Haar krullen gaan alle kanten in en zelfs zonder make up, net wakker en met de kreukels van het beddengoed nog in haar huid, blijft ze het mooiste aanzicht dat ik kan hebben. Ik probeer mijn half verlamde arm onder me te vouwen als Daniël uit bed stapt om naar de wc te gaan. Sinds een tijdje slaapt ze in enkel een slipje omdat in de eerste instantie alle stoffen irriteerde bij haar litteken en ze ’s ochtends naar haar idee met een schraal gevoel wakker werd. Iedere ochtend, als ik wakker ben en haar zo naar de badkamer zie lopen, is het zo ontzettend moeilijk om van haar af te blijven. Ik heb dat nooit zo gehad, ik ben nooit zo fysiek ingesteld geweest en heb al vaak het verwijt naar mijn hoofd geslingerd gekregen dat mijn libido niet bestaand zou zijn. Maar bij haar… Het lijkt of ik alle jaren van ontbrekende zin opgespaard heb en het nu als een bom in mij ontploft is. Zouden mannen zich zo continue voelen? Aangezien zij altijd het verwijt krijgen dat ze alleen maar aan seks denken. Nu wil ik zeker niet zeggen dat ik complete dagen alleen maar aan seks denk, maar ik merk wel dat het vaker door mijn hoofd speelt en ik vaker “de behoefte” heb om iets met die opwinding te doen.
Ze komt zonder gêne terug gelopen vanuit de badkamer en gaat weer terug onder de dekens liggen, waarmee ze mijn interne gesprekje met mezelf onderbreekt.
‘Waar lig je aan te denken?’
‘Aan jou.’
‘Nee, nee, jouw gezicht verraadt dat je aan iets fijns ligt te denken. Je hebt een bepaalde glimlach rond je mond.’
‘Aan jou denken is fijn.’
‘Hé slijmbal, zeg het nou eens.’
‘Ik lieg niet, ik laat alleen bepaalde dingen weg.’ – ik trek een zo onschuldig mogelijk gezicht.
‘Zeg het nou!’ – ze geeft me een speelse duw.
Spoiler:
Ik beweeg me haar richting in en laat mijn lippen net wel, net niet die van haar raken, terwijl mijn hand in een vloeiende beweging tussen haar benen verdwijnt en haar heel zachtjes, met enkel de toppen van mijn vingers, streelt. Als ze zich naar me toe buigt om me te kussen, haal ik mijn hand weer weg en draai me weer op mijn rug.
‘Heb ik zo genoeg gezegd?’ – ik zie dat ze met haar tong haar onderlip likt voordat ze er zachtjes op bijt en haar ene mondhoek zich in een scheve lach trekt.
‘En wat als ik nou “nee” zeg?’
‘Dan herhaal ik het gewoon nog een keer.’ – ik draai me weer op mijn zij naar haar toe.
Mijn hand verdwijnt onder de deken en vindt zijn weg als vanzelf. Maar aangezien ik niet duidelijk genoeg ben geweest, laat ik nu mijn hele hand haar daar strelen en met een van mijn vingers ga ik net iets meer op onderzoek uit voordat ik mijn hand weer weghaal.
‘Nu wel dan?’ – ik kan het niet helpen, ik krijg die stomme grijns niet van mijn gezicht af.
‘Ik denk dat ik nog even over het antwoord na moet denken.’ – terwijl ze dit zegt, zie ik haar eigen hand onder de deken verdwijnen en ze blijft me met een bepaalde blik aankijken.
Als ik de bewegingen onder de deken zie, merk ik dat ik sneller en oppervlakkiger ga ademen en dat er van alles gebeurt in mijn lijf. Ik zie haar mond iedere keer een klein beetje opengaan en er een bijna niet te horen zucht uit ontsnappen. Op het moment dat ik er in mee wil gaan en haar wil zoenen, haalt ze haar hand weer weg en houdt me tegen.
‘Zullen we gaan ontbijten?’ – de uitdrukking op haar gezicht laat geen twijfel bestaan over het plezier dat ze heeft in dit uitdaag-spelletje.
Ik laat me achterovervallen en kijk haar aan met een “dit méén je niet”-blik en ze schatert het uit. Ze trekt haar penoir aan en haalt haar hand door haar krullen. Ik ben meer van een joggingbroek en een t-shirt, dus met die outfit aan volg ik haar naar beneden. Ze heeft het koffiezetapparaat al aangezet, we weten ondertussen van elkaar dat de ochtend niet compleet is zonder een kop koffie. Al ben ik een grotere fan van koffie dan zij. Zij heeft meestal één kopje voordat ze aan de thee gaat. Voorheen dronk ik altijd koffie met een suikerklontje, maar zij heeft eigenlijk nooit suikerklontjes in huis gehad waardoor ik op den duur geen zin had om te gaan klooien met een pot suiker en theelepeltje en mijn koffie zwart ben gaan drinken.
Ik sta aan de andere kant van het kookeiland te kijken hoe ze zonder nadenken koffie zet, zelfs dit kan ze gracieus. Of misschien is het alleen in mijn hoofd gracieus, aangezien ze niets anders doet dan een paar kopjes onder het apparaat zetten en wat knopjes indrukt.
Ze reikt me een van de kopjes en ik neem plaats op een van de krukken voor het kookeiland. Zijzelf blijft aan de keukenkant en leunt met haar ellenbogen op het aanrechtblad.
‘Dus, een escaperoom vandaag?’
‘Jazeker! Ik ben benieuwd wat je ervan vindt.’
‘Zo lang het maar geen horror-ellende is hoor, daar kan ik echt niet tegen.’
‘Jawel joh, is toch grappig.’
‘Nee, dan kun je echt alleen naar binnen, ik houd dus echt niet van horror.’
‘En een beetje spannend dan?’
‘Een beetje spannend kan wel, maar niks met bovennatuurlijke ellende die ergens uit komt springen. Dan zijn we binnen no time weer buiten.’
‘Oké, ik beloof je dat er niks ergens uit komt springen.’
‘Fijn, ik ben benieuwd. Wil je een broodje?’
‘Ja lekker, ik ga wel even slecht doen…’
‘Moet dat echt?’ – schuldbewust kijk ik haar richting in.
‘Oké, oké, maar daarna wel je tanden poetsen alsjeblieft.’
Ik weet dat ze er een hekel aan heeft, ik probeer ook echt om te minderen of helemaal te stoppen, helemaal in haar bijzijn, maar ik kan maar moeilijk afscheid nemen van mijn ochtendsigaret en mijn sigaret na het avondeten. Zij heeft nooit gerookt en naar haar zeggen ook nooit de behoefte gehad om het te proberen, zeker omdat ze het gruwelijk vindt stinken. Ergens heeft ze ook helemaal gelijk, het stinkt ook en is eigenlijk helemaal nergens goed voor, maar ik rook al zo ontzettend lang dat ik mezelf wel onder de verslaafden kan scharen. Ik moet wel zeggen dat sinds ik bij haar in huis ben komen wonen, ik veel minder ben gaan roken. Vooral omdat ze zo ontzettend afkeurend reageert als ik toch even snel een sigaretje wil doen. Als ik dan buiten sta en de eerste trekjes heb genomen, ben ik er eigenlijk al wel weer klaar mee. Ook nu weer, ik sta in de achtertuin met mijn rug naar de schuifpui toe en ben eigenlijk na 3 trekjes van mijn sigaret al klaar. Ik neem nog een flinke trek van mijn sigaret voor ik hem uitduw en weer naar binnen stap. Ik loop in een streep door naar de badkamer om zoals gevraagd mijn tanden te poetsen en meteen wat deodorant te spuiten tegen de geur.
Als ik weer beneden kom heeft Daniël de eettafel gedekt en liggen er vers afgebakken broodjes en allerhande soorten beleg. Voor mij heeft ze nog een kop koffie klaargezet en voor zichzelf een pot thee.
Ze heeft haar krullen opgestoken en zit op haar vaste plek met haar telefoon in haar handen. Ik plant een kusje in haar hals en bedank haar voor het klaarmaken van het ontbijt.
Tijdens het ontbijt praten we eigenlijk over van alles en nog wat, voornamelijk over haar plannen om weer aan het werk te gaan en of ik al zicht heb op iets van een studie of baan. Als een voorgaand vriendinnetje begon over dit soort zaken voelde ik me al snel aangevallen of gepusht, aangezien ik het nogal een persoonlijk iets vind hoe ik aan mijn geld kom en of ik nog wil studeren. Maar ze vraagt het op een manier waaruit ik niet kan halen dat ze vindt dat ik iets moet, maar meer alsof het haar echt interesseert wat ík wil gaan doen. Ik antwoord dat ik vooralsnog op zoek ga naar een baantje omdat de termijn om me in te schrijven voor een studie al lang voorbij is.
Ergens merk ik dat ze het wel prettig vindt dat ik aangeef op zoek te gaan naar een baan, wat ik me ook best voor kan stellen, gezien haar financiële situatie nu ook behoorlijk verandert als het inkomen van Niels wegvalt. Ze moet natuurlijk de hypotheek kunnen blijven betalen, de auto, uiteindelijk ook de spullen en zorg voor de kinderen, haar eigen verzorging en de boodschappen…