Hoofdstuk 15; Ik zou het willen begrijpen.
Ik zie haar emoties heel helder, ik zie het onbegrip in haar gezicht, het hulpeloze druipt van haar schouders en de hoop dat het allemaal een boze droom is straalt van haar handen die ze los langs haar bovenbenen heeft hangen.
Ik weet dat ik met een paar woorden haar twijfel en verdriet weg kan nemen en de woorden liggen op het puntje van mijn tong, enkel weten ze hun weg naar buiten niet te vinden. Dat is altijd al mijn probleem geweest, ik houd mijn mond op momenten dat het ertoe doet. Ik weet dat ik haar kwijtraak als ik nu niets zeg, maar ik kan het niet. Ik kan haar niet de belofte doen dat ik met haar verder ga, ik zou namelijk niets anders doen dan haar een leugen voorschotelen.
Ze verwacht van mij dat ik weet wat ik wil en doordat ik van Niels ga scheiden, hoopt ze zo ontzettend hard dat de weg dan vrijgemaakt is voor het “ons” waar ze het iedere keer over heeft. Er is echter helemaal niets vrijgemaakt, de weg is alleen maar meer dichtgetrokken door mist en obstakels. De laatste keer dat Niels en ik elkaar gekust hebben, heeft het zo vertrouwd gevoeld… Iedere keer als ik haar kus, voel ik me een verrader. Niet tegenover Niels, maar tegenover mezelf. Ik weet dat ik niet verder kan met een vrouw, wanneer het spannende eraf gaat; weet ik dat ik ga verlangen naar een paar sterke armen die me vasthouden en helemaal omsluiten, die zware stem en dat robuuste lichaam. Als ik heel eerlijk ben geniet ik van haar aanrakingen op de momenten dat we intiem zijn, ze weet precies waar ze moet zijn, wat ze moet doen en het lijkt of ze mijn gedachten kan lezen. Maar de momenten dat ik haar aanraak gebeurt er zo verdomde weinig in mij… Wanneer ik haar borsten beroer, lijkt het of mijn buik zich samentrekt en wanneer ik haar beneden aanraak, ebt een groot gedeelte van mijn opwinding weg. Ik kan en mag toch niet van haar verwachten dat zij de enige is die mij bemind?
Ik wil oprecht niet dat ze gaat… Maar ik gun haar meer dan iemand die niet weet wat ze wil en voor mijn gevoel alleen profiteert van haar gevoel, want ik weet dat zij tot over haar oren verliefd is.
Ik zie dat ze twijfelt om te gaan, dat ze merkt dat ik niet wil dat ze gaat. Ik moet nu niet egoïstisch zijn… Ik moet haar laten gaan, ik moet haar niet vasthouden en tegenhouden om iemand te vinden die wel voor de volle honderd procent voor haar wil gaan.
‘Dus dit was het dan voor ons?’ – ik zie dat ze vecht tegen de tranen in haar ogen en ik moet ook twee keer slikken.
‘Ik kan je nu niet meer geven dan dit… Dus als dat betekent dat je wil gaan, dan is dit het voor ons…’ – ik bijt op mijn tong. Als ik nu een traan laat, weet ik dat ze blijft en ik wil dat ze gelukkig wordt.
‘Ik kom niet terug als ik nu de deur uitga…’
‘Dat verwacht ik ook niet van je.’
‘Zeg nou verdomme eens wat er in je omgaat Daniël! Ik zie aan alles dat je van alles denkt, maar er komt geen woord van naar buiten!’ – En toen brak ze… Volledig rauwe emotie, tranen van verlangen en hoop plus een krakende stem van de brok in haar keel. Ik probeer op rustige toon te antwoorden.
‘Ik kan je niet geven wat je zoekt, ga alsjeblieft iemand vinden die jou wel helemaal gelukkig kan maken…’
‘Hoe weet jij nou wat ik zoek?! Ik ben als een blok voor je gevallen en ergens weet ik gewoon dat hoe je je nu naar mij opstelt, niet is wat je voelt en wie je bent. Ik kan niet meer bij je komen, maar ik merk gewoon aan alles dat je zo ontzettend veel niet naar me uitspreekt. Waarom? Waarom zeg je me niet wat je voelt en wat je denkt? Gekwetst ben ik toch al…’ – weer bijt ik hard op mijn tong, niet mee gaan brullen nu… Ik adem diep in om antwoord te kunnen geven.
‘Omdat ik ergens diep van binnen weet dat ik weer ga verlangen naar een man, ik voel opwinding bij het lichaam van een man. Als ik jou aanraak voel ik alleen onzekerheid. Ik raak niet opgewonden van jouw borsten, van jouw… vrouwelijke onderdelen. Enkel wanneer jij mij aanraakt en precies lijkt te weten wat je moet doen en hoe je me zo ver krijgt dat het lijkt of ik niet meer kan en dan tóch nog meer in extase raak en dan een allesoverweldigend orgasme ervaar om me vervolgens een egoïstische trut te voelen omdat ik jou dat niet kan geven. Ik heb het echt geprobeerd, ik heb echt geprobeerd om me eroverheen te zetten, geprobeerd om die onzekerheid aan de kant te zetten, maar het lukt me niet. Ik kan toch niet van jou verwachten dat je enkel mijn seksuele behoeften vervuld. En daarbij, hoe zou jij je voelen wanneer ik toch weer ga verlangen naar een man? Ik wil je niet onnodig pijn doen, ik wil niet dat jij je op je ziel getrapt voelt, je verdient namelijk zoveel meer! Je bent echt een schat en ik geef ontzettend veel om je, dat is de reden dat ik je dit niet wilde vertellen, want ik weet dat je tot over jouw oren verliefd op me bent.’
En toen bleef het even stil, waar ik verwachtte dat ze vol in de verdediging zou gaan en me zou willen overtuigen dat het voor haar niet erg zou zijn dat ik haar niet kan begeren, lijkt het of ze nu twijfelt. Ik kan het me inbeelden, maar het lijkt of ze me ergens begrijpt.
‘Mag ik je een vraag stellen zonder dat je daardoor boos wordt?’ – Ik weet al waar dit heen gaat en ik wil deze vraag eigenlijk niet beantwoorden.
‘Ik zal mijn best doen.’
‘Ga je weer verlangen naar een man of naar “één man”?’ – haar blik zegt genoeg, Niels.
‘Ik denk dat ik deze vraag niet kan beantwoorden. Ik wil namelijk niet verlangen naar Niels na wat er gebeurd is, maar er zit nog zoveel dat onverwerkt is.’
‘En wanneer ik je die ruimte geef?’ – ze kijkt naar de grond.
‘Wat bedoel je?’
‘Dat ik je de ruimte geef om jouw verlangen naar een man te bevredigen?’
‘Syl… Je moet jezelf niet zo wegcijferen. Er zijn zoveel leuke vrouwen die jou wel alles willen geven, waarbij je jezelf niet continue hoeft te pijnigen. Het is niet de vraag óf ik ga verlangen naar een man, maar wanneer dat is.’
‘Ik wil geen andere vrouw en wanneer het moment komt, zien we wel hoe het gaat.’
Nog voor ik antwoord kan geven, hangt ze aan mijn lippen. Ik kan niet ontkennen dat ik er wel van geniet, dat het fijn voelt als ze me kust, maar ik moet het toch echt zeker weten. Ik duw haar zacht van me af.
‘Ik wil niet dat je dit zegt alleen om mij tevreden te stellen, want ik meen dat ik wil dat je gelukkig bent. Als dat betekent zonder mij, dan sta ik daar volledig achter.’
‘Sst, we zien wel wat er komt, oké? Ik wil bij je zijn, je bent eerlijk naar me, als jij op deze manier ook bij me wil zijn, ben ik gelukkig.’
‘Je bent echt een bijzonder iemand, maar geef jezelf alsjeblieft de ruimte om verder te kijken dan mij.’ – hoe vreemd ook, maar een heel stuk ongemak en onzekerheid lijkt te zijn weggeëbd. Alsof het perspectief van alleen maar samen zijn met een vrouw ervoor gezorgd heeft dat het lijkt alsof ik geen adem kreeg. Al weet ik niet helemaal zeker of zij er ook zo op haar gemak bij is als ze laat lijken.
‘Mag ik hier bij je blijven? Of heb je liever dat ik naar mijn studio ga?’
‘Je mag van mij prima hier blijven, maar geen studio opzeggen en ik wil ook niet dat je voor mij of de kinderen gaat betalen.’
‘Oké mevrouw zelfstandig.’ – ik trek een van mijn wenkbrauwen op en schudt speels “nee” met mijn hoofd.
De rest van de dag doen we beiden een beetje ons eigen ding, zonder dat het vervelend voelt. Geen escaperoom, geen terras naderhand, maar dat is naar mijn idee prima. Het gesprek blijft nog wel door mijn hoofd spoken, ergens voelt het voor mij nog steeds alsof ik misbruik maak van haar gevoelens. Ik ben nota bene de oudere hier, ik zou beter moeten weten dan deze rare regeling. Ben ik echt zo egoïstisch als ik haar bij me laat blijven? Beseft ze wel wat het inhoudt waarover we het gehad hebben? Of zou ze stiekem toch de verwachting hebben dat ik het verlangen naar een man niet ga krijgen als ze haar best maar doet?
‘Zullen we sushi bestellen vanavond?’ – ik word ruw uit mijn gedachtencirkeltje gehaald en ik schud mezelf even wakker.
‘Sushi? Uh, ja prima.’
‘Nog voorkeur?’ – Ze heeft haar telefoon al in de aanslag.
‘Als het maar geen rauwe tonijn is, verder vind ik het prima.’
Wanneer ze besteld heeft, begint ze de tafel te dekken en zet twee wijnglazen op tafel. Even kijkt ze mijn richting in om een soort bevestiging te vragen en het lijkt me best lekker om samen nog een wijntje te drinken.
Het duurt niet lang voordat onze bestelling er is en we genieten, onder het genot van een door haar uitgekozen witte wijn, van de sushi. Het gesprek is licht en luchtig en we kunnen sinds een hele tijd weer echt lachen om de gortdroge en flauwe grappen die er gemaakt worden. Het lijkt of er bij haar ook een enorme last van haar schouders is gevallen, ze gedraagt zich zo anders, lichter, meer alsof ze aan het flirten is. Ze raakt me iedere keer kort aan en glimlacht haast continue. Het kan de wijn zijn, het kan zijn dat we het gezellig hebben, maar ik voel weer dezelfde spanning opbouwen als de avond waarop ik haar zonder nadenken gekust heb. Ik merk dat ik steeds meer naar van haar diepbruine ogen naar haar mond kijk en dat me kleine gedragingen van haar opvallen. Zo klikt ze regelmatig haar oorringetje open en weer dicht als ze iets zegt, ze “bijt” regelmatig op de nagel van haar duim als ze op een bepaalde manier naar me kijkt of luistert en veegt iedere keer een losse lok achter haar oor die er zo ongeveer meteen weer achter vandaan valt.
Nadat we samen de eettafel afgeruimd hebben, ploffen we op de bank. De fles witte wijn is inmiddels op en ik stel voor om onze maaltijd helemaal af te sluiten met een fijne volle rode wijn. Ik kan me haast niet herinneren wanneer de laatste keer is geweest dat ik aan de wijn heb gezeten, maar ik vind het een fijn gevoel dat ik er een beetje jolig door wordt. Ik merk dat Syl er ook wat losser door wordt en de rode gloed over haar wangen, verraadt dat ze ook al wat voelt van de wijn.
Halverwege de fles rode wijn, wordt ze wat onrustig in haar doen, kan geen minuut in dezelfde houding zitten en zit continue met haar handen te friemelen.
‘Wat ben je onrustig?’ – ik zeg het wat grappend en ik krijg alleen een vreemde glimlach terug.
‘Zeg nou!’
Ik geef haar een duwtje en ze trekt me mee, waardoor ik half boven op haar belandt. Haar hand verdwijnt achter mijn hoofd en ze vraagt mijn gezicht naar die van haar. We zoenen. We zoenen oprecht, lang en niet zo onschuldig als gisteren bij de voordeur. Ik hoor dat haar ademhaling versnelt en ik merk dat haar aandeel in onze zoen heftiger wordt. Ze doet verder niets, initieert verder niets anders dan deze zoen en hoewel ik het prettig vind dat ze rekening houdt met mijn twijfels, ben ik hier wel een beetje bang voor geweest. Ze gaat nu met alles rekening houden, bang om over mijn “grens” heen te gaan, waar ze me voorheen compleet inpakte waardoor ik in de stemming raakte.
Ik ga meer rechtop zitten en als een complete verrassing gooit ze er ineens uit:
‘Ik verlang echt zo ontzettend naar je nu. Alle dingen die ik met je zou willen doen…’ – ze bijt op haar onderlip als ze me op een bepaalde manier wulps aankijkt. Zo ken ik haar niet, ik moet er ergens wel een beetje om lachen. Ik sla mijn halfgevulde glas wijn achterover en gebaar haar bij me te komen. Haar handen beginnen meteen met het ontwarren van de strik van mijn peignoir en haar mond daalt neer in mijn hals. Ik houd haar tegen en ze kijkt me vragend aan.
‘Rustig aan, we hebben alle tijd van de wereld. Ik wil genieten van dit fijne moment samen.’
Ze laat zich weer naast me op de bank zakken en terwijl ze zacht over mijn bovenbeen streelt, speel ik wat met haar blonde haren. We praten over alles en niets tegelijkertijd, drinken wijn en ze plaagt me door haar hand iedere keer nét iets te ver naar boven over mijn been te laten glijden. Toch blijf ik stug doorpraten, alsof ik er zogenaamd niets van merk. Ik zit namelijk behoorlijk in twijfel, ik geniet ervan, maar voel me enorm hypocriet om er nu in mee te gaan na wat ik haar vandaag heb gezegd. Uiteindelijk vind ik dat ik er toch iets over moet zeggen.
‘Syl, je maakt me helemaal gek, maar ik wil geen enorme hypocriet zijn door vanavond seks met je te hebben na wat ik je daarstraks gezegd heb.’
‘Ik ben toch degene die begint? Ik weet wat je gezegd hebt, maar ik wil je zo graag. Alleen als jij ook wil.’
‘Geloof me, het kost me ontzettend veel moeite om zogenaamd luchtig door te praten, maar ik wil zeker weten dat jij er oké mee bent.’ – nadat ik dit gezegd heb, schiet ze in de lach.
‘Dus hier zitten we dan, beiden als boter, ons af te vragen of de ander er oké mee is. Echt een stel idioten bij elkaar, wij.’