[VER]Schreeuw van de stilte

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
Ianrowan2009

Berichten: 1513
Geregistreerd: 26-10-13

Link naar dit bericht Geplaatst: 04-02-16 14:59

Hoi :D
Ik zit alweer een tijdje te wachten op een vervolg maar zie hem niet staan. Ook niet op je website. Ben je er nog mee bezig? ;)

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 04-02-16 17:01

Ik ben er idd nog mee bezig, maar het was op en gegeven moment niet goed opgeslagen -:(-

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 07-02-16 18:03

Afbeelding

Vertrouwen kwam aangerend, samen met de schouten. ‘’Wat is, wat heb je gevonden?’’ En hij greep de vuist vast waarin ik de ring heb geklemd. Langzaam ontspande ik mijn hand. Het was een blauwe zegelring. ‘’oliebol!’’ En Vertrouwen pakte het gelijk af en probeerde de inscriptie te lezen, ik wist al wat er in stond. ‘’Res, non verba’’ Ik zei het automatisch, ik had het dan ook al vaak gehoord. ‘’Geen woorden maar daden.’’ Vertrouwen vertaalde het automatisch. ‘’Midas en Nero hebben ook zo’n ring.’’ ‘’Nog een aanwijzing dus, naast de getuigen die we hebben gehoord. Ze hebben een man zien wegrennen in een lange habij.’’ En een van de schouten herhaalde wat hij van de getuigen had gezien. ‘’Die getuigen verklaringen en die ring moeten voldoende zijn!’’

‘’Nieuwe ringen?’’ En een van de jongens priemde in de richting van de vingers van Nero en Midas. Vol trots lieten ze, ze zien. ‘’Res, non verba.’’ En niet begrijpend keken we ze aan. Het was de oude taal, de taal die bijna niemand meer sprak. ‘’Dat begrijpen jullie toch niet, jullie als boeren.’’ Midas en Nero grijnzde naar elkaar. Zoals altijd wreven ze het er graag in dat ze in de leer waren, als enige twee van de groep, wij waren namelijk boeren en werkte bij onze ouders op de boerderij.

‘’Precies wat ik zocht!’’ en Vertrouwen stopte hem in zijn zak. ‘’Kom mee, we gaan Arrogantie waarschuwen dat hij opzoek moet naar die ringen bij Nero en Midas.’’ En ik werd meegetrokken aan mijn mauw naar de herberg. Daar werd een koerier gewaarschuwd en hij kreeg een verzegelde envelop mee. De rest van de middag zat Vertrouwen te schrijven op zijn kamer en ik liep een beetje rond door de straatjes en over de markt.

Er was bij de resten van de kerk een groepje monniken gaat staan. Sommige sloegen een kruisje en begonnen te bidden. Een van de monniken was afgedwaald van de groep en stond een beetje in de as en de rest van de troep te porren met zijn schoen. Precies op de plek waar ik de ring had gevonden. Ik rende snel terug naar de herberg, waar ik Vertrouwen snel met me mee kreeg. Samen rende we terug, waar de monniken net terug wouden gaan naar het klooster. Ik stopte en was teleurgesteld, maar Vertrouwen gaf niet op. Hij sprak de voorste aan en het ging als een lopend vuurtje door de groep heen dat er een ring was gevonden en van wie die zou kunnen zijn. Een man stapte naar voren. De man die ook had gebukt is de resten van de as. ‘’Die is van mij!’’ En er steeg een gemompel op uit de groep monniken. Bezit was verboden, iedereen was het zelfde. Toen hij de ring wou pakken die Vertrouwen voor zijn neus hield en zijn arm uitstak, greep Vertrouwen deze vast en draaide hem op de rug van de monnik. ‘’Rat!’’ En Vertrouwen siste in zijn oor. ‘’Het probleem lossen wij wel op, heren, een goede dag!’’ Vertrouwen duwde de monnik vooruit en ik dribbelde er achteraan, de groep monniken in verwarring achter latend.

De hele weg naar het gebouw waar de schouten zich bevonden, schreeuwde de monnik allemaal verwensingen naar ons hoofd, ook dingen die je nou niet direct bij een monnik zou verwachten. Bij de schouten vielen we naar binnen, die geschrokken opsprongen en de monnik gauw overnamen en aan een stoel vastbonden. Vertrouwen verliet de kamer met de schouten om ze het verhaal uit te leggen en liet mij achter met de monnik. Hij fluisterde dat ik die man moest verhoren. Hij schreeuwde nog steeds en toen hij zag dat ik alleen met hem was gelaten, werd hij rustig. ‘’Maak me los, die is een belachelijke vertoning.’’ ‘’De enigste die belachelijk doet, ben u zelf.’’ En ik trok er een stoel bij en ging daar achterstevoren op zitten. ‘’Naam.’’ En ik deed me stoerder voor dan ik eigenlijk was. ‘’Peter.’’ En ik trok mijn wenkbrauw op. ‘’Hoe kom jij aan die ring?’’ ‘’Gekregen.’’ ‘’Van wie?’’ ‘’Gaat je niks aan.’’ ‘’Wel zolang je voor brandstichting vast wordt gehouden door ons. En laat ik je het zeggen, Peter, je vertelt het liever aan mij dan aan andere mensen van de raad van 5.’’ De man zijn gezicht betrok, hij kende de verhalen ook. ‘’Ik heb de ring gekregen van een vriend.’’ ‘’Hoe heet die vriend?’’ ‘’Weet ik niet.’’ En verbaasd trok ik mijn wenkbrauw weer op. ‘’Het is zo’n goede vriend, dat je zijn naam niet eens weet?’’ Lachend gooide ik mijn hoofd in mijn nek. ‘’Luister, we weten dat jij die ring hebt gekregen van de Schreeuw en ook in hun opdracht de kerk van Dish in de brand hebt moeten steken. De vraag is alleen nog, waarom?’’ En de monnik werd rood. ‘’Dat kunt u niet zomaar zeggen! Dit is laster!’’ Nonchalant haalde ik mijn schouders op. ‘’Alles wijst erop, Peter, maak het u zelf niet te moeilijk, waarom heb jij de kerk in de brand gestoken? We weten wel dat jij het bent, getuigen hebben een man in een habij zien rennen en je bent je ring kwijt die we hebben gevonden op een plek waar je als monnik nou niet bepaalt vaak komt.’’ ‘’Maar ik vind het prima hoor, dan brengen we je over naar Angst en Arrogantie.’’ En ik stond op, negeerde het gesmeek van de monnik en liep in een streep door naar buiten. Ik zakte buiten tegen de muur ineen en was verbaasd door mijn eigen vast beradenheid.

Het laatste wat ik van de monnik zag is dat hij in een koets werd geladen en weg reed. Vertrouwen had via, via een betrouwbaar iemand gevonden die de monnik naar de raad reed. Dit gaf ons weer wat ruimte om verder te gaan. We hadden geen dorpen en steden meer om naar toe te gaan, daarom besloten we ook naar Bend te gaan. Daar konden we denken we het meeste helpen. Met alle spullen weer in de zadeltassen gingen we opweg, het was nu 3 dagen rijden. We reden door gevaarlijk gebied, we moesten extra voorzichtig zijn. In de nachten dat we niet bij een herberg of een boer konden slapen, reden we door. Toch ging het mis en goed ook.


Afbeelding

Op het gefluister van mij en Vertrouwen, de hoeven van de paarden en de ademhaling van de paarden na, was het stil. Ik hoorde af en toe een takje kraken en rilde. Vertrouwen stopte uit het niets en schreeuwde. Hij trok zijn paard om, maar het was al te laat. Er stond een groepje van ongeveer 5 rovers voor onze neus en ook aan de achterkant stonden er 5. ‘’He oliebol.’’ En mijn paard begon te steigeren. De mannen vormde een ondoordringbare circel om ons heen en Vertrouwen begon zijn paard in de flanken te schoppen. Het paard hinnikte schel en een van de rovers pakte het vast. ‘’Braaf paardje, braaf paardje.’’ Zijn haren waren in vettige slierten samen gebonden achter zijn hoofd en hij mistte een paar voortanden. Het brave paardje gooide zijn hoofd nog angstig naar achteren en rolde met zijn ogen. Mijn paard was ook vast gepakt door een andere, maar nu kale man. Hij had een groot litteken op zijn wang. De andere 8 begonnen aan onze spullen te trekken. ‘’Afblijven!’’ En Vertrouwen haalde uit met een mes. De mannen floten en joelde. ‘’Wowow, nooit gedacht, van zo’n pennenlikker!’’ En ze begonnen Vertrouwen uit te dagen. Een van de mannen trok de zadeltassen open en begon het helemaal uit elkaar te trekken en alle spullen vlogen in het rond. Vertrouwen greep wat hij grijpen kon en duwde hier en daar met wat mannen. Hij werd uit het zadel getrokken en de groep begon op hem in te slaan. Hij kon zich niet meer verweren, zijn mes lag een paar meter verderop in het gras. Vechtend als een leeuw beschermde hij zichzelf en ook een stuk perkament waar hij altijd mee bezig was geweest als ik hem alleen aantrof. Ik vocht me naar voren, kreeg ook paar rake klappen en greep het perkament. Zonder mijn paard rende ik verder het bos in, hier en daar moest ik springen over een paar boomstammen. Ik hoorde nog wat mensen schreeuwen, maar ik rende verder, zonder me druk te maken over Vertrouwen. Een aantal uur rende ik zo door, zonder me druk te maken over de steken in mijn maag of van de pijn in mijn benen.

Vermoeid liet ik me vallen toen ik dacht dat ik veilig was. Ik kroop weg onder een stapel bladeren en takken en ik viel in slaap, de adrenaline was uitgewerkt. Ik sliep tot het opkomen van de zon en aan de hand daarvan bepaalde ik wat het noorden, oosten, westen en zuiden was. Als ik naar Bend wou, moest ik naar het zuid westen. Ik begon maar met lopen en hoopte maar dat het allemaal goed kwam met Vertrouwen. Het stuk perkament waar hij altijd zo druk mee was had ik opgevouwen en diep weg gestopt in mijn zakken.

Ianrowan2009

Berichten: 1513
Geregistreerd: 26-10-13

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 08-02-16 13:57

AH!! Spannend stuk!
Blijf in je pen kruipen hoor *\o/*

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 08-02-16 16:21

Gaat het niet wat te snel? Ik ben bang dat ik juist nu te snel ga, zeker met het stuk wat er ook aan komt :=

Ianrowan2009

Berichten: 1513
Geregistreerd: 26-10-13

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 08-02-16 20:52

Ga op je eigen gevoel af.
Als je zelf vind dat het te snel in het verhaal gaat, kan je er zelf wat aan doen ;)

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 09-02-16 15:25

Dat klopt idd, maar ik ben bang dat het dan juist te lang gaat duren en dat het dan zooo saai wordt haha. Ik ga het afmaken en dan wacht ik jullie reactie wel af!

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 09-02-16 15:33

Dagen struinde ik aan een door het bos en over open velden. Ik liep op de zon en op de sterren. Af en toe kon ik met een boer meerijden en sliep ik in het hooi, maar verder liep ik alleen maar. Het leek wel alsof ik weg wou lopen voor mijn eigen angsten en voor mijn eigen schuldgevoel. Ik had Vertrouwen achter gelaten en had zonder na te denken mijn eigen hachje gered, en dat stukje perkament waar ik niks mee kon. Er stond in de Oude taal een heel verhaal op geklad, maar het lezen kon ik het niet. Die rovers waarschijnlijk ook niet, maar Vertrouwen schijnbaar wel. Ik werd met de dag magerder, ik at weinig tot de hoeveelheid die ik liep. Ook sliep ik te weinig en als het ook maar enig zins kon, viel ik slaap. De rest van de tijd liep ik ongecontroleerd en kon me niet meer concentreren.
Uiteindelijk kwam ik vies en besmeurd aan in Bend. Ik zag de stadsmuren en begon te rennen. Verhit kwam ik bij de poort aan, maar ik werd te gelijk tegen gehouden door de stadswacht. ‘’Wacht u eens even.’’ En ze grepen me vast bij mijn armen. ‘’Ik ben van de Raad, u moet me door laten!’’ Schoppend en bijtend brachten ze me binnen in de stad. Ik werd in de kerker gegooid, in de kerker van het kasteel van de koning. Huiverend kroop ik in een hoekje van de kerker en pakte het perkament. Boos op mezelf dat ik niet wat subtieler was geweest. Ik viel in slaap en droomde over de rovers, de wandeltocht die ik had gehad, Midas en Nero die me uitlachten en de boerderij van mijn ouders. Met de tranen in mijn ogen werd ik wakker gemaakt door een ridder. Zonder een woord te zeggen werd ik meegenomen naar boven, naar de zalen van het kasteel. Ik kon het daglicht amper verdragen.
Ik stond oog in oog met de man die ik altijd heel erg gevreesd heb. De koning. Een man met ruig haar, donkere ogen, littekens van de vele veldslagen die hij had meegemaakt en een vast beraden trek om zijn mond. Hij zat rustig in zijn stoel, maar ik voelde aan dat hij boos was. De ridder knikte kort voordat hij de ruimte verliet.
‘’Zo, we hadden je al verwacht.’’ Ín eerste instantie had ik niet door dat het de koning was die sprak. Zijn stem was zachtjes en ondanks zijn uiterlijk, vriendelijk. Ik stond te tollen op mijn benen en ik knikte. ‘’Ik wist niet wat is moest.’’ ‘’Natuurlijk.’’ De koning stond op en pakte iets van een tafel tegen de achterwand aan. Het mes van Vertrouwen. Ik herkende het aan het lemmet met de groene steen in het midden. Er zat bloed op, veel bloed. ‘’Herken je dit?’’ Wild knikte ik van ja. ‘’Waar heb je het voor het laatst gezien?’’ ‘’Bij de rovers die het op Vertrouwen hadden gemunt. Hij liet het vallen en ik kon er ook niet bij komen.’’ En ik haalde het perkament uit mijn zak. Ik wou het de koning aangeven maar hij sloeg mijn arm weg. ‘’Verrader!’’ En hij schreeuwde nu. ‘’Je hebt hem in de steek gelaten, moordenaar!” Van schrik liet ik het perkament vallen. ‘’Hoe bedoelt u?’’ De koning leek in vuur en vlam te staan. ‘’Jij hebt Vertrouwen laten vallen, hij is nu dood!” En het laatste wat ik me herinner is de woedende uitstraling van de koning voordat ik flauw viel.

Ik werd wakker, wakker van het zonlicht wat op mijn wangen scheen. Mijn hoofd zat vol met stenen en langzaam druppelde de informatie van het gesprek met de koning en in paniek wou ik uit het bed springen waarop ik lag. Sterke handen drongen me terug. ‘’Blijven liggen.’’ En Wijsheid verscheen boven mijn hoofd. ‘’Hehe, je bent weer wakker.’’ En ik keek niet begrijpend omhoog. Ik had voor mijn gevoel maar een middagje geslapen. ‘’Je hebt 4 dagen aan een stuk door geslapen.’’ Glimlachend streek hij een haar uit mijn gezicht. ‘’Dat had je dan ook wel nodig!’’ En ook Angst kwam binnen geslopen. Ik schrok toen hij opeens naast mijn gezicht stond. ‘’De slapende schone, je bent wakker!” Hij trok zijn neus op. ‘’Schoon ben je eigenlijk niet, als je, je gaat wassen, leg ik schone kleren voor je klaar.’’

Nog duizelig van de klap die ik had gemaakt met mijn hoofd op de stenen en van de vermoeidheid had ik me uiteindelijk omgekleed. De kleren die Angst had klaar gelegd, waren mooier dan andere kleren die ik ooit had gehad. Ik had kleren aan wat normaal schildknapen droegen. Ik straalde toen ik beneden kwam. Tegen over de kleren van Angst, Wijsheid en de koning zag ik er nog altijd armoedig uit, maar ik was slechter gewend. Samen met de koning, Wijsheid en Arrogantie nam ik plaats op tafel. Het perkament wat ik al die dagen bij me had gehad, hadden ze open gevouwen op tafel liggen. Ondanks dat ik wist dat ik de drie aan tafel kon vertrouwen, baalde ik wel. Ik had ze het graag zelf overhandigt en hun gezichten willen zien. We spraken niet over het onderwerp wat we eigenlijk wouden aansnijden; Vertrouwen en de aanwijzingen die we hadden gevonden.

‘’Sorry dat ik u onderbreek, heer, maar ik heb een belangrijke vraag waar ik me al heel lang mee bezig houdt.’’ Ik kon er niet meer tegen en viel midden in het verhaal van de koning. Hij knikte begrijpend. Hij wreef door zijn baard en knikte een aantal keer. ‘’Ja, dat dacht ik al wel, vraag het eens, jongen.’’ En ik slikte moeilijk en vroeg zachtjes. ‘’Vertrouwen, is hij dood?’’ En de koning legde zijn handen op mijn handen. ‘’Ja, en we weten dat je er niks mee te maken hebt.’’ En ik zuchtte opgelucht, maar schrok ook van het nieuws. Het nieuws wat ik eigenlijk al wel wist, maar niet wou weten. ‘’Waarom weet u het nu wel, heer?’’ En ik keek hem aan. Hij zag de tranen in mijn ogen en daar schrok hij van. ‘’Je hebt dit perkament meegenomen, als je hem had vermoord, zat er bloed op!’’ En ook ik knikte nu. ‘’U hebt ook gelijk, ik was het niet. Ik weet hoe belangrijk dit papier voor Vertrouwen is. Was. En daarom heb ik het weggepakt. U hebt wel gelijk, ik ben zonder aarzelen weg gerend.’’ En ik haalde mijn handen onder de sterke, ruwe handen van de koning vandaan en legde ze op mijn schoot. ‘’Daarvoor kan u me wel straffen!’’ En Wijsheid bemoeide zich er nu ook mee. ‘’Vertrouwen was een goede vriend van ons, maar ook van jou geworden. Hij had nooit gewild dat jij ook slachtoffer zou worden en was vast en zeker blij dat je ons dit hebt gebracht.’’ Hij knipoogde. ‘’We hebben de spullen die hij niet meer nodig had op de tweede reis in een aparte kamer gelegd, ga daar straks maar even kijken als je dat fijn vind.’’

Een bediende bracht me naar de kamer die eigenlijk van Vertrouwen had moeten zijn. Er branden een paar kaarsen en er stond een tekening van Vertrouwen bij een van de kaarsen. Ik liep er heen, en drukte mijn vingers er even tegen aan. Ik was een goede vriend kwijt geraakt, een échte vriend dit keer. Zijn spullen lagen op een bureau uitgespreid en ik ging er met mijn ogen door heen. De meeste spullen kende ik wel, maar er lag ook een bundeltje die ik open maakte. Het leer was oud en verweerd en ik was er daarom ook voorzichtig mee. In het zakje zat een rozen krans die er verweerd en oud uit zag. Ik stopte het voorzichtig weer terug en legde het weer bij de rest van de spullen. Tussen de spullen lag ook het mes van Vertrouwen. Het was tot me door gedrongen dat hij met zijn eigen mes vermoord was. Ik hield het in de licht van een kaars en het schitterde gevaarlijk. Het was al schoon gemaakt, gelukkig.

Voetstappen naderde de deur, ik hoorde het pas toen het te laat was. Geschrokken draaide ik me om, maar de schrik was voor niks. In de kamer stonden nu Wijsheid, Angst, Geloof en ook Arrogantie was gekomen. We omhelsden elkaar, alsof we elkaar altijd al kende. Samen keken we de spullen door. ‘’Die rozenkrans moet over naar zijn oudste zoon.’’ En Wijsheid pakte het op. ‘’Vertrouwen had alleen geen vrouw, en ook geen zoon.’’ Hij keek opzij en de rest knikte. ‘’Daarom geven we het aan jou, we denken alle 4 dat Vertrouwen dat het liefste had gehad.’’ Met eerbied pakte ik het oude kettinkje aan, kneep er zachtjes in en stopte het tussen mijn kleren, dicht bij mijn hard. Ook het mes mocht ik hebben, samen met een schrijfboekje en een land kaart. De rest verdeelde de andere vier. ‘’Hij had geen familie, wij waren zijn familie.’’ En Geloof sloeg nog een kruisje voordat hij de kamer verliet. Angst en Arrogantie verlieten al gauw de kamer en alleen ik en Wijsheid bleven achter. Het mes had ik nog steeds in mijn handen en keek er met vreemde ogen naar. Vertrouwen is hierdoor dood, Vertrouwen zijn bloed kleeft eraan. De moordenaar gebruikte dit mes, dit wapen. En ik bleef roerloos er naar staren, ondanks de woorden van Wijsheid die ik niet kon verstaan. Toen hij me tegen mijn schouder duwde, keek ik pas op. ‘’Gaat het?’’ Ik knikte snel, stopte het mes weg en verliet de kamer.

In de dagen die volgde, gebeurde er niks raars. Arrogantie had de drie niet aan het praten gekregen, ze bevestigde alleen wat we al wisten. Er gebeurde ook niks nieuws in het land, we maakten al weer plannen om terug naar huis te gaan en terug te komen als er wat gebeurde, maar toen gebeurde er weer iets wat ons van schrik deed doen schreeuwen.

Jarl kwam binnen rennen met grote ogen en een rood gezicht. Hij probeerde te praten, maar hij hijgde nog te hard. Hortend en stotend kwam het verhaal eruit. We sprongen op, maakte ieder voor zich, zichzelf klaar voor een lange reis en ook de koning ging met een klein leger op pad.

gerlienke
Berichten: 1564
Geregistreerd: 17-12-04
Woonplaats: Eibergen

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 11-02-16 19:10

mooi stuk weer, je maakt de cliffhangers ook wel spannend zeg *\o/*

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 11-02-16 20:17

Ik ben trouwens benieuwd, wie er verbanden gaat leggen tussen bijv. de moord op Vertrouwen en het groter geheel :D

(Dit is heel toevallig zo ontstaan eigenlijk, die moord en het groter geheel. Ga er ook op verder :o )

Ianrowan2009

Berichten: 1513
Geregistreerd: 26-10-13

Link naar dit bericht Geplaatst: 13-02-16 14:34

Je blijft me boeien met dit verhaal :j

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 13-02-16 20:36

Onderweg naar Pros, een stad in het zuiden van het land, kwamen we tot een plan. Wat we van Jarl te horen hadden gekregen had ons geschokt, maar ook sterker gemaakt. Daarom reden we nu ook weer dag en nacht door. De koning reed via een omweg om meer mensen te waarschuwen, maar had ons een klein legertje mee gegeven die voor ons en achter ons aan reden. De moord had ons scherper gemaakt en we namen minder risico.

Na 4 dagen rijden kwamen we aan in Pros. De paarden waren moe en hadden hun rust verdiend. Zelf namen we geen rust en we gingen in een streep door naar de kerk en het marktplein. Het was er helemaal afgesloten en het stonk er naar rottend vlees. Mensen lagen over elkaar heen en hier en daar lagen plasjes bloed. Mensen met mondkappen liepen er door heen en legde de mensen van elkaar af en sloten hun handen en de ogen. Vol van afschuw sloot ik mijn ogen en bad voor het eerst in mijn leven. Dat er nooit meer zo’n aanslag mag plaatsvinden. En toen ik mijn ogen open deed, keek Geloof met een grijns me aan en stak snel zijn duim op. Een van de mensen die aan het werk was, zag ons staan en kwam op ons aflopen. Hij begroette Arrogantie en Angst als twee oude vrienden. Dit waren ze ook, bleek later.

We gingen bij het gemeente huis naar binnen waar vrouwen en mannen in zwarte kleren ons aan onze kleren trokken om te vragen of we al meer wisten. We gooide de deur met een klap achter ons dicht. Geschrokken van zoveel verdriet namen we plaats aan de grote, eikenhouten tafel en we kregen wijn en brood. Ik at met smaak, ondanks alle ellende die me nog te wachten stond. De schouten vertelde elkaar aanvullend wat er nou werkelijk was gebeurd de week ervoor. Langzaam volgde er in mijn hoofd een verhaal.

Het was een normale middag geweest en de dienst van de Stilte was net geweest. Een van de Fluisteraars gaf de mensen een hand en zegende de mensen ook. De markt was ook bezig en het was een drukke middag. Wat er volgde, was een grote chaos en het was voor iedereen nog onduidelijk. Er rende mensen met lange, zwarte kleren rond en die schreeuwde dingen die niet te verstaan waren. Sommige bleven staan en schreeuwde. Er werden groepjes gevormd en iedereen stond verbaast te kijken. Kinderen begonnen te huilen en moeders probeerde de kinderen te troosten. Tevergeefs, de kinderen voelde hun ouders aan die net zo verbaasd en geschrokken waren. Opeens, alsof het was afgesproken, hielden de zwarte mensen op met schreeuwen en staarde naar beneden. Net zo synchronisch grepen ze van onder hun kleren messen en zwaarden en begonnen op de menigte in te hakken. Mensen gilden, kinderen kropen weg, mensen struikelden, mensen schreeuwden van de pijn, het was niet meer van elkaar te onderscheiden. Na een paar hartslagen hield de hele slachtpartij al weer op en de mensen in het zwart, de moordenaars, renden er weer vandoor, met bloed was er een boodschap achter gelaten. ‘’RES, NON VERBA’’ En overal kropen mensen onder de lijken vandaan. Kinderen pakte de handen van hun gestorven ouders vast, te vergeefs. Andere probeerde elkaar overeind te trekken, nat van het bloed. Bloed van hun eigen wonden, maar ook dat van anderen. De schouten werden erbij gehaald en er werden boodschappers rond gestuurd met het signalement van de daders en ook werden er meerdere klopjachten georganiseerd, tevergeefs.


De wijn en het brood smaakte me opeens niet meer en ik duwde het van me af. Ik zweette en voelde de angst die er geheerst moest hebben op de markt. ‘’Is er geen van de schreeuwers gewond geraakt?’’ En Arrogantie had zich ontpopt naar een ware leider. ‘’Nee, ze hadden allemaal hun eigen stuk, waar ze niet van af weken. Ze liepen niet bij elkaar voor de voeten.’’ En de Schout sloeg een kruisje. ‘’Mogen de zielen van de gestorvenen in de hemel zijn!’’ Geloof deed met hem mee en samen gingen ze bidden. Ik verliet zwijgend de kamer, ik hoefde hier niet bij te zijn. Dat ik zelf had gebeden, was een grote vergissing geweest. Ik baalde van het geloof, het bracht narigheid met zich mee.
We kregen alle 5 een kamer binnen het gemeentehuis en ik lag in de avond nog lang te piekeren. In mijn hoofd had ik een beeld gevormd van de aanslag en die speelden zich constant voor mijn ogen af. Met die beelden in mijn hoofd viel ik in slaap. Ik had verschillende nachtmerries en steeds kwam Vertrouwen op me af gelopen, met bloed aan zijn handen en zijn gezicht.

kwam ik met moeite opgang de volgende ochtend. Samen met de rest van de mensen hielpen we mee met het begraven van de gestorven mensen. We konden mensen troosten en we hoorde de meest verschrikkelijke verhalen. Vrouwen waarvan de mannen zijn gestorven en ze nu achterblijven met 4 kinderen. Hoe meer ik mensen troosten, een arm om ze heen sloeg of ze een knuffel gaf, hoe zelfverzekerder ik werd. Dit moest stoppen en het maakt niet uit hoe.
Die avond, we aten met lange tanden wat brood en dronken wijn, spraken we door wat we wisten. Het signalement van de mensen, het was niet veel, werd door boodschappers verspreid. Gezellig was het niet. ‘’Ik ga naar bed!” En Wijsheid, die anders een echte nachtbraker was, stond op en liep zwijgend naar boven, naar zijn kamer. Geloof stond op en in plaats van naar boven te gaan, ging hij naar buiten. Arrogantie keek nors voor zich uit en Angst keek naar zijn bord. Ik zat er een beetje doelloos bij, ik kon niks meer doen voor de mensen hier. Daarom ging ik ook maar naar boven.

De deur van Wijsheid stond nog op een kiertje. Door een onzichtbare hand werd ik naar die deur geduwd en ik klopte. Toen er geen antwoord kwam, duwde ik de deur een beetje verder open en voorzichtig keek ik om het kiertje. Wijsheid zat met zijn rug naar de deur over zijn bureau gebogen en ik deed een paar stappen naar binnen. Met een klik sloot ik de deur. Wijsheid verroerde nog steeds geen vin. Ik ging zachtjes op rand van een tafel zitten en zweeg. ‘’Ik wist wel dat je zou komen.’’ En Wijsheid verbrak na een poosje de stilte. Hij ging rechtop zitten en draaide zich om, om naar mij te kunnen kijken. ‘’Ik weet wel wat je van plan bent en ik raad je het dan ook sterk af.’’ Wijsheid leek eerder achter mijn plan te zijn gekomen dan ik. ‘’U heeft gelijk.’’ En ik pakte zwijgend de rozenkrans van Vertrouwen uit mijn kleren. Ik liet het door mijn vingers glijden en stopte het resoluut weg. ‘’U heeft gelijk, maar ik kan niet anders.’’ De oude man zuchtte vermoeid en het viel mij nu pas op hoe oud hij eigenlijk al was. ‘’Jullie jeugd.’’ Met zijn handen ondersteunde hij zijn hoofd. ‘’Julie zijn zo eigenwijs en nemen geen goede raad meer aan.’’ Ik schokschouderde. ‘’Het knaagt aan me, ik moet wel.’’ En Wijsheid schoot met een ruk omhoog. ‘’Bij mij ook, het liefst was ik meegegaan, maar dat kan niet. Ik ben te oud, aan mij heb je niks meer.’’ En hij ging weer verder met het werk waar hij mee bezig was. Dit bezoekje had mij vertrouwen gegeven in het plan wat er zich had gevormd in mijn hoofd.

Midden in de nacht zadelde ik mijn paard en had ik mijn zadeltassen ingepakt. Het paard stribbelde een beetje tegen, maar het gaf zich al gauw over. Met een lange cape over mijn schouders geslagen stapte ik zachtjes het dorp uit, maar in de bossen aangekomen galoppeerde ik al gauw aan. Ik ging terug naar het bos waar ik en Vertrouwen waren overvallen, als ik het tenminste weer kon vinden.
Met korte pauzes reed ik twee dagen aan een stuk door. In mijn dwaaltocht na de overval had ik een enorme omweg genomen, bleek nu. Het pad waar de overval had plaatsgevonden herkende ik aan een houten kruisje wat aan de boom was gemaakt. Daar waar Vertrouwen de grond in is geboord. Ik herkende het pad aan het kruisje, maar ook uit mijn nachtmerries. Ik reed naar een dichtstbijzijnde boerderijtje en ik vroeg aan de mensen waar ik de landsheer kon vinden. Met goede moed reed ik naar het landhuis waar ik wou beginnen met mijn zoektocht.

Het landhuis doemde voor me op in de middag zon. Het lag er vredig bij en het had grote luiken die uitnodigend open stonden. Om het huis heen werkte mensen op de akkers en voor de poort stond een wachthuisje. Ik melde me daar aan en ik werd naar binnen gelaten. Met de orders dat mijn paard gezadeld kon blijven, liep ik naar binnen. Bediende vertelde me waar ik de landsheer kon vinden, maar ik moest mijn wapens achterlaten. Alles liet ik achter, behalve het mes van Vertrouwen. Deze wou ik niet kwijtraken en had ik diep tussen mijn kleren gestopt.

De landsheer stond met zijn rug naar de deur toe gekeerd en staarde uit het raam. Zijn handen had hij achter zijn rug samengeknepen en hij draaide zich om toen de bediende me had voorgesteld en de kamer had verlaten. ‘’Ik had jou of een van de andere raadsleden wel verwacht, jongeheer.’’ En ik keek recht in de meest grijze en verbitterde ogen die ik ooit had gezien. Bang deed ik een kleine stap achteruit. De zoektocht is nu al tot een einde gebracht. Vertrouwen sprak het uit in mijn hoofd. ‘’Wat komt u mij vragen?’’ En hij stak zijn hand uit. Ik pakte zijn hand vast om het te schudden, maar ik voelde een koude ring aan zijn vingers. In mijn oogwenk zag ik dat het een blauwe zegelring was en ik draaide zijn hand naar me toe. ‘’’Mooie ring.’’ En ik bekeek het van alle kanten. Het is dezelfde. En op het moment dat het tot me door drong, had de landsheer een mes getrokken en gooide ik de deur open om een gang in te rennen.

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 13-02-16 21:32

Trap op, trap af. Links, rechts, rechts, links, gang in, gang uit. Ik wist niet meer waar ik was, maar wat ik wel wist, was dat de landsheer achter me aan zat. Niet echt een bemoedigende gedachten. Ik rende een doodlopende gang in, de gang kwam uit in een kamer zonder een andere deur. Met een klap gooide ik de deur dicht en ik schoof de grendel erop. Er klonk een klap op de deur en ik hoorde gevloek. ‘’Wie bent u?’’ Schreeuwde ik door de deur heen. ‘’De eigenaar van dit huis, doe open!”’ En ik wist het zeker, dat nooit. ‘’Van wie is die ring?’’ En ik hield mijn adem in. ‘’Van mij!’’ ‘’Mensen waarmee u niet in een zin genoemd wil worden hebben hem ook!’’ ‘’Ik zeg, die is van mij!’’ Ik bleef stil. Die is van mij. ‘’Die hebben ze van mij gekregen, we zijn vrienden!” En ik stortte in op de vloer en bleef liggen, het kon me niks meer schelen.

‘’Waar zijn jullie geweest?’’ En ik stond op toen ik Midas en Nero zag aankomen lopen. Niemand in het dorp wist waar ze de afgelopen tijd waren geweest, ze waren 5 dagen weggeweest. ‘’Bij een vriend!’’ Grijnzend draaide ze een rondje voor mijn neus. Ze waren helemaal in het nieuw gestoken. Ik wou ook zo’n vriend, die mij een ring gaf en mooie, nieuwe kleren.

Aarzelend kwam ik overeind. Hoeveel uren er verstreken waren, wist ik niet, maar het was erg stil overal. Buiten was het donker, er scheen geen licht meer door het kleine raampje van de kamer. De kamer was voor de rest helemaal leeg, het werd niet meer gebruikt. Op mijn buik keek ik onder het kiertje van de deur door, niks. Zachtjes schoof ik de grendel van de deur af en ik wou hem openen. Er beukte iets zwaars tegen aan en met moeite kreeg ik de grendel er weer op. De wacht, die de post van de landsheer had overgenomen, vloekte hardop en erg grof. Ik zakte met mijn rug tegen de deur aan en haalde het mes van Vertrouwen tevoorschijn. Het was maar klein, niet groter dan mijn handpalm en ik kon er niet mee winnen. Wanhopig begon ik te ijsberen door de kamer. Dood ging ik hier toch, zo niet door een mes of door een boze landsheer, dan wel van de honger en de dorst.

''Geloof je?'' En ik knikte. ''In mezelf.'' En Geloof boog zich over de tafel naar me toe. ''Wat zeg je?'' ''In mezelf!'' en ik praatte nu wat duidelijker. De man schopte zijn stoel omver. ''Wat een belachelijke vertoning!'' En met een klap zette hij zijn stoel rechtop en ging er met een plof op zitten. Wijsheid was ook weer gaan zitten. ''Hij is geen ongelovige, dat moet je hem nageven. Hij gelooft en dat betekent dat hij ergens voor vecht.'' ''Neem hem mee!'' En zonder dat de andere drie hadden gesproken, werd ik weer weggevoerd naar mijn cel.

Het eerste moment bij de raad van 5 schoot door mijn hoofd. Ik zat nu weer in een cel, tenminste, zo voelde het. Ook nu was ik bang voor mijn leven. Maar ik geloofde in mij zelf en ik besloot niet op te geven, niet voor mezelf, maar ook niet voor Vertrouwen. Met het mes van Vertrouwen in mijn hand, begon ik het raampje af te speuren naar kieren en andere, mogelijk zwakke plekken. Het raampje was bedekt met metalen spijlen, net zoals bij een echte gevangenis. Het hout waar het in vast zat gemaakt, toonde zwak en rot. Ik begon er met het mes op in te hakken en samen met het mes en mijn vingers haalde ik het grootste gedeelte weg. Door het kiertje wat ik had gecreëerd, kwam de koude avond lucht naar binnen gestroomd.

Toen het ochtend werd, had ik een kier gecreëerd, waar mijn hele hand door heen kon. Er werd op de deur gebonsd en geschrokken trok ik mijn hand terug. ‘’Je hebt nog een uur de tijd om die open te maken, anders hakken we hem open met een bijl.’’ En de landsheer klonk grimmig. Niet twijfelend aan zijn woorden, hij had immers te maken met die aanslag en de twee branden. Dat was me inmiddels wel duidelijk geworden. Wanhopig begon ik op het hout in de rammen en de hakken met het mes en stond er aan te rukken. Ik wist niet meer wat ik aan het doen was, maar ik wist dat die man iets te maken had met de hele opstand en dat hij waarschijnlijk ook de rovers de opdracht had gegeven om Vertrouwen te vermoorden. De rollen hadden zich omgedraaid. En na een halfuur aan een stuk door op het hout in de rammen en te trekken, gaf het mee. Er was nu een gat ontstaan waar misschien ook een voet door heen kon. Met nog meer kracht, de adrenaline schoot inmiddels door mijn lijf, werd het gat nog groter. ‘’Nog even, jongeman!’’ En ik hoorde de landsheer lachen. Met mijn laatste krachten maakte ik het gat nog groter. Ik wrong me er door heen, zonder op te letten wat er buiten het gat was.

Met moeite klauterde ik er door heen, het gat was hoger dan ik kon klimmen normaal en mijn hoofd en mijn schouders waren er al door heen. Op het moment dat ik mijn benen naar buiten wou trekken, hing de landsheer aan mijn benen. ‘’Wachten jij!’’ En hij begon me weer naar binnen te trekken, maar ik schopte van me af. De landsheer liet niet los, er begonnen zelfs bewakers mee te helpen en in mijn wanhoop greep ik het mes van Vertrouwen. Het schitterde in het zonlicht en ik stak op de landsheer in. Van schrik lieten hij en de bewakers los en met een soepele beweging, als dat van een kat, trok ik mijn benen naar buiten. Nu hing ik aan de rand van het dak, met in een hand een mes. Met een ongekende kracht schuifelde ik van het raam af, verder weg, en steeds meer buiten het bereik van de nu kermende landsheer en de schreeuwende bewakers. Ik schoof naar het volgende raam toe en kon daar mijn voeten op de vensterbank zetten. Ik stopte het mes weg en veegde mijn handen af aan mijn broek. In de klimtocht had ik in mijn handen gesneden en mijn handen werden glad. Ik gunde mezelf een blik naar de landsheer, hij greep zijn wang vast met zijn handen. Hij schold en tierde en ik wou dat ik mijn oren dicht kon doen.

Ondanks dat ik uit de handen van de landsheer was gebleven, was ik hier niet veilig. Mijn armen deden pijn en mijn voet sliep. Met moeite keek ik om me heen, om te kijken hoe ik hier weg kwam. Het enigste optie was het dak. Ik hield mijn adem in en zonder na te denken, zwaaide ik mijn been het dak op. Ik zocht grip met mijn schoen en ik duwde mezelf het dak op. Hijgend bleef ik liggen. Met mijn ogen gesloten zette ik op een rijtje wat er allemaal was gebeurd in de afgelopen 24 uur.

Ik opende mijn ogen en kneep ze gelijk weer dicht tegen de scherpe zon. In alle tijd dat ik op het dak had gelegen, was de zon hoger en hoger geklommen. Het werd er ook ontzettend warm door en ik zweette als een otter. Ik had al lang niet gedronken en dit maakte het ondragelijker. Ik kroop over het dak, opzoek naar een mogelijkheid om er af te komen. Maar helaas, buiten stond een leger aan boeren en aan bewakers met wapens me op te wachten. Ik kroop schreeuwend naar achteren, een pijl miste me op een haar na. De pijl belande op het dak en ik stopte het tussen mijn riem en mijn kleren. Ik kroop weer naar de rand en ik keek voorzichtig over het randje, zonder dat iemand me zag. Er was geen mogelijkheid meer om te ontsnappen en ik schoof weer terug naar het midden van het dak. Ik besloot niks meer te ondernemen en ik had mezelf voor dood verklaard, toen ik na een paar uur geschreeuw hoorde.

Op mijn besluit terug komend, kroop ik weer naar de rand van het dak, waar ik een paar mensen dood op de grond zag liggen. Met mijn hart in mijn keel, klauterde ik naar beneden en ik stapte over de dode mensen heen. Ik knielde neer en ik zag dat een van de mensen een blauwe ring aan zijn vingers had. Deze haalde ik van zijn vingers af en stopte ik ook tussen mijn kleren. Ik voelde een paar handen in mijn nek en deze handen knepen hard. Worstelend probeerde ik me los te krijgen, maar helaas. De handen waren sterker en ik zag zwarte vlekken voor mijn ogen verschijnen. Ik hapte naar lucht en voordat ik weg wou zakken, lieten de handen los en viel ik met een plof op de grond.

Kunnen jullie weer een stuk vooruit, gaat het niet te snel en is het niet te ver gezocht?

Ianrowan2009

Berichten: 1513
Geregistreerd: 26-10-13

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 14-02-16 20:03

%) spannend!!!

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 14-02-16 20:07

Ik ga weer snel verder, krijg lekker de smaak te pakken. Moet wel een verslag in elkaar draaien en een ingewikkelde plattegrond op schaal tekenen, noem het dan ook maar SOG :')

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 14-02-16 21:18

‘’God vergeten eikel, jij duivelskind, jij, jij!’’ En Wijsheid trok Arrogantie achteruit, bij me vandaan. ‘’Je hoeft hem niet dood te maken, Arrogantie!’’ Met een ruk trok Arrogantie zich los. ‘’Ik hoop dat je hier van geleerd hebt, banketstaaf!!!’’ Ik krabbelde overreint en wreef over mijn keel. ‘’Was dit nou nodig?’’ En de ogen van Arrogantie spoten weer vuur. ‘’Wat is nodig? Dit? Dat jij zomaar midden in de nacht weg sluipt en jezelf bijna laat vermoorden!!!”’ Wijsheid pakte hem weer vast. ‘’Dit is niet nodig Arrogantie, niet nu in ieder geval.’’ ‘’Vertel wat je weet.’’ En ook Angst kwam uit de schaduw tevoorschijn. Kort vertelde ik wat ik dacht te weten.

‘’De landsheer heeft de ringen cadeau gedaan aan de mensen die te maken hebben met de brand en met de aanslagen. Hij heeft er zelf ook een en ik weet dat hij te maken heeft met de dood van Vertrouwen.’’

De koning kwam om de hoek gereden met zijn ridders en andere mannen op zijn hielen. ‘’Iedereen is weg, ook de landsheer.’’ En hij stapte af van zijn paard. ‘’Hoe kon ik zo stom zijn!’’ En hij stak zijn hand uit. ‘’En hoe is het met jou?’’ Ik wou hem pakken, maar hij liet hem weer los. Ik viel weer met een smak op de grond. ‘’En hoe kon jij zo stom zijn? Er alleen op af! Je had wel dood kunnen zijn!’’ Ik kroop weg van de boze koning. Wijsheid ging voor me staan. ‘’Ik heb het hem gezegd. Ik vermoedde het al langer, we konden er nooit met zijn allen op af!’’ En de koning ging spottend voor Wijsheid staan. ‘’En jij noemt jezelf WIJSHEID?’’ Met die woorden gooide hij zijn hoofd in de lucht. ‘’De wijsheid die je net zoals de rest van de bevolking bent kwijt geraakt!’’ Met een soepele zwaai klom hij weer op zijn paard. ‘’Meekomen, we gaan opzoek naar die landsheer.’’ Mijn paard was weg, ik stapte samen met Angst op een van de overgebleven paarden. Het zat wat ongemakkelijk, maar ik zat beter dan de dagen ervoor.

We reden naar een naburig kasteel van de koning. ‘’Mijn winterkasteel.’’ Kregen we als korte uitleg. Ik gleed van de billen van het paard af, Angst kon dan ook afstappen. De paarden werden door andere mensen afgezadeld en de koning liep achter me naar binnen. Ik voelde me weer de gevangene als eerst. Wijsheid keek ook beteuterd, hij gaf me een klein duwtje tegen mijn schouder. De koning haalde ons uit elkaar, we werden allebei naar een andere kamer gebracht en die van mij werd afgesloten. Na een paar uur kwam de koning bij mij en pakte er een stoel bij. Ik had gelegen op de grond, dat was het enigste wat me wakker hield. De hele toestand bij de landsheer speelde zich in een razend tempo in mijn hoofd af. ‘’Spreek.’’ En ik vertelde het allemaal, van de nachtelijke ontsnapping, van de ring die ik zag, van het open wrikken van het raam, het steken van de landsheer, het liggen op het dak, de moed die ik wou opgeven, de pijl en de ontmoeting. ‘’Die pijl, heb je die nog?’’ Ik had hem tijdens de ongemakkelijke tocht in mijn laarzen geschoven en ik haalde hem daar nu uit en overhandigde hem aan de koning. De veren waren zwart. De koning stopte het weg. ‘’Precies wat ik dacht.’’ Hij keek nadenkend naar de muur tegenover hem. ‘’Je hebt ons een dienst bewezen, we weten nu wie we moeten hebben.’’ En hij stond op. ‘’MAAR GA NOOIT MEER ALLEEN OP PAD, BEGREPEN!?” En hij bulderde nu. ‘’NOG EEN VERTROUWEN DOOD EN IK WORDT GEK!” Met deze rare woorden draaide hij zich om en gooide de deur dicht. Dit keer liet hij het slot open.

De hele nacht bleef ik piekeren. Het gesprek met de koning, mijn jeugd en alles erom heen draaide zich als een soort van poppenkast in mijn hoofd aan elkaar voorbij.

Ik was 9 toen ik voor het eerst buiten het dorp ging. Tegen de wil van mijn ouders in. Ik was twee dagen weg en toen ik na een lange ontdekkingstocht thuis kwam, kreeg ik slaag. ‘’MAAR GA NOOIT MEER ALLEEN OP PAD, BEGREPEN!?’’ Ik stond daar, in de hoek, met mijn handen op mijn rode en pijnlijke billen, terwijl mijn vader bleef schreeuwen en mijn moeder hoofdschuddend stond toe te kijken. ‘’Hij was bezorgd.’’ Zei ze later tegen me.

Ik was 14 en verliefd op het meisje wat altijd naast ons had gewoond. Ze had altijd samen gespeeld met het jongetje van de andere kant van het dorp, maar die was op een rare wijze gestorven. Hij mocht ook niet op de algemene begraafplaats van het dorp liggen, maar moest op een of ander knollenveld worden begraven. ‘’De duivel was in hem getreden.’’ Werd er door boze tongen gefluisterd. Ik troostte met heel mijn hart het meisje en we kuste elkaar voor het eerst in het bos, achter in de bosjes. ‘’Jij mag ook niet doodgaan, dan wordt ik gek.’’ Snikte ze tegen mijn borst.


In de ochtend stond Arrogantie tegen me aan te porren. Ik lag nog steeds op de grond en stijf stond ik op. ‘’Je mag ook het stro liggen hoor.’’ En hij grijnsde. Hij trok me mee naar beneden en duwde me aan tafel om wat te eten. ‘’Ik ken je en die Vertrouwen ook, jullie eten niet als jullie zijn besodemieterd.’’ En ook hij klonk raadselachtig. Wat de koning ermee had bedoeld, was ik nog niet achter. Arrogantie keek het eten bij mee naar binnen en trok me mee voordat ik mijn mond leeg had. Ik werd meegenomen naar de vertrekken van de koning, waar ik door meerdere mensen werd gewassen en waar mijn haar werd gedaan. De kleren die ik aankreeg, kon ik niet eens bewonderen, ik werd gelijk meegenomen door Arrogantie. Op de binnenplaats was een soort van podium gebouwd en het was een drukte van jewelste. Op het podium stonden vijf stoelen, waar Geloof, Wijsheid, Angst al zaten en waar Arrogantie bij ging zitten. Alle vier grijnsde naar me, ik wist van niks. Voor het podium was een grote menigte gaan staan, ze kwamen overal vandaan. Ook mijn ouders zag ik er tussen staan en ik moest lachen. Mijn vader duwde mijn moeder tegen zich aan en mijn moeder pinkte een traantje weg. De rest van de menigte bestond uit boeren en andere burgers, maar ook een groot deel van de adel stond er tussen. Ik was helemaal verbaast, die moesten in de nacht zijn gearriveerd. Door alle dromen en de vermoeidheid van de afgelopen dagen had ik er niks van gemerkt. Er klonk trompet geschal en iedereen werd stil. ‘’DE KONING!”’ werd er omgeroepen en de koning kwam aangeschreden. Hij zag er ernstig uit en had zijn kroon op. De raad van nu nog 4 ging staan en boog lichtjes. De mensen voor het podium volgde hun voorbeeld. Met een knikte liet de koning weten aan de raad dat ze weer mochten gaan zitten en hij richtte het woord tot mij.

‘’Jerri.’’ En angstig keek ik hem aan met grote ogen. ‘’Ons heeft het treurige nieuws bereikt dat onze grote vriend en voorbeeld, Vertrouwen ons heeft verlaten. Mogen god zijn ziel hebben.’’ Iedereen sloeg een kruisje. ‘’Maar wat is een raad van 4 nou voor raad? Er is altijd een vijfde persoon nodig.’’ De schrik sloeg me om het hart. ‘’Verhalen heeft ons bereikt dat jij een geschikte nummer 5 zou zijn. Maar nee, jij kan geen Vertrouwen zijn. Je bent zo onbetrouwbaar als de nacht, zo snel weg als de zon in de nacht.’’ En er speelde een lachje om zijn lippen en om de lippen van de raad. ‘’Maar jij kan wél een Zelfvertrouwen zijn.’’ En hij pakte een zwaard. ‘’Wil jij dat ook zijn, net nu het land in oproer is en er een grote vraag zal zijn naar Zelfvertrouwen?’’ Stom verbaasd knikte ik. ‘’Natuurlijk.’’ ‘’Kniel.’’ En ik deed dit. Wat er volgde was een ritueel in de oude taal die ik niet kon volgen. ‘’Zie hier, uw nieuwe raadslid: Zelfvertrouwen!’’ En de mensen begonnen te klappen, te joelen, te stampen, te fluiten. Wat er volgde was een groot feest wat doorging tot de nacht.

Vermoeid liepen we naar binnen, allemaal naar onze eigen kamer. Ik ging mee met Wijsheid, ik wou met hem praten over wat er deze dag allemaal gebeurd was. Ik was van een boeren jongen plots een Zelfvertrouwen geworden, een lid van de raad. ‘’Waarom?’’ En ik ging in een hoekje van de kamer zitten, een beetje in het donker. Daar voelde ik me nu het meest op mijn plaats. Wijsheid nam plaats op de stoel die bij zijn bureau stond. ‘’Het is een beetje ongebruikelijk, normaal leer je eerst de oude taal, het land uit je hoofd, de normen en waarden, de gebruiken…’’ En Wijsheid somde een hele rij op. ‘’Maar dat gaan we je nog allemaal leren.’’ ‘’Maar wáárom?’’ ‘’We moesten een vijfde lid.’’ ‘’Maar wáárom ik? Waarom ‘Zelfvertrouwen’?’’ En Wijsheid knikte langzaam. ‘’Ik wist eigenlijk wel dat deze vragen zouden komen. Kan je, je onze eerste ontmoeting nog herinneren. Dat we vroegen of je geloofde? Jij zei dat je in jezelf geloofde.’’ En nu was het mijn beur om langzaam te knikken. ‘’Vertrouwen is vermoord, net zoals het vertrouwen in elkaar kwijt is. Ook moeten we meer in ons zelf gaan geloven, meer zelfvertrouwen hebben.’’ En nu knikte ik weer. ‘’Vertrouwen was gek op je, hij zag je als een zoon. We wisten en de koning ook, dat we jou moesten nemen.’’

Oke, dit stukje is een beetje ruk, maar ik kreeg het niet beter of anders op papier *In word*.

gerlienke
Berichten: 1564
Geregistreerd: 17-12-04
Woonplaats: Eibergen

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-16 20:32

sow, weer 3 lange stukken bijgelezen, ik had niet verwacht dat ze een Zelfvertrouwen zou komen, is wel een leuke twist, ben benieuwd of hij dan nog een training krijgt of zoiets en waar hij dan komt te wonen en hoe zijn 'werk' er dan gaat uitzien. :)
Het stukje van het dak en wakker worden en ineens gered worden door de anderen snapte ik niet helemaal, hoe zijn die anderen ineens doodgeggaan :o? .

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 16-02-16 20:34

Ik ga het gelijk aanpassen in word, iets duidelijk maken! Die mensen zijn neergeschoten door de Raad en door de Koning, die er achter zijn gekomen dat hij er tussen uit gesneakt was :P

Ik probeer een verband te leggen tussen het verhaal van Jerric en het verhaal in het algemeen. Het vertrouwen in elkaar is weg, wie is er een stille en wie is er van de Schreeuw? Daarom is Vertrouwen vermoord (het vertrouwen is weg). Je moet meer op jezelf gaan leren vertrouwen, je instinct is iets waardevols, daarom is er een Zelfvertrouwen gekomen :o

Ersina
Berichten: 1437
Geregistreerd: 28-07-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-16 21:12

Ondanks het feit dat ik wel vind dat je goed schrijft, heb ik wel een punt van kritiek. Je gebruikt het woord ik erg vaak. Als lezer heb je wel door wanneer het IK moet zijn en dan is een andere zin opbouw mooier.(bijvoorbeeld "Wat zeg je?" "In mezelf!"en ik praatte nu wat duidelijker.....kan ook ... nu wat duidelijker...)
Ook begin je een zin te vaak met ik.
Het verhaal wordt een stuk korter, als je de overbodige ikken schrapt. Maar de variatie hoe je de zinnen maakt, worden m.i. prettiger te lezen.
Ik wou (wilde) hem pakken , maar hij liet hem weer los
Ik viel weer met een smak op de rond.
Ik kroop weg voor de boze koning.
Ik heb het hem gezegd
Ik vermoedde het al ...deze alinea heeft 7 regels, zie je waar het anders kan?
Het is wel een leuk verhaal!

schirocco24

Berichten: 688
Geregistreerd: 11-08-13
Woonplaats: Reeuwijk

Link naar dit bericht Geplaatst: 16-02-16 23:34

Ersina schreef:
Ondanks het feit dat ik wel vind dat je goed schrijft, heb ik wel een punt van kritiek. Je gebruikt het woord ik erg vaak. Als lezer heb je wel door wanneer het IK moet zijn en dan is een andere zin opbouw mooier.(bijvoorbeeld "Wat zeg je?" "In mezelf!"en ik praatte nu wat duidelijker.....kan ook ... nu wat duidelijker...)
Ook begin je een zin te vaak met ik.
Het verhaal wordt een stuk korter, als je de overbodige ikken schrapt. Maar de variatie hoe je de zinnen maakt, worden m.i. prettiger te lezen.
Ik wou (wilde) hem pakken , maar hij liet hem weer los
Ik viel weer met een smak op de rond.
Ik kroop weg voor de boze koning.
Ik heb het hem gezegd
Ik vermoedde het al ...deze alinea heeft 7 regels, zie je waar het anders kan?
Het is wel een leuk verhaal!


Misschien kan je een voorbeeld geven van hoe jij alle ik zinnen zou verworden..
Ik moet eerlijk zeggen dat het mij niet stoort, maar dan ben ik ook een leek in spelling en grammatica :o

Ladybird
Moderator Algemeen

Berichten: 19178
Geregistreerd: 15-06-09
Woonplaats: Wakkerdam

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst: 17-02-16 01:17

Ik heb me ook niet gestoord aan het woord je ik

sterker nog ik vind eht een super verhaal! zit er helemaal in en vond het jammer dat ik niet door kon :') haha Ik ben echt benieuwd naar het volgende deel :D

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 17-02-16 13:53

Probeer al minder met ik te schrijven en het anders te formuleren, maar dat is zo ontzettend lastig in het ik perspectief :P :P :P

Ersina
Berichten: 1437
Geregistreerd: 28-07-11

Link naar dit bericht Geplaatst: 18-02-16 00:50

Kan je alleen maar aanbevelen een boek te lezen dat in ik vorm geschreven is. Je zult merken dat die schrijfsters/schrijvers vaak langere zinnen maken.
En Ladybird, ik bedoelde het als positieve feedback. Het verhaal is zo goed , dat het een breed publiek verdient. De schrijfstijl verraad nu de leeftijd van TS . Ben overtuigd dat het nog mooier kan door betere zinnen.

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 18-02-16 16:44

Ik ga het proberen en heel veel doorlezen en aanpassen, hoe meer tips hoe beter :D

eclair98

Berichten: 11685
Geregistreerd: 24-09-11
Woonplaats: Overijssel en Drenthe

Re: [VER]Schreeuw van de stilte

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 21-02-16 15:11

Ik ga er weer mee bezig, maar ik ben op een lastig punt gekomen :P