Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Deel 22
We rijden richting de parkeerplaats en ik herinner me weer dat mijn vaders’ auto helemaal in de prak ligt. Mijn wangen voelen rood van de schaamte en ik vraag mijn vader voorzichtig hoe we nu thuiskomen. Nog voordat hij kan antwoorden stopt er een zwarte limousine voor de deur en Lucille stapt aan onze kant uit. ‘Sue!,’ roept ze bezorgd. Ze komt snel op me afgelopen en geeft me dan een knuffel. Ik krimp in elkaar door de pijnlijke kneuzingen en ze laat me gelijk los. ‘Oh sorry Sue, dat was niet mijn bedoeling. Hoe is het nu met je?,’ vraagt ze bezorgd en slaat zich vervolgens voor haar hoofd. ‘Wat een stomme vraag ook, je bent nog maar net uit het ziekenhuis ontslagen nadat je wonder boven wonder een auto ongeluk hebt overleefd.’ Mijn hoofdpijn komt weer terug door het geratel van Lucille en ik doe even mijn ogen dicht waarna ik haar pijnlijk aan kijk. ‘Lucille, haal adem,’ zeg ik kortaf en ze is gelijk stil. ‘Het gaat goed met me, zolang je maar niet blijft door ratelen.’ Ze kijkt me verbluft aan en mijn vader werpt een boze blik naar me toe. Wyn en Steve kijken net zo verbluft naar me en het enige verschil tussen die twee is dat Wyn een blik van afkeuring op haar gezicht heeft en Steve grijnst waarderend. Dan lacht Lucille en ze biedt haar excuses aan.
Ik kijk even bewonderd naar de auto en kijk dan gegeneerd om me heen. Lucille ziet mijn blik en biedt nogmaals haar excuses aan. ‘Sorry, maar het is het enige vervoer wat op het moment aanwezig was bij het hotel.’ Ik sta op om in de auto te stappen en mijn vader schiet me gelijk te hulp. ‘Pap, het lukt me wel alleen. Mijn benen doen het nog prima.’ Een schuldgevoel overspoeld me als ik Steve in de rolstoel zie zitten met zijn gebroken been. Hij grijnst echter nog steeds vrolijk en ik bedenk dat hij het helemaal niet heeft gehoord of hij doet net alsof. Als ik eenmaal goed zit en mijn vader naast me is komen zitten, stapt Steve ook moeizaam in gevolgd door Wyn. ‘Rijden jullie ook mee,’ roep ik verbaasd uit. Mijn vader lacht en ik ben dankbaar dat hij overal aan denkt. Lucille stapt als laatste in en vervolgens rijden we weg van het ziekenhuis.
In de auto praten we over alle belevingen in het ziekenhuis, behalve mijn nachtelijke bezoeker. Buiten de verpleegster weet niemand dat er ’s nachts iemand bij mij op bezoek is geweest en voorlopig wil ik dat zo houden. In ieder geval totdat ik zelf weet wie het was. Ik denk diep na en laat de beelden weer voorbij komen om hopelijk iets te ontdekken wat ik die avond misschien over het hoofd heb gezien. Vervolgens kom ik tot de conclusie dat het geen zin heeft om erover door te blijven malen en ik geef het uiteindelijk op. Ik zucht diep en zie ineens iedereen afwachtend naar mij kijken. Wat heb ik gemist? Blijkbaar verwachten ze dat ik iets zeg maar ik kijk schaapachtig van de één naar de ander. ‘Aarde aan Sue,’ zegt Steve lachend. Ik zet mijn gedachten weer op een rij en probeer me te herinneren wat er gezegd is, maar ik heb niets van het gesprek meegekregen.
‘Ik vroeg net of je het goed zou vinden als ik bij jullie blijf eten,’ zegt Lucille voorzichtig tegen me. Ze wisselt een blik uit met mijn vader en vervolgens kijkt ze mij weer aan. Ik zeg tegen haar: ‘Natuurlijk is dat oké. Ik denk alleen niet dat ik fijn gezelschap zal zijn, ik ben nog erg moe,’ en dat meen ik ook. Ik voel dat mijn oogleden zwaar worden en er komt een grote geeuw uit mijn mond. ‘Je zal het dus helaas met mijn vader moeten doen,’ zeg ik grappend en we lachen allemaal.
Voor mijn gevoel rijden we al uren rond als we eindelijk bij Steve zijn huis stoppen. Ik krijg ineens een flashback naar de avond van het ongeluk en weet gelijk alles weer. De woorden van Steve, mijn schrikreactie en vervolgens de auto die over de kop vloog… Ik huiver bij die gedachte en ik voel de kippenvel over mijn armen lopen. Steve kijkt me onderzoekend aan en in zijn ogen zie ik dezelfde herinnering. De gedachte alleen al dat we maar een paar straten van Blake zijn huis verwijderd zijn, brengt een warm gevoel teweeg die ik diep van binnen voel.
Steve wil iets zeggen, maar Wyn trekt zijn aandacht doordat ze zegt: ‘Ik ga met je mee, je hebt hulp nodig met je gebroken been.’ Steve wil protesteren maar ik schud mijn hoofd. Ga niet tegen Wyn in, want dat heeft toch geen nut zeg ik met mijn blik. Hij zucht en laat zich dan gewillig mee de auto uit trekken waarna Wyn zijn krukken overhandigd. Ik zwaai ze gedag terwijl we wegrijden en ik leg dan vermoeid mijn hoofd op de arm van mijn vader die al die tijd al beschermend om mijn schouders heen heeft gelegen. Hij geeft me een kneepje in mijn arm en ik zucht van vermoeidheid en opluchting tegelijk.
Na weer een lange rit die uren leek te duren komen we dan eindelijk thuis aan. Mijn hart maakt een sprongetje van enthousiasme omdat ik Tippy weer zal zien. Wat heb ik die hond toch gemist! We stappen uit en Lucille geeft de chauffeur opdracht om naar huis te gaan. Hij geeft een kort knikje als bevestiging en rijdt langzaam weg. We kijken hem met zijn drieën na en vervolgens gaan we naar binnen. Zodra ik binnen kom word ik uitbundig besprongen door Tippy. ‘He meisje!, ‘ roep ik blij uit en ik laat me door mijn knieën op de grond zakken. Tips word helemaal gek en ze rent rondjes om me heen. Dan lijkt ze ineens te beseffen dat mijn vader er ook is en rent op hem af. Daarna gaat ze even enthousiast naar Lucille toe. Ze laat zich rustig aaien door Lucille tot ze ineens weer een spurt naar me toe neemt. Ik voel twee poten in mijn rug en kreun even door de pijn. ‘Tippy rustig, anders bezeer je me,’ spreek ik haar rustig toe. Ze word gelijk rustiger en alleen haar staart draait nog fanatiek rond.
‘Sorry, maar ik denk dat ik gelijk naar boven ga,’ zeg ik verontschuldigend tegen Tom en Lucille. Mijn vader kijkt me bezorgd aan en knikt als goedkeuring. Ik loop naar de trap op de voet gevolgd door Tippy. Ondertussen hoor ik mijn vader en Lucille tegen elkaar mompelen en daarna valt het stil. Wanneer ik bij mijn kamer ben loop ik naar binnen en doe de deur achter me op slot. Tippy gaat gelijk in haar mand liggen en ik laat mezelf op bed vallen. Ik stop mijn handen in mijn zakken en voel iets in de linker zak zitten. Ik frommel het papier eruit en strijk het weer glad. De envelop!
Ik was het helemaal vergeten en heb er de hele dag niet meer aan gedacht, tot nu. Ik open de envelop met trillende handen, bang voor wat er in zal staan. Dit handschrift heb ik in geen jaren meer gezien, waarom vond ik die envelop dan ineens in mijn jaszak? Mijn vader weet er niets van, anders had hij die gewoon envelop wel gewoon gegeven. De enige overgebleven reden is dat de persoon die ’s nachts op bezoek is geweest die brief in mijn jas heeft gestopt. Maar dat klopt niet, want hoe zou diegene aan een brief van haar gekomen zijn?
Eindelijk heb ik de brief open en ik lees het in gedachten. Mijn ogen stromen gelijk vol met tranen en ik veeg ze weg zodat ik verder kan lezen. Wanneer ik het helemaal heb gelezen, lees ik het opnieuw.
Lieve Sue,
Deze brief is voor jou als ik er niet meer voor je kan zijn. Wat er ook gebeurd in je leven, weet dat ik altijd bij je in de buurt ben en dat ik je altijd zal steunen.
Wanneer ik er niet meer voor je kan zijn,
Met blijheid, maar ook met pijn.
Weet dan dat er engelen over je waken,
Zo zullen alleen de goeden je hart raken.
Ook al kom je moeilijke tijden tegen,
wees dan niet te verlegen,
Om je beschermers om hulp te vragen,
want zij zullen de lasten voor je dragen.
Liefs, je trotse moeder
Geraakt door haar brief worden de tranen alleen maar heviger en ik snuit mijn neus met een tissue die op mijn nachtkastje lag. Waarom heb ik deze brief nu pas gekregen, en van wie? Ik besef dat mijn vader dit wil weten, maar besluit hem er nu niet mee lastig te vallen. Ik wil zijn avond met Lucille niet verpesten, maar de belangrijkste reden is dat ik de brief even voor mezelf wil houden. Ik heb altijd gedacht dat mijn moeder nooit voorbereid was geweest op haar dood. Toch heeft ze nog voor haar overlijden deze brief aan mij geschreven, bijna alsof ze het al wist dat ze snel dood zou gaan. De koude rillingen lopen over mijn rug en ik voel de angst oplaaien. Wat als het geen ongeluk was? Nee dat kan niet. Dan zou mijn moeder expres op die vrachtwagen zijn ingereden met mijn in de auto. Dat risico zou ze nooit nemen, dat weet ik zeker na het lezen van de brief.
Ik ga achter mijn computer zitten en tik de datum van het ongeluk in. Het was toen destijds voorpagina nieuws, omdat de autoriteiten niet wisten hoe ik het overleefd kon hebben. Ze hebben veel onderzoek gedaan, maar kwamen telkens tot de conclusie dat het onmogelijk was dat ik uit de auto geslingerd was. Ik lees de artikelen elk jaar door om te kijken of ik misschien iets over het hoofd heb gelezen, maar tot nu toe elke keer zonder resultaat.
Ineens vind ik een ander nieuwsbericht van de Daily News, waar het auto ongeluk van een paar dagen geleden in staat. Ik lees het vluchtig door en staar geschokt naar het scherm.
16 Juli 2008
Vannacht is er een ernstig auto ongeluk geweest op de snelweg I80, de oorzaak is nog niet zeker. Volgens verklaring van de mede passagier raakte de bestuurder de controle kwijt over het stuur door een kat op de weg. De auto klapte daardoor tegen de reling waardoor die op de kop in de berm belandde. Vlak daarna is de auto ontploft, maar de inzittenden hebben het voorval overleefd.
De bestuurder en de passagier liggen buiten levensgevaar in het ziekenhuis met verwondingen. Het onderzoek is nog bezig om te achterhalen hoe het precies kon dat beide inzittenden uit de auto waren voordat die tot explosie kwam. De autoriteiten tasten tot die tijd nog in het duister.
Er bekruipt me een onbehaaglijk gevoel en ik klik de beelden van de auto snel weg. Het is onmogelijk dat ik op eigen krachten de auto uit ben gekomen, want ik was bewusteloos door de klap. Het is ook onmogelijk dat Steve met een gebroken been de auto uit is gekomen om mij vervolgens ook nog eruit te tillen. Dan herinner ik me dat Blake me in zijn armen hield en leg de link. Het is Blake geweest die ons heeft gered! besef ik met een schok. Ik pak de telefoon en besef dan dat ik Steve zijn nummer niet heb. Ik bel Wyn op haar mobiel en ze neemt vrolijk op. ‘He Sue!’ Op de achtergrond hoor ik Steve een opmerking maken dat klonk als ‘ben je helemaal heel thuis gekomen dit keer?’
Ik grinnik en vraag dan of ik hem even mag spreken. Ik hoor geritsel en het volgende moment hoor ik Steve aan de lijn komen. ‘Hé Steve. Ik moet even met je spreken, kun je Wyn even wegkrijgen?,’ zeg ik kortaf. Ik heb even geen geduld om tactvol te zijn en gelukkig maakt Steve dit keer geen flauwe opmerkingen. Ik hoor hem aan Wyn vragen of hij nog wat te drinken mag en eten en dan richt hij zich weer tot mij. ‘Oké, kust is veilig. Talk to me.’ Nu is er geen weg terug denk ik angstig. Ik zucht en vraag dan: ‘Wat weet jij nog van het ongeluk?’
Het is even stil aan de andere kant van de lijn totdat hij uiteindelijk toch antwoord geeft. ‘Nou, ik weet nog dat ik je mijn adres gaf. Toen schrok jij zo erg dat je de controle verloor. Ik zag je vanmiddag ook weer zo schrikken in de auto, wat is er aan de hand? Het heeft blijkbaar iets met mijn huis te maken,’ zegt hij verontrust. Ik denk na en probeer een logisch antwoord te vinden, maar ik weet dat die er niet is. ‘Nee, het is gewoon dat ik niet graag in die buurt kom. Ik heb daar een aantal nare herinneringen aan,’ zeg ik en ik besef dat het laatste niet gelogen is. Wat ooit fijne herinneringen waren zijn nu te pijnlijk om weer aan te denken. ‘Wat weet je nog meer over die nacht?,’vraag ik terwijl ik angstvallig mijn adem inhoud.
‘Nou, er is nog wel iets. Nou ja, het zal wel niets geweest zijn, maar ik zie het steeds voor me,’ zegt hij zenuwachtig. ‘Ik dacht even dat ik die avond vleugels heb gezien, maar dat zal wel een vogel zijn geweest.’ Op dat moment hoor ik gestommel op de achtergrond en ik hoor Wyn zachtjes praten. ‘Sorry Sue, ik moet weer gaan. Ik spreek je snel, oké?’ Hij zegt nog gedag en hangt op.
Ik herhaal zijn woorden in mijn hoofd en alle losse puzzelstukjes vallen in elkaar. Ik haal diep adem en probeer niet aan het woord te denken, maar het vormt zich toch in mijn hoofd.