Deze situationship maakt meer comebacks dan Soldaat van Oranje, maar zonder het "wegens succes verlengd".
Steeds heftiger, steeds kortere intervallen.
Oké, ik zit mezelf te verdedigen. Hier is het!
48.
22 november 2021
Of: De Miami-Files (waarin ik weer eens bewijs dat ik niks leer).
Ik heb dit duizend keer geoefend in mijn hoofd, in de spiegel, op de wc, tijdens het lopen naar de koffiemachine, zodat ik nu met een zelfverzekerde houding bij zijn kantoor sta.
‘Michael.’
Hij kijkt op. Die blik. Ken je die blik van ouders als hun kind voor de zesde keer vraagt of ze een pony mogen?
Dat.
‘Ik had het al gezegd dat ik misschien naar Miami zou gaan?’
Had ik dat gezegd? Misschien. Waarschijnlijk. In een van mijn vele monologen over Tom waarbij Michael knikt terwijl hij eigenlijk aan zijn quarterly reports denkt.
Hij knikt. Of zucht. Het is een soort knik-zucht-combo die alleen managers beheersen.
‘Dus,’ ga ik door, want stilte is dodelijk nu, ‘ik ga misschien volgende week. Of deze week. Vrijdag? Woensdag? Of helemaal niet.’
Jezus Christus.
Ik klink als een weerbericht van iemand die niet naar buiten heeft gekeken. Misschien regen, mogelijk zon, kans op apocalyps.
Michael klapt zijn laptop dicht.
Sh¡t.
Laptop dicht is nooit goed. Dat is het universele teken voor: we gaan Een Gesprek hebben.
‘Heeft de piloot je weer ingepalmd?’
Weer.
Let op dat woordje.
Het suggereert een patroon.
Een zeer dom patroon waarbij ik de hoofdrol speel.
‘Hij weet hoe hij me moet bespelen,’ geef ik schamper toe. ‘Maar kan ik vrij nemen? Ben wel toe aan vakantie.’
Vakantie. Ha. Een week op eieren lopen eerder. Luisteren naar zijn tirades over het Amerikaanse gezondheidszorgsysteem.
En toch wil ik dit zelf. Heel graag, zelfs.
‘Zolang je maar geen euro zelf betaalt. En laat je niet in de maling nemen.’
‘Ik betaal de helft van het ticket. Delta Buddy Pas. Dus het is goedkoper. Logisch toch?'
Niks aan deze situatie is logisch. Dat weten we allemaal. Maar hier zitten we.
‘Gebruik je hersenen, dombo.’
Twee weken geleden stond ik hier nog te janken. Tom was verdwenen. POEF. Opgelost in het niets. Telefoon uit. WhatsApp geblokkeerd.
Het volledige verdwijningspakket.
Ik was net begonnen met verwerkingstraject 2.0, had zelfs post-its op mijn spiegel geplakt:
• IK BEN GENOEG
• IK KAN DIT
• NIEUWE DAG NIEUWE KANSEN
• IK GA HARDLOPEN IN DE REGEN, OOK ALS HET REGENT.
(O wacht, die laatste hoort er niet bij. Ik HAAAAAAT hardlopen. Maar hé, obsessieve dwangmatigheid is óók een talent.)
En toen, zaterdagavond, ging mijn telefoon. Onbekend nummer. Toch wist ik meteen wie het was.
Ik had zijn nummer gewist. Op advies van Robert Zink, mijn YouTube Miracle Mentor die me om drie uur 's nachts vertelt dat ik een ‘high-value woman’ ben die ‘abundance mindset’ moet cultiveren.
Maar toen die Amerikaanse cijfers op mijn scherm verschenen, was mijn abundance mindset ineens verdwenen en vervangen door panic mode.
Ik haatte mezelf terwijl ik opnam.
‘Nina.’
Die stem. Die klootzak. Die verdwenen klootzak die nu ineens weer bestaat.
‘We moeten praten. Over de toekomst. We moeten beslissen. Doorgaan of stoppen. Either we piss or we get off the pot.’
Either we piss or we get off the pot.
Wat de fµck.
‘Oké,’ zei ik. Want wat moest ik anders? De waarheid? ‘Tom, iedereen die ik ken denkt dat je een manipulatieve narcist bent en eerlijk gezegd begin ik het met ze eens te worden?’
(Dat had ik moeten zeggen.)
‘Vrijdag ben ik in Amsterdam. Dan praten we. En beslissen wanneer je naar Miami komt.’
Miami.
Het beloofde land. Waar ik eindelijk zou zien wie hij werkelijk is. Waar ik bewijs zou krijgen dat ík niet gek ben, dat we echt iets hebben.
Na het gesprek lag ik wakker.
Uren.
Waarom wilde ik dit? Waarom wilde ik naar iemand die me behandelt als een back-up plan?
Het antwoord is beschamend simpel: omdat ik het moet weten. Moet weten of het echt zo erg is als ik denk. Of erger. Of — en dit is de echte fantasie — misschien helemaal niet erg. Misschien is hij in Florida gewoon... normaal. Relaxed. Menselijk.
(Ik weet het. Ik hoor het ook. Maar laat me.)
Nu is het drie dagen later. Morgen vlieg ik. Het ticket naar Florida is geregeld, Bubblegum is ondergebracht bij mijn moeder en ik heb (inmiddels) vrij. Ik heb verder bijna niemand verteld, want geloof het pas als ik met mijn kont in het vliegtuig zit. Want ja, de vorige keer escaleerde Parijs bijna en Tom schreeuwde Bitch! door de telefoon en ging het bijna niet door. Maar dit keer lukt het. (Zeg ik nu al drie dagen tegen mezelf.)
En zoals Henk zegt: ‘Nina, je krijgt nu eindelijk zicht op hij écht is in zijn natuurlijke habitat, langer dan één nacht. Misschien ontdek je andere kanten.’
‘En zonder de controle van zijn collega's, zonder de stress en de jetlag, is het misschien wel een openbaring.’
En ik denk: misschien wel. Misschien is Tom in Miami eindelijk de man die ik verdien. Of misschien vlieg ik 7.500 kilometer om erachter te komen dat hij overal hetzelfde is.
Henk grijnst. ‘En maak hem GEK met die prachtige lange benen van je.’
Ik delete dat laatste meteen.
Miami, here I come.
God sta me bij.
To be continued...
Spoiler:
Ik heb voor vandaag een foto van hem hier geplaatst:
[verwijderd]
(Bokt is niet vergevingsgezind qua foto-verwijdering.)
Duimen dat hij niet juist nu op die pagina kijkt, maar hey. It's for Bokt.
Laatst bijgewerkt door astridastrid op 12-09-25 12:41, in het totaal 1 keer bewerkt