Whahah, eigenlijk erger ik me inderdaad rot aan alle hoofdpersonen. maar toch doorlezen he....
Sanet
Berichten: 8888
Geregistreerd: 10-10-04
Woonplaats: Fryslan!
Geplaatst: 11-03-25 11:45
Rocamor schreef:
Whahah, eigenlijk erger ik me inderdaad rot aan alle hoofdpersonen. maar toch doorlezen he....
Ik zit in dit team
BarbaravdW
Berichten: 1162
Geregistreerd: 31-07-11
Geplaatst: 11-03-25 13:09
Sanet schreef:
Rocamor schreef:
Whahah, eigenlijk erger ik me inderdaad rot aan alle hoofdpersonen. maar toch doorlezen he....
Ik zit in dit team
Ik ook!
heidiLOVER
Berichten: 9206
Geregistreerd: 29-04-03
Woonplaats: Opperdoes
Geplaatst: 11-03-25 13:45
Sanet schreef:
Rocamor schreef:
Whahah, eigenlijk erger ik me inderdaad rot aan alle hoofdpersonen. maar toch doorlezen he....
Ik zit in dit team
Ik ook! Ze irriteren me echt allemaal en ik kan me in geen van de personen echt vinden.
MissJG
Berichten: 438
Geregistreerd: 28-09-16
Geplaatst: 11-03-25 17:31
Ik vind vooral Daan een trut om het netjes te zeggen. Syl is jong verliefd en is schijnbaar geestelijk heel erg afhankelijk van Daan. Daar is Daan zich echt wel van bewust maar die denkt alleen aan der eigen lusten en niet wat ze derest allemaal aan doet.
Ik leef me iets teveel in denk ik
soeboenoe
Berichten: 1493
Geregistreerd: 16-04-08
Geplaatst door de TopicStarter: 11-03-25 19:36
Oeh... ik schrik toch wel een beetje dat jullie je irriteren aan de hoofdpersonen , dat was totaal niet mijn insteek... Ergens kan ik het wel snappen, maar voelt een beetje als een slap in the face. Maar ik ben wel blij dat jullie het zeggen! Misschien dat ik daar nog aan kan schaven.
Frustratie is denk ik alleen maar goed: betekent dat de karakters iets doen.
Kijk bijvoorbeeld naar een serie waarin het hoofdpersonage iets doet waarvan je denkt 'NOOOOOO', dan betekent het vooral dat het iets doet en je mee leeft.
Oh ik bedoelde het ook echt niet naar. Maar beetje zoals je bij een soap serie ook echt denkt: neeeeeej wat doe je nou!! Zo heb ik dat hierbij ook.
pretty
Berichten: 4131
Geregistreerd: 12-06-03
Woonplaats: België,West-Vlaanderen
Geplaatst: 11-03-25 21:15
Hier ook een stille meelezer, pas recent jouw verhaal ontdekt en 3 dagen verslaafd het hele topic doorlezen om dan af te moeten kicken tot de volgende stukken kwamen.
De personages roepen gevoel op en dat betekent alleen maar lof voor jouw schrijfstijl dus vooral verder doen zoals het in jouw hoofd zit.
Ook zeker niet negatief bedoeld, meer zo van je kijkt een spannende film en je gilt naar het scherm "neee niet de donkere enge kelder inlopen met een kaarsje als enige lichtbron" en dan doen ze het natuurlijk wel.....
Ts ik zou het als een enorme veer in je ... beschouwen. Bewijst enkel maar dat je met schrijven heel goed de karakters kunt neerzetten. Zeer zeker niet negatief opvatten hoor!
MissJG
Berichten: 438
Geregistreerd: 28-09-16
Geplaatst: 12-03-25 01:34
Hier ook zeker niet negatief! Kan me juist enorm inleven in iedereen. Wat juist een enorm talent is! Het verhaal neemt je zo mee dat het voelt alsof je ze zelf kent en daarom wil je ze soms gewoon heel graag even een goed woordje toespreken
Het was inderdaad niet zo negatief bedoeld! Inderdaad meer het irriteren van wat doe je nou?! Denk eens na Dat is juist inderdaad eerder een compliment!
soeboenoe
Berichten: 1493
Geregistreerd: 16-04-08
Geplaatst door de TopicStarter: 17-03-25 17:07
Gelukkig maar! Ik schrok er wel even van haha! Maar zoals jullie het hier uitleggen, ben ik er wel heel blij mee. Dankjulliewel!
Voor vandaag weer een nieuwe portie irritatie --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Die maandagmiddag is het een grijze, grauwe dag waarbij de wolken eruit zien of ze ieder moment kunnen breken en een stortvloed aan regen over me uit kunnen storten. De lucht die ik inadem voelt zwaar, het maakt dat ik moeite heb met ademen. Na het kleine stukje lopen vanuit mijn auto naar haar huis, voelt het alsof ik een marathon heb gelopen, mijn hart lijkt iedere keer meerdere slagen tegelijk te willen doen of bepaalde slagen juist over te slaan. Wat wil ik eigenlijk bereiken met dit gesprek? Gaat dit weer een gesprek zijn waarbij we beiden om te hete brei heen blijven draaien? Schieten we er überhaupt iets mee op om dit keer op keer weer te bespreken?
Ik hef mijn hand op naar de deurbel, maar voor ik de kans krijg om aan te bellen, doet Daniël de deur al open. Ze probeert te glimlachen, maar ik zie duidelijk de spanning op haar gezicht. Dat kleine fronsrimpeltje is meer dan duidelijk zichtbaar en haar ogen staan hard. Zou ze net zo onzeker zijn als ik over deze afspraak?
‘Kom binnen.’ – Ze stapt opzij om me binnen te laten.
Als ik de woonkamer binnenstap probeer ik iets van afleiding te vinden voor de zwaarte die ik al sinds het afscheid van de vorige keer met de meedraag. Ik word wederom ook weer overvallen door het vertrouwde gevoel dat de woonkamer me geeft. Automatisch loop ik naar de bank om me daar zachtjes op te laten zakken.
‘Wordt het thee of wijn?’ – Ze kijkt vanuit de keuken over haar schouder naar mij. Onbewust hoor ik de vraag of het een zwaar of luchtiger gesprek gaat worden weerklinken in haar woorden. ‘Het is twaalf uur geweest, dus ik denk wijn.’ – Daarmee zet ik meteen de toon, luchtig gaat het niet worden.
Ze gaat met twee gevulde wijnglazen naast me op de bank zitten, iets verder weg dan ze normaal zou doen. Misschien probeert ze zo onbewust wat afstand tussen ons te creëren. Ik neem het glas van haar aan, mijn trillende vingers verraden meteen hoeveel spanning er in mijn lijf zit. Niet eens de spanning van bij haar in de buurt zijn, maar wel de spanning van een gesprek waarvan ik niet weet wat de uitkomst gaat zijn. Haar wijnglas staat op de salontafel, haar handen liggen onrustig in haar schoot. Ze heeft me nog niet één keer echt aangekeken.
‘Ik had het je misschien niet moeten zeggen, Syl.’ – Ze wrijft met haar hand over haar voorhoofd. ‘Ik hou van Niels. Ik blijf van hem houden.’ – Haar stem klinkt hees, wat raar vervormd, alsof ze iets in haar keel heeft. ‘Dat weet ik, Daniël. Het verandert alleen niets aan wat er tussen ons is gebeurd en nog speelt. Het verandert niets aan wat ik nog voor je voel, aan wat ik denk dat jij nog voor me voelt.’ – Ik probeer mijn hand op die van haar te leggen, zij trekt haar hand alleen meteen weg. ‘Hoe kun je dit zeggen? Het verandert alles.’ ‘Ben je ooit opgehouden met van hem houden?’ ‘Nee…’ ‘Toch zijn wij een periode samen geweest, een periode waar je ook van hem gehouden hebt.’ – Haar blik wendt ze van me af, ze staart te woonkamer in. ‘Syl, kun je op zijn minst begrijpen dat ik een leven met Niels heb opgebouwd, dat ik een belofte van loyaliteit heb gedaan? Ik ben met hem getrouwd, dat moet ook voor jou iets betekenen. Voor mij wel.’ ‘Betekent dat ook dat je jezelf maar weg moet blijven cijferen? Hoe loyaal ben je dan aan jezelf, Daniël? Als jij denkt dat wat wij hebben gehad en wat er nog steeds speelt zomaar uit jouw hoofd verdwijnt als je maar blijft herhalen dat je getrouwd bent, dan stap ik nu op en zie je me nooit meer. Want ik wil je geen pijn doen of me opdringen als jij er compleet van overtuigd bent dat dat het beste is, maar dat heb ik je niet uit horen spreken. Ik voel gewoon dat dit de waarheid niet is.’ – Ze krabbelt even op haar achterhoofd, haalt haar hand door haar prachtige krullen en haar geurtje dringt mijn neus weer binnen. ‘En wat als je gelijk hebt, Syl? Wat als ik het niet los kan laten? Wat dan? Ik kan Niels niet zoveel pijn doen, ik kan niet wéér degene zijn die zijn hele wereld kapot maakt. Die onze wereld compleet kapot maakt.’ – Ze neemt een flinke slok van de droge witte wijn, haar vingertoppen wit door de kracht waarmee ze haar wijnglas vasthoudt. ‘Je hoeft niet meteen op alles een antwoord te hebben. We kunnen ook proberen om samen antwoorden te vinden, zonder dat je daarbij jouw bekende wereld met Niels aan gruzelementen slaat. Ik wil ook niet dat je alles opgeeft, zoals ik de vorige keer al heb gezegd; dat werkt niet.’ ‘Weet je Syl, soms vraag ik me af waarom ik je iedere keer mijn leven weer binnenhaal, terwijl ik weet dat het alles zo ontzettend veel moeilijker maakt dan het al is. Ergens voelt het alsof jij een bliksemafleider bent voor de dingen die moeilijk zijn tussen Niels en mij. Een manier om toch even weg te kunnen van alles wat het zo lastig maakt tussen hem en mij.’ ‘Ik denk vooral dat het makkelijker is om me een afleiding te noemen, dan dat je moet erkennen dat er nog iets speelt tussen ons. Misschien is het genoeg om te erkennen dat het er is. Dat wat wij delen, hoe moeilijk het ook is, niet zomaar verdwijnt. En dat je ruimte mag geven aan jezelf om te voelen, zonder daar meteen iets mee te moeten doen.’
Voordat ik iets anders kan zeggen staat ze op, pakt haar wijnglas en smijt deze door de kamer heen. Het glas spat uiteen tegen het blad van de eettafel. Ik schrik van haar reactie, maar ik schrik nog meer van de uitdrukking op haar gezicht als ze me eindelijk aankijkt.
‘Waarom wil iedereen continue voor mij bepalen wat er moet gebeuren en wat niet?! Ik móet helemaal niets erkennen, ik móet helemaal niets voelen. En weet je wat het ergste is? Iedere keer als ik probeer enige vorm van logica toe te passen op wat er zich in mijn hoofd afspeelt, komt er weer iemand anders die me verteld wat te doen en wat niet te doen. “Denk aan jouw gevoelens Daniël, denk aan ons huwelijk Daniël, denk aan de kinderen Daniël”. Ik denk dat ik eens móet stoppen met iedereen gelukkig te willen houden. Ik houd van Niels, zielsveel. Ik houd zoveel van die man dat ik hem zelfs vergeven heb voor wat hij die avond gedaan heeft, iets dat ik een ander nooit zou kunnen vergeven. Dat jij hier komt zitten en mij óók weer komt vertellen wat er “allemaal zou kunnen of wat ik zou moeten” maakt het niet beter. Ja, het was oprecht genieten tussen ons, maar ik zal je heel kort en bondig vertellen wat ik wil. Geen schaamte, geen rekening houdend met wie dan ook, dan alleen met mezelf; Ik wil mijn huwelijk met Niels, mijn fijne leven met hem en de kinderen, ik wil mijn baan weer terug en als ik dan écht alles zelf mag bepalen; heb jij daar ook een rol in. Maar heel simpel; Ik houd van de geborgenheid die Niels me geeft, hoe diep onze liefde gaat, onze maniertjes, de grapjes, het vertrouwde. Wij zouden het leuk hebben samen, zonder geneuzel over relatie, kiezen, Niels, getrouwd zijn en alles wat daarmee verbonden is, want daar verlang ik nog steeds intens naar. Ik verlang naar het onbezonnen zoenen alsof ik weer een tiener ben, jouw handen die me iedere keer in extase brengen, waarbij ik me op en top vrouw voel. Dat je me laat voelen wat ik nog nooit eerder heb ervaren. Jouw gulzigheid, zonder dwingend te zijn. Maar dat kán niet, Syl. Ik kan niets met je doen, ik ben aan handen en voeten gebonden.’
Ze heeft meerdere rondjes, zwaaiend met haar armen, door de kamer gelopen, maar staat nu vlak voor me nadat ze haar handen omhoog heeft gegooid en ze nu langs haar lijf af laat hangen. Ik hoor haar zwaar ademen, als ik stil blijf en haar met grote ogen aankijk, gromt ze. Of misschien is het een halve schreeuw uit frustratie. Ze gaat op de hoek van de salontafel zitten, met haar hoofd in haar handen.
‘Waarom niet?’ – Ik fluister het bijna, ze kijkt me aan alsof ik iets heel gek heb gezegd. ‘Wat zeg je?’ ‘Waarom kan het niet?’ ‘Dat heb ik je net verteld. Al zo vaak verteld.’
Ondanks haar woorden, buig ik me toch naar haar toe. Ik laat mijn hand langs haar kaak afglijden en met de wijsvinger van mijn hand onder haar kin, doe ik het toch. Ik kus haar. Mijn lippen voelen of ze in brand staan en als ik niet zou zitten, zou ik vast en zeker door mijn benen zakken. Heel even beweegt ze zich van me af, één, misschien twee millimeter, ademt oppervlakkig en gehaast. Ik kan haar gedachten bijna lezen in haar ogen, alsof ze met honderd kilometer per uur door haar hoofd gaan. De tijd lijkt compleet stil te staan, alsof ook de klok haar adem inhoudt. Ik kan zien dat ze met zichzelf in gevecht is, haar borstkas verraadt dat haar adem met momenten even stokt. Ze veegt met haar duim over haar eigen lippen, waarbij haar ogen naar mijn mond flitsen, bijna te snel om het op te merken. Maar ik zag het. En daarmee zie ik ook dat ze de strijd in haar opgeeft door de toch al niet te grote afstand tussen ons weer te overbruggen. Ik weet zeker dat ik nog nooit zo onbesuisd gezoend heb, alsof het mijn eerste én laatste zoen is, terwijl mijn handen over haar rug naar beneden glijden. Met mijn neus vind ik als vanzelf de weg naar haar hals, hoor haar zwaar ademen. Ik kus haar hals, snuif haar geurtje op, wil compleet in haar verdwijnen. Ik schuif haar shirt aan de kant, kus haar schouder, sleutelbeen… Dan stop ik. Ik snap het zelf ook niet, maar alsof er iemand anders via mijn mond praat, zeg ik;
De woorden die ik zojuist heb uitgesproken, lijkt in de lucht te blijven hangen. Niet omdat ze licht aanvoelen, maar omdat deze woorden bij ons beiden geen plek hebben om te landen. Daniël kijkt me aan met een blik gevuld met een mix van verbazing en ergens ook verlangen. Ze haalt een keer diep adem en schuift iets naar achteren op de salontafel. Het lijkt of ze weer een bepaalde afstand wil creëren tussen ons, iets wat ze aan het begin van het gesprek ook heeft geprobeerd. Haar blik dwingt me om weer iets te zeggen.
‘Ik… Ik weet niet goed waarom ik dit gezegd heb.’ – Mijn stem trilt een beetje door mijn hart dat zo ontzettend hard klopt, dat het lijkt of mijn hele lijf erdoor op en neer schudt. ‘Het voelt of we “meer” nodig hebben dan enkel dit Daan.’ – Ze fronst haar wenkbrauwen, het ziet eruit of ze niet helemaal begrijpt wat ik bedoel. ‘Meer?’ – Haar stem loopt over van verwarring. ‘Meer. Op een manier die niet kapot maakt wat we nog hebben. Ik denk dat als we dit nu doen, alles naar de klote gaat.’ – Ik reik naar haar hand. Mijn vingers omsluiten die van haar en ik voel hoe ze trilt. ‘Ik weet niet hoe dat kan zonder dat ik alles verlies, zonder dat wij alles verliezen.’ – Rauwe emotie klinkt nu door in haar stem. Haar vingers omsluiten langzaam de mijne. Ik wrijf zacht en liefdevol over haar knokkels als ik probeer om alle woorden in de juiste volgorde te zetten. Daniël kijkt me aan, haar blik zoekend, alsof ik een antwoord voor haar heb die alle vragen wegneemt. Ze schuift weer iets naar voren op de salontafel, zodat onze knieën elkaar net niet raken. Dit maakt dat de afstand tussen ons kleiner aanvoelt. Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. ‘Ik wil ons niet reduceren tot enkel seksuele verlangens bevredigen of als je wil ontsnappen aan iets, dat ik er dan “maar” ben. Ik wil ook niet dat we het idee hebben dat we aan sociale verwachtingen moeten voldoen of beperkt worden door schuldgevoel. Als we dit gaan doen, moeten we onszelf kunnen zijn, geen angst of schaamte naar elkaar.’ – Na mijn betoog kijkt ze naar onze handen, of deze aanraking de graadmeter is voor het antwoord. ‘Oké.’ – Het is bijna niet te horen, zo zacht zegt ze het, met een stem die ieder moment lijkt te kunnen breken. ‘Áls we dit doen… Als we… iets proberen, dan worden er hele duidelijke afspraken gemaakt. Geen ruimte voor misverstanden, geen ruimte voor chaos.’ – Ik knik langzaam, mijn beiden handen inmiddels om de hare. Ze slikt hoorbaar, alsof ze probeert om haar eigen emoties onder controle te krijgen. ‘Géén verwachtingen. Nul. Ik wil niet dat we elkaar onder druk zetten om iets te zijn, wat we niet kunnen zijn. Begrijp je wat ik bedoel?’ ‘Geen verwachtingen.’ – Ik herhaal haar woorden, ik vind het moeilijk om ze zo duidelijk uit te spreken, maar ik wil haar grenzen respecteren. ‘Mijn huwelijk met Niels…’ – Wanneer ze zijn naam zegt, klinkt haar stem weer ontzettend breekbaar. Ze wendt haar blik af en staart naar een fotolijstje in de woonkamer, alsof ze op die manier direct aan Niels een belofte maakt. ‘Dat blijft voor altijd prioriteit. Mijn leven met Niels is iets wat ik koester. Hij blijft mijn thuis. Wat Niels en ik samen hebben, moet door wat jij en ik hebben nooit verstoord worden’ – Ze maakt weer oogcontact. Ik voel een scherpe steek van jaloezie, maar dwing mezelf om deze weg te duwen. ‘Het zal zijn of dit tussen ons niet bestaat voor hem.’ – Ik voel de tranen opwellen in mijn ogen, maar knipper ze snel weer weg. Ze glimlacht kort, al verdwijnt die glimlach even snel als dat die opkwam. ‘Niet onaangekondigd langskomen. Geen berichtjes die expliciet over “dit” gaan, ik wil niet riskeren dat iemand er lucht van krijgt. En als laatste; we zijn áltijd eerlijk tegen elkaar. Altijd.’ ‘Ik begrijp het. Ik respecteer jouw wensen en jouw relatie met Niels.’
Het is inmiddels begonnen met regenen, het geluid van de druppels tegen de ramen is het enige dat de stilte die zojuist is gevallen doorbreekt. Er zijn even geen woorden meer nodig, de stilte is op dit moment zowel troostend als spannend. Ik wrijf nog steeds over haar handen, zij geeft af en toe een kneepje in mijn vingers. Alsof we een compleet gesprek voeren naast het gesprek dat zojuist met woorden heeft plaatsgevonden. Ze schuift nog iets naar voren, waardoor onze knieën ook in elkaar verstrengeld zijn. Met een van mijn handen veeg ik een krul achter haar oor, zij laat haar hoofd even tegen mijn hand rusten en sluit voor een moment haar ogen. Die prachtig, sprekende ogen… We zitten nu zo dicht op elkaar dat ik iedere ademteug van haar langs mijn gezicht kan voelen, de warmte van haar lijf, dat het trillen van het mijne verdrijft. Ik leun iets naar voren, in tegenstelling tot de onbesuisde zoen van daarstraks, is deze kus teder. Niet gretig of overdadig, maar een intieme bevestiging van de afspraken die zojuist zijn gemaakt.
‘Zullen we dan nu proberen om iets van de wijn te proeven?’ – Ze glimlacht breeduit na mijn vraag en schudt haar hoofd. ‘Dat kan ook alleen jij.’ – Ze gaat weer naast me op de bank zitten, deze keer zonder afstand. ‘Wat?’ ‘Zo’n gigantische overgang, zo logisch laten klinken.’ – Wat vind ik het fijn om haar weer te zien lachen.