!
‘Sorry Peter maar hij moet lopen, ik heb het namelijk helemaal gehad met dit beest! Als ik hem niet mak kan krijgen raak ik hem aan de straatstenen niet kwijt!’ bromt Hij.
‘Maar Henk wacht nou even…ik’ stamelt Peter. ‘VOORUIT!!!’ brult Henk. Een pijnlijke scheut vliegt over mijn rug heen. “Nee Henk….Niet doen!’ hoor ik Peter in paniek gillen. Ik ga rennen. Ik moet vluchten voor de zweep! Weg! Zo hard als ik kan ren ik langs de rand van de kraal. ‘Zie je wel dat hij kan lopen’ roept Henk. ‘Nee stop niet harder!’ gilt Peter. Maar het is al te laat.
Klats! Doet de zweep in de lucht, die klap schiet door mijn lijf heen(hoe kan de klap door zijn lijf schieten als hij in de lucht slaat?, het zweet glijd over mijn hals heen…Weg hier! weg!
Ik kan niks anders als…springen….met mijn achterbenen zet ik mijzelf zo hard af als ik kan.
Ik vouw mijn benen onder mijn buik en schaaf over het hek heen. Brandende pijn voel ik aan mijn buik en voorbenen…maar ik moet weg hier! Geschreeuw overal! Ik ren keihard over het gras, waardoor ik bijna uitglijd. Haastig probeer ik overeind te blijven, want overal staan mensen om mij tegen te houden. Met pijn oren plat in mijn nek ren ik over het terrein, ik sla met mijn voorbenen om weg te komen! Peter zit nog steeds op mijn rug: ‘HOO CHARLY HOOO!’ schreeuwt hij!
Schreeuwen! Die paarden die verdronken! NEE! Ik gooi mijn hoofd in de lucht en steiger en bok. Ruw trekt iemand in mijn mond en trekt mijn hoofd naar mijn schouder, au! Mijn hals, mijn mond!
Het is Peter! Ga van mij af! weer probeer ik te steigeren en te rennen….het doet zo’n pijn! iets warms sijpelt via mijn mond naar binnen, tegelijkertijd probeer ik te rennen…wild trek ik mijzelf los…en dan knapt er iets.. rennen! Toet - toet…toeter?...auto!..
Angstig blijf ik staan op de weg, ik kan me niet bewegen, ik heb zo’n pijn.
De auto komt steeds dichterbij…het lijkt eindeloos te duren, terwijl het maar een paar seconden zijn.
Nog eens hoor ik dat getoeter en kom ik terug op aarde. Meteen spring ik weg! Ik hoor iemand vallen op de grond. Peter. De auto raast door…ik durf niet te kijken…piepende remmen, mijn flanken worden geraakt en Peter hoor ik alleen maar gillen… en dan word alles donker…ik ben bang.
In een seconde gaan mijn ogen weer open, ik lig op de harde weg en stenen prikken tegen mijn ribben aan. Haastig sta ik op…het lukt niet! Zoveel pijn! Toch doe ik het, een steek schiet door mijn voorbenen heen.
Mijn oren doen pijn van een keihard geluid van een felle auto…een sirene. Peter!
Ik kijk om me heen, die auto staat scheef op de weg, overal mensen en dat geluid!
‘He! Daar heb je dat beest!’ word er geschreeuwd vanuit de menigte.
WEG HIER! Ik hinnik ‘Help me dan! ik heb zo’n pijn’! Is er iemand die mij kan horen!
Zo goed als mijn benen mij nog kunnen dragen schiet ik er in galop vandoor, als ik voorbij de auto ren zie ik Peter: in een rare houding liggen met een wit gezicht! Nee! Wat heb ik gedaan!
Ik ren keihard over de weg heen, struiken raken mijn beurse lijf, mijn benen branden…maar ik moet doorlopen, weg van die nare plek! Weg van Peter!
Ik ben bijna buiten adem….en dan voel ik iets van mijn hals afglijden…dat was er dus geknapt!.
Maar dan voel ik mijn benen verstrakken, er zit iets vast…ik schiet door het prikkeldraad heen…verscheurende steken voel ik langs mijn borst! Iets warms stroomt langs mijn voorbenen. (deze zin klinkt ook niet lekker, daarnaast heb je al 2 X in een kort stukje het zinnetje: "Iets warms stroomt" gebruikt. Probeer herhaling te vermijden.)
Ik kan niet meer…geschrokken loop ik achteruit hier kan ik niet door! Haastig ruk ik mijzelf los…en met dat gil ik het uit! Mijn borst en hals zijn kapot maar ik ben los…ik wil weer rennen maar ver kom ik niet…touw zit om mijn benen en dan zak ik door mijn voorbenen heen…ik heb zo’n pijn…hijgend haal ik adem…mijn lijf is bezweet, mijn benen steken…ik voel wat warms over mijn borst vloeien… => 3 X hetzelfde dus.
Vermoeid probeer ik mijn hoofd omhoog te brengen en hinnik zachtjes: ‘help mij! Alsjeblieft’
Met een doffe dreun knalt mijn hoofd tegen de grond…het bit zit nog steeds in mijn mond, voorzichtig kauw ik erop. Ik proef een bittere smaak…bloed…van de pijn sluit ik mijn ogen.
Het is al donker als ik vaag op de achtergrond stemmen hoor…boze stemmen.
Ik versta niet wat ze zeggen…maar laat ze mij alsjeblieft niet vinden.
Kleine mugjes dansen boven mijn hoofd, duizenden sterren staan aan de hemel.
Voor elke dood paard een ster…zoveel bekende sterren staan er dan…van die paarden die zijn verdronken, van mijn moeder…Beau. Zacht hinnik ik: ‘Beau! Ben je daar!’ mijn hart breekt van binnen.
Ik moet stil zijn, stel je voor dat ze mij nu zouden vinden wat zouden ze dan gaan doen?
Ze zouden vast zo kwaad zijn, dat ze mij dood maken, of eerst pijn doen. Want zo zijn mensen, zo zijn alle mensen. Stuk voor stuk. Geen enkele goede persoon…en ik…ik ben een mislukkeling; een ongeluks paard…ik heb Peter vermoord! Alweer iemand gedood, overal waar ik kom gaat er iemand dood…altijd…als paarden konden huilen…dan…zachtjes blaas ik de grassprietjes voor mijn neus heen en weer net als die sirene: aan. Uit. aan. Uit. Peter. Ik. Peter. Ik. Ik de mislukkeling, de zwarte schim…Meteen zijn mijn gedachten weg als ik een auto hoor voorbij razen…dan pas besef ik hoe koud ik het heb, ik voel het water van mijn vacht afdruipen…was ik maar daar boven…hoog zodat niemand mij pijn kon doen…langzaam vallen mijn ogen dicht…
enn????? deel 17 ben ik mee bezig!
Duhelo schreef:de bedoeling snap ik wel, maar ik vind het toch niet zo fijn/logisch dat ze een ruiter in gevaar brengen met zoiets, dat het paard omver gereden wordt, in prikkeldraad zit, etc. En dat hij er toch weer boven zal komen. (Kan niet anders, anders is het verhaal ten einde)