
Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly
Citaat:‘Taxi!’ gilde ik in volledige paniek over straat, mijn armen wild zwaaiend. De mensen die me passeerden keken me nogal misprijzend aan, maar het kon me niet schelen. Ik moest dat paspoort hebben voordat het Manhattan Municipal Building dichtging. Al snel stopte een van de geelgekleurde vervoersmiddelen voor mijn neus en sprong ik er met een rare sprong in. ‘Eh, hallo?’ zei de chauffeur dan ook een beetje verbaasd. ‘Hoi,’ zei ik terwijl ik overeind krabbelde. ‘Manhattan Municipal, graag.’ Ik glimlachte even lief, om hem ervan te overtuigen dat ik niet compleet gestoord was. ‘Oké, miss,’ lachte hij terug en bracht de auto weer op de weg. Heen en weer hopsend en kijkend op mijn horloge hoopte ik op tijd te komen, al hielp dat natuurlijk helemaal niets. ‘Heeft u haast, miss?’ vroeg de chauffeur. Ik knikte nerveus en stak een heel verhaal af over Pancakes en mijn verhuizing naar Londen. ‘Sorry,’ verontschuldigde ik me direct daarna, ‘dat kan u natuurlijk helemaal niet schelen en terecht, maar ik ga altijd veel en snel praten als ik zenuwachtig ben. Sorry!’ De chauffeur lachte nog eens, terwijl hij de auto voor mijn bestemming wist te parkeren. ‘Dat geeft niets, miss. Muziek raak je ook zat op zo’n dag weet u.’ Ik betaalde hem zijn geld en sprong weer met dezelfde onhandigheid uit de taxi.
Ik rende het gigantische gebouw in zonder ervan onder de indruk te zijn en kwam buiten adem bij de lift terecht. Deze zat echter propvol en ik paste er met geen mogelijkheid meer bij. Teleurgesteld wuifde ik een ambtenaar die grappig probeerde te zijn gedag en hing ik chagrijnig tegen de muur terwijl ik met grote agressiviteit op het knopje bleef drukken. Net toen ik dacht dat het knopje het nooit zou gaan begeven, zag ik hou een grote hand de mijne bedekte en hem langzaam van het knopje verwijderde. Met wat tegenzin liet ik me meevoeren, ervan overtuigd dat ik met een beveiligingsbeambte van doen had. Toen ik opkeek, viel ik echter in de felblauwe blik van iemand die ik hier had kunnen verwachten. ‘Vanwaar die agressiviteit, dame?’ vroeg hij streng, maar met een glimlach in zijn ogen. ‘Ik heb haast, heer,’ speelde ik het spelletje mee, ‘maar ik kon de lift niet in. En nu lijkt het eeuwen te duren voordat er eentje terugkomt.’ Hij knikte nadenkend en ik zag dat hij zijn lachen bijna niet kon inhouden. ‘Wat?’ vroeg ik dan ook enigszins geïrriteerd. ‘Je snapt dat er nog zo’n twintig andere liften om je heen zijn, die al lang weer naar boven zijn vertrokken?’ zei hij liefjes, terwijl hij, waarschijnlijk uit automatisme, zijn vingers kort tegen mijn wang aanlegde en me meelijdend aankeek. ‘appelflap!’ floepte ik er dan ook chagrijnig uit, door mijn woede niet aangetast door zijn aanraking. Intussen lachte hij me ronduit uit en drukte op het knopje van een andere lift, die vrijwel meteen zijn deuren opende. ‘Ga je mee of niet?’ Mopperend sleepte ik mezelf achter hem aan de lift in. Ik was verbaasd te ontdekken dat we de enige mensen in de lift waren, terwijl mijn vorige zo druk was geweest. ‘Je moet nooit de eerste lift nemen,’ fluisterde Michael in mijn oor. Ik voelde de zelfvoldaanheid van zijn glimlach op mijn huid prikkelen, maar ik wilde me niet laten kennen. Dus keerde ik me met halfgesloten ogen en een glimlach naar hem toe. Toen ik recht voor hem stond, nam ik het risico hem recht in de ogen te kijken. Deze hadden weer die intense blik, die me vertelde dat hij naar me luisterde en niet omdat het moest, maar omdat hij graag wilde horen wat ik te zeggen had. Verder probeerde hij me natuurlijk weer helemaal slapjes te krijgen, maar dat ging hem niet lukken. Niet deze keer. Dus ik rechtte mijn rug en vroeg hem enkel hoe het met hem ging. Zijn neus wiebelde een beetje bij het horen van mijn vraag, de pret verradend die zich binnenin hem afspeelde. ‘Ja, gaat wel goed hoor. Een beetje druk, dat is alles. En met jou?’ Geen moment verloor hij mijn ogen en ik kon niet geloven dat ik weer met hem in de lift stond en weer behoorlijk wat etages omhoog moest. ‘Ook goed,’ zei ik monotoon, proberend mijn blik af te wenden. Waarom was dat bij hem in godsnaam zo moeilijk? Al snel kwam het antwoord in me op: CIA-training. Natuurlijk. ‘Druk met de voorbereidingen voor Londen?’ vroeg hij beleefd. ‘Ja,’ knikte ik, ‘daarom ben ik ook hier. Ik moet het paspoort van Pancakes ophalen.’ Daar was ik hem even kwijt. ‘Pancakes?’ vroeg hij dan ook, oprecht de kluts kwijt. ‘Mijn kat,’ verduidelijkte ik het voor hem. Ik voelde hoe doodmoe ik werd van het onderdrukken van alle gevoelens die hij in me losmaakte en ik gaf me over. Ik liet mijn muur vallen en zijn intieme blik naar binnen komen. Ik proefde zijn geur in de kleine ruimte maar al te goed en al stonden we niet heel dicht bij elkaar, ik voelde zijn lichaamswarmte met de mijne versmelten. Ik draaide me met een ruk om, weg van alle verleiding, maar ik wist wat ik hier eigenlijk mee uitlokte. Al snel vonden zijn armen hun weg om mijn lichaam en draaide hij me nog sneller naar zich toe dan ik me van hem af had gedraaid. Met zijn handen op mijn gezicht dwong hij me in zijn ogen te kijken. Ik voelde mezelf slapjes worden door de zachte, bijna liefdevolle blik die hij uitstraalde en haatte mezelf erom. ‘Waarom doe je dit?’ fluisterde ik dan ook. ‘Ik wil me niet zo voelen.’ Hij keek me even onderzoekend aan en aaide met zijn duimen over mijn wangen. ‘Hoe voel je je dan?’ Ik wachtte even, mezelf bedenkend wat het nou precies was wat ik voelde. ‘Machteloos,’ bracht ik ademloos. ‘Ik kan geen kant op als ik bij jou ben.’ Michael zuchtte diep en liet me los. Hij ijsbeerde enkele luttele seconden door de lift, die overigens al lang mijn etage voorbij was en stond vervolgens weer recht voor me. ‘Waarom begrijp jij niet dat jij me precies datzelfde gevoel geeft? Ik dacht dat ik een muur om me heen had gebouwd, heel zorgvuldig zonder zwakke punten. Ik zou mezelf nooit meer verliezen aan een vrouw. Maar toen kwam jij.’ Hij sloeg met een behoorlijke kracht tegen de wand van de lift aan, de frustratie uitend die hij zo lang vanbinnen had gevoeld. ‘En hoe lang kennen we elkaar nou eigenlijk? Dit is belachelijk!’ vroeg hij zich bijna lacherig af. ‘Belachelijk!’
Geschrokken door de plotselinge afbreuk van zijn stabiliteit staarde ik hem aan. Zo had ik hem nog nooit gezien: ik kende hem alleen maar als iemand die altijd de touwtjes in handen had, zijn omgeving en vooral zichzelf beheerste. Michael zag hoe ik worstelde met een reactie en zijn blik werd weer zachter. Hij liep naar me toe en nam mijn handen in de zijne. ‘Maar weet je wat,’ fluisterde hij, ‘het kan me allemaal niets schelen. Ja, als ik alleen in een kamertje kan zitten piekeren misschien. Maar als ik bij jou ben.. dan ben ik alleen maar bezig met manieren te bedenken om je nog dichterbij me te krijgen. En te houden.’ Even staarden we elkaar diep in de ogen en waren we even heel dichtbij elkaar. Totdat de deuren van de lift open gingen en onze privacy voorbij was. Een stroom van mensen stonden voor de lift, wachtend tot wij naar buiten zouden komen. Vlug bewoog ik me uit de lift, net de verdrukking voor. ‘oliebol,’ bracht ik uit toen Michael weer voor me stond. ‘Ik moet zo’n 30 etages naar me beneden!’ Michael barstte in lachen uit, pakte mijn hand en drukte op het knopje van de lift naast onze vorige. Ook deze deuren floepte bijna direct open en bijna wilde ik hem vragen hoe hij dat deed. Had hij daar een speciaal CIA pasje voor ofzo? Maar ik bedacht me snel en liet me door hem meetrekken de lift in.
Toen de deuren achter ons sloten, legde hij me in mijn armen en keek hij me even alleen maar aan. ‘Je weet dat er camera’s in deze liften zitten toch?’ vroeg hij met een ondeugende glimlach. Ik maakte een schouderophalend gebaar. ‘Dat houdt mij niet tegen,’ grinnikte ik. Hij keek me aan alsof ik het meest bijzondere schepsel was dat hij kende en bracht me dichter naar hem toe. ‘Dan heeft u er geen bezwaar tegen als ik u kus?’ Ik schudde mijn hoofd lacherig, alweer een beetje slapjes en nam deze keer het voortouw. Ik greep zijn hoofd tussen mijn handen en toen mijn lippen bijna op de zijne waren, wachtte ik even, zijn geduld testend. Nog voordat ik weer aanstalten wilde maken om verder te gaan, en de tussentijd was echt maar luttele seconden geweest, had hij zijn lippen al aan me opgedrongen en waren we de volgende twintig etages verwikkeld in een intense zoen.
Citaat:Ik rende het gigantische gebouw in zonder ervan onder de indruk te zijn en kwam buiten adem bij de lift terecht. Deze zat echter propvol en ik paste er met geen mogelijkheid meer bij. Teleurgesteld wuifde ik een ambtenaar die grappig probeerde te zijn gedag en hing chagrijnig tegen de muur terwijl ik met grote agressiviteit op het knopje bleef drukken. Net toen ik dacht dat het knopje het nooit zou gaan begeven, zag ik hou een grote hand de mijne bedekte en hem langzaam van het knopje verwijderde. Met wat tegenzin liet ik me meevoeren, ervan overtuigd dat ik met een beveiligingsbeambte van doen had. Toen ik opkeek, viel ik echter in de felblauwe blik van iemand die ik hier had kunnen verwachten. ‘Vanwaar die agressiviteit, dame?’ vroeg hij streng, maar met een glimlach in zijn ogen. ‘Ik heb haast, heer,’ speelde ik het spelletje mee, niet eens verbaasd door zijn afwezigheid, ‘maar ik kon de lift niet in. En nu lijkt het eeuwen te duren voordat er eentje terugkomt.’ Hij knikte nadenkend en ik zag dat hij zijn lachen bijna niet kon inhouden. ‘Wat?’ vroeg ik dan ook enigszins geïrriteerd. ‘Je snapt dat er nog zo’n twintig andere liften om je heen zijn, die al lang weer naar boven zijn vertrokken?’ zei hij liefjes, terwijl hij, waarschijnlijk uit automatisme, zijn vingers kort tegen mijn wang aanlegde en me meelijdend aankeek. ‘appelflap!’ floepte ik er dan ook chagrijnig uit, door mijn woede niet aangetast door zijn aanraking. Intussen lachte hij me ronduit uit en drukte op het knopje van een andere lift, die vrijwel meteen zijn deuren opende. ‘Ga je mee of niet?’ Mopperend sleepte ik mezelf achter hem aan de lift in. Ik was verbaasd te ontdekken dat we de enige mensen in de lift waren, terwijl mijn vorige zo druk was geweest. ‘Je moet nooit de eerste lift nemen,’ fluisterde Michael in mijn oor. Ik voelde de zelfvoldaanheid van zijn glimlach op mijn huid prikkelen, maar ik wilde me niet laten kennen. Dus keerde ik me met halfgesloten ogen en een glimlach naar hem toe. Toen ik recht voor hem stond, nam ik het risico hem recht in de ogen te kijken. Deze hadden weer die intense blik, die me vertelde dat hij naar me luisterde en niet omdat het moest, maar omdat hij graag wilde horen wat ik te zeggen had. Verder probeerde hij me natuurlijk weer helemaal slapjes te krijgen, maar dat ging hem niet lukken. Niet deze keer. Dus ik rechtte mijn rug en vroeg hem enkel hoe het met hem ging. Zijn neus wiebelde een beetje bij het horen van mijn vraag, de pret verradend die zich binnenin hem afspeelde. ‘Ja, gaat wel goed hoor. Een beetje druk, dat is alles. En met jou?’ Geen moment verloor hij mijn ogen en ik kon niet geloven dat ik weer met hem in de lift stond en weer behoorlijk wat etages omhoog moest. ‘Ook goed,’ zei ik monotoon, proberend mijn blik af te wenden. Waarom was dat bij hem in godsnaam zo moeilijk? Al snel kwam het antwoord in me op: CIA-training. Natuurlijk. ‘Druk met de voorbereidingen voor Londen?’ vroeg hij beleefd. ‘Ja,’ knikte ik, ‘daarom ben ik ook hier. Ik moet het paspoort van Pancakes ophalen.’ Daar was ik hem even kwijt. ‘Pancakes?’ vroeg hij dan ook, oprecht de kluts kwijt. ‘Mijn kat,’ verduidelijkte ik het voor hem. Ik voelde hoe doodmoe ik werd van het onderdrukken van alle gevoelens die hij in me losmaakte en ik gaf me over. Ik liet mijn muur vallen en zijn intieme blik naar binnen komen. Ik proefde zijn geur in de kleine ruimte maar al te goed en al stonden we niet heel dicht bij elkaar, ik voelde zijn lichaamswarmte met de mijne versmelten. Ik draaide me met een ruk om, weg van alle verleiding, maar ik wist wat ik hier eigenlijk mee uitlokte. Al snel vonden zijn armen hun weg om mijn lichaam en draaide hij me nog sneller naar zich toe dan ik me van hem af had gedraaid. Met zijn handen op mijn gezicht dwong hij me in zijn ogen te kijken. Ik voelde mezelf zwak worden door de hongerige blik die hij uitstraalde en haatte mezelf erom. ‘Waarom doe je dit?’ fluisterde ik dan ook. ‘Ik wil me niet zo voelen.’ Hij keek me even onderzoekend aan en aaide met zijn duimen over mijn wangen. ‘Hoe voel je je dan?’ Ik wachtte even, mezelf bedenkend wat het nou precies was wat ik voelde. ‘Machteloos,’ bracht ik ademloos uit. ‘Ik kan geen kant op als ik bij jou ben.’ Michael zuchtte diep en liet me los. Hij ijsbeerde enkele luttele seconden door de lift, die overigens al lang mijn etage voorbij was en stond vervolgens weer recht voor me. ‘Waarom begrijp jij niet dat jij me precies datzelfde gevoel geeft? Ik zou mezelf nooit meer verliezen aan een vrouw! Maar toen kwam jij..’ Hij sloeg met een behoorlijke kracht tegen de wand van de lift aan, de frustratie uitend die hij zo lang vanbinnen had gevoeld. ‘En hoe lang kennen we elkaar nou eigenlijk? Dit is belachelijk!’ vroeg hij zich bijna lacherig af. ‘Belachelijk!’
Geschrokken door de plotselinge afbreuk van zijn stabiliteit staarde ik hem aan. Zo had ik hem nog nooit gezien: ik kende hem alleen maar als iemand die altijd de touwtjes in handen had, zijn omgeving en vooral zichzelf beheerste. Michael zag hoe ik worstelde met een reactie en zijn blik werd weer zachter. Hij liep naar me toe en nam mijn handen in de zijne. ‘Maar weet je wat,’ fluisterde hij, ‘het kan me allemaal niets schelen. Ja, als ik alleen in een kamertje kan zitten piekeren misschien. Maar als ik bij jou ben.. dan ben ik alleen maar bezig met manieren te bedenken om je nog dichterbij me te krijgen.’ Hij was net bezig daad bij woord te voegen, toen de deuren van de lift open gingen en onze privacy voorbij was. Een stroom van mensen stond voor de lift, wachtend tot wij naar buiten zouden komen. Vlug bewoog ik me uit de cabine, net de verdrukking voor. ‘oliebol,’ bracht ik uit toen Michael weer voor me stond. ‘Ik moet zo’n 30 etages naar me beneden!’ Michael barstte in lachen uit, pakte mijn hand en drukte op het knopje van de lift naast onze vorige. Ook deze deuren floepte bijna direct open en bijna wilde ik hem vragen hoe hij dat deed. Had hij daar een speciaal CIA pasje voor ofzo? Maar ik bedacht me snel en liet me door hem meetrekken de lift in.
Toen de deuren achter ons sloten, legde hij me in mijn armen en keek hij me even alleen maar aan. ‘Je weet dat er camera’s in deze liften zitten toch?’ vroeg hij met een ondeugende glimlach. Ik maakte een schouderophalend gebaar. ‘Dat houdt mij niet tegen,’ grinnikte ik. Hij lachte en dook met zijn neus in mijn nek, waar hij me niet kuste, maar wel zijn neus even langs liet glijden. ‘Dan heeft u er geen bezwaar tegen als ik u kus?’ Ik schudde mijn hoofd lacherig, alweer een beetje slapjes en nam deze keer het voortouw. Ik greep zijn hoofd tussen mijn handen en toen mijn lippen bijna op de zijne waren, wachtte ik even, zijn geduld testend. Nog voordat ik weer aanstalten wilde maken om verder te gaan, en de tussentijd was echt maar luttele seconden geweest, had hij zijn lippen al aan me opgedrongen en waren we de volgende twintig etages verwikkeld in een intense zoen.
Citaat:Toen de lift mijn etage aansloeg, maakte ik mezelf los uit zijn omhelzing. Hij probeerde me met zijn handen te overtuigen voor een tweede ronde, maar ik liet me niet gek maken. Ik trok mijn rok recht en wandelde bij het openen van de deuren bijna achteloos naar buiten. Ik draaide me om en daar stond hij, niet eens verbergend dat hij net met me had zitten rommelen. Zijn overhemd was wat gekreukeld, zijn stropdas bijna losgeknoopt en scheef.. hij kon niet sexier zijn dan hij nu was. Hij leunde tegen de wand van de lift aan, zijn handen geklemd om de balk die over de lengte bevestigd was. Met zijn hoofd schuin en zijn ogen fonkelender blauw dan ooit tevoren, hield hij zijn hand omhoog als groet. Ik retourneerde zijn gebaar en maakte een klein buiginkje. Mijn lippen vormden geluidloos de woorden: ‘Always a pleasure, sir.’ Op zijn beurt zette hij zijn denkbeeldige hoed voor me af en knikte nog een laatste maal voordat de deuren sloten.
Ik voelde nog steeds Michaels aanrakingen op mijn lichaam gloeien terwijl ik met rode wangen het gebouw verliet. Ondertussen had ik het paspoort van Pancakes opgehaald, maar ik was de bijna dronken invloed die hij op me had nog niet kwijt. Ik lachte mezelf hardop uit. Wat was ik voor een flapdrol. Wat bezielde me in godsnaam om hier maar mee door te blijven gaan, zonder er ook maar wat meer van te maken? Waarom vroeg ik zijn telefoonnummer niet? Duidelijkheid? Het sloeg echt nergens op.
Bij de gedachte aan praten, dook er een momentje uit de lift in mijn hoofd op. Een glimlach vulde mijn gezicht en ik had de behoefte om hardop te gaan giechelen. Hij had het al eerder laten doorschemeren dat hij me echt wel zag zitten, maar dit was toch wel een bevestiging geweest: zeker toen hij een beetje flipte. Dat had me wel nieuwsgierig gemaakt: want wat was hem in godsnaam overkomen dat hij gehoopt had niet meer voor iemand te vallen?
Er was in ieder geval één ding zeker: ik en Michael zagen elkaar wel zitten. Maar over de verdere hoe en wat wilde ik nog even niet nadenken. Het was tenslotte leuk hoe het nu was en ik vertrok deze week nog naar Londen. Ik had wel iets anders om me druk over te maken. Zoals hoe ik bijvoorbeeld, binnen die paar dagen die me nog in New York restten, het af zou kunnen sluiten met Jason. Wat een gedoe.
Ik gooide mijn haar over mijn schouder, liet het van me afglijden en stapte met fiere stappen vooruit. Gelukkig had ik nu iets anders te doen: Roger zou vanavond voor me koken. En dat was altijd goed nieuws.
‘Hoi liefje,’ zei Roger vrolijk, terwijl hij me in zijn armen sloot voor één van zijn befaamde berenknuffels. Dankbaar nam ik zijn knuffel aan en nestelde ik me warm en veilig tegen zijn lichaam. Met mijn oor tegen zijn borstkas gedrukt, hoorde ik zijn hartslag: een gevoel wat me altijd een beetje ongemakkelijk maakte. Het maakte me heel bewust van het feit dat er elke seconde van onze tijd organen druk bezig waren ons in leven te houden. En dat vond ik maar raar, ik was tenslotte iemand die altijd met muziek, en dus de ziel, bezig was en niet wat er zich daadwerkelijk fysiek in het lichaam afspeelde. Het deed me beseffen dat wij mensen niet slechts onze gedachten en gevoelens waren, maar des te meer ons lichaam.
Dus maakte ik me, zenuwachtig door het aanhoudende geklop, snel los van mijn beste vriend en nam zijn beide handen in de mijne. ‘Hoe is het nu met je?’ vroeg ik met een zachte stem, wetend dat dit een van de laatste keren in lange tijd was dat ik hem dit face-to-face kon vragen. Hij kneep even kort in mijn handen en met zijn ogen. ‘Het gaat goed, meis. Met jou dan? Bezwijk je nog niet onder de druk van de naderende verhuizing?’ Ik slaakte een diepe zucht en een lachende Roger trok me nogmaals in zijn armen voor een korte omhelzing. Hij kuste mijn wang in een poging me moed in te pompen en aaide me vervolgens kort over mijn wang, terwijl hij me lief aankeek. ‘Het komt wel goed meis,’ zei hij dan ook, ‘je gaat een prachtige carrière in een heerlijke stad tegemoet. Wat wil je nog meer?’ Door zijn lieve woorden en oprechte warmte voelde dat ik op het punt stond om te breken. Ja, ik had zin in Londen, maar ik wist wat ik achterliet. En dat deed pijn. Heel veel pijn. ‘Ik weet het,’ piepte ik, proberend nog mijn gevoelens te beheersen. Roger trok me dan ook snel zijn appartement binnen, parkeerde me op de bank en verdween naar de keuken om vervolgens terug te keren met een fles van mijn favoriete wijn en een bak vol zelfgemaakte chips.
‘Zo,’ begon hij, terwijl hij naast me neerplofte, ‘we hebben alle ingrediënten. Vertel maar wat je kwijtmoet.’ Ik was even sprakeloos en die tijd gebruikte Roger dankbaar om de glazen te vullen met de overheerlijke wijn en de bak zonder om te kijken bij me op schoot te zetten. Met waterige oogjes at ik op een routinematige manier de beroemde chips van Roger en nam vervolgens met dezelfde verwardheid het glas aan. Roger zakte onderuit op de bank, boog even nog even naar voren om een chipje te pikken en gaf zich daarna volledig aan de donzige kussens over. ‘Ga je niets zeggen?’ Ik keek hem sprakeloos aan, wetend dat ik waarschijnlijk in janken uit zo barsten als ik één oprecht woord losliet, dus ik antwoordde een ongeïnteresseerd ‘neu’. Één traan ontsnapte al uit mijn ooghoek en al was ik snel met het wegwerken ervan, ik wist dat Roger hem zeker weten ontdekt had. ‘Meisje..’ zei hij dan ook met een tedere stem en reikte met zijn handen in mijn richting. Dat was net teveel. Ik legde mijn hoofd tussen mijn handen en liet het geheel op mijn benen rusten. De tranen vloeiden als een niet stoppende stroom over mijn wangen en ik verloor de controle over mijn lichaam, wat in zijn geheel niet kon ophouden met schokken. De sussende woordjes van Roger en zijn armen hoorde en voelde ik wel, maar het leek allemaal verder weg dan het werkelijk was, alsof ik in mijn eigen bubbel van ingehouden verdriet terecht gekomen was. ‘Ik-ik ka-han.. het.. nie-hiet..’ hakkelde ik met het spraakvermogen van een eenjarige, compleet bevangen in mijn eigen gevoel. Roger aaide me op mijn rug, vertelde me dat ik het wel kon, dat alles goed zou komen en dat ze me allemaal heel snel zouden komen opzoeken. Ik had het toch de vorige keer ook gered? Heel langzaam kalmeerde ik.
Met de uitgelopen mascara vastgeplakt aan mijn gezicht, maar nog steeds het glas wijn, weliswaar opnieuw gevuld, trouw in mijn hand lag ik onder de dekens van Rogers riante bed. Na mijn genante instorting had Roger erop gestaan dat ik bij hem zou blijven slapen en waren we in zijn bed gekropen om voor de laatste keer voor een hele lange tijd, samen een film te kijken. Het was Love Actually geworden niet omdat we er zo gek op waren, maar omdat we wat luchtigs nodig hadden. We lachten hartelijk om Hugh Grant zijn dansmoves, huilden mee (vooral ik) met de wanhoop van Emma Thompson en werden spontaan vrolijk door de jonge liefde van een klein jochie.
Bij de aftiteling kroop ik tegen Roger aan, sloot ik mijn ogen en bevond me even in de heerlijke duisternis die je soms kon beleven als je lekker in een warm bed lag. Ik voelde hoe hij zich ook tegen mij aannestelde, nadat hij de tv had uitgezet met de afstandbediening en hoe zijn ademhaling steeds rustiger werd. We waren beiden nog wakker, maar dichterbij dromenland dan de echte wereld en we hadden ook geen enkele behoefte om daar iets aan te veranderen. Ik voelde me zo intens gelukkig op dat kleine, prille moment dat ik wist dat het vertrouwen tussen Roger en mij nog specialer was dan dat ik al had geweten. En niks of niemand kon daar wat aan veranderen: zelfs geen duizenden kilometers van ontembaar zeewater. Niet dat ik niet meer bang was: dat was ik nog wel, maar ik voelde me wel vele kilo’s lichter doordat ik me eindelijk even had laten gaan. De angst zou nog wel aanhouden, ook als ik er al een tijdje was, maar dit was wel één stap in de goede manier om ermee om te gaan.
Ik voelde mezelf langzaam wegglijden in een diepe, heerlijke slaap en ik vocht er absoluut niet tegen. Naast me ronkte Roger tevreden, zijn ademhaling diep en rustig; maar niet zonder bijgeluiden. Al kon ik mijn gezicht niet meer voelen, ik wist dat ik in die paar laatste seconden voor mijn nachtrust een grote glimlach op mijn gezicht had staan. Want dit soort momenten en dit soort mensen: die waren zeldzaam.
Citaat:Terwijl ik heerlijk in mijn bedje lag weg te dromen, waren er vele mensen op straat die het met de gure wind als dekentje moesten doen. Het was een opvallend stille nacht in NYC en zelfs een zelfverzekerde figuur werd daar onrustig van. Slechts enkele schimmen lieten zich in een nacht als deze zien in een buurt als die van Roger, maar één persoon was niet bang voor de kou van het water en de politie die op de loer lag. Met een sigaret tussen zijn lippen blies hij ringen van rook voor zich uit, van verveling, maar ook omdat hij het gewoon leuk vond om te doen. Hij droeg deze avond een warme muts over zijn oren en een sjaal om zijn hals, maar zijn handen warmde hij enkel op aan de hitte die de kleine sigaret voortbracht. Hij verborg zich in een smal portiek, waar niemand die hem niet zocht hem kon vinden. Zijn ogen waren gericht op de ramen van een bepaald appartement aan de overkant van de straat, waar een paar minuten geleden het laatste licht was uitgegaan. Hij schudde met een spottende grijns zijn hoofd en gooide de gedoofde peuk op de grond. Het portiek was gelukkig droog en van een leegstaand kantoorpand, dus liet hij zichzelf zakken en maakte een zo comfortabel mogelijk plekje voor de nacht..