
Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
Citaat:Abbigail
Sinds die nacht lijkt het allemaal bij Casey bergopwaarts te gaan. Nog altijd ben ik trots op mijn eigen speech. Blijkbaar heeft het daadwerkelijk effect gehad. Het is intussen een paar weken later en onze trainingen gaan goed. De jongens hadden het gister over een speciale opdracht, die wij vandaag zouden krijgen. Ik ben opgewonden door dit nieuws. Wat zouden nu weer gaan doen?! Dat parachutespringen vond ik in eerste instantie niet leuk, maar intussen zijn we nog een paar keer geweest. Iedere keer weer is het moeilijk om mijn hoogtevrees te overwinnen. Toch gaat het heel goed en de laatste keer ben ik zelfs een keertje alleen wezen springen. We hoefden niet meer in tandem en hoe eng het ook was. Het was ook zo gaaf! Intussen ben ik aangekleed en loop het huisje alweer uit. Onderweg naar het hoofdgebouw kom ik Casey tegen en samen lopen we verder. Ook Casey lijkt vol verwachting van onze komende opdracht.
Op een afstand zien we Justin en Nathaniel al staan. Snel loop ik naar Nathaniel toe. “En?” Hij glimlacht. “Nieuwsgierigheid ten top.” Ik knipper even overdreven met mijn ogen. “Nou vooruit. Stap in de auto dan vertel ik het.” Voordat hij met de zin klaar is zitten we in de auto. Terwijl Casey tegen de jongens zegt dat ze op moeten schieten, krijg ik een dejavu. Hebben we dit niet eerder meegemaakt? Volgens mij toen we parachute gingen springen. Ach… Ik haal mijn schouders op en dring ook aan. “Of moet ik weer rijden?” Grinnik ik. “Ja, dag!” Antwoord Justin. Casey zit ook voorin. Nathaniel komt als laatste naast mij zitten. “Vertel maar.” Knik ik Nathaniel toe. “We gaan ons even lekker laten verwennen.” Ik kijk hem niet begrijpend aan.
Maar ik hoef niet lang op antwoord te wachten. Want binnen tien minuten staan we in een open weiland, waar een helikopter landt. Ik snap er geen zak van, maar weet dat de jongens het toch niet gaan zeggen, dus ik houd mijn mond. Ook Casey zegt niets. Beide genieten we van wat er allemaal gebeurd. Vroeger zou dit ons nooit overkomen zijn. Al die dingen die we gedaan hebben, dat kunnen niet veel mensen zeggen!
Wanneer we in de heli zitten, stijgt hij op. Het uitzicht is ongelofelijk! Ik mag dan hoogtevrees hebben, op de een of andere manier verdwijnt het meteen. Al die bomen, het lijkt wel oneindig. Ergens in de verte is het dorp waar we wel eens komen. Maar verder zitten we echt in de middle of nowhere. Maar langzaam beetje bij beetje komen we meer in de bewoonde wereld. En een halfuur later zitten we in een grote stad. “We zijn er bijna!” Roept Justin boven het geluid uit. Hij heeft het nog niet gezegd of we dalen al. We gaan recht op een groot dak af. Alles gaat zo vliegensvlug. Nog geen uur geleden zaten we thuis en nu zitten we op een dak ergens in een grote stad! Wanneer de heli stilstaat worden de deuren open gemaakt en worden we het gebouw in geleidt.
Eenmaal binnen begint Justin te praten. “Vanavond hebben we een missie. We moeten er op ons best uitzien. Later horen jullie meer.” Casey en ik kijken elkaar aan en we weten dat we hetzelfde denken. WAT GAAF!
De hele dag zijn we bezig. Sauna, massages, huidbehandelingen, manicure, pedicure, knip- en wasbeurt. Alles wordt onderhanden genomen. Ik ben dan ook heerlijk aan het genieten. Daarna krijgen we een galajurk aan en worden we geplamuurd. Het laatste vind ik iets minder, maar ach. Van een avondje make-up ga je ook niet dood. Wanneer ik Casey zie begin ik te glimlachen. “Je ziet er zo mooi uit. Die jurk, je make-up alles! Vanavond zal je veel bekijks hebben.” Casey zegt niets en ik kijk twijfelend haar aan. “Wat is er?” Ze schudt haar hoofd. “Ik denk dat ik niet de enige ben...” Ze glimlacht ondeugend. Een beetje onzeker vraag ik aan de styliste een spiegel. Ze wenkt mij mee naar een kamer. Ook Casey loopt achter mij aan. Wanneer ik in de spiegel kijk schrik ik mij rot. Ik ben zo anders! Ik heb mezelf nooit zo gezien. Mijn haar, alles zit zoals het moet. “Abbigail, als je zo vanavond de show niet steelt weet ik het ook niet.” Glimlacht Casey. Wanneer ik aan mezelf gewend ben, vind ik het ook wel heel gaaf. Nu is het mijn beurt om ondeugend te kijken. “We gaan samen de show stelen! We gaan de boel eens lekker onveilig maken!” Casey knikt. We bedanken de styliste en gaan op weg naar buiten. Daar staat een limousine voor ons klaar. Weer alles tot in de puntjes geregeld! We stappen in. “De heren staan u al op te wachten. Ik rij nu naar de plaats van bestemming waar jullie hun zullen ontmoeten. Ook moeten jullie een opdracht vervullen vanavond. Jullie moeten een document zien te vinden, waarop staat dat hij in illegale handel bezig is. We weten dat hij die heeft, maar we weten niet waar. Jullie gaan ervoor zorgen dat wij die krijgen. Allebei krijgen jullie een apparaat, waardoor jullie met zijn vieren contact met elkaar kunnen houden. Op het feest gaan jullie met de heren naar de tuin. Achterin de tuin wachten er een paar mensen die jullie zullen helpen met het aanbrengen van de apparatuur. Ga daarna naar de kelder en voer het wachtwoord 12VG56TK in. Veel succes meiden.” Verteld de chauffeur zonder op of om te kijken. Vol spanning wachten we op wat komen gaat. Ik ben zo benieuwd hoe het er vanavond uit zal komen te zien! Zonder zenuwen wachten we samen rustig af. Het zal allemaal wel goed komen, zoals altijd.
Casey
De auto stopt en de deur wordt bijna meteen opengedaan door een portier. Ik kijk recht in het gezicht van Justin. Ik glimlach naar hem en pak dankbaar de hand die uitgestoken wordt. Wanneer ik uit de auto stap zie ik waar we zijn. Het is een groot wit landhuis. Vanaf de auto ligt een grote rode loper die het huis tot in het huis is uitgerolt. Aan de andere kant van de auto zie je een oprijlaan met allemaal bomen die op dit moment volop in bloei staan. Het is echt een plaatje!
Dan worden mijn gedachten onderbroken. Ik kijk naar de andere kant van de auto, de portier heeft nu ook daar de deur open gedaan en Abbigail komt de auto uit. Ze ziet er zelfverzekerd uit, zoals altijd. Nathaniel die net naar haar toeloopt blijft stilstaan wanneer ze zich omdraait. Even kijk ik naar Justin die ook verbaasd haar kant op kijkt. Ik grinnik even en geef hem een zachte stomp. “Hee joh, ik ben er ook nog.” Justin kijkt mij even niet begrijpend aan. Zachtjes begin ik te lachen. Ze verdient het. Ik ben al dit pracht gewend, maar zij zal het vast nog nooit hebben meegemaakt.
Van geen kwaad bewust kijkt Abbigail naar het grote huis. Haar gezicht spreekt boekdelen. Ze heeft dit echt nog nooit gedaan. Nathaniel is ondertussen ook weer in beweging gekomen en geeft haar een arm die ze dankbaar aanneemt. Met zijn vieren lopen we de grote treden van het huis op. Eenmaal bovenaan zien we dat het binnen heel erg druk is. We worden al opgewacht door de heer des huizes. Het is een man van rond de 25. Is blond en is niet veel kleiner dan Justin en Nathaniel. Op zijn gezicht zit een geforceerde glimlach. Ondanks dat hij zich blijkbaar met illegale praktijken bezighoudt is hij wel erg knap. Hij kijkt de jongens even aan, maar negeert hun verder. Wel komt hij meteen op mij aflopen. Hij pakt mijn hand en geeft er een zoen op. “Welkom.” Zegt hij alleen. Ik knik deftig zoals ik altijd geleerd heb. “En wie hebben we hier.” Hij bekijkt Abbigail van top tot teen. Abbigail negeert dat en doet haar hand omhoog. “Als u op de gastenlijst heeft gekeken, zou u weten wie ik ben.” Ze kijkt de man recht in de ogen aan. Ik grinnik even. “Excuses.” Antwoord de man geamuseerd en hij pakt haar hand en drukt er zijn lippen op. Terwijl hij dat doet kijkt Abbigail mij even aan en trekt een gek gezicht. Ik schiet in de lach en de man komt meteen overeind en kijkt even van mij naar Abbigail, die ondertussen haar gezicht weer glad in de plooi heeft getrokken. “Misschien zien we u nog wel even vanavond.” Zegt Abbigail alleen en loopt dan demonstratief door. Nathaniel knikt even naar Justin en we lopen meteen door naar de tuin. Wanneer we helemaal achteraan staan komen er allemaal mensen tevoorschijn die snel apparatuur installeren. Gelukkig hebben we hier al op geoefend en weet ik hoe alles werkt! We testen de apparaten uit en dan is iedereen weer weg. Het duurde nog geen 1 minuut. Even kijk ik Nathaniel vragend aan. “Camera’s. ” Zegt hij alleen. Ik knik. Ze hebben natuurlijk ook hier vette beveiliging. Dus zij en wij moeten erg oppassen. Nu gaat het dus echt beginnen. Dit is geen oefening meer, maar een echte opdracht. Langzaamaan beginnen de zenuwen een beetje op te komen. Hoe zal de avond eindigen?
Citaat:Abbigail
Justin en Casey lopen ondertussen alweer terug. Wanneer ik er ook achteraan wil lopen houdt Nathaniel mijn pols vast. Ik draai mij naar hem om en kijk hem vragend aan. “Die man. Wees alsjeblieft voorzichtig. Hij is echt gevaarlijk en...” Hij houdt verder zijn mond. “En wat?” Nathaniel frummelt een beetje aan mijn hand. “Nathaniel?” Niet begrijpend kijk ik hem aan. “Ik denk dat hij je wel ziet zitten.” Ik begin te grinniken. “Dat mag zo zijn, maar ik hem niet. Niet echt mijn smaak.” “Je weet wat ik bedoel. Pas op voor hem.” Ik knik. “Natuurlijk pas ik op. We hebben het zo vaak geoefend. Het komt wel goed, ik weet wat ik moet doen.” “En ik ben in je buurt, houd jou in de gaten.” Ik knik. “Ik pas op en het komt goed.” Zeg ik weer. “Dan is het goed.” Nathaniel haakt zijn arm weer in de mijne en samen lopen we weer naar binnen.
Eenmaal binnen komt er meteen iemand op mij aflopen om te dansen. Ik stem toe en loop met hem weg. Nathaniel achterlatend. Ook Casey staat op de dansvloer met iemand. De muziek begint en automatisch begin ik te dansen. Zo gaat het een tijdje door. De een na de ander komt om het over te nemen. En allemaal zijn ze verschrikkelijk. Ja, ze zijn best knap en kunnen dansen. Maar wat een egoïstische… Maar zo goed als ik getraind ben blijf ik glimlachen en antwoorden op de weinige vragen die ik krijg. Meestal gaat het over zichzelf en het geld wat ze hebben of de zaken die ze doen. Even zoek ik Casey. Ook zij staat nog te dansen. Dan hoor ik opeens wat in mijn oor. “Ik wil ook graag nog even dansen.” En voordat de zin afgelopen is staat Nathaniel naast mij. “Mag ik haar even overnemen.” Ik knik. “Natuurlijk.” Samen dansen we verder. “We moeten zo beginnen. De man des huizes is binnen gekomen.” Ik knik. Frederiek Lambert van der Wilgenvorst is eindelijk binnengekomen. Wat een belachelijke naam eigenlijk! Ook Casey en Justin kijken even op, daarna kruizen de blikken van Casey en mij. Wanneer ik weer naar Frederiek kijk zie ik dat zijn blik op mij gerust is. Langzaam loopt hij de trap af de zaal binnen en met elke stap komt hij dichterbij. “Mag ik deze dans overnemen?” Nathaniel gaat aan de kant, maar houdt nog even mijn hand vast. Hij knijpt er zachtjes in. Ik blijf glimlachen. “Natuurlijk kan ik geen nee zeggen tegen de heer des huizes.” De man begint te lachen. “Goed punt.” Arrogante zak is het ook! Denk ik bij mezelf. Ook hij praat veel over zichzelf. Maar uiteindelijk bedenkt hij dat ik er ook nog ben. “Ik weet nog steeds uw naam niet.” “Dan heeft u nog steeds niet goed opgelet.” Kaats ik terug met nog steeds de liefste glimlach. “Pittig. Daar houd ik wel van.” Ik zeg niets.
Casey
Ik houd Abbigail goed in de gaten. Wanneer ze even naar mij kijkt knikt ze. Ik moet beginnen. Ik stop met dansen en kijk mijn partner aan. “Excuseer mij even.” Terwijl ik dat zeg draai ik mij om en loop naar de wc. Eenmaal daar aangekomen haal ik een speld uit mijn haar en stop hem tussen mijn sjaal. Die zal zo wel van te pas komen. Dan hoor ik Abbigail praten. “Frederiek, mag ik Frederiek zeggen?” Het is even stil, maar dan hoor ik haar weer. “Mooi. Ik zou graag even een luchtje willen scheppen.” Even kijk ik weer om het hoekje en zie hoe Frederiek Abbigail naar buiten brengt. Wanneer mijn blik op Nathaniel valt glimlach ik even. Hij kijkt boos richting de uitgang. Het was natuurlijk niet de bedoeling dat dit ging gebeuren. Ze moest in het zicht blijven en hij kan er moeilijk elke keer achteraan gaan lopen. Maar dan herinner ik mij waarvoor ik ben gekomen. Oja, ik ga naar de kelder! Ik draai mij om maar blijf dan weer staan. Ja hartstikke leuk, maar waar moet ik wezen? Ach ik trek gewoon wat deuren open. Zo ga ik alle deuren af die ik zie. Hartstikke leuk, maar geen een deur leidt naar beneden. “Abbigail ik kan de kelder niet vinden.” Fluister ik. Het is een periode stil en zoekend kijk ik om mij heen. “Je woont echt in een prachtig huis. Hoeveel verdiepingen heeft dit gebouw eigenlijk?” hoor ik Abbigail vragen. Intussen probeer ik nog steeds de kelder te vinden. Ik loop wat rond en schrik als ik ineens stemmen hoor. Meteen verstop ik mij achter een grote kast die in de hal staat, waar ik op dat moment ben. Het zijn twee mannen in vreemde witte pakken en lopen mij al pratend voorbij. “Weet jij wanneer de nieuwe lading moet worden afgeleverd?” hoor ik de een zeggen en meteen luister ik nauwlettend mee. “De baas had het over binnenkort, maar precies is niet verteld.” Intussen lopen ze alweer een hoek om en voorzichtig ga ik achter ze aan. Mijn hart klopt in mijn keel, terwijl ik gespannen probeer zachtjes te doen. Nee! Denk ik geschrokken, als ik ze bij een deur een code zie intoetsen. Ik zie nog hoe ze de kap van hun witte pak over hun hoofd doen, waarna ze naar binnen gaan. Hoe moet ik dit nou weer oplossen. Even wil ik achter ze aan de deur doorglippen, maar de deur valt al met een plof dicht. Oke, dat is geen optie! Goed… Nadenken. Als eerste moet ik niet opvallen. Even kijk ik om mij heen en ontdek dat ik langs een aantal deur ben gelopen. Heel voorzichtig maak ik ze een voor een open. Hebbes!”
Twee tellen later loop ik de gang weer in. Vermomd in zo’n wit pak, waarin de mannen ook liepen. Wat zit zo’n ding verrot zeg! Goed, nu is het tijd voor die code. Even kijk ik de gang door, maar zie niemand. Mooi zo, dat geeft mij in ieder geval wat tijd. “Ik zit hier met een probleem. Bij een deur moet ik een code intoetsen.” Een tijdje is het stil aan de andere kant van de lijn, intussen loop ik naar de deur. Ze zijn mij toch niet vergeten! Denk ik ongeduldig en blij als ik Justin aan de andere kant hoor. “Is er geen mogelijkheid om met andere mensen mee naar binnen te glippen?” “Nee.” Antwoord ik vrij kort en kijk intussen nog eens de gang door. Het zweet breekt mij uit, waarom moet ik dit doen! Waarom doet Abbigail dit niet of een van de jongens! “Oke, weet je nog dat kleine apparaatje wat ik je eerder heb gegeven? Die moet je in het mechanisme plaatsen.” “Oke, ik ga het proberen.” Zeg ik gespannen en heb intussen het apparaatje in mijn handen. Nu moet ik dat kastje open krijgen. Ik pruts even om de speld van mijn sjaal te halen. Dan houd ik mijn aandacht bij het kastje, weet mijn speld ergens tussen te haken en haal zo voorzichtig het kastje eraf. Pfff en dan zeggen ze dat ik mij niet zoveel met mijn uiterlijk zou moeten bezighouden! Zo en nu het simpele werk, denk ik sarcastisch. Gelukkig is het apparaatje makkelijk aan te sluiten. Nog even op de grote knop drukken en dan eventjes geduld. Piep… Zo het eerst getal heeft hij, nog drie te gaan. Piep… Het tweede getal ook en het derde piepje volgt ook snel. Ik schrik als ik ineens een deur ergens in de gang hoor. Geschrokken kijk ik om, maar het moet nog ergens om de hoek zijn. Ineens gaan de piepjes helemaal niet meer snel genoeg! Piep… gelukkig ook het laatste piepje! Met een zachte klik hoor ik de deur van het slot gaan. Snel zet ik mijn kap op, trek het apparaatje uit het kastje. Dat kapje er snel weer op! Intussen komen de voetstappen dichterbij. Rotding, klik vast! Met een vrij lompe duw, zit het kapje weer vast. Snel trek ik de deur open en loop naar binnen! “Wacht. Hou de deur nog even open!” hoor ik iemand achter mij roepen. Zo ik was ook maar net op tijd klaar! Gespannen wacht ik hoe de man langs mij heen komt. Even kijkt hij mij aan, ik probeer hem niet geheel recht aan te kijken. Ik heb dan misschien die kap op, maar dat betekend niet dat ik geheel veilig ben. “Heb ik jou hier eerder gezien?” vraagt hij en kijkt mij vragend aan. Even sta ik met een mond vol tanden. oliebol, wat moet ik nu! “Vast wel.” Antwoord ik een beetje nors en probeer mijn stem zwaar te laten klinken. Straks blijkt dat hier geen vrouwen werken, dan zit ik natuurlijk weer mooi in het schip! Gelukkig zijn die kappen voorzien van donkere glazen, daardoor kan hij hoogstwaarschijnlijk mijn make-up niet zien zitten. Ineens gaat zijn piepertje af en zodra hij erop gekeken heeft, verontschuldigd hij zich en gaat er snel vandoor. Nu kan ik tenminste even rustig om mij heen kijken! Ik ben nu denk ik in een ander deel van het huis. Een meer geheim deel, denk ik grimmig. Ineens hoor ik Abbigail weer, blijkbaar heeft ze een hele preek gehad van Frederiek. Misschien moet ik toch maar blij zijn dat ik niet in haar schoenen staat, wat een stakker was dat! “Maar het gebouw heeft dus geen kelder?” vraagt Abbigail verbaasd over proberen te komen. Dat beetje toneel gaat haar goed af. “Je zou toch verwachten dat zo’n groot huis een kelder heeft.” Gaat Abbigail verder, mij duidelijk ook even op de hoogte willen brengen. Ik volg de gang en kom bij een trap die naar beneden gaat. “Rijke stinkerds, je kunt ze niet vertrouwen. Liegen tegen een dame, hoe onbeschoft!” zeg ik kwaad. Even is het stil aan de andere kant. “Sorry, ik had even een binnenpretje.” Hoor ik Abbigail half lachend zeggen. Ik moet maar niet teveel van zulke opmerkingen maken, straks verraad ik ons nog! Goed, terug op mijn eigen opdracht. Voorzichtig loop ik de trap af, geen idee wat ik daar beneden zou kunnen aantreffen.
Ik wordt verrast als ik beneden kom. De ruimte is vrij hightech en alles is bijna wit, van muren tot plafond. Het geeft een heel apart sfeertje aan de ruimte. Bijna buitenaards. Achter een tafel zijn er mensen aan het priegelen aan apparatuur, waar ik waarschijnlijk nooit iets van zal snappen. “Ik ben binnen.” Zeg ik zachtjes, om de rest even op de hoogte te stellen. “Goed werk! Zorg dat je de info in handen krijgt en maak dan dat je daar wegkomt.” Hoor ik Justin. De info, het klinkt zo makkelijk, maar waar moet ik beginnen! Ik ontdek wat computers en tot mijn opluchting zijn deze wel opgestart en aangemeld. Beetje slordig meneer Lambert van der Wilgenvorst, denk ik sarcastisch. Gelukkig zit ik nu met mijn blikveld op de rest van de medewerkers. Niemand slaat echt acht op mijn aanwezigheid en daar ben ik blij mee. Normaal gesproken ben ik goed in conversaties, maar wat zou ik nu moeten beginnen. Op de voorpagina, zie ik een icoontje wat mij het meest opvalt. Ik klik erop en natuurlijk, heb ik weer! Een wachtwoord. Gespannen kijk ik naar de mensen die allemaal druk bezig zijn met hun eigen werk. Ik kan natuurlijk wat woorden kunnen gaan bedenken, maar de kans dat ik goed gok is heel klein. Daarnaast zou het kunnen dat iemand na zoveel foute antwoorden een melding krijgt. Ineens staat een van de mensen bij de tafel op en loopt door naar een deur die mij nog niet was opgevallen. Slecht opgelet! Ik besluit de computer te laten voor wat het is en ga ook door de deur heen.
Mijn ogen worden groot! Dat dit huis groot is wist ik, maar deze ruimte is gigantisch. Een enorme hangaar! Tenminste ik vind hem enorm, misschien is het wel een normale afmeting voor een hangaar. Ik zie twee vliegtuigen staan en verder nog een aantal houten kisten. De meeste hebben een deksel erover, maar ik zie dat in sommige nog wapens worden gelaten. Oké, hier moet ik toch iets kunnen vinden. Snel loop ik via de ijzeren trap naar beneden. Iemand in het midden lijkt staat wat te dirigeren, dus ik neem aan dat hij hier de leiding heeft. Zo zelfverzekerd mogelijk loop ik in zijn richting. Misschien als ik wat meeluister dat ik dan wat informatie kan krijgen. Terwijl ik erheen loop ontdek ik een tafel met allemaal papieren uitgespreid op een tafel. Nieuwsgierig werp ik er een blik op en al snel heb ik door dat dit de ontwerpen zijn van de wapens. Ook zie ik een naam met lijsten, even kijk ik om mij heen, maar niemand let verder op mij. Tijd voor een foto! Ik haal mijn ketting tevoorschijn, die een ingebouwde mini camera bevat. Vlug maak ik er een paar foto’s mee. Zo dit moet voldoende zijn. Tijd om er vandoor te gaan. “Missie geslaagd, ik kom nu terug.” Meld ik zachtjes en draai mij intussen weer naar de deur waar ik vandaan ben gekomen. “Oke, tot zo!” hoor ik Justin. “Wat ga jij doen?” hoor ik ineens een bulderende stem door de hangaar. Ik ben intussen al bij de ijzeren trap, maar weet direct dat het tegen mij is. Langzaam draai ik mij om en probeer mijn zelfverzekerde houding te bewaren. Oh, nee ze hebben mij door! Wat moet ik nu doen?! Ik kan niet contact opnemen met Justin, dat zou teveel opvallen. Hij zou hier nooit op tijd zijn, ik moet mij hieruit zien te redden. “De eerste lading moet ingeladen worden! Denk je dat onze klanten graag wachten!” klinkt het dreigend van de man die ik eerder al voor leidinggevende heb aangezien. Geschrokken kijk ik om mij heen, intussen doet hij een paar dreigende passen in mijn richting. Klanten? Het woord blijft in mijn hoofd hangen. Ik loop terug de hangaar in en ga een aantal anderen helpen met inladen. Intussen houd ik de leidinggevende man in de gaten, maar die blijft mij ook scherp in de gaten houden. Met iedere lading ga ik het vliegtuig in en dan verdwijn ik iedere keer even uit het zicht. Ik moet contact opnemen met Justin. Wie weet wat ze allemaal van plan zijn met deze wapens! Ik moet ze hoe dan ook zien te stoppen, anders zullen deze mannen misschien wel honderden onschuldige vermoorden. “Ze gaan een lading vervoeren. Ik ga over op actie.” Meld ik vlot naar Justin als ik even uit het zicht ben. Intussen is de lading binnen en ik denk krampachtig na over wat ik moet gaan doen. “Helemaal niet! Jij komt nu terug.” Hoor ik Justin bevelend doorkomen, maar ik schenk er weinig aandacht aan. Hij kan het vergeten, misschien red ik hier wel miljoenen levens mee! Denk ik heldhaftig. Oke, misschien is dat overdreven, maar misschien ook niet. “Casey luister naar mij! Jij komt nu terug, dit kun je niet in je eentje stoppen. Dit moet je accepteren!” Intussen heb ik de leidinggevende zien weglopen en word ik niet meer zo goed in de gaten gehouden. Naast degenen, waarmee ik nu aan het werk ben is er niemand meer. Dit is mijn kans! Ik moet iets doen. Justin kan de pot op!
Citaat:Abbigail
Daar zit ik dan met die creep van een vent. Nou lelijk is hij niet, maar wel een vieze gladjanus. Hoe hij zich gedraagt, hoe hij alles naar zichzelf toekeert…. Jak! Ik krijg daar echt de kriebels van. Maar ik moet me rustig houden. Net doen of hij mij interesseert. Lief lachen en soms knikken moet voldoende zijn.
Terwijl ik dat denk schuift Frederiek dichter naar mij toe. Nee, dat meen je niet. Die achterlijke gladiool mag echt niet te dichtbij komen. Mijn hersenen draaien op volle toeren. Hem op de grond duwen? Leuk, maar niet slim. Opzij schuiven? Nee, dat kan ook niet. Ik zit al in de hoek van het tuinbankje. Mijn benen over elkaar doen en hem per ongeluk schoppen? Nee, dat is niet echt ladylike. Opspringen en schreeuwen dat er een beest op de bank zat? Hmm, waarschijnlijk snapt hij ten eerste niet dat ik eigenlijk hem bedoel. Dat kan ik natuurlijk niet maken, als hij het wel snapt. En anders kan hij ook nog rare dingen gaan verzinnen om me te ‘helpen’. Je weet maar nooit. Wat moet ik dan? Er moet toch iets zijn?
Oke, ik heb het!
Snel sta ik op, zodat zijn hand die hij ondertussen om mij heen had gelegd eraf valt. “Ben je bang?” vraagt hij spottend. Ik draai mij met een rechte rug om. Op mijn gezicht valt er een sarcastische glimlach. “Wat denkt u zelf?” Hij staat ook op en is in een stap bij mij. Wanneer ik hem in de ogen kijk zie ik een koude gloed. Een man die tot alles in staat is, altijd krijgt wat hij wil en er anders wel voor zorgt. "Waarom sta je dan op?" Ondertussen staat hij op nog geen 10 centimeter afstand. Ik kijk omhoog naar zijn gezicht. "Waarom zou ik willen blijven zitten?" Ik trek even mijn wenkbrauw op en draai mij dan om. Terwijl ik wegloop kijk ik nog even over mijn schouder en geef hem een knikje. "Ik wil dansen." Hij staat op en haalt mij al binnen een paar passen in. Hij pakt mijn arm hardhandig vast, zodat ik mij moet omdraaien. "Dat kan ook hier." Ik kijk even van mijn arm naar hem op. Mij een beetje lopen knijpen. Lekker is hij! Nou hij kan hem krijgen ook. In de tijd dat we dansen stamp ik een paar keer hard op zijn voeten met mijn hakjes. Hopelijk doet het pijn! Denk ik gemeend en gemeen.
Ik zie dat hij op zijn onderlip bijt, wanneer ik weer hard op zijn teen stamp. "Doe je dat expres?!" Ik hoor een koele ondertoon in zijn stem. Ik kijk hem zo onbewust mogelijk aan. "Was jij dat? Dat meen je niet. Ik dacht dat het een of ander beest was." Ik hoor hem grommen en ik kan mijn lachen bijna niet inhouden. Expres begin ik nu met je.
"Weetje?" Begint hij. "Ik had ooit eens een paard. Ze wilde niet luisteren..." Ondertussen houd hij mij zo stevig vast, dat ik wel moet blijven dansen. "Nu doet ze helemaal niets meer."
Ik trek mij los en kijk hem strak aan. "Ten eerste ben ik geen paard. En ten tweede hoef JIJ mij niet te vertellen wat ik wel en niet mag doen. En als laatste bedreigen helpt niet. Doe even normaal zeg." Ondertussen zijn de ogen van de man die voor mij staat helemaal donker geworden. Ik ben geneigd om een rilling toe te laten, maar op het laatste moment onderdruk ik hem. Rustig blijven, daar gaat het allemaal om. "Je hebt helemaal niets te willen. Ik krijg mijn zin altijd." Hij zet zijn hand hard onder mijn kin en houdt mijn mond vast. En weetje wat ik wil?!....." Langzaam komt hij steeds dichterbij. Nu raak ik toch echt in paniek en wanneer er een afstand zit waar nog maar een vinger tussen kan duw ik hem met al mijn kracht weg. Ik wil zo snel mogelijk weglopen van hem, van deze plek. Gauw de mensenmassa in. Niet meer opvallen. Veilig in de buurt zijn van Nathaniel. Maar voordat ik de deur heb bereikt trekt Frederiek mij met een ingehouden woede mee naar de achterkant van de tuin. De rillingen lopen nu duidelijk over mijn rug. "Laat mij los of ik ga gillen!" Roep ik. "Denk je nou echt dat iemand je komt helpen? Hier... hoort helemaal niemand je." Ik probeer mezelf los te krijgen, maar hij houdt mij stevig in de houdgreep. Oke, misschien had ik mezelf toch wel wat overschat. Ik dacht hij durft niets, ik kom er wel mee weg. Maar misschien toch niet? Ik baal van mezelf dat ik zo bezig ben. Ik met mijn grote mond ook altijd. Moet altijd het laatste woord hebben. Alsjeblieft, laat er iemand in de buurt zijn! Ik beloof dat ik beter zal luisteren naar de jongens. Ik wil ze zelfs af en toe wel eens gelijk geven.. Echt!
Op dat moment komt Nathaniel uit een zijpaadje gevlogen. Ik kijk even naar boven. Oh, Dank U, dank U, dank U! Wanneer ik zijn blik zie schrik ik opnieuw. Zou hij zo kwaad op mij zijn? Misschien kan ik dan nog beter hier blijven staan, dan met hem mee gaan. Dat kan natuurlijk niet, want dat loopt ook niet goed af. Ik draai met mijn ogen. Waar ben ik ooit aan begonnen?!
"Laat haar los." Sist hij woedend. "Bemoei je er niet mee." zegt Frederiek kwaad. "Je weet wat voor macht ik heb. Dit wijffie hier, gaat met mij mee." Opnieuw draai ik met mijn ogen. Dit lijkt wel een slechte film.
Dan bedenk ik mij dat ik hakken aan heb. Tuurlijk! Met een harde zwaai trap ik naar achteren. Meteen verslapt de greep en ik ren als een malle weg. Oh die hakken werken ook niet mee! Terwijl ik aan het rennen ben, probeer ik mijn hakken uit te trekken. Wanneer dat gelukt is ren ik op blote voeten verder via de achtertuin naar de voortuin. Daar blijf ik om het hoekje van het huis staan om op adem te komen. Waar is Nathaniel eigenlijk? Ach, misschien maar goed ook om hem op dit moment niet in de buurt te hebben. Straks krijg ik nog een preek te horen.
Op dat moment hoor ik iets in mijn oor kraken. "We zijn klaar, opdracht is voltooid we gaan naar huis meiden." Hoor ik Justin rustig zeggen. Ik heb al een tijdje niets meer gehoord van Casey. Blijkbaar is alles gelukt? Misschien heeft ze tegen de jongens nog wat gezegd. Ach ik zie haar zo wel en dan hoor ik hoe alles is gelopen! Op dat moment komt Nathaniel de hoek om. "We gaan!" In de verte zie ik Frederiek aankomen. Oke, snel naar de auto!
Casey
Nog even kijk ik om mij heen en glip dan verder het vliegtuig in. Tussen de ladingen verstop ik mij en wacht in spanning af. Het duurt niet zolang, totdat de laadklep van het vliegtuig wordt gesloten. “Casey, ik kom je ophalen!” hoor ik Justin nu door mijn oortje heen. Net op dat moment begint het vliegtuig een beetje te trillen en start de ronkende motor. “Doe geen moeite! Het vliegtuig is gestart en begint nu te rijden.” “Kom daar nu onmiddellijk uit! Je moet je aan de opdracht houden!” hoor ik Justin nu gefrustreerd door het oortje. “Mijn opdracht is klaar en nu doe ik iets wat ik zelf wil! Je mag kiezen of je doet mee of je doet niet mee!” zeg ik en trek het oortje uit mijn oor en gooi hem op de grond. Wat jammer nou, het contact is verbroken, denk ik sarcastisch. Oke, nu is het tijd om iets te ondernemen. Ik heb mijn zetten gedaan en er is nu geen weg meer terug. Het vliegtuig begint op te stijgen en ik klem mijzelf vast tussen twee zware kisten. Zo dat valt nog eens tegen. Ik voel mezelf helemaal licht worden in mijn hoofd, terwijl ik uit alle macht probeer zo te blijven zitten. Gelukkig is het stijgen al snel over, dus blijkbaar vliegen wij niet al te hoog. Misschien om onder de radar te blijven? Intussen kan ik mijzelf weer loslaten en twee tellen blijf ik zitten. Ik moet dit ding naar beneden zien te halen, maar hoe doe je dat ooit! Oke, rustig blijven, geen moment voor paniek! Ik zou natuurlijk de hele boel hier in de fik proberen te laten vliegen en dan zelf een parachute zoeken en springen. Het nadeel is dat ik dan zelf ook geroosterd kan worden en de piloot het ook niet kan overleven. Ik moet niet aan de piloot denken, nu gaat het om dat vliegtuig! Maar ik kan hem er toch niet in laten zitten. Hoe moet ik dit dan doen?! Ik kijk om mij heen, zoekend naar het oortje. Het duurt even, maar uiteindelijk vind ik hem. Snel stop ik hem weer in mijn oor. “Justin? Ik heb je hulp nodig!” zeg ik en wacht gespannen. Als ik geen reactie krijg, springt er in mij een lichte paniek op. Oh nee, ik heb hem nodig! Echt nodig! “Justin, alsjeblieft geen grapjes. Ben je daar?” probeer ik nog eens, maar aan de andere kant blijft het stil. Ik probeer het nog even, maar geeft het uiteindelijk op. Ik moet mezelf hieruit zien te redden. Denk Casey, denk! Ik druk mijn hoofd even in mijn handen, proberen wat te bedenken. Blijft het vliegtuig opblazen dan het enige wat ik kan? Ineens schiet mij wat te binnen en snel frutsel ik een apparaatje uit mijn handen. Goed, hoe werkte dit ding ook alweer. Ik toets wat dingen in, totdat ik wat cijfers in mijn scherm heb staan. Gelukkig heeft Abbigail, mij dat zo’n honderd keer voorgedaan, anders had ik het nu nog niet gekund! Snel pak ik ook mijn mobiel en neem de cijfers over. Verstuur! Oke, dat is geregeld, nu opschieten! Snel loop ik door het vliegtuig. Ik haal een klein geweer van mijn bovenbeen af, die er met een band aan zat. Hiermee moet het lukken! Al snel ben ik bij de cockpit, even haal ik heel diep adem. Nu is het tijd voor de echt actie. Met een ruk gooi ik de deur open....