Bij deze weer een nieuw stukje, met dit barre weer!
xmichxrocky: in principe proberen we ieder weekend een stukje te plaatsen, al mislukt dat nog wel eens in verband met school
Citaat:
Casey
In blinde woede werp ik mijzelf op hem. Ik sla hem overal waar ik hem kan raken. Ik trap hem met alle kracht die ik in mij heb. Tot mijn armen worden vastgegrepen en ik achteruit wordt getrokken. “En aan wiens kant sta jij!” zeg ik kwaad tegen Nathaniel die mij met zich meetrekt. Hij negeert mijn vraag, maar trekt mij vergenoeg weg, zodat ik niet meer bij Brian kan. Ik probeer mij los te rukken, maar de kracht van Nathaniel is te groot. Bovendien heeft hij mij goed vastgepakt, daardoor ik alleen mijn benen nog vrij kan bewegen. Dus uiteindelijk ontspan ik, maar kijk woedend naar Brian. Die in elkaar gedoken op de stoel zit. Een stroompje bloed komt uit zijn neus. Ik zou medelijden voor hem moeten voelen. Ik zou moeten inzien dat ik verkeerd is, maar ik kan het niet.
“Brian ga verder,” zegt Abbigail rustig. Ze kijkt niet mijn kant uit, maar ik weet dat ze mij in de gaten houdt. Ik probeer mij nog eens los te rukken, maar het is duidelijk dat Nathaniel dat niet zal laten gebeuren.
“Ik heb de transmitter bij jullie ingebracht. Het leek mij erg handig. Bovendien is het goed van pas gekomen, anders had ik nooit geweten waar ik naar Casey had moeten zoeken. Justin heeft mij alleen duidelijk gemaakt dat het nood was en dat hij hem moest laten gaan.”
“Waarom zijn we niet achter hem aan gegaan?! Jij wist precies waar we moesten wezen? Waarom zijn we eerst helemaal naar Abbigail en Nathaniel gegaan…” Ik wil nog verder praten maar mijn stem hapert. Het besef dat ik hem had kunnen redden, raakt mij meer dan ik van tevoren zou hebben beseft.
“Omdat hij mij heeft gezegd dat niet te doen,” zegt hij eenvoudig. Even kijk ik hem aan, geen idee meer wat ik moet voelen. Woede? Verdriet? Teleurstelling? Vol onbegrip schud ik mijn hoofd. Zonder nog iets te zeggen loop ik de kamer uit.
Ik dwaal een tijdje rond door het hotel. Uiteindelijk kom ik uit bij een bar waar ik ga zitten. De barman komt naar mij toe en kijkt mij afwachtend aan. Ik reageer niet, maar staar alleen maar voor mij uit. “Zware dag?” zegt hij en glimlacht vriendelijk. Ik knik alleen, niet in staat om iets nader toe te lichten. Ik weet zelfs niet meer wat ik denken. Al mijn gedachten lijken door elkaar te spinnen. “Wil je wat drinken?” vraagt hij uiteindelijk.
Ik frons en kijk naar de vele flessen die achter tegen de muur staan. “Doe maar wat sterks.” Eigenlijk houd ik helemaal niet van alcohol, maar misschien dat het mij in een roes kan brengen. Zodat ik even niet meer hoef te denken. De barman schenkt een whisky voor mij in. Zeker niet een drankje waar ik van kan genieten. “Maak er maar een dubbele van,” zeg ik als hij er klein laagje in heeft geschonken. Hij schenkt braaf door en zet daarna het glas voor mij op de bar. Ik pak en glas stevig beet en gooi het in een keer achterover. Het branderige gevoel in mijn keel probeer ik te negeren en ik moet mijn best doen om niet een vies gezicht te trekken. “Doe er nog maar een.”
Hij knikt begrijpend en schenkt opnieuw in. Dit keer neem ik maar een klein slokje en slaak een keer een diepe zucht.
“Dat lijkt mij wel voldoende, denk je ook niet,” voordat ik het weet is het glas voor mij weggegrist. Verbaasd kijk ik op en zie Nathaniel naast mij staan, met mijn glas whisky in zijn hand.
“Geef hier,” zeg ik traag en probeer hem met mijn hand te pakken. Natuurlijk is hij veel te snel.
“Nee, je hebt wel genoeg gehad. Je zou niet eens moeten drinken, dat weet je best,” zegt hij berispend en ik steek uitdagend mijn tong uit. “Gooi dit maar weg,” zegt hij tegen de barman en reikt hem het glas aan.
“Dat is zonde!” zeg ik met grote ogen. Zonder een seconde te aarzelen gooit hij het spul achterover en geeft het lege glas aan de barman.
Met open mond kijk ik hem aan. “Je hebt gedronken tijdens dienst,” zegt ik verbaasd en half in shock.
“Nee, ik heb gedronken voor mijn dienst. En zo is het genoeg geweest. Kom op, we gaan.” Hij pakt mij bij de arm en ik laat mij gewillig meevoeren.
Abbigail
“Wat denk jij,” zegt Nathaniel bezorgd. Ik frons mijn wenkbrauwen en weet niet goed wat ik moet zeggen. We zijn net even mijn Casey langs geweest die ligt te slapen als een roos. Nu staan we op de gang.
“We komen niet binnen zonder haar…” zeg ik nadenkend. “Misschien als ze even lekker opfrist?” opper ik, maar een betere oplossing heb ik niet. Nathaniel en ik kijken elkaar even aan, wetend dat we geen andere keus hebben.
Ze giechelt even en ik erger mij nu al dood. We rijden samen in de auto, ik zit natuurlijk achter het stuur. Eerst wilde ze niet mee, maar toen ik haar herinnerde aan het feit dat we Justin gingen redden was ze meteen overgehaald. Nu zit ze al de hele tijd stil naast mij, alleen wordt de stilte onderbroken doordat ze even giechelt. Ik heb het gevoel dat ik een tiener naar een schoolbal breng. Toch vind ik het vreemd dat ze aangeschoten kan zijn van de hoeveelheid alcohol die zij heeft gehad. Ze drinkt niet zo vaak, maar toch. Het moet sterk spul zijn geweest. Als we arriveren parkeer ik de auto en samen lopen we naar de ingang. Ik kijk om mij heen of ik Andrew ergens kan ontdekken, maar is nergens te bekennen. Even kijk ik opzij naar Casey, maar die is ineens verdwenen. “oliebol!” Snel draai ik een rondje om mijn as en tot mijn opluchting zie ik Casey een stukje verderop bij mij vandaan rennend. Al roepend ‘Andrew, Andrew’. Oh wat zijn we weer charmant. Als je dit ook zou filmen en haar later zou laten terugzien... Met een snelle, maar zo charmant mogelijke pas loop ik achter Casey aan. Intussen heeft zij Andrew bereikt. “Andrew!”, zegt ze enthousiast. Verbaast kijk hij haar aan, een lijkt hij niet te weten wie ze is.
Dan glimlacht hij. “Cleo, is het niet.” Casey is echter niet te stuiten, geeft hem een knuffel en een kus op zijn wang. Intussen ben ik rustiger gaan lopen. Hoor ik hier echt bij? Tot mijn opluchting verbetert Casey verder niet te naam, maar knikt vrolijk. “Wat doe jij hier?” vraagt hij uiteindelijk, als Casey hem alleen nog maar grijzend aanstaart.
“Ik wilde lekker gaan feesten. Een vriend van mij vertelde dat er hier altijd goede feestjes worden gehouden. Alleen nu kom ik erachter dat het alleen voor genodigden is,” sip kijkt ze hem aan en ik ben verbaast over haar vlotte babbel.
“Ben je alleen?” vraagt hij en kijk achter haar, om te zien of er iemand is. Ik heb echter bewust wat afstand gehouden. Eigenlijk had ik verwacht dat Casey ons zou verraden, maar ergens lijkt ze alles toch goed op een rijtje te hebben. Ik begin zelfs te twijfelen aan haar toestand. Ze kan wel eens een stuk nuchterder zijn dan ik dacht.
Intussen kijkt Casey zoekend om zich heen. “Nee, ik ben samen met een vriendin,” dan valt haar oog op mij. “Oh daar is ze. Alice, kom. Ik wil je aan iemand voorstellen.” Ze wuift enthousiast naar mij en ik doe de laatste stappen naar haar toe. Ik doe mijn best om mij in te leven in mijn rol. Een beetje teruggetrokken, zodat ik niet teveel aandacht trek. Die aandacht trekt Casey wel voldoende.
“Alice, Andrew. Andrew, Alice,” stelt Casey ons vlot voor. Hij steekt zijn hand naar mij uit en die schud ik vriendelijk. Ik merk dat hij mij keurend bekijkt. Iewl vies ventje! Toch geef ik hem een glimlach en hij lijkt een beslissing te maken.
“Willen jullie anders met mij mee naar binnen.”
“Denk je niet dat dat een probleem zal zijn? We willen je niet tot last zijn,”zegt Casey.
“Nee, het is geen enkel probleem.”
“Oh! Je bent een held!” zegt Casey bijna springend op haar plek. Ik hoop toch echt dat ze zo wat gaat kalmeren, want anders wordt ik er zo gek van! Het is vreemd, maar Andrew lijkt zich er totaal niet aan te storen. Galant houdt hij haar zijn arm voor en zij steekt haar arm er doorheen. Handig schuift hij mij naar de andere kant en zo lopen we met zijn drieën naar de ingang.
“Goedenavond meneer Collins,” zegt de portier die de deur voor ons open houdt. Als we bij de garderobe staan en onze jassen uittrekken is Casey weer de eerste die iets zegt.
“Je moet hier vast vaak komen of bekend zijn dat de portier zo je naam wist,” zegt ze en kijkt hem met aanbidding aan. Die zou echt actrice moeten worden. Even een slokje alcohol en tadaa een echte actrice.
“Dat valt wel mee, maar ik ben de eigenaar van het gebouw. Dus dat zal wel schelen ja,” zegt hij duidelijk zijn ego strelend. Ik mag die gast nu al niet!
“Echt waar?!” zegt Casey die alweer grote ogen opzet.
Danielle en Jeltien