de opbouw van het verhaal is mooi. Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
de opbouw van het verhaal is mooi.
Citaat:Mike zet de koekjes en de blikjes ijskoffie aan zijn kant van de tafel en gaat daarna ook zitten. Hij slaat de deken om hem heen en drinkt daarna een paar slokken van de koffie, het is te doen. Maar goed, hij weet dat er een flinke bak suiker en vet in zit naast de eigenlijke koffie en dat proef je dan ook flink. Hij zucht nog een keer flink, afgehandeld. Hij is uiteindelijk toch wel blij dat hij het gedaan heeft, hij maakte zich toch best wel zorgen om dat meisje en haar moeder. Hij besluit een koekje te eten, hij moet zorgen dat hij voldoende energie binnenkrijgt, hij draait nu ongeveer op suiker en cafeïne.
“Mike?” Mike schrikt op, heel even was hij vergeten dat hij nog steeds een headset op had.
“Ja?”
“Hoe gaat het nu daar binnen?”
“Het gaat goed, er zijn net koekjes rondgegaan en iedereen zit in zijn dekens.” Mike staat op en loopt naar de tussensteek toe. Hij wil zo veel mogelijk voorkomen dat zijn gasten mee luisteren en ze hebben al bewezen hun oren goed open te houden.
“Dat is fijn om te horen, goed dat je zo voor ze zorgt. Nina is ondertussen onderweg naar het ziekenhuis, ze verwachten ook bij haar geen schade door vroegtijdig ingrijpen. Je hebt echt het juiste gedaan.” Mike zucht.
“Ja, het is beter zo. Maar ik moet eerlijk toegeven dat ik niet op de koekjes gekomen was.”
“Dat maakt niet uit, je hebt het toegestaan, toch?”
“Ja, dat wel.”
“Dan heb je er net zo voor gezorgd. En je had eerder ook al de chips laten rondgaan.”
“Dat is waar.” Mike kan een gaap niet onderdrukken, verdomme wat is hij moe. En hij moet nog zo lang.
“Dat klinkt alsof je slecht geslapen hebt de afgelopen tijd.” Mike slikt, wat had hij de afgelopen tijd slecht geslapen.
“Als je maar genoeg aan je hoofd hebt ga je vanzelf slecht slapen.”
“Dat heb ik ook wel eens gehad. Kan je me vertellen wat er de afgelopen tijd aan de hand is geweest?”
“Wat denk je nou zelf?” het kwam er ruiger uit dan de bedoeling was, maar het raakte Mike.
“Geldproblemen zou ik gokken, maar dat is breed, heel breed. Ik probeer je te begrijpen, zodat ik gericht kan helpen met een oplossing.” Mike haalt diep adem, hij snapt het eigenlijk wel.
“Het is gewoon een klote situatie, het past gewoon allemaal net niet.”
“Een klote situatie?”
“Ja, met al die rekeningen die maar komen en komen.”
“Welke rekeningen?”
“Allemaal. En ze worden alleen maar hoger, het wordt steeds erger.”
“En heb je daarvoor zoveel geld nodig?”
“Nee, niet zoveel. Maar ik kan straks niet meer op Medre passen als ik in de bak zit en dan kan ik maar beter mijn zusje een flinke start geven. Naast het oppassen kan ik ook niet zorgen voor nog een bijkomend inkomen.”
“Voor Medre oppassen?”
“Ja, voor als mijn zusje naar haar werk is. Ze heeft eindelijk een baan kunnen vinden en dat had de gehele situatie een stuk makkelijker moeten maken.”
“Deed dat het niet?”
“Niet snel genoeg, het komt gewoon allemaal net niet uit.”
“Wat komt niet uit?”
“Alles komt niet uit. Het had gewoon allemaal moeten passen maar het is gewoon zo flexibel als een loden deur. Het lukt gewoon niet.”
“De mensen willen nu geld zien.”
“Ja, gewoon nu. Voor morgen.”
“Is dat de reden dat je deze gehele actie ben begonnen, voor die mensen?”
“Nee, niet voor die mensen. Voor mijn zusje.”
“Natuurlijk. Ik bedoel, door die mensen?”
“Ja, die man heeft het allemaal veroorzaakt, als hij gewoon nog één maand geduld had kunnen opbrengen dan had het allemaal gepast.”
“Die man?”
“Ja, die het geld komt laten ophalen.”
“En wat gebeurd er als je het geld niet hebt dan?”
“Dan…” Mike zwijgt, hij mag het gewoon niet vertellen, des te meer Shawn weet des te riskanter het is. Hij heeft al veel meer verteld dan dat hij had moeten vertellen. Maar hij wil gewoon zo graag dat hij begrepen wordt. Dat Shawn snapt waarom hij het moet doen. Maar hij moet zwijgen, hij mag het gewoon niet vertellen.
“Mike, bedreigt hij je?”
“Uhm…” Mike twijfelt even, “niet fysiek.” Even aarzelt Shawn.
“Gebruikt hij chantage?” Mike zucht.
“Het is legaal wat hij doet. Maar dat maakt het niet minder naar.”
“Dat snap ik. Ik ben gewoon aan het kijken waar we je kunnen helpen. Juist dit soort dingen helpen om tot een oplossing te komen. Want uiteindelijk is dat wat we allemaal willen, veilig uit de situatie komen met een oplossing waar iedereen zich in kan vinden, of niet?”
“Ja, eigenlijk wel. Maar ik kan gewoon niet het risico nemen.”
“Het risico?”
“Ja, dat jullie enkel jullie je in de oplossing kunnen vinden en dat ik niet Hilde en Medre heb kunnen beschermen. Kunnen helpen. Ik kan gewoon dat risico niet nemen.”
“Is Hilde je zusje?”
Mike slaat dicht, poedersuiker, heeft hij zich alsnog versproken. Hij vloekt zachtjes en begint te ijsberen.
“Mike, we zijn hier alleen maar om te helpen. Om tot een gezamenlijk resultaat te komen.”
“Ik moet nadenken, laat me een half uur met rust.”
“Dat is goed Mike, tot straks.”
Mike zwijgt, “godver de godver” vloekt hij nogmaals zachtjes. Maar hij kan zijn woorden niet terugnemen en hij dwingt zichzelf om wat te kalmeren. Hij besluit weer te gaan zitten en drinkt de rest van het blikje ijskoffie in één teug leeg. Nogmaals vervloekt hij zichzelf, wat een sukkel is hij toch. Nu vinden ze echt wel alle informatie die ze nodig hebben. Nu vinden ze zo wie hij is, wat is hij toch een idioot. Hij gaat met zijn blik langs zijn gasten, Doran en John zijn ongeveer in slaap gesukkeld, net als Todd. Joseph en Patrick kijken hem met vriendelijke en rustige ogen aan en hij went zijn blik af. Waarom gaat het nou nooit eens zonder fouten?
Hij drinkt nog maar een paar slokken water terwijl zijn gedachten rondtollen. Wat kan hij nou nog doen? Wat zijn er nog aan mogelijkheden? Hij weet het gewoon niet meer. Hij is zo moe en alles loopt fout. Hij kan gewoon bijna niet meer, maar hij moet door. Hij moet… hij moet door. Hij moet het doen, voor Medre, voor Hilde en Medre. Uiteindelijk kalmeert hij ook echt wat en hij besluit nog wat koekjes te eten van het pak dat hij zelf had gepakt. Patrick en Joseph letten nog altijd op hem maar zijn ontspannen, ze lijken hem te vertrouwen. Hilde vertrouwt dat hij met een oplossing komt, en hij vertrouwt erop dat Hilde het geld weet te gebruiken. Maar waarom lijken die twee hem te vertrouwen? Hij snapt het eigenlijk niet, hij heeft een wapen regelmatig op hen gericht. Hij is onrustig en wanhopig, waarom lijken ze hem te vertrouwen? Of denkt hij alleen maar dat ze dat doen, en zijn ze eigenlijk nog steeds zeer wantrouwend? Hij weet het gewoon niet meer, nooit weet hij het meer. Hij is gewoon zo in de war. Wat kan het nu nog naar een goed einde brengen? Moet hij zich dan toch overgeven? Moet hij naar buiten komen, zoals aangemoedigd wordt? Of moet hij toch doorgaan op de weg die hij gekozen heeft, uiteindelijk hebben ze alleen nog maar voornamen en bestaat de kans dat ze er niet achterkomen op tijd wie hij is, zodat in ieder geval het geld geregeld kan worden. Hij wil gewoon het beste voor Hilde, maar wat is het beste? Hij weet het niet meer. Allerlei gedachten zwermen rond zijn hoofd, alsof ze allemaal besloten hebben zijn bewustzijn aan te vallen en hij kan er nauwelijks meer weerstand tegen bieden, ze lijken hem te verslinden en het maakt het knetter. Waarom kan hij niet rustig nadenken? Waarom kan hij niet slechts één gedachtenspoor per keer hebben? Waarom constant zo vreselijk veel? Hij wrijft met zijn hand over zijn voorhoofd om de gedachten weg te vegen maar eigenlijk helpt het niet. “Argh.” Zegt hij zachtjes terwijl hij het nogmaals doet en met zijn hoofd schud. Waarom zit zijn hoofd zo vol? Hij heeft er gewoon niet meer de energie voor. Alle kalmte die tot hem was gekomen is weer vertrokken. Hij staat op en begint weer te ijsberen. De wirwar jaagt hem steeds verder op. Waarom? Waarom al dingen? De tijd gaat ongemerkt voorbij terwijl zijn gedachten hem voortjagen. Nauwelijks let hij meer op de gasten terwijl zijn voeten hem tot de tussensteek en terug loodsen, voeten die nauwelijks meer zijn gewicht kunnen houden. Waarom is hij zo appelflap moe? Hij mept tegen één van de rekken aan, een aantal pakken die erin staan vallen om.
Citaat:“Mike.”
“Wat!” vliegensvlug draait Mike zich richting de stem terwijl hij zijn wapen gereed houdt. Het is Patrick, hij heeft rustig zijn handen omhoog met de palmen naar voren om te tonen dat hij ongewapend is, terwijl hij nog altijd naast Todd zit. Hij reageert niet op het wapen dat op hem gericht is, hij kijkt Mike nog altijd met vriendelijke en rustige ogen aan.
“Mike, kan je ons vertellen waarom je hier bent?”
Mike laat het wapen langzaam wat zakken. Dan loopt hij richting de koffietafel terwijl zijn gedachten twijfelen. Kan hij dat? Kan hij vertellen waarom hij hier is? Hij gaat op zijn puntje van de koffietafel zitten en neemt een slok van het tweede blikje koffie.
“Omdat ik niet anders kan.”
“Maar het gaat alleen om geld, toch?”
Mike zwijgt en wend zijn hoofd af, hij haalt een paar keer diep adem, dan knikt hij.
“Uiteindelijk draait het alleen maar om geld. Ik heb het gewoon nodig.”
“Kan je me vertellen waarom je het nodig hebt?” Patrick klinkt zo meegaand, zo vriendelijk. Hij wil echt alleen maar helpen, maar eigenlijk durft Mike het niet te vertellen. Alles kan later doorgespeeld worden, maar ja, ze weten waarschijnlijk toch zijn identiteit wel. Toch kan hij het risico niet nemen, hij schudt zijn hoofd, treurig, verontschuldigend bijna, de pijn is in zijn gezicht af te lezen.
“Oké, dat is jouw keuze en niemand kan je dwingen tot iets anders. Maar ik probeer je alleen maar te begrijpen. Je lijkt me niet het type dat dit soort dingen doet om er zelf beter van te worden.” Mike zijn hele lichaamshouding toont pijn.
“Is het om familie te helpen?” Mike knikt,
“Ja, mijn zusje en Medre.”
“Je nichtje, zorg je voor ze?”
“Ik probeer het, maar het wil maar niet. Elke keer weer komt er iets tussendoor. Elke keer weer is er wel weer een tegenvaller waardoor het weer niet meer lukt. En nu had ik gewoon geen keus meer.”
“Keus tot wat?”
“Tot de overval. Denk je nou echt dat ik dit had gedaan als ik ook nog maar een sprankeltje hoop had op een andere manier?”
“Ik vond je al niet het type voor zoiets, je zorgt goed voor ons.”
“Jullie hebben er ook niet voor gekozen, eigenlijk heeft niemand hiervoor gekozen.”
“En toch zijn we hier.”
“Ja, wij allemaal.”
“Kan je wat over je verleden vertellen?”
“Mijn verhaal is niet zo heldhaftig als dat van jou of dat jochie. Wat een kereltje, wat een dapperheid.” Even glimlacht Mike, terwijl hij naar de slapende Todd kijkt.
“Als wij het vertellen klinkt het misschien zo, maar op dat moment is er niks heldhaftigs aan. Het is gewoon het moment.” Mike knikt, dat snapte hij wel, dan haalt hij diep adem.
“Ben je hier in de buurt opgegroeid?”
“Nee, ik ben hier pas nadat ik terugkwam naartoe verhuisd. Dus ik woon hier pas een paar maanden.”
“Dan weet je niet hoe het hier vroeger was.”
“Was het hier anders dan nu?”
“Corrupter, het was hier gewoon corrupt. De afgelopen anderhalf jaar is het beter geworden. En het wordt nog altijd beter, hoewel het langzaam gaat. Er zijn steeds minder van de oude garde op straat. De politie was hier eigenlijk als maffia, en wij zaten niet aan de goede kant van de lijn. Dus wij waren altijd de banketstaaf.”
“Je moest de juiste vrienden hebben.”
“Ja, exact. En om één of andere reden hadden ze een vreselijke hekel aan onze familie. Wij hadden geen keus maar de rest van onze familie was al verhuisd naar een ander district. Het ging ook gewoon bijna niet. Ze moesten ons gewoon altijd hebben.”
“Dat lijkt me zwaar.”
“Mijn ouders waren niet rijk en er kwamen altijd wel ergens boetes voor binnen, het konden de stomste en kleinste dingen zijn, regels waar de meeste mensen het bestaan niet eens vanaf wisten en die duizend maal verbroken werden op een dag, daar werden zij op gepakt. Je kon het gewoon nooit helemaal 100% goed doen. En soms maakten we ook gewoon weleens een fout, uiteindelijk waren we wel doodsbenauwd voor de volgende boete, maar we waren wel gewoon mensen.”
“En die boetes kwamen vaak?”
“Het wisselde, het hing af van wie er bij ons in de wijk als wijkagent werd ingesteld. Ieder half jaar een ander, om één of andere reden. Maar als de hoeveelheid boetes minder werden, dan werden de boetes zelf vaak hoger. Waardoor we uiteindelijk toch veel geld kwijt waren. Er zijn maanden geweest dat mijn moeder meer dan 1000 dollar per maand aan boetes kwijt was. En toen was mijn vader al ziek.”
“Is je vader veel ziek geweest?”
“Hij is na een half jaar overleden, ik was toen 5.”
“Dat moet een behoorlijke impact op je hebben gemaakt.” Mike sluit even zijn ogen, terugdenkend aan de tijd, het verdriet was weggedrukt, maar eigenlijk was het er nog steeds.
“Ja, het was gewoon niet eerlijk. En ze maakte het ons alleen maar moeilijker.”
“Want de boetes gingen door.”
“Ja, de boetes werden in de periode dat hij ziek was zelfs nog hoger. Terwijl de ziektekosten ook steeds verder opliepen. We hadden gewoon geen cent.”
“En dat herinner je je nog?”
“Ja, ik was wel jong. Maar als je echt geen geld hebt, en je je moeder regelmatig huilend ziet staan als ze de post open maakt of de deur open doet omdat er weer agenten voor de deur staan, dan herinner je je dat echt wel. Ik heb haar echt horen smeken om de boete niet schrijven, op haar blote knieën heb ik het haar zien doen. Maar ze negeerden het of lachten erom, afhankelijk van wie er aan de deur stonden.”
“En je vader kon haar niet meer helpen.”
“Nee, die kon nauwelijks van zijn bed naar de auto toe lopen, zelfs als we hem ondersteunden. En daarna was hij er niet meer. Was ik de man in huis.”
“Dat klinkt alsof je die rol heel serieus nam.”
“Ik had geen keus, mijn moeder moest heel veel werken om de boetes te kunnen betalen en ik moest op mijn zusje en mijzelf maar letten. Er was immers ook geen geld voor opvang. Ik moest zorgen dat we onze kleren schoon en heel hielden, en altijd onze buitenspeelkleding aantrokken als we toch vies wilden of konden worden. Dan word je snel groot, je hebt gewoon geen andere mogelijkheid.”
“En je was toen 5 jaar?”
“Ja, en mijn zusje was 2. Ik herinner voornamelijk veel stress, het werd beter toen ik naar de 1e klas ging, mijn zusje kon dan overdag bij een buurvrouw blijven. En ik kon even kind zijn op school.”
“Dat moet heel aangenaam zijn geweest.”
“Een hele verbetering, maar ik was een buitenbeentje. Eigenlijk waren de ouders bang dat als hun kind vriendjes werd met mij, dat zij dan ook wat van dat ongeluk mee zouden krijgen, en dat werkte zich altijd door.”
“Dus vriendjes zoeken was lastig.”
“ja, maar er waren er toch wel altijd een paar. En zolang we maar bij de pestkoppen wegbleven kwam het wel heel aardig goed. De pestkoppen waren kinderen of familie van mensen bij de politie of in ieder geval kinderen van die zijde.”
“Van welke zijde je was maakte dus een hoop verschil.”
“Kilometers, echt kilometers verschil. Al reden sommigen met 100 km per uur door de woonwijk, en passeerden ze politie, dan nog werd er niks uitgeschreven. Of hadden ze hun stereo tot diep in de nacht vol open, was het alleen een probleem als hogere van die zijde er last van hadden. De rest kon stikken, de rest lieten ze letterlijk stikken. Een hoop vrienden uit die tijd heb ik zien vertrekken, iedere paar maanden verhuisde er wel weer een ander kind.”
“Het was gewoon oneerlijk.”
“Ja, maar je leerde er mee leven op school, want uiteindelijk waren dat maar vriendjes. En je went eraan. Immers, je weet dat het de volgende keer waarschijnlijk weer gebeurd en als je soepel bent met vrienden maken, je toch altijd wel weer een ander vriendje vindt. Daarnaast waren er een paar die in hetzelfde schuitje zaten als wij, zij konden ook niet vertrekken en we waren met zijn vieren een behoorlijk hecht clubje daardoor. Zoiets bindt toch.”
“En met z’n vieren sta je sterker.”
“Ja, je voelt je zekerder en er was altijd wel iemand die een oogje in het zeil hield voor het één of het ander. Dat is gewoon aangenaam. Maar het was alsnog altijd oppassen geblazen, des te meer zij met mij omgingen, des te erger hun thuissituatie werd, dus iedereen was altijd op zijn hoede dat het niet te ver ging. Ook zij konden hun ouders dat niet aan doen.”
“Dus ze werden eigenlijk gestraft om in contact met je te zijn.”
“Nou, zij minder, hun ouders werden gestraft. En daar vreesden we allemaal voor. Maar we waren alsnog wel een hecht clubje, je moest alleen zien te voorkomen dat anderen dat zo zagen. En ook daar wen je aan. Maar als je dan thuis kwam en je weer een boete op de mat zag liggen, dan brak je hart. Dan wist je dat je moeder weer die avond wanhopig zou zijn, dat als er een dag met vlees bij het avondeten aan zat te komen dat die doorgeschoven zou worden. Waar moest ze anders de centen vandaan zien te toveren, we hadden niks.”
“School was ontspanning.”
“Ja, het voelde uiteindelijk toch zo. Maar hoewel mijn moeder mij het eerste jaar altijd wegbracht met de auto, veranderde dat het jaar erop. Toen moest ik samen met mijn zusje gaan lopen, die toen ook eindelijk naar school mocht. Het was gezond, zei mijn moeder altijd, maar de werkelijke reden was anders. Waar zou ze het geld van de buskaart vandaan moeten halen? Maar op school hielden we het ook gewoon op, het was gezond, en eigenlijk was het ook nog waar ook. Een hoop klasgenoten heb ik in de jaren steeds dikker zien worden, daar hadden wij dan geen last van. Maar of dat alleen met de beweging te maken had, tegenwoordig betwijfel ik dat. Vroeger was ik er van overtuigd, ik besefte niet altijd hoeveel eten er bij sommige huishoudens doorheen ging. Wij hadden één vleesmaaltijd per week en daarnaast nog twee of drie andere warme maaltijden, waarvan één soep. De rest was brood. Je groeide er toch wel op.
)Citaat:En toch, toch knaagde het wel soms. En op school merkte je het, toen we ouder werden, ook steeds meer dat je van de verkeerde kant kwam. Pestkoppen werden linker en het gevoel van veiligheid en ontspanning werden door de politielessen steeds minder. Ook ons vriendengroepje, De Rangers, was de naam, werd steeds onzichtbaarder en het werd steeds lastiger om veilig bij elkaar te komen. We konden het risico gewoon niet meer nemen vaak. En toen werd mijn zusje ook nog vrienden met De Roedel, onderdeel werd van de De Roedel, oftewel de pestkoppen.
Thuis heeft het lucht gegeven, maar voor ons vriendengroepje lag het nogal gevoelig. Ondanks dat we elkaar nooit zouden verraden merkte je gewoon dat er spanning kwam doordat ik nu op één of andere manier toch ook een connectie had met de wolven, niemand van ons kon iets riskeren en opeens hyad ik een bonuspas gekregen waardoor ik net iets veiliger werd. Maar hoewel ik dat absoluut vervelend vond, was dat niet een reden waarom ik wilde dat Hilde niet een wolf was, ook thuis was het zoveel beter sinds ze er eentje was. Iets minder boetes en daardoor wat meer geld te besteden, iets betere maaltijden en eindelijk wat extra van de leningen kunnen terugbetalen voor de ziekenhuiskosten van mijn vader nog. Want dat was nog altijd problematisch, ondanks dat het toen al ruim 10 jaar terug was dat mijn vader overleed. Mijn zusje was nog maar 2 toen hij overleed.
Maar dat alles hadden we liever niet gehad als we gewoon Hilde terug kregen. Want mijn zusje was zichzelf niet meer, ze verslechterde zo vlot. Je zag gewoon dat de groepsdruk eigenlijk te groot voor haar was en ze lieten haar steeds de nare en riskante klusjes opknappen. De roedel was gewoon aan het kijken hoe ver ze zou gaan. Ze hadden helemaal geen interesse in haar, alleen in een slaaf, en doelwit, een zondebok.
En terwijl Hilde het niet zag was ze nog altijd het slachtoffer en zat ze nog altijd aan de verkeerde kant. Er was gewoon geen andere mogelijkheid voor onze familie blijkbaar. Ze begon te roken toen ze 13 werd en een jaar later was ze ook aan het blowen en weet ik wat ze allemaal gebruikte. Anders werd ze gewoon niet stoer genoeg gevonden voor het groepje. Maar geld had ze er niet voor, dus betalen kon ze alleen met andere manieren. Wat allemaal precies gebeurd is weigert ze nog altijd over te praten. Maar ik weet dat ze gebruikt is om te dealen, als bezorgmeisje, en ook heeft ze leren stelen. Voor de thuissituatie is het daar op fout gegaan, ze werd wel eens gepakt en de boetes vlogen weer terug omhoog. Het eten ging weer terug naar zo goedkoop mogelijk en er was weer geen geld meer, maar nu was ook de familie gebroken. Ze hadden ons nog verder weten te slopen. Ons laatste stukje weten af te pakken.
Hilde was vervreemd van ons, ze kwam eigenlijk alleen nog maar om te slapen thuis en zelfs dat niet eens meer altijd. Maar ze zag er na een nacht wegblijven wel altijd extra slecht uit. En school leed eronder, maar mijn moeder leed er absoluut het meest onder. Ze had het er zo moeilijk mee, het brak haar zo op. En ik kon er niks tegen doen. Ik kon mijn zusje niet overtuigen dat ze er mee moest ophouden. Ik kon mijn moeder niet gelukkig maken. En ik kon mijzelf eigenlijk ook niet gelukkig meer maken. We leefden van dag tot dag, hopend dat we voldoende geld bij elkaar gesprokkeld kregen om maar de volgende keer boodschappen te kunnen halen. Hopend dat we de volgende boete konden betalen binnen het verplichtte termijn. En voornamelijk hopend dat Hilde toch zou beseffen dat dit niet werkte, dat het niet goed ging zo. Maar het ze zag het niet.
In de winter van 2005 is mijn moeder ziek geworden, er werd gedacht dat het de griep was maar zeker wisten de doktoren het niet en er was gewoon geen geld voor verdere onderzoeken, er was eigenlijk niet eens geld voor de medicijnen die ze nu voor geschreven kreeg, laat staan voor duurdere medicijnen. Het was er gewoon niet en we konden er dus alleen maar voor Alish, mijn moeder, zijn. Als ik niet hoefde te werken te minste, want ondertussen was ik klaar met school en had ik de baan van mijn moeder tijdelijk over kunnen nemen om maar het geld te verdienen. Tijdelijk, totdat ze weer kon werken. Anders zou haar werk haar contract niet verlengen en een ander in dienst nemen. Dus werkte ik daar, zoveel mogelijk. Het was prima werk overigens, niks te klagen. Ik heb het er ontzettend naar mijn zin gehad. Maar als ik niet bij mijn moeder was, dan was Hilde er. Opeens was daar het zusje weer terug dat ik de afgelopen jaren zo gemist had. Het zusje dat lief was, vriendelijk, zorgzaam. Het kind dat ik zo lief had gehad. En waar ik nog altijd dol op was, hoe moeilijk ze het ons ook gemaakt had de afgelopen jaren. Maar het was niet genoeg. 17 januari, een dag nadat Hilde 16 was geworden, stierf mijn moeder.
Vanaf dat moment had ik de zorg over mijn zusje, over het huis en over het geld. En ik kreeg het gewoon niet voor elkaar. Mijn zusje wilde niet meer in het pechhuis zijn, zoals zij het noemde. Ze wilde geen Jordan meer zijn, ze riep dat ze me haatte, dat ze een echte wolf wilde zijn en dat kon alleen als ze onze band, de familieband, verbrak. Ze vertrok.”
Mike zwijgt, de tranen staan in zijn ogen. Wat had hij zich hopeloos gevoeld. Wat voelt hij zich weer hopeloos. Nu hij hier staat en vertelt wat er allemaal gebeurd is de afgelopen jaren, voelt hij dat de situatie weer zo voelt als toen. Als 5 jaar terug, Toen hij het ook niet op orde kon houden. Wat had hij nog meer kunnen doen? Toen, nu? Hij weet het gewoon niet meer. Maar deze keer zorgt hij er voor dat Hilde en Medre in ieder geval niet met lege handen staan. Dat ze een echte kans heeft om hier uit te komen. Dat ze haar eigen leven kan gaan opbouwen. Hij moet dit doen, voor haar. En nu kan hij het ook. Toen niet, maar nu wel. Hij laat haar niet nogmaals wegzakken. Deze keer gaat hij zorgen dat ze door kan, op het goede pad, aan de juiste zijde.
Hij kijkt weer naar zijn gasten, en Patrick en Joseph kijken hem aan. Bij Patrick een stukje ongeloof, maar niet negatief, en bij Joseph voornamelijk aanmoediging om verder te vertellen. Mike loopt naar de koffietafel en neemt een paar slokjes van het flesje water dat daar nog staat, hij was die bijna vergeten. Dan haalt hij diep adem en vertelt verder.

)
) maar je moet echt beter op je spelling letten
hartstikke bijvoorbeeld, gegijzelt, dat soort dingen.. Leest echt niet fijn 
Citaat:“Ondanks dat ze niet meer in ons, in mijn huis woonde stond ze nog altijd bij mij ingeschreven, ze was gewoon nooit uitgeschreven, en daardoor kwamen haar boetes nog wel nog steeds bij mij binnen. En ik wist het eigenlijk gewoon niet meer. De kosten van de hypotheek waren behoorlijk hoog. Ik verdiende niet zoveel als mijn moeder, hoewel het wel absoluut meer was dan wat ik eerder verdiende met mijn baantje maar het was toch best wel heel krap. Of eigenlijk was het krap geweest als die kloterige boetes er niet ook nog eens bij waren gekomen. Nu was het gewoon niet meer genoeg, het was gewoon te duur, te kostbaar. Ik kreeg het niet meer allemaal betaald, het lukte gewoon niet en de bank gaf geen ruimte. Ik moest van hen snel of op zoek naar meer geld of op zoek naar een andere woonruimte, want het huis werd opgeëist als ik niet snel wat van mijn schulden zou aflossen.. En dus vond ik een huurwoning. Veel te duur, vreselijk krakkemikkig, eigenlijk niet geïsoleerd. Er was eigenlijk niets dat het huisje, het appartement want dat was het, ook maar een beetje aantrekkelijk maakte, behalve dan dat hij beschikbaar was. Als enige was hij beschikbaar en dus had ik het er mee te doen, ik had geen keus. Ik moest wel verhuizen. En sindsdien woon ik daar, in een krakkemikkig huurhuis, want geld voor een koopwoning heb ik niet. Waar zou ik het vandaan moeten halen? En er zijn geen goedkopere huurhuizen, want er zijn gewoon simpelweg eigenlijk geen huurhuizen. En ik kan de buurt niet verlaten, hoe graag ik soms ook zou willen. Het is mijn thuis.
Maar goed, eigenlijk woonde ik wel prima, ik had een huisje. En ik overleefde, alleen, want Hilde zag ik zelden, enkel op straat. En ze deed dan alsof ik lucht was. Ze moest wel, dat wist ik wel, om bij de Wolven te horen, maar het raakte me toch tot in het diepste van mijn ziel. Toch, ondanks alles wat ik wist, want ik kon me gewoon niet voor haar afsluiten. Ik kon me niet afsluiten voor haar uiterlijk. De mooie, trotse Hilde, mijn prachtige zusje, ze was niet trots meer. Haar hele houding straalde verdriet uit, pijn, vernedering. En toch kwam ze niet terug, toch verkoos ze de wolven boven mij, tegen de Jordan-familie.
Op een bepaald moment stond ik achter haar in de rij, gewoon bij een supermarkt, en zonder haar aan te raken, raakte onze zielen elkaar even aan. Ik vertelde haar, “Hilde, je bent en blijft altijd welkom. Mijn deur staat altijd voor je open.” Ze reageerde niet, maar toch gaf het me rust. Ik had het haar in ieder geval kunnen zeggen. Waar ik woonde zou ze wel uitvinden.
Ruim een jaar ging voorbij, toen er plotseling op mijn deur werd geklopt, het was een zachte klop. Zoiets had ik nog niet eerder aan dit huis gehad, en ik vroeg me af wie het was. De boetes waren terugzakt. De schim die mijn zusje was had ik al tijden niet meer gezien. Ik vreesde dat ze gewond was, of nog ergere, maar het gaf wel lucht. Het had er namelijk voor gezorgd dat er wat ruimte was om alle rekeningen te betalen. En dus verwachte ik niet dat er op mijn deur geklopt werd, al helemaal niet zo’n zachte klop, of om half 8 ’s avonds. Dat was toch geen tijd voor deurwaarders? En dat gevoel klopte ook. Voor mijn deur…
Stond mijn zusje. Waar ze eerder een schim van zichzelf was geweest, herkende ik haar nu echt bijna niet meer. Ze was zo mager, zo bleek, zo zwak… Ik heb haar naar binnen gebracht en haar een klein beetje eten gegeven. We zaten bij elkaar, zwijgend. De stilte was pijnlijk, maar ook zo rustgevend. Als zij niet wilde spreken, hoefde het ook niet. Het was een vredig moment. Want hoe slecht ze er ook uit zag, ze was wel weer thuis. Nu kon ik voor haar zorgen.
Het eten hield ze maar met moeite binnen, al was het maar anderhalve boterham en een glas sap. Ik heb haar meegenomen naar de badkamer en haar geholpen met haar te wassen. Ze was zo apathisch, zo zwak en zo moe, zo vreselijk moe. Alles aan haar lichaam deed pijn, alles was beurs. Wat hadden ze met haar gedaan? Ik heb haar in één van mijn pyjama’s gehesen en in mijn bed gelegd. Ze vroeg me bij haar te liggen, want ze Ontzettend bang. En wij zijn, met mijn arm beschermend om haar heen, in slaap gevallen. Ze was in ieder geval weer thuis, de eerste stap was gezet.
De volgende dag begon ze te praten. Een klein beetje maar, want ze was nog steeds ontzettend apathisch, maar het was genoeg. Ze vertelde waarom ze weg bij de wolven was gegaan. Ze was zwanger, 3 maanden was ze al zwanger en ze kon het gewoon niet meer. Ze wilde niet dat haar kind bij de wolven zou opgroeien, doodsbang dat dit kind net zo’n status als zij zo verkrijgen in de roedel. Maar nu, nu had ze een doodszonde begaan. Eigenlijk was ze, door weg te lopen bij de Wolven, nu vogelvrij en ze had te veel gezien, te veel gehoord, van de drugsdeals, van het wolvennetwerk. En dat wist ze, ze wist dat heel goed. En ze was doodsbang. Ze durfde niet naar buiten. Meer vertelde ze niet, maar voor mij was het genoeg. Via via heb ik een wapen geregeld.” Mike kijkt naar het pistool in zijn handen, terugdenkend aan die tijd. “het was niet veel, maar dan had ik ten minste iets.”
Even dwalen Mike’s gedachten af, af naar die tijd vol angst en dan voelt hij weer hoe hier eigenlijk ook die angst en spanning is. Hoe die klote huurbaas dat gevoel van angst, hoewel andere angst, maar wel echte angst, angst om alles kwijt te raken, terug heeft gebracht. Het gevoel van wrok komt heel even bij Mike op, maar hij drukt het gevoel direct weg. Hij wil gewoon niet dat soort dingen denken, het is nutteloos.
“De weken die volgden waren doodeng. Er hing constant slecht volk in de straat. Nooit kwam mijn zusje ook maar in de buurt van een raam. Doodsbang was ze. ’S nachts kwamen mannen op de deuren bonken en voor eens was ik blij dat we op de tweede verdieping woonde. Al is er wel eens een steen door een raam gegaan. Echt er in komen was niet zo gemakkelijk. En iedere ochtend moest ik haar weer alleen achterlaten. Moesten we weer een codewoord afspreken. Een ander dan de vorige dag om te voorkomen dat iemand anders het kon weten. Ik werkte 6 dagen in de week om alles te kunnen betalen, ik moest wel, maar ik vond het zo verschrikkelijk lastig, en zo vreselijk. Ze was altijd zo bang. Altijd stond die doodsangst in haar ogen. En zo moest ik haar dan weer achter laten, steeds maar weer.
Wel kwam ze langzaam aan weer een beetje op krachten. We sliepen nog altijd samen, want de angst zat diep en niet zelden schoot ze ’s nachts wakker vanuit een nachtmerrie en was ik een half uur bezig met haar weer voldoende te kalmeren. Toch zat er verbetering in. Nog maar zelden hoefde ik haar meer op te vangen. Na de eerste maand werd het tuig op straat minder, de situatie veranderde voor hen namelijk niet, hoewel ze er een enkele keer nog stonden. Maar er kwamen brieven, angstaanjagende brieven. Ik las ze en bewaarde ze, maar ik heb ze nooit aan Hilde laten zien, zover ik weet heeft ze die gelukkig nooit gelezen. Maar ze waren genoeg om de dreiging voor mij nog extra duidelijk te maken, zelfs al waren ze nooit naar mij gericht en lieten ze mij gewoon passeren.
Toch, toch voelde we ons veiliger. Af en toe kwamen ze nog op de deur bonken, maar het meeste was voorbij, het ergste was gepasseerd. Maar Hilde durfde nog altijd niet in de buurt van een raam te komen en ik heb het ook niet gestimuleerd toen, ik vond het toch wel veilig, zeker met de brieven in mijn achterhoofd.
Maanden gingen voorbij, stukjes van wat ze heeft meegemaakt heb ik gehoord. Maar over het meeste zwijgt ze nog steeds. Nog altijd, zelfs nu, bijna 4 jaar later, maar toen al helemaal. Desondanks kreeg ik langzaam aan een beetje een beeld van de tijd na het overlijden van mijn moeder. Na het overlijden van onze moeder. Toen ze eenmaal een echte wolf werd veranderde voor haar ontzettend veel. Was ze eerder nog een grappig aanhangsel, nu was ze een echte wolf en zat ze er aan vast. Het gedrag van de andere wolven paste zich daarop aan, nu was ze van hen. Eenmaal de eed gezworven van de roedel door haar betekende namelijk dat de schijn van het erbij horen weg kon. Ze was een slaaf, op alle vlakken. Ze weet daardoor ook niet wie de vader is van Medre, ze wil het ook niet weten. Medre’s vader is een wolf, en daar houdt ze het op.
Toen ze 6 maanden zwanger was heb ik haar eindelijk kunnen overtuigen om naar een arts te gaan voor controle. ’s Ochtends vroeg zijn we vertrokken en pas de volgende ochtend kwamen we weer terug. In die paar uur dat de wolven zelden actief waren volgens haar. Ik heb haar meegekregen voor de controle van het ongeboren kind, maar de arts heeft ook naar haar gekeken en ons tips gegeven. We waren naar een arts buiten de stad gegaan om enige banden met de wolven zo veel mogelijk te voorkomen en dat is gelukkig gelukt. Dat was de eerste keer dat Hilde buiten kwam sinds ze bij mij ingetrokken was. De keer daarop was voor de bevalling, weer naar een ziekenhuis buiten de stad. Een prachtig meisje werd geboren. Medre, want ze beloofde meer, meer positiviteit, een betere toekomst.
Langzaam aan heb ik ook een hoop schulden kunnen terugbetalen. Boetes werden al steeds minder, hoewel er regelmatig toch nog wel eentje kwam, maar je wordt heel handig in het ontwijken ervan. En Hilde bracht ook geen boetes meer binnen, wat het grootste gedeelte van de eerdere boetes toch was geweest. En dus kwam er ook echt wat ruimte. De kosten van boodschappen doen gingen uiteraard wel omhoog met Medre erbij en Hilde had ook luxer eten nodig om op krachten te komen en te blijven, zeker toen ze Medre ook nog aan de borst had. Maar daarna ook nog steeds, ze was zo beschadigd van de tijd die ze bij de wolven was geweest. En ik had het ook 100% voor haar over. Zelf at ik ook mee en ik begon me ook beter te voelen dan dat ik me ooit gevoeld had. Gewoon echt lekkerder in mijn vel. En heel voorzichtig begon Hilde ook weer buiten te komen.
Niet elke dag en alleen ’s ochtends vroeg, maar ze ging wel. Voor Medre, het is immers gezond voor een baby om buiten te zijn en voor Hilde zelf was het ook goed.
Langzaam maar zeker begon ze wat te ontspannen. Vanaf het moment dat Medre geboren was, kwamen ze niet meer langs de deur en zag ik ze ook zelden meer op straat. Blijkbaar was Medre voldoende wolf om niet lastig gevallen te worden. Het heeft uiteindelijk Hilde’s leven gered, denk ik. Eerst die zwangerschap waardoor ze vertrok bij de Wolven en daarna de bescherming van Medre. Al was Medre al wel een half jaar voordat Hilde weer elke dag buiten kwam, tot zo’n 11 uur ’s ochtends, want daarna vond ze het toch te riskant. Maar ze voelde zich toch steeds iets veiliger.
Toen Medre ruim een jaar was begon het straatbeeld te veranderen. Er kwamen minder Wolven in beeld en als je ze zag waren ze minder opvallend, de agressie was lager. Langzaam maar zeker durfde Hilde steeds iets langer op straat te blijven. Eerst alleen samen, maar na een tijd ook steeds vaker en langer alleen. Vorig jaar rond deze tijd is ze voor het eerst weer wezen stappen, alleen, en ze had het geweldig gehad. Uiteraard kwam er een boete voor openbaar dronkenschap maar dat kon de pret niet drukken. Ze had zich voor het eerst weer helemaal ontspannen gevoeld.
Een paar maanden later is ze begonnen met solliciteren. Eerst voorzichtig, om zo min mogelijk connecties met eventuele wolven te hebben, maar later steeds fanatieker. Even daarna verloor ik mijn baan, het bedrijf waar ik werkte is failliet gegaan. Sindsdien zijn we allebei constant op zoek naar werk, en zij heeft een baan gevonden, een goed betaalde nog wel!” Mike begint te glunderen, “het past ook helemaal bij haar, er was alleen wel één maar. Ze wordt pas aan het einde van mei uitbetaald en die rek hebben we gewoon niet meer. Morgen om 8 uur moeten we 2 maanden huur neerleggen of we moeten vertrekken. Niet één maand wil die zak meer wachten. En dan zijn we alles weer kwijt. Niet alleen het huis, maar Hilde ook haar baan en Medre wordt ons dan ook afgenomen. Vandaar dat ik wel moest, ik zag gewoon geen andere mogelijkheid meer.
Citaat:Mike zuchtte, nu hij alles vertelt had voelde hij zich een soort van opgelucht, bevrijd zou hij het bijna noemen, maar nog steeds zat hij tussen deze muren opgesloten.
“Mike?” Mike schrikt op, hij was Shawn helemaal vergeten. De paniek slaat toe, hij heeft alles gehoord, alles heeft hij verteld, wat moet hij nu? Maar dan dwingt hij zichzelf tot bedaren en loopt hij naar de tussensteek, meer van gewoonte dan werkelijk de reden.
“Je hebt alles gehoord?”
“Ja, Mike. Het is goed.”
“Het had niet zo moeten lopen.”
“Dat begrijp ik.”
“En nu weet ik gewoon niet hoe ik het kan oplossen.”
“Zullen we samen naar een oplossing werken?”
“Dat lijkt me een goed plan. Ik weet het namelijk gewon niet meer. Eigenlijk wil ik het gewoon beëindigen maar ik kan het risico niet nemen. Ik kan het gewoon niet.”
“We snappen dat het ontzettend lastig voor je moet zijn. Maar samen zullen we tot een oplossing komen. Ik zal wel eerlijk zijn, we kunnen geen geld weggeven. Met zo’n verhaal als dat van jou vinden we dit ontzettend lastig, echt waar. Maar op het moment dat we iemand door een gijzeling zijn zin geven, is de kans ontzettend groot dat anderen, met minder goede motieven, ook gaan gijzelen omdat het ze geld oplevert.”
“Maar je moet wel, ik kan niet anders.” Het nieuws dat het geld niet gegeven kan worden komt als een klap in het gezicht van Mike, wat is anders er nog aan mogelijkheden? Geen toch?
“Mike.”
“Nee, dit kan gewoon niet!” Mike raakt in paniek, dit mag gewoon niet gebeuren.
“Mike! Dat we geen geld kunnen weggeven, betekent niet dat we je niet willen helpen en we zijn aan deze kant allerlei soorten opties aan het bekijken of toch maar kunnen zorgen dat Hilde en Medre bij elkaar kunnen blijven wonen en dat Hilde haar baan kan behouden. Maar is het voor een goede uitkomst wel uiterst belangrijk dat je kalm blijft.”
“Er zijn geen andere mogelijkheden” de verslagenheid en het bittere verdriet zijn van Mike’s stem en houding af te lezen. Zijn hele houding zakt in en Patrick is aandachtig aan het kijken, zo verslagen ogen betekent over het algemeen niets goeds. Een kat in het nauw maakt rare sprongen. Maar hij kan slechts af en toe een paar woorden opvangen van het gesprek, en dan alleen nog maar van Mike’s kant. Dus zolang Mike met Shawn in gesprek is, en er geen levensbedreigende wendingen lijkt aan te nemen moet hij geduld hebben. Misschien krijgt Shawn het nog wel rechtgetrokken. Al moet dat waarschijnlijk wel iets zeer groots zijn, hoe lastig ook. Patrick vreest dat hier de situatie toch verkeerd is ingeschat en hij hoopt ontzettend dat hij het bij het verkeerde eind heeft. De spanning die van Mike af was gevallen, is er in ieder geval meer dan dubbel teruggekeerd.
“Mike, in onze ogen zijn er nog wel wat opties. Waarbij we nu aan het kijken zijn wat de best haalbare is.” Shawn blijft kalm, zijn stem is rustig ,zonder verheffing of versnelling, en samen met de, hoe minimaal ook, kans op toch een oplossing klinkt genoeg om zich aan vast te klampen. Het moet gewoon!
De vermoeidheid, die door alle afleiding wat gezakt was, knalt in alle hevigheid terug en Mike leunt tegen een rek aan om zichzelf goed staande te houden. Nog meer koffie heeft hij nodig.
“Mike, het komt goed.” Het is Shawn weer. “Maar je moet er wel zelf ook in blijven geloven, alleen zo komen we tot een werkende oplossing.”
“Ik ben zo moe.” Hij merkt gewoon dat alles in hem smeekt om het af te breken, er zijn geen oplossingen meer en het geld wordt niet gegeven. Wat heeft het dan nog voor nut? Maar hij weet dat hij het niet kan opgeven. Hij moet doorgaan, hij moet blijven proberen. Voor Hilde, voor Medre.
“Dat snap ik, het is een ontzettend zware periode geweest. Maar we zullen samen tot een oplossing komen.”
“Maar geef dan iets aan, wat dan? Ik kan gewoon niks bedenken.”
“In ieder geval zijn we aan het kijken voor een groephuis voor Hilde en Medre. Dan kunnen ze samen blijven en kan Hilde haar baan behouden. Maar we zijn ook aan het kijken of we een mogelijkheid zien dat jullie het huis kunnen blijven huren, maar hiervoor hebben we jouw actieve medewerking nodig. Alles wat we bespreken zal enkel en alleen doorgaan als je ongewapend naar buiten komt.”
Mike voelt eerst een grote zucht van opluchting over zich heenkomen, maar als Shawn verder praat over de voorwaarde, wordt hij toch weer argwanend. Hoe kan hij nou zeker weten dat er niet tegen hem gelogen wordt? Dat ze dat wel echt voor Hilde en Medre zullen zorgen?
“Overleg gebeurt aan de telefoon,” zegt Mike zakelijk, bot zowat. Hij heeft gewoon niet meer de energie om subtiel te zijn.
“Dat snap ik, ik bedoelde voor nadat we samen een oplossing hebben kunnen vinden. Dan kan dat alleen doorgaan als je ongewapend naar buiten komt. Dat is voor ieders veiligheid, snap je?”
Mike twijfelt of hij het begrijpt, het riekt naar achterbaksheid, maar aan de andere kant ook weer niet. Hij twijfelt.
“Ik volg je niet.” Is uiteindelijk de conclusie die hij doorgeeft. Hij vindt het nog altijd behoorlijk klinken als een valstrik.
Shawn haalt rustig adem. Zijn stem blijft kalm. En hij probeert het opnieuw.
“We willen voorkomen dat je een overhaastte beslissing maakt, welke dan ook. En voor ons is ieder leven in de supermarkt belangrijk, zeker ook die van jou. En mensen doen soms onverwachte dingen als de deal rond is. Daarom wil ik graag duidelijk zijn dat, maakt niet uit wat de deal uiteindelijk wordt, jij, in goede gezondheid en ongewapend, altijd onderdeel uitmaakt van deze deal. Hoe je naar buiten komt is iets waar over te onderhandelen valt. Maar veiligheid en behoudt van leven staan voorop.”
Shawn zwijgt en Mike laat de tekst even tot hem door dringen.
“Oké, het gaat er dus om dat, nadat we een deal hebben, ik dan braaf naar buiten kom of anders gaat de deal niet door?”
“Dat klopt. Ik vind het belangrijk dat je dit weet.”
Mike knikt onwillekeurig terwijl hij antwoordt dat hij het begrijpt, ook de waarom vindt hij begrijpelijk.
“Dat is fijn om te horen.”
Mike aarzelt even, vagelijk is er in zijn hoofd nog een mogelijkheid ontsprongen, maar hij is bang dat het niet geaccepteerd wordt. Toch, misschien brengt het weer andere mogelijkheden naar boven.
“Ik begrijp nu dat jullie het geld niet kunnen weggeven. Maar als jullie maar voldoende tijd geven, dan zal Hilde het vast terug willen betalen en ik ook, zodra ik weer een baan gevonden heb.” Mike heeft een lichte aarzeling bij het laatste deel van de zin in zijn stem. Hij zal eerst naar de gevangenis moeten. Hoe lang zou hij daar opgesloten raken?
“Bedoel je als een lening?”
“Ja, dat bedoel ik. We kunnen het natuurlijk niet snel terugbetalen, maar wel steeds een stukje. En dan hoeven jullie het geld ook niet weg te geven.” De reactie wordt niet direct afgewezen en het geeft Mike weer een beetje hoop.
“Dat klinkt als een heel degelijke mogelijkheid. Goed dat je er aan dacht. We gaan er direct mee aan de slag, kijken wat er precies mogelijk is.” Met dit antwoordt ontspant Mike en hij kan een zucht van opluchting niet onderdrukken. Ze gaan er naar kijken.
“Doe dat, nu moet ik zelf ook weer eerst nadenken. Kunnen jullie over een half uurtje weer contact opnemen?” de vragende vorm komt vanzelf, nu hij wat ontspant. Hij geeft van nature geen bevelen.
“Dat zal ik doen, je mag altijd eerder contact opnemen als je wilt.” Shawn valt stil en Mike knikt, “ok,” dan loopt hij rustig naar voren toe. De groep langs kijkend. Nog 5 mensen, Doran en John sliepen nu echt, Todd ook. Maar Joseph en Patrick waren hem nog altijd met wijze ogen aan te aankijken, zonder daarmee onbeleefd te zijn. Mike gaat op zijn stoel zitten en slaat met zijn linkerhand een stuk deken over hem heen. Daarna pakt hij het blikje ijskoffie met inhoud en giet de rest achterover. Hij trekt het gewoon niet meer zonder, wat is hij moe, wat voelt hij zich versleten. Maar hij moet doorzetten, hij moet. Voor Hilde, voor Medre.
Wat zijn linkerhand wrijft hij de slaap uit zijn ogen waarna hij zijn hoofd in zijn hand legt. Hij kijkt nogmaals over de groep, wat een zooi is het geworden, het rek dat om is gegaan heeft er ook niet aan bijgedragen. En overal die hoopjes dekens en flesjes water. Maar ook achter de mensen zit steeds een verhaal. Daar had hij voor de overval niet bij stil gestaan, dat de mensen in de supermarkt misschien ook al veel zouden hebben meegemaakt. Hij had zich wel schuldig gevoelt dat hij hen zo zou laten schrikken, maar dat zij dit soort dingen al hadden meegemaakt, dat had hij zich niet bedacht.
Maar goed, dat het zou eindigen in een gijzeling had hij ook niet van tevoren bedacht, en dat is uiteindelijk ook zo uitgepakt. Dan kijkt naar de zwerver, met vriendelijke ogen, wat zou hij allemaal mee hebben gemaakt? Een aantal keer doet hij zijn mond open om wat te vragen, en dan sluit hij hem toch weer. Hij weet niet zo goed hoe hij het met vragen, maar zowel Joseph als Patrick kijken hem nu vragend aan en hij besluit het dan toch maar te vragen. “Joseph, wat is jouw verhaal?”
Joseph glimlacht vriendelijk als hij de vraag hoort en daarna gaat zijn blik even op het oneindige. Terug de tijd in.
"Dit gaat over zo'n twintig jaar terug. Ik was 24 jaar en ook toen liep niet alles zoals het zou moeten. Ik kom hier ook uit de buurt maar in tegenstelling tot jou, Mike, ben ik opgegroeid als halve wolf. Mijn moeder was een wolf, mijn vader kwam van buiten de stad. Dat is mijn moeder niet bepaald in dank afgenomen dus hoewel ik, bij bloed, wel de bescherming tegen de wolven had, waren ze ook niet bepaald al te happig om te helpen. Het was meer dat ik niet te grazen genomen werd. Op 24 jaar ben ik mijn baan kwijt geraakt en op die leeftijd had ik niet bepaald de beheersing nog om te sparen. Ik had geld en ik zou het uitgeven ook, het resultaat was dat ik geen spaargeld had en vaak ook lichtjes in de schulden stond. Als ik het aan het begin van de maand maar heel even in het groen kwam vond ik het eigenlijk wel prima. Maar dat veranderde heel snel toen ik ontslagen werd, toen werd geld hebben opeens toch behoorlijk belangrijk, te laat, uiteraard, maar er viel niets meer aan te doen. Aan het begin zag ik er trouwens nog niet zo het probleem van in. Gewoon even een baan vinden, immers, dat kan toch niet zo een probleem zijn? En dan even de schuld wegwerken en dan liep alles weer op rolletjes. Na anderhalve maand begon de situatie nijpender te worden. Ondanks dat ik wel zuiniger was gaan leven begon de bodem van de lening in zicht te komen, ik had nog altijd niet zuinig genoeg geleefd en ik begon nu serieus met solliciteren. Ik moest ergens toch wel een baan kunnen vinden, toch? Alles begon interessant te zijn maar op een dagklus na kon ik echt niks vinden. Nog een maand ging voorbij en iedere cent begon te tellen, de huur besloot ik maar gewoon niet te betalen, dat gaf namelijk nog een beetje lucht, maar dat kan je natuurlijk ook niet te lang doen, dan wordt er namelijk ook geprotesteerd. En mijn huurbaas was niet zo subtiel, 2 maanden geen huur was eruit. Zo stond het in het contract en zo gebeurde het ook. En ik vond geen baan en het geld was op, dus ik zat in dubio. Ik moest geld vinden, en snel ook, of ik zou mijn woning verliezen. Ik had al een aantal spullen uit het huis verkocht maar het was niet genoeg. Zou ik iets durven stelen? Overvallen? Ik heb er over nagedacht, maar ik voelde me niet dapper genoeg, ik zou dat toch niet voor elkaar krijgen en zin in zitten in de cel had ik ook niet echt. De dag voordat de huisbaas kwam heb ik er nog een keer serieus over nagedacht, maar uiteindelijk had ik besloten het niet te doen. Ik had niet iemand om het voor te doen, enkel mijzelf, en dat vond ik gewoon niet goed genoeg. Daarvoor ging ik mijn leven niet op het spel zetten, was ik gek. Op de straat zou ik het toch ook wel trekken, ik was een wolf immers. Mij zouden ze niet laten verhongeren.
Dat was uiteindelijk ook waar ook, ze hebben me geholpen door de eerste maanden van het straatleven. Iets gunden ze me dan wel, maar zodra ik zelf ook maar een beetje begon te settlen, lieten ze me vallen als een baksteen. Uiteindelijk was ik maar een halve wolf en blij met de vervuiling van mijn bloedlijn, zoals zij dat zelf noemde, waren ze absoluut niet. Enkel dat zelfs een halve wolf, toch een wolf was zorgde er nog voor dat ik in leven ben gebleven die wisseling van leefomgeving. Later gooide een enkeling me nog wel eens een euro toe, aan het begin nog een gulden, zodat ik toch nog wat extra had en voor de rest weten de meesten me wel te vinden voor een dagklus. En zo is mijn leven, ik betwijfel of ik überhaupt nog wel terug wil nog een gewoon huis. Dit is mijn leven nu, en het bevalt ondertussen best wel heel goed, het is behoorlijk vrij. Al moet ik wel toegeven, mijn leven is wel wat veranderd de afgelopen 2 jaar. Nu de wolven verder teruggetrokken zijn, is mijn manier van inkomsten wel veranderd. Maar goed, het is niet echt verslechterd en mensen kennen me. Alleen mijn levensstijl heeft wel wat weerslag gehad op mijn gewrichten, ze worden stijf enzo, maar goed dat had je al gezien. Als ik een zusje had gehad waarvoor ik zou moeten zorgen had ik een heel ander leven gehad, misschien had ik dan wel een overval gepleegd. Misschien ook niet, ik kan dat niet inschatten. Ik ben niet zo dapper, niet zo heldhaftig. Mijn familie ben ik gaan ontwijken toen ik erachter kwam dat zij de reden waren van mijn afwijzing, en uiteindelijk had ik alle banden met mijn familie gebroken. Zij zijn namelijk uit de stad getrokken, en ik vond dat een wolf bij de roedel moest blijven. Ik was laf. En nog steeds eigenlijk, ik zit nu hier, terwijl ik gratis koffie bij de supermarkt aan het drinken was en met het sluiten eigenlijk hoopte op wat goedkoop brood dat nog over zou blijven. En voor de rest, hou ik me normaal afwijzig, misschien moet ik daar eens mee ophouden. Want hoeveel het gevoel van de straat me ondertussen ook gewend is. Je hebt me laten zien dat er misschien ook wel iets van vechten het waard is. Iets van doorgaan zodat je je dromen kunt laten waar zijn, in jouw geval, dat je zusje in ieder geval een goed leven heeft."
Even valt Joseph stil, terugdenkend aan de tijden die hij heeft meegemaakt, de veranderingen die zijn gekomen. Eerst de versterking van de Roedel en recent dan de afzwakking. Het was een bijzonder gebeuren, en plots vraagt hij zich af hoe het met zijn familie gaat, zou hij ze proberen te vinden? En iets van een baan, eigenlijk wil hij niks vasts. Maar misschien kan hij wel wat verdienen door op Medre te passen straks. Het verhaal van Mike heeft hem behoorlijk geraakt. Het lijkt aan de ene kant zo vreselijk veel op de zijne en aan de andere kant zo ontzettend niet. Het is zo raar dat dingen zo anders kunnen zijn en toch zo hetzelfde, of zo hetzelfde en toch zo ontzettend anders. Eigenlijk is het geheel een bizarre situatie. Dat hij precies met deze mensen samen komt alleen al. Hij kan wel eens het voorstellen aan Hilde, hij denkt wel te weten waar ze woont, en hij weet in ieder geval wie ze is. Het spook van de roedel herinnert hij zich nog wel. Dat meisje is ook wel wat heen en weer aan het reizen geweest. En aan het einde zag ze er zo moe uit. Hij herkende haar bijna niet toen hij haar een jaar later af en toe weer zag verschijnen, ze was zo vreselijk opgeknapt. En tegenwoordig schijnt ze weer, ze is weer trots. Gelukkig maar, het was hem al opgevallen. En nu kan hij dan ook iets voor haar doen en tegelijkertijd zichzelf helpen. Het moet wel gaan werken, hoopt hij in ieder geval.
"Uiteindelijk heb je me misschien zelfs wel geholpen door deze actie van je. Ga ik eindelijk weer iets actiever doen. Maar dit is mijn verhaal in een notendop." en hij besluit te zwijgen. Het is voldoende.
Mike kijkt hem aan, dat hij een wolf was had hij eigenlijk niet verwacht. Wat is dat nou voor iets? Even heeft hij de neiging weg te kijken, maar dan laat hij het los. Hij is Joseph, geboorte doet er niet toe. Dan knikt hij naar Joseph, het is goed en Joseph knikt terug. Patrick, die uiteindelijk niet van hier is, krijgt langzaam maar zeker een duidelijker beeld over hoe verweven de Roedel, de wolven en de buurtbewoners zijn. En hoe ontzettend dit het leven beïnvloed werd door tot welke groep je behoorde. Het intrigeert hem.
De rest van de tijd gaat stil voorbij. Mike zijn gedachten zijn iets minder hard gaan draaien. Hij hoopt gewoon zo dat de lening lukt. Het is de beste optie, voor iedereen. Maar hij weet ook dat er eerst een oplossing moet komen, en dan hij er in moet kunnen vertrouwen, anders gaat hij er toch niet in mee. Hoe zou hij erin moeten kunnen vertrouwen? Hij weet het niet. Maar er moet een variant zijn, want hoe naar ook, anders moet hij toch schade aanrichten. Toch iemand verwonden, toch met een gast, een gijzelaar, naar buiten komen. Moet hij Joseph toch door die situatie slepen. Maar hij wil dat niet, hoe kan hij één van deze mensen zoiets aan doen? Ze hebben allemaal lijkt het wel wat mee gemaakt. Van Doran weet hij dat zijn vrouw overleden is en John is nog zo’n jonge knul, die heeft nog een heel leven voor zich. Ze moeten maar gewoon met een oplossing over de brug komen. Dat is de enige manier.
“Mike?”
“Ja Shawn.”
“Hoe gaat het daar binnen?”
“Goed, de meeste slapen.”
Mike loopt naar de tussensteek toe en gaat daar tegen een rek leunen. Hij negeert de paasei die ontstaan is toen hij tegen een rek aan sloeg.
“Hoe gaat het met jou?”
“Ik ga door, voor Hilde, voor Medre. Heb je die lening kunnen regelen?”
“We zijn er aan bezig.”
“Ik zie maar één andere mogelijkheid, dus je moet het gewoon voor elkaar krijgen.”
“We doen ons best, maar mijn baas moet er uiteindelijk toestemming voor geven. Hoe wil je dat het verder afgehandeld wordt?”
Mike zucht, hij was al bang voor deze vraag.
“Ik weet het niet. Ik moet het vertrouwen, en ik weet niet hoe we dat voor elkaar moeten krijgen.”
“Het zou een contract zijn, dus jij moet het ondertekenen. Dit kan je nadat je naar buiten ben gekomen ben tekenen, of we brengen het naar binnen en je tekent het in het gebouw." Mike twijfelt weer even over de intenties van Shawn, hij denkt toch niet zeker dat hij zonder iets naar butien komt? Zodra de tweede optie genoemd wordt, is het voor hem direct duidelijk voor hem.
"Ik kom niet naar butien voordat het volledig afgehandeld is."
"Prima, het moet op zo'n manier gebeuren dat jij je er het prettigst bij voelt. Ik wil enkel de verschillende mogelijkheden aankaarten."
"Maar hoe weet ik dat het contract daarna niet gewoon versnippert wordt?"
"Heb je daar zelf een oplossing voor?"
"Nee, wie zou ik kunnen vertrouwen?"
"Vertrouw je Hilde?"
"Hilde! Jullie laten haar hierbuiten."
"Hilde is al bij ons. Wij proberen de situatie altijd zo goed mogelijk begrijpen en toen je niet thuis kwam ging ze je zoeken."
"Nee, dat kan niet." Mike is in de war, het klopt niet. Hilde zou nooit 's nachts nog zo op straat gaan.
"Ze zegt dat Medre vanmiddag samen met jou op het speelplein aan de Duitseweg heeft gespeeld. Medre vond het wat koud, dus gaf je haar jouw jas. En ze ging er mee rond paraderen omdat ze het zo'n mooie mantel vond."
Mike denkt terug aan deze middag, wat lijkt het al ontzettend lang terug. Er was zoveel gebeurd. Hij ziet Medre nog zo rond paraderen. Zou Hilde er echt zijn?
"Mag ik met haar praten?"
Hij wil gewoon haar stem even horen.
"Dat kunnen we niet doen Mike."
"Ze is er dus niet. Ik word dus nog steeds afgeluisterd!" Mike raakt direct extreem geagiteerd. Zijn hoofd kan dit gewoon niet meer hebben. Hij begint weer te ijsberen. Ze draaien hem gewoon nog steeds een rats.
"Mike?" het was Hilde.
"Hilde!" Mike was sprakeloos, hij leunde tegen één van de rekken.
"Mike, luister naar me. Kom alsjeblieft gewoon naar buiten. Het zijn anderen. Echt waar. Ik vertrouw ze. Ze zullen die lening regelen. Alsjeblieft. Het komt goed."
"Ik kan ze gewoon niet vertrouwen. Hoe weet ik nou of ze zich aan de afspraken houden? Na wat ze jou hebben aangedaan, en mama en papa?"
"Dit zijn echt anderen. Ik vertrouw ze. Ze willen nu dat ik de lijn teruggeef, alsjeblieft Mike."
Ze klonk werkelijk bezorgt. Er zat iets smekends in haar stem. Maar toen ze zei dat ze hen vertrouwd, was het oprecht. En Mike begint te twijfelen, zou hij het kunnen? Eigenlijk vertrouwt hij het gewoon nog steeds niet. Ze zeiden ook dat ze Hilde niet aan de lijn konden geven.
"Mike? Je houdt zielsveel van je zusje. Dat hoor ik in heel je stem. Ik ga op mijn kop krijgen omdat ik haar aan de lijn heb gegeven, maar je verdient het, dus dan vind ik het waard. Vertrouw je de situatie als Hilde haar handtekening ook op het contract zet?"
Mike twijfelt. Maar hij weet dat er eigenlijk geen andere mogelijkheden meer zijn. Wat was hij verdomdes moe. Hij vertrouwt hen niet. Maar vertrouwt hij Hilde? Want zij vertrouwt hen wel, en eigenlijk begint hij hen ook een beetje te vertrouwen, alles is tot nu toe goed gegaan. Ze zijn eerlijk geweest. Wat kan er anders nog? Hij knikt en loopt naar de tussensteek toe.
"Ik zie geen betere oplossing. Dus goed, als zij tekent, dan vertrouw ik op haar."
"Dat is fijn om te horen. Bedankt voor je medewerking. De lening gaat lukken. Voor 10.000 euro met een onbepaalde terugbetaaltijd. Dat was gedachte, toch?"
"Dat klopt inderdaad. Maar hoe gaan we dat doen?"
Mike zucht opgelucht en weer voelt hij zich wegzakken. Wat is hij ontzettend moe. Nog even volhouden.
“Wat lijkt je zelf het handigst?”
“Gewoon als de vorige keren? Iemand onder de spiegel, en als het neergelegd is, dan haalt iemand anders het op?” Het lijkt Mike het handigste als er niks veranderd, dit kent iedereen ten minste al. En dit werkt goed, zijn hoofd heeft toch geen ruimte meer om andere dingen te controleren.
“Dat lijkt me prima. Wanneer wil je dat we gaan lopen?”
“Dat geef ik wel door, ik moet nu eerst hier het regelen dat het klaar staat.”
“Prima, Hilde heeft haar handtekening al gezet dus zodra jij het zegt, kunnen we.”
Mike haalt een keer diep adem en probeert de spanning uit te blazen. Dan loopt hij terug naar de groep.
“Patrick.” Patrick is nog wel wakker maar had duidelijk geconcentreerd proberen te luisteren en besloten niet direct weer oogcontact te zoeken, dus hij kijkt op zodra zijn naam genoemd wordt.
“Ja Mike?”
“Maak John wakker en ga daarna naar de voorste tussensteek.”
Patrick knikt, hij heeft het gesprek daarnet vrijwel niet kunnen verstaan, maar wel de verschillende emoties langs horen komen. Blijkbaar staat er iets te gebeuren en eigenlijk bevalt het hem niets. D-day was coming, leek het wel. Maar hij staat op en loopt naar John toe. Terwijl Mike op een afstandje toekijkt, maakt hij John wakker, die eerst lichtelijk verdwaast kijkt.
“Volg me.” Zegt Patrick, en John komt slaperig in de benen, bijna struikelend over iets van het fruit dat gevallen was het rek.
“Wat is er aan de hand?” vraagt hij, nog altijd niet helemaal wakker.
“Gewoon gehoorzamen.” Antwoordt Patrick duidelijk, zodat Mike het gesprek kan volgen en dan lopen ze naar de voorste tussensteek. Mike loopt ook naar de tussensteek toe en zegt daar dat ze onder de spiegel moeten gaan staan en dat Patrick zo het bevel krijgt iets op te halen. Ze knikken ter bevestiging en gaan daar dan staan. De werkelijkheid keert bij John terug en hij wordt iebelig. Hij wil niet betrokken zijn bij iets doen, waarom heeft die dude dat nou nog steeds niet door? Maar Patrick was duidelijk en dat doet hij dan ook maar. Hij moet op hem vertrouwen, hij heeft de meeste ervaring.
Mike besluit dat alles in orde is en dat hij goed zicht heeft op de binnenplaats.
“Het mag gebracht worden.”
De schuifdeuren gaan open, de vrouw die ook hielp met Nina ophalen komt binnen en legt een dossier neer. Via de spiegel neemt ze even contact met Mike op en ze kijkt ook even naar John en Patrick, Patrick knikt en ze knikt terug. Dan loopt ze weer de deur uit.
Mike wacht nog even en dan vertelt hij dat Patrick het dossier moet ophalen en daarna weer terug onder de spiegel moet gaan staan. Rustig loopt Patrick er naartoe, pakt het dossier op en loopt weer terug. Zo nieuwsgierig als hij nu is, zo voorzichtig is hij ook. Blijkbaar is de gehele oplossing op papier te vatten. En dat is duidelijk geen 10.000 euro. Dan vertelt Mike hen naar de achterste tussensteek te gaan. Terwijl Mike zelf een pas achteruit doet. Even wankelt Mike, zijn evenwicht half verliezend van die pas achteruit. En Patrick twijfelt, moet hij ingrijpen? Toch verwerpt hij het idee, het is te ver weg, hij zou het niet op tijd halen.
“Ga naar achteren toe en leg het dossier op de tafel.” Zegt Mike.
Patrick en John lopen naar rechts bij de voorste tussensteek en zo achter de groep langs. Mike probeert hen in het oog te houden, maar hij vertrouwt Patrick ook wel. Waardoor hij zijn ogen soms af laat wenden. Hoe kan het dat deze plaats, zo’n kleine supermarkt, zo’n situatie is kunnen worden? En zou hij het zo meteen allemaal kunnen afronden? Zou het zo meteen klaar komen? Hij weet het niet. Hij vertrouwt het nauwelijks, maar hij moet wel. Dan loopt hij naar de tafel toe waar Patrick ondertussen het dossier al heeft neergelegd.
“Ga maar zitten.” zegt hij tegen Patrick, die nog staat te wachten op verdere instructies. Patrick gaat dan ook weer zitten naast Todd, die daar wakker van wordt.
“Het is goed jochie, ga maar weer slapen.” Zegt Patrick tegen Todd, en slaapdronken als deze nog is, gehoorzaamt Todd braaf. En zijn ogen zakken weer dicht. John is achterin gaan zitten, terug naast Doran, die nog altijd slaapt. Mike weet dat hij uit het zicht probeert te blijven, maar Joseph wil hij niet steeds laten opstaan, Todd is te jong en Doran vertrouwt hij niet. Die was gewoon te vlot in het begin. John heeft dus gewoon pech, want hij heeft nou eenmaal twee man nodig als er iets gedaan moet worden.
Mike gaat zitten en kijkt zowel Joseph als Patrick even aan, die wijs hun blik afwenden. Dan laat Mike zijn hand met wapen op tafel rusten terwijl hij het contract doorkijkt. Het zijn vier velletjes, 2x2 stuks, en een pen. Het lettertype is voldoende groot en als hij het doorleest ziet hij geen vreemde dingen staan. Geen dingen die niet afgesproken zijn. Hij moet er maar op vertrouwen dat Hilde het goed heeft doorgelezen. Hij kan de letters namelijk nauwelijks meer tot woorden vormen. Wat hij ziet, klopt. Dan doet het wapen naar zijn andere hand en pakt de pen. Hij tekent alle vier de velletjes, overal staat er een regel voor. Hij heeft alles gezien.
Mike stopt de pen terug en doet de velletjes ook weer terug in het dossier. Dan klapt hij deze dicht en kijkt terug naar Patrick, die nog altijd met zijn ogen naar de grond zit. Hij besluit eerst maar op te staan. Zodra de stoel verschuift kijkt Patrick wel op.
“Patrick, ik wil dat je nogmaals samen met John naar de voorste tussensteek loopt, en neem het dossier mee.”
Patrick knikt en staat rustig op terwijl Mike alvast ook richting de tussensteek gaat. Dan pakt hij het dossier en loopt naar John toe, die de bui duidelijk alweer voelt hangen. Maar Patricks ogen zijn duidelijk, geen geaarzel, gewoon meewerken, en hij staat op en volgt Patrick. Eenmaal op de tussensteek zegt Mike dat ze onder de spiegel moeten gaan staan en wachten totdat Mike verder vertelt wat te doen.
“Shawn?”
“Ja Mike?”
“Ik laat het dossier zo neerleggen, laat je het mevrouw weer ophalen?”
“Als jij dat wilt, zal mevrouw dat doen.”
“Graag.”
“We hebben dan even een halve minuut nodig.”
“Mag het dossier al wel neergelegd worden?”
“Dat is prima.”
“Dan regel ik eerst dat even.”
“Tot zo.”
Mike richt zijn aandacht weer op zijn gasten.
“Patrick?”
“Ja meneer.”
“Leg het dossier op de binnenplaats neer en ga daarna terug onder de spiegel staan.”
“Ja meneer.”
Mike knikt en Patrick loopt rustig heen, terwijl hij er voor zorgt dat hij geen onverwachte bewegingen maakt. Er is iets gaande, en hij wil het niet juist nu verkloten. Dan legt hij het neer, werpt een blik naar buiten, waar ogenschijnlijk niemand staat, waarna hij weer rustig opstaat en terug naar de spiegel loopt.
“Het ligt op zijn plaats meneer.”
“Bedankt.”
Mike glimlacht licht, en Patrick knikt vriendelijk terug.
“Shawn?”
“Ja Mike.”
“Het dossier ligt op zijn plek.”
“Goed, mevrouw is ook weer ter plaatse, dus zodra je het wilt, kan ze gaan.”
“Laat haar maar komen.”
Dezelfde mevrouw als net haalt het dossier op. Zodra ze uit de schuifdeuren loopt, is het rond. Dan hoeft hij zich alleen nog maar aan zijn deel van de afspraak te houden. Het naar buiten komen.
Dat het zo voorbij is, hij kan het nauwelijks bevatten. Mike is bang, echt bang voor wat er gaat gebeuren. Maar hij moet sterk blijven. Hij kan niet eens zijn eigen leven nemen, dan wordt de lening niet verstrekt, hij moet zich er maar gewoon doorheen weten te slepen. De schuifdeuren sluiten zich en hij seint naar John en Patrick dat ze weer terug naar de groep moeten gaan. John is nog altijd gespannen, maar dat maakt alleen dat hij strak doet wat er gedaan moet worden. Als ze hem gepasseerd zijn en door de tussensteken naar voren lopen, loopt Mike er achteraan. Ze lopen terug naar de groep en gaan daar zitten, maar Mike blijft net voorbij de voorste tussensteek staan. Hij is zo moe, nog even moet hij volhouden. Hij pakt de telefoon uit zijn zak en haalt hem van de headset af, zo kan hij zijn volume beter beperken.
“Shawn?”
“Ja Mike?”
“Hoe gaan we dit regelen?”
“Het naar buiten komen, bedoel je?”
“Ja.”
Mike trilt een beetje, zijn handen zweten. Wat is hij moe. Dan glibbert het toestel uit zijn handen.
“oliebol!” hij probeert het nog te vangen maar het knalt op de grond. In stukken, klerezooi. Direct begint hij met ijsberen en zachtjes is hij aan het schelden. Hoe moet hij hier nou uitkomen? Het was bijna afgerond. Dan kijkt hij naar zijn gasten. Patrick kijkt hem met rustige ogen aan en Mike besluit hem te seinen. Patrick weet toch het beste van allen hoe dit in zijn werk gaat. Enigszins verbaasd komt Patrick aanlopen. Mike slikt nog een keertje, hij moet het nu dan maar aan hem vertellen. Patrick blijft eerst op een paar meter staan maar Mike seint dat hij dichterbij moet komen en moet volgen terwijl hij de tussensteek doorgaat zodat ze niet langer in het zicht van de andere gasten zijn.
“Je moet me helpen.” Fluistert Mike.
Op dit moment staat Patrick dusdanig dichtbij dat hij misschien wel een geslaagde ontwapening kan uitvoeren, maar hij wacht af, de situatie is in hoog tempo veranderd het afgelopen uur en hij denkt dat afwachten beter is.
“Hoe wil je dat ik help?” ook Patrick houdt zijn stem gedeisd, laat hij Mike’s voorbeeld maar volgen.
“Ik wil dit beëindigen, Shawn zou me er doorheen loodsen maar ik heb die telefoon uit mijn handen laten kletteren.”
“Dus je wilt dat ik uitleg wat er gaat gebeuren?”
“Ja, wat ik wel en niet moet doen.”
“Laten we in ieder geval naar voren gaan, er staan vast nu wat man bij de deur om de situatie in de gaten te houden nu ze contact verloren zijn. Dan zal ik je daar verder helpen, oké?”
Mike knikt. “Goed.”
En door het voorste gangpad lopen ze naar voren, er staan inderdaad mannen in de buurt van de schuifdeuren, net ver genoeg om te voorkomen dat deze niet open gaan. Mike’s wapen wijst ondertussen naar Patrick’s voeten en Patrick negeert het, afhandig maken zal lukken zolang hij er maar dicht bij genoeg blijft. Dan staan ze op de voorplaats.
“Oké. Ik weet niet precies hoe het bij een arrestatieteam gaat, maar ga er vanuit dat het wat ruig kan klinken, maar ze zullen je niet expres pijn doen of iets dergelijks. Ieder heeft zo zijn procedures en ze zullen deze blijven volgen. Rustig blijven en alles langzaam en beheerst doen is het aller belangrijkste. En doen wat ze zeggen. Plotselinge bewegingen maakt nerveus, dus rustig bewegen. Waarschijnlijk zullen ze je vertellen dat je moet gaan liggen op de grond, handen met de vingers gevouwen op je hoofd en je benen of gespreid en languit, of gekruist en gebogen. Het belangrijkste is dat je hen laat sturen, gewoon doen wat ze zeggen. Je zult je wapen hier moeten laten.” Patrick ziet dat Mike bij deze tekst even begint te twijfelen.
“Het makkelijkste is hem zo aan mij geven, maar als je dat niet wil kan je ook de kogels eruit halen en deze na de eerste en voor de tweede set schuifdeuren laten vallen en alleen het lege wapen aan mij geven. Is dat een idee?” Mike kijkt hem aan, twijfelt nog even en knikt dan.
“Dat lijkt me handiger.”
Patrick snapt het wel, zo dicht bij zich overgeven wilt hij niet alsnog zijn leven riskeren.
“Goed, dan regelen we het zo. Misschien is het handig als ik je alvast fouilleer, dan kunnen er geen stomme dingen meer in je zakken zitten. Wat denk je ervan?”
Mike knikt. Dat lijkt hem ook wel handig. Ook zijn wapenhand zweet ondertussen en hij wil het ding eigenlijk gewoon neerleggen, nog even volhouden. De mannen die bij de deur stonden zijn nu verder weg en het zijn er minder. De rest zal wel uit het zicht staan, maar wel dichtbij. Hij is zo bang voor wat er gaat gebeuren maar het moet gewoon.
“Goed, zal ik dat eerst doen?”
“Zal ik eerst de kogels verwijderen.”
“Wat jij prettig vindt.”
Mike tilt het wapen op en probeert de kogels eruit te krijgen, maar het lukt niet erg. Patrick wacht geduldig, zou hij hem om hulp vragen? Hij twijfelt, dan legt hij de twijfelende blik bij Patrick neer die rustig zijn hand beweegt richting het wapen en Mike laat het, gaat zelfs iets naar voren met het wapen. De kogels worden er rustig uit gehaald en Patrick biedt deze Mike weer aan, die deze in zijn linkerhand neemt. Hij is nogmaals blij dat Patrick één van gasten is.
“Ga maar met je armen gespreid staan en ook je benen uit elkaar.”
Mike doet het en Patrick controleert hem. Bij zijn kniezakken voelt hij wat en hij haalt het eruit. Het was Mike’s mobieltje, maar deze blijkt ook leeg te zijn. Ook de enkels worden gecontroleerd en als Patrick hem volledig heeft gecontroleerd knikt deze naar Mike die weer zijn armen laat zakken.
“Het lijkt me goed zo.” Mike hapert even en biedt daarna zijn wapen aan aan Patrick, die deze rustig aanneemt en in zijn broek steekt.
“Oké, als je zo naar buiten gaat zullen er waarschijnlijk ook wat agenten rechts van de deur staan. Het is procedure dat ze met getrokken wapens op je af komen, deze houden ze op je gericht totdat ze je gearresteerd hebben, mijn advies is om de wapens te negeren. Ze zullen ze niet gebruiken zolang jij rustig bent, rustig beweegt en doet wat ze zeggen. Ze hebben niet de intentie om je pijn te doen maar ze moeten zeker zijn van hun eigen veiligheid dus rust rust rust, dat is het aller belangrijkste. Doe beide handen open naast je hoofd.” Patrick doet het voor, “en loop rustig naar voren toe totdat ze zeggen dat je iets anders moet doen. Volg hun instructies gewoon volledig op. Ze zullen het je uitleggen.” Mike knikt.
“Oké, kan je nog één keer zeggen wat ik nou precies nu moet doen?” hij is echt stik zenuwachtig en doodsbang.
“Goed, als je zo naar de ingang loopt houdt je beide handen naast je hoofd.”
“Beide handen naast mijn hoofd.”
“In het tussenstukje zak je rustig en langzaam door de benen en leg je de kogels met één hand op de grond terwijl je de andere hand naast je hoofd houdt, daarna ga je weer staan en doe je weer beide handen naast je hoofd.”
“Dus met één hand de kogels neerleggen, dan weer terug met beide handen.”
“Ja, alles langzaam. Dat is het aller belangrijkste. Daarna loopt je rustig naar buiten, geen onverwachte bewegingen. En loop je langzaam door totdat de agenten zeggen dat je iets anders moet doen, waarschijnlijk liggen met je handen op je hoofd en je benen gespreid.”
“Dan doorlopen en gehoorzamen.”
“Juist, en negeer de wapens. Ze zullen je niets doen zolang jij maar rustig en langzaam bent en geen onverwachte dingen doet. Ze zijn er alleen voor hun eigen veiligheid.”
“Negeer de wapens.”
“Juist.”
Het zweet loopt van Mike’s voorhoofd af, nu gaat het dan toch gebeuren. Het moet maar. Hij kijkt Patrick aan en knikt.
“Het komt goed.” Zegt deze.
Dan doet Mike rustig zijn handen naast zijn hoofd en loopt naar de schuifdeuren. De mannen die nog in het zicht stonden verstrakken wat, maar ze verplaatsen zich niet. Ook voor hun is dit het moment van de waarheid. Als Mike door de eerste set schuifdeuren heen is zakt hij rustig door zijn benen heen en brengt zijn linkerhand, waar de kogels in zitten, naar de grond. Dan gaat hij langzaam weer rechtop staan. Zijn lichaam trilt helemaal van de zenuwen en de vermoeidheid. Hij brengt ook zijn linkerhand weer naast zijn hoofd, haalt nog een keer diep adem en begint weer met lopen. De tweede set schuifdeuren schuiven open en hij loopt naar buiten, stapje voor stapje. Zowel rechts als links van hem staan mannen met wapens op hem gericht, ‘negeer de wapens’ denkt hij in zichzelf. En rustig blijft hij stapje voor stapje naar voren gaan. Als hij een vijftal meters van de supermarktdeur verwijderd is hoort hij achter zich beweging, nog net voorkomt hij dat hij schichtig om kijkt. Hij beheerst zichzelf en kijkt rustig om en ziet dat de mannen tussen hem en de deur zijn gaan staan. “Op de grond liggen!” bevelen ze hem. En hij gaat door zijn knieën, een rilling gaat door hem heen, kanonnen, wat is de grond koud. Maar goed, even doorbijten, voorzichtig laat hij zijn handen zakken naar voren toe zodat hij zichzelf kan opvangen als hij gaat liggen. Als zijn buik de grond raakt schreeuwt deze in zijn geheel erom weer op te springen, maar hij moet zich bedwingen. Hij spreidt zijn benen als de mannen dat zeggen en legt zijn handen op zijn hoofd, waarna ze hem vertellen dat hij zijn vingers in elkaar moet vouwen. Ondertussen trilt hij over zijn hele lichaam, de stress, de vermoeidheid en de kou maken stil liggen eigen onmogelijk. Snel controleren de mannen hem op eventuele wapens waarna ze zijn handen op zijn rug boeien en ze helpen hem opstaan. Maar hij kan het niet meer, hij zakt door zijn benen heen. Ze proberen het nog een tweede keer en als dat niet lukt leggen ze hem weer neer, boeien zijn enkels ook en tillen hem weg. Hij kan gewoon niet meer. “Het komt goed.” Zegt één van de mannen. Ze zijn voorzichtig met hem, en hij weet het. Het komt goed.