[ver] *voorlopig nog naamloos*

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird

Toevoegen aan eigen berichten
 
 
kiki1976

Berichten: 17538
Geregistreerd: 17-04-10
Woonplaats: Kop van Noord Holland

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-01-21 09:52

Hahah dat idd Barramundi, leest heerlijk weg maar je wilt meer meer meer

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-01-21 15:41

Een rilling liep over mijn rug, het was ondertussen behoorlijk afgekoeld en ook mijn benen waren verkrampt door constant gehurkt te blijven zitten, maar dat kon me nu niet veel schelen, ik moest stil zijn en stil zitten, dus bleef ik zitten. Als het uiteindelijk compleet donker was en de maan helder aan de hemel stond., pas toen durfde ik me bewegen en had een doel: zo vlug mogelijk terug in de gang raken! Ik wachtte op een wolkenslinger die de maan verduisterde om het gras tussen de mais en het bos over te steken en eens daar begon ik steeds vlugger te rennen. Zo stil ik in de heenweg was, zo luidruchtig was ik nu. Takken sloegen in mijn gezicht, even viel ik omdat ik mijn voet oversloeg door een boomstronk, en toen ik terug rechtstond, schoot er een grote pijnscheut vanuit mijn enkel naar boven, maar dit kon nu niet, ik moest lopen! Dus zette ik het opnieuw verder op een lopen. Als bij een wonder wist ik uiteindelijk de holle boom te bereiken. Met mijn laatste krachten hees ik mezelf naar boven en liet me uiteindelijk uitgeput in de stam zakken. Eenmaal vaste grond onder mijn voeten, leek het alsof de adrenaline niet mee afgedaald was en pas nu voelde ik de pijn in mijn enkel. Ik kon er amper nog op steunen, laat staan stappen of lopen.
Ik ging mankend wat verder en legde me uiteindelijk uitgeput neer op de bodem van de tunnel. Ook de emoties kwamen massaal naar boven. Mijn hart brak opnieuw als ik aan kleine Tora dacht… ze huilde zo intens en nu liet ik haar opnieuw, zonder uitleg in de steek. En papa… zelfs hij had ik amper te woord kunnen staan. Ook het feit dat alles nu op zijn plek viel qua gebeurtenissen maakte me zo verdrietig. Eindelijk vond ik een plek waar ik me thuis voelde en die zo evenwichtig was en dan was daar weer de Meester die het hele plaatje kwam verstoren.
Uiteindelijk viel ik toch in slaap, maar kwam meerdere keren wakker van de pijn in mijn enkel.
De volgende morgen zat hij enorm dik en klopte. Ook mijn armen, benen en gezicht zat vol pijnlijke schrammen en bloedvlekken. Ik probeerde mezelf rechtop te krijgen, maar dat was alles behalve eenvoudig, want bij de minste steun op mijn pijnlijke enkel, schoot een pijnscheut door mijn hele been. Uiteindelijk kon ik mezelf met mijn rug tegen de rand, recht duwen. Leunend tegen de zijkant van de tunnel, probeerde ik verder te strompelen, maar na eeuwen, leek ik amper enkele meters verder te raken en had ik een enkel die steeds pijnlijker werd. Dus ging ik uiteindelijk terug zitten en ook mijn maag begon pijnlijke trekjes te krijgen en pas toen schoot het me te binnen dat ik sinds mijn vertrek, nog helemaal niets gegeten had. Dus nam ik tijd om wat te eten, maar besloot toch alles wat te rantsoeneren, want het leek er niet op alsof ik vlug terug in de krater zou raken…
Verschillende keren hees ik me recht om toch iets of wat verder te strompelen, maar tegen het eind van de dag was ik net de volgende holle boom voorbij, dus ver was ik uiteindelijk niet geraakt. Volgens mij kwam ik er 8 voorbij voor ik aan onze krater was, dus zou ik onmogelijk op tijd terug kunnen zijn en zou iedereen enorm bezorgd zijn en vooral vrezen voor het ergste en dat terwijl ik net zo vlug mogelijk terug wou zijn om iedereen te vertellen wat gaande was. Ik zuchtte diep bij die gedachte. Die nacht kwam ik opnieuw enkele keren wakker van de pijn, maar kon al bij al toch nog wat slapen.
De volgende dag hield ik me voor om 2 holle bomen te halen in plaats van een, maar toen ik de eerste keer opstond, leek mijn enkel nog pijnlijker en kon ik niet veel anders dan mijn dag-plan aan te passen naar een holle boom. Tegen de tijd dat ik die bereikt had was ik helemaal kapot, wat kon pijn je uitputten! Gelukkig zorgde de pijn ook voor minder honger en at enkele hapjes van een grote halve koek die nog restte.
En toen, vanuit het niets, voelde ik een hartslag vlakbij. Ik vervloekte mezelf dat ik niet meer aandacht had voor wezens of mensen in de buurt, maar in de tunnels verwacht je helemaal niemand. De angst sloeg toe, even dacht ik eraan om te vluchten, maar onmiddellijk daarna besefte ik ook de onzin van mijn plan. Tegen de tijd dat ik rechtop raakte, was die hartslag al lang hier. Ik zat compleet in de val en wachtte bang af wie of wat mij binnen enkele tellen zou bereiken.
Maar op enkele meters afstand bleef de hartslag ook staan. Ook die andere had mij dus opgemerkt en dat maakt het voor mij duidelijk dat het zeker al geen mens was en dat gaf me ergens wel een zeker vertrouwen dat het wel in orde kwam. Uiteindelijk kwam de hartslag traag dichtbij en aarzelend zag ik een voor mij onbekende Zolu vanuit het donker opduiken. Het was een meisje. Ik gokte ze ietsje ouder was dan mij, ze zag er behoorlijk vuil en verwilderd uit, maar dat dacht ze waarschijnlijk ook over mij.
‘Hallo’, begon ik dit keer het gesprek. Eerst keek ze me schuchter aan en uiteindelijk vroeg ze bitsig wat ik hier deed.
‘Ik moest vluchten uit het bos en uiteindelijk heb ik tijdens het lopen mijn enkel serieus verzwikt. Met veel moeite nog in de tunnel geraakt, maar sinds dien wil mijn voet niet echt meer mee.’
‘waar moet je heen?’ vroeg ze al iets minder bitsig.
‘de krater van Schubbie’ antwoordde ik.
‘als je wil, help ik je.’ Zei ze uiteindelijk, ‘ik moet ook die richting uit, alleen nog wat verder’.
‘heel graag’ antwoordde ik en ze kwam naar me toe om me recht te helpen en wat later strompelde ik, ondersteund door haar, verder.
‘Hoe heet je?’ vroeg ik na een behoorlijk lange stilte.
‘Rika’ antwoordde ze droog. ‘Jij?’ kwam er nog achterna.
‘Ada’ zei ik, en vervolgens werd het weer stil.
‘Wat deed je eigenlijk in het bos?’ vroeg ze, ‘want je weet waarschijnlijk ook wel dat het tegenwoordig best gevaarlijk is daar en al zeker als je er in je eentje heen gaan?’
‘ja, weet ik….lang verhaal’ zei ik aarzelend, omdat ik wist hoe menig Zolu dacht over iemand als ik, die bij mensen opgegroeid was.
‘We hebben nog zat tijd, want tegen dit tempo zijn we nog heel de nacht onderweg’ zei ze sarcastisch.
‘Sorry’ zei ik wat beschaamd.
‘Je kan het ook niet helpen, dus moet je je ook niet verontschuldigen hoor’ kwam er droog terug.
Weer was het stil, maar al vlug ging ze verder:
‘ga je me nu nog vertellen wat je in het bos deed in je eentje?’ vroeg ze.
‘Ik wou het een en ander uitzoeken en ben daarom teruggekeerd naar het huis waar ik opgroeide’

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-01-21 15:41

‘hoe bedoel je?’ zei ze ‘je bent bij mensen opgegroeid dus?’
Ik knikte en ook al kon ze me niet zien knikken, ze had het duidelijk wel begrepen.
‘ik ook’ hoorde ik uit haar mond komen.
‘serieus???’ vroeg ik ‘en hoe heb jij de Zolu dan leren kennen?’
‘ook een lang verhaal’ zei ze gniffelend.
‘maar ook ik heb nog veel tijd hoor’ zei ik licht spottend, waarna ik haar hoorde lachen.
‘je weet dus waarschijnlijk al wat er aan de hand is in het bos veronderstel ik dan?’ zei ze.
‘ja, inderdaad. Sinds de instorting van de gang met de baby had ik al steeds het gevoel dat ik naar huis moest en ik er rechtstreeks of onrechtstreeks iets mee te maken had en dit nu dus gedaan’ even dacht ik na wat ik wel en niet zou vertellen ‘mijn papa heeft me uiteindelijk vertelt over de jacht op de Zolu’s.
‘en waarom moest je dan vluchten?’ vroeg ze uiteindelijk.
‘omdat mijn broers blijkbaar ook jagen op Zolu’s en toen mijn kleine zusje me zag en mijn naam riep en huilde van blijdschap, hadden ze dit gehoord en wisten ze dus onmiddellijk dat ik terug was’
‘noem ze dan je broers niet meer’ was het enige wat ze erop zei.
‘en wat ga je nu doen?’ ging ze uiteindelijk verder.
‘Nu wou ik zo vlug mogelijk terug naar mijn krater, daar iedereen vertellen wat gaande is, want nu verdenken en wantrouwen ze vooral Zolu’s die ze niet goed kennen’ zei ik.
‘Zolu’s zoals jij dan waarschijnlijk’ vroeg ze.
Opnieuw knikte ik.
‘Hou er ook rekening mee dat niet iedereen je verhaal gelooft’ zei ze uiteindelijk.
‘waarop zouden ze het niet geloven? Vroeg ik verwonderd.
‘De Zolu kennen de Meester niet. Enkele kennen nog het verhaal van de gestolen draak, maar daar stopt het. Al generaties lang leven mensen en Zolu’s compleet van elkaar afgezonderd, ze kunnen zich gewoon niet voorstellen dat een totaal onbekende mens plots een prijs op hun hoofd kleeft. Het is geen gewelddadig volk, dus ze kunnen zich ook niet voorstellen dat mensen tot zoiets in staat zijn.’
Daar had ik dus nog totaal niet bij stilgestaan en het deed alles in mijn hoofd twijfelen.
We liepen in stilte verder.
Toen vroeg ik haar wat zij zo laat nog in het bos deed, want iedereen wou toch altijd voor de schemer terug in zijn krater zijn.
Even zweeg ze, en dacht duidelijk na. Wat toen volgde was iets wat ik ook totaal niet verwacht had.
‘Ik woon in de dode krater’ was het eerst wat ze zei.
‘Hoezo?’ vroeg ik verbaasd. ‘Die is toch niet leefbaar sinds de draken er weg zijn?’
‘Niet voor lang’ zei ze, ‘maar je kan je er prima schuilhouden’ even een stilte en toen ging ze verder ‘pas na 4 volle dagen en nachten begin je vergiftigingsverschijnselen te vertonen en moet je dringend de krater verlaten, maar je kan er prima overnachten en indien nodig een dag verblijven’
Weer een stilte.
‘En leef je daar dan alleen?’ vroeg ik uiteindelijk.
Ze twijfelde even, maar vertelde uiteindelijk verder.
‘Neen, we wonen daar met een 15-tal Zolu’s. Allemaal groeiden we op bij mensen en kennen we dus de Meester. De meeste van ons verloren hun ouder of broer of zus of eender wie door de meester.’
‘Wictor’ schoot onmiddellijk door mijn hoofd en ik weet niet hoe, maar dit had ze dus gehoord.
‘ja,Wictor woont ook bij ons, hoe ken je hem?’ vroeg ze nieuwsgierig.
Nadat ik haar zei dat we goeie vrienden waren, maar hij plots verdween toen zijn huis met ouders erin in brand gestoken was door de Meester, knikte ze instemmend. Ze wist dus van de brand.
‘Silu vond hem in het bos en heeft hem meegebracht naar onze krater.’ Zei ze ‘Hij heeft weken geen woord gezegd en was compleet in shock’
Wederom een lange stilte. Ondertussen hadden we al 2 holle bomen gepasseerd en vroeg ik toch om even rust te nemen, mijn enkel klopte verschrikkelijk ondertussen. Wat later zaten we naast elkaar op de grond.
‘Hoe gaat het nu met hem’ vroeg ik na een tijdje.
‘Best wel goed denk ik’ zei ze ‘hij blijft gesloten, maar heeft nu wel een doel in zijn leven die hem terug heeft doen rechtkrabbelen’
‘wat bedoel je met ‘doel’?’ kaatste ik terug.
Opnieuw leek ze haar woorden te zoeken.
‘Wel, ik veronderstel dat je ook gehoord hebt wat de oorzaak van heel dit gedoe is?’ vroeg ze.
‘De aanval op de Meester?’ zei ik vragend.
Ze knikte.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 22-01-21 15:42

‘Wat heeft dat met Wictor te maken?’ vroeg ik vervolgens.
‘Wij zaten achter die aanval’ zei ze heel droog.
Even stond ik met mijn mond vol tanden. Ik kon me heel moeilijk voorstellen dat de Wictor die ik kende, de Meester zou gaan aanvallen…
‘Jullie allemaal samen hebben dan de Meester aangevallen?’ vroeg ik uiteindelijk.
Ze knikte.
‘Maar waarom dan?’ vroeg ik vervolgens.
‘Omdat het moet stoppen’ riep ze bijna. Enkele seconden zocht ze opnieuw nieuwe woorden en toen ging ze verder. ‘De meester nam van ons allemaal iemand af die we graag zien, van ons allemaal heeft hij een stukje leven afgenomen en nog dagelijks ondergaan mensen hetzelfde lot. Meestal zijn het gewoon mensen, maar het verdriet blijft even groot. Een complete regio leeft in grote angst, enkel en alleen door hem.’
‘En waarom vielen jullie hem dan aan?’ vroeg ik ‘om hem te vermoorden?’
‘Neen hoor, want dan zijn we uiteindelijk niet beter dan hem toch?’ ging ze gretig verder. ‘We willen enkel de draken terug naar huis brengen’
‘Terug naar huis?’ vroeg ik ‘die hebben toch al altijd bij hem gewoond toch?’
‘Tuurlijk, maar daar horen ze helemaal niet. Ze zitten daar constant opgesloten in de kelder waar zwavelzuur geproduceerd wordt om ze in leven te houden’
Ze moet in de donker mijn verwondering gezien hebben en ging door.
‘Ja, ook zij hebben nog steeds zwavel nodig om te overleven. Alleen een stuk minder. Ze kunnen vele uren zonder leven, maar laat ze 2 dagen geen zwavel inademen en ze zijn dood. Ze horen daar niet, ze horen in onze krater. En eenmaal hij zijn draakhonden kwijt is, is hij ook zijn macht kwijt, want iedereen is bang voor hem door de beesten naast zijn zij, zonder stelt hij niets meer voor.’
‘En jullie aanval is dus mislukt?’ vroeg ik na haar verhaal.
‘Niet helemaal.’ Zei ze ‘we wisten nog maar half hoe zijn huis en kelders in elkaar zaten en hadden vooral het plan om eerst uit te zoeken hoe het plan van het huis in elkaar stak zodat we een concreet ontsnap-plan konden uitwerken, Alleen zijn we dus vroeger ontdekt dan gewenst en missen we nog steeds een stukje van het grondplan’
‘Alleen hadden we niet gerekend op de oorlog die hij zou verklaren aan de Zolu…dat maakt alles er een stuk complexer op natuurlijk en de Zolu’s die ondertussen al gevangen zitten hadden we nooit gewild…’ ze zweeg even…’weet je dat hij hen foltert als ze niets willen zeggen?’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik
‘Ze moeten bv aanwijzen waar gangen voorbij komen, of voelen waar een Zolu alleen in het bos is’…’als ze dit niet doen, worden ze gefolterd’
Ik werd er heel erg stil van, maar Rika ging verder
‘Nu proberen we vooral in het donker op onderzoek uit te gaan, dan zijn de mensen binnen, want hoe groot hun drang naar vrijheid ook is, in het donker gaan ze niet zo vlug het bos in.’ eindigde ze.
‘Dus er is geen enkele Zolu uit andere kraters die weet heeft van jullie bestaan en jullie plan?’ vroeg ik uiteindelijk
‘Wel en niet’ antwoordde ze ‘enkele Zolu weten waar we zitten en sommigen van ons zijn ook al in buur-kraters geweest, maar inderdaad, niemand weet van onze actie en plannen.’
We verzonken allebei in onze eigen gedachten en uiteindelijk vroeg ze of ik al terug verder kon. Ik knikte, ze hielp me recht en we strompelden verder.
Na een hele tijd in stilte verder te stappen vroeg ik uiteindelijk of ze niet beter samen met de Zolu de draakhonden terug konden halen. Toen ze vroeg waarom, vond ik alles bloot geven over oma’s thee niet zo goed idee en ratelde ik maar wat over ‘sterker met meer’, maar dat wimpelde ze dan ook af en zei dat er weinig mee te winnen viel om met nog meer mensen naar daar te trekken. De rest legden we in bijna stilte af en tegen de tijd dat we aan de ingang van de krater waren, was het al terug licht. Ze zei dat ze liever geen Zolu’s ontmoette en vroeg of het ok was dat ze me achterliet vlak bij de ingang. ‘was prima’ zei ik, bedankte haar en weg was ze. De laatste meter strompelde ik op een been de ingang door en eens ik gras onder mijn voet voelde, plofte ik neer en de tranen kwamen. Wat een ontlading om hier veilig en wel terug te aan te komen. De pijn was bijna niet te dragen en ik was doodop. Amper iets later spotte ik Schubbie in de lucht die me gehoord of gevoeld had en polshoogte kwam nemen. Nadat hij me zag liggen verdween hij weer. Niet zo heel veel later hoorde ik van ver Olf en Oma aankomen. Eenmaal ze bij me waren omhelsde Oma me en vroeg of ik ok was. Ik knikte dat het wel ging, alleen mijn enkel en wees naar mijn dikke en pijnlijke voet. Ze legde er hand op en zei dat ik er allesinds niet meer mocht op steunen. Olf hielp me uiteindelijk recht en droeg me in zijn eentje naar Oma’s huis. Daar aangekomen zag ik Hanz, opluchting stond op zijn gezicht te lezen. Toen hij mijn beweende gezicht zag, zag ik ook pijn en angst op zijn gezicht verschijnen. Olf zette me nu op het bed van Oma, ongeveer een meter van Hanz’ bed, en zej dat hij ons nu ging laten en later wel terug zou komen.
Enkele tellen later bleven dus enkel Oma, Hanz en ik alleen achter in het huisje.
Er ging een onaangename spanning en niemand durfde wat te zeggen.
Uiteindelijk was het Hanz die de stilte verbrak: ‘Gaat het met je?’ vroeg uit
‘Momenteel niet zo echt, maar komt wel weer goed’ antwoordde ik en perste er een geforceerd lachje uit.

kiki1976

Berichten: 17538
Geregistreerd: 17-04-10
Woonplaats: Kop van Noord Holland

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-01-21 18:05

Weer alles in 1x gelezen, super weer

Poekkie

Berichten: 7448
Geregistreerd: 29-10-16
Woonplaats: Belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-01-21 18:11

*\o/* *\o/*

Barramundi

Berichten: 1893
Geregistreerd: 31-07-08
Woonplaats: The Sunshine State (AUS)

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 22-01-21 23:58

Goed, nu ben ik dus te laat voor mijn afspraak :+
Zo goed geschreven dat ik het niet bij 1stuk kon laten!!

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 23-01-21 00:01

Leuk te lezen dat er toch nog wat mensen plezier mee hebben door het te lezen, want behalve het verhaal hier nu plaatsen, volgt er niets meer mee... morgen komt er meer!

kiki1976

Berichten: 17538
Geregistreerd: 17-04-10
Woonplaats: Kop van Noord Holland

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-01-21 07:34

Kom maar op tengeltje11

Ineke2

Berichten: 33870
Geregistreerd: 09-01-01
Woonplaats: Spijkenisse

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 23-01-21 09:55

Spannend hoor, ik volg het met plezier!

kiki1976

Berichten: 17538
Geregistreerd: 17-04-10
Woonplaats: Kop van Noord Holland

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-01-21 15:22

Tengeltje meeeeeerrrr :D

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-01-21 16:52

Oma kwam naar me toe en vroeg of ze mijn enkel eens goed mocht bekijken. Ik knikte en ze zei dat ik beter even kon gaan liggen.
Daarna nam ze voorzichtig mijn been in haar handen en zei dat ik moest zeggen wanneer het pijn deed en begon op verschillende plekken zachtjes te duwen. Het ene voelde ik niet en het ander deed me bijna uit bed schieten van de pijn.
Uiteindelijk zei ze dat ik waarschijnlijk ergens een scheur had in een pees of spier en ik toch een hele tijd wat rustig aan zou moeten doen, vooral ook omdat ik hem nu enorm geforceerd had door te blijven stappen. Ze ging even wat ingrediënten zoeken om een smeersel te maken die ze erop wou leggen waardoor de stekende pijn wat minder zou worden en voor ik goed en wel kon knikken was ze de deur uit.
En toen zaten we daar op een meter van elkaar, beiden met een been waar we niet op konden lopen en een spanning in de lucht waardoor ik bijna overwoog om naar buiten te strompelen, want het leek zelfs mijn adem bijna weg te nemen.
‘Heb je gevonden wat je zocht?’ vroeg Hanz uiteindelijk.
En ik wist niet wat ik moest antwoorden. Was dit wat ik zocht? Alle antwoorden had ik inderdaad gevonden, maar het leek er mijn leven niet simpeler op te maken. Ik had me er zo goed als bij neergelegd dat Wictor uit mijn leven verdwenen was, en hier was Hanz en voelde ik me voor het eerst gewoon thuis. Dan moest ik perse weg en was ik hier terug en leek niets meer wat het was.
Uiteindelijk haalde ik mijn schouders op en zuchtte. ‘ik weet het niet’ was het enige wat er uiteindelijk uit mijn mond kwam en dat antwoord kwetste Hanz duidelijk.
‘Sorry’ zei ik nog iets later en voor de rest was er alleen maar die akelig geladen stilte….
Toen Oma wat later terug binnenkwam moest ik bijna zuchten van opluchting en kon ik voor mezelf niet veel anders dan van mijn hart een steen maken en vroeg oma of ik naar mijn huisje kon. Ze keek geschrokken naar Hanz en ik durfde hem gewoon niet aankijken.
‘ben je het zeker?’ was het enige wat ze vroeg. Ik knikte instemmend en ze knikte terug.
‘Ik haal Olf’ zei ze en wat later droeg Olf me naar mijn huisje, hij hielp me op bed en vroeg of ik nog iets nodig had. Nadat ik zei dat alles ok was, legde hij een hand op mijn schouder, keek me recht in de ogen en zei dat alles wel goed zou komen en verdween.
De deur was nog niet dicht of tranen rolden over mijn wangen. Hier zat ik terug, helemaal alleen en ik voelde me ook zo vreselijk alleen. De tranen bleven komen en toen ik na een eeuwigheid uitgehuild was, leek er toch iets van stoom afgelaten. Alleen mijn mouw was, met gebrek aan iets om te snuiten binnen handbereik, doorweekt.
En geen idee hoe ze het deed, maar net op dat moment klopte Oma op de deur en kwam, zonder op mijn antwoord te wachten, gewoon binnen. Ze kwam naast me zitten en sloeg een arm om mijn schouder. ‘Wat beter nu?’ vroeg ze nadat ze mijn rode, beweende gezicht zag. Ik knikte. Ze had een grote tas mee en daaruit haalde ze wat andere kleren.
‘trek je trui maar uit, dan ga ik hem straks wassen’ en ze gaf me een nieuwe.
‘Als je toe bent aan praten, dan roep je maar’ zei ze vervolgens. Opnieuw kon ik enkel maar knikken en Oma voelde duidelijk aan dat dit nu nog niet aan de orde was. Eerst moest ik voor mezelf het een en ander uitmaken. Ze haalde het smeersel ook uit die zak en legde mijn voet op haar schoot. Het goedje stonk vreselijk en zag er roestig uit qua kleur. Nadat ze een dikke laag rondom mijn enkel gesmeerd had, bedekte ze die met grote, dunne bladeren en deed er een dikke sok over. ‘Hier nog een deken, leg je voet daarop zodat hij wat omhoog ligt, dan zou je tegen morgen al voor een groot stuk van je kloppende pijn af moeten zijn’ zei ze.
Nadat ze het tafeltje wat dichter geschoven had, legde ze er nog wat eten op en een kruik gevuld met thee.
‘Olf komt straks nog langs om je eens recht te helpen zodat je ook kan plassen indien nodig’
Ze stond recht en liep naar de deur. ‘Morgenvroeg kom ik opnieuw langs’, knikte en sloeg de deur achter zich dicht.
Nadat ze vertrokken was, ging ik rechtop zitten en nipte wat van de thee. Deze smaakte onbekend, maar daar zal Oma wel weer een reden voor hebben. Kort daarna overviel mij een gevoel van ongekende moeheid, ging ik liggen en viel ik slaap.
Het was alles behalve een gewoon moe-gevoel, en achteraf had ik het moeten weten dat de thee er voor iets tussen zat, maar toen was het dus te laat en startte het dromen.
Alles kwam voorbij en allemaal enorm duidelijk en alsof het op dat moment gebeurde.
Eerst stond ik terug in de maïs met Tora in mijn armen en papa voor me. We zeiden niets, papa en ik keken elkaar gewoon recht aan en Tora’s hoofd ruste op mijn schouder. Toen dit beeld vertroebelde, zag ik Alve op enkele meters van me voorbij lopen, ik voelde de spanning, maar ook nu keek hij gewoon door me en liep verder. Ook dit beeld vervaagde en toen voelde ik takken en bladeren tegen mijn hoofd en armen slaan en plots de pijn in mijn enkel. Het leek alsof ik mijn voet nog eens oversloeg. Alleen nu kon ik niet meer verder rennen en nadat ik terug opkeek zat ik in het donker in de tunnel met Rika naast me. We zaten niet in een bekend stuk, want ik zag 4 gangen en we zaten op het kruispunt van deze gangen. Toen hoorde ik Hanz, maar kon niet lokaliseren vanuit welke gang ik zijn stem hoorde en plots hoorde ik ook Wictor en ook van hem kon ik geen duidelijke richting aanwijzen. Paniek overviel mij, ik keek naar Rika, maar zij leek me helemaal niet te zien en liep de gang achter mij in en verdween. Ik duwde mijn handen op mijn oren, kon het niet meer aan, en plots stond Oma naast me. Ze legde haar hand op mijn schouder en de stemmen leken zachter te worden en het grote paniekgevoel begon wat zachter te worden, ze keek me doordringend aan en zei ‘Laat me je helpen’.
En plots hoorde ik geklop. Het duurde even voor het doordrong dat dit niet in mijn hoofd was, maar iemand die op de deur klopte. Het was Olf. Hij kwam aarzelend binnen en vroeg of ik hulp kon gebruiken om te plassen. Ik knikte en hij hielp me recht en droeg me naar buiten.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-01-21 16:53

Bij een grote boom en wat struiken stopte hij, zetten me achter de boom, die beschermd was door de struiken en vroeg of het zou lukken of als hij Frieda moest halen. Ik zei dat het wel ging lukken en hij verdween uit het zicht. Klungelig probeerde ik mijn broek uit te trekken en wat te hurken op een been, maar het bleek toch niet zo eenvoudig als gedacht om op een been te steunen en deftig te plassen, met als gevolg dat ik mijn ene kous en schoen helemaal ondergeplast had en uiteindelijk ook omgevallen was. Toen ik ‘auw’ riep omdat ik met mijn hand op een steen gevallen was, kwam Olf vanachter de struiken vandaan, maar toen hij zag dat ik in mijn blote kont gevallen was, verontschuldigde hij zich en liep terug. Ik hoorde hem nog roepen dat hij toch Frieda ging halen. Wat later kwam Frieda vragen of ik hulp kan gebruiken. En hoe hard ik me ook schaamde, ik slaagde er niet in om met mijn broek op mijn knieen en een enkel waar ik niet op kon steunen, terug recht te raken, dus ja, ik kon hulp gebruiken. Frieda hielp me recht en deed mijn broek terug aan. Uiteindelijk trok ze ook mijn schoenen en kousen uit en haalde wat water zodat ik me wat kon wassen en eens alles terug op orde was, bracht Olf me terug.
Pas toen ik terug alleen was, keek ik naar de thee en dacht aan de droom. Had Oma deze droom nu gestuurd? Of waren dit mijn gedachten? Morgen wou ik haar sowieso vragen wat voor thee dit was en dan ging de rest afhangen van het antwoord.
Met die gedachten vooraan viel ik uiteindelijk in slaap, een normale slaap deze keer, al was die wel onrustig.
De volgende morgen was ik al wakker toen Oma aankwam en de pijn in mijn voet leek grotendeels verdwenen. Even dacht ik er zelfs aan om te proberen of ik er misschien al wat op kon steunen, maar bedacht dan gelukkig dat dit niet mijn sterkte plan ooit was en bleef mooi zitten.
Toen Oma binnenkwam keek ze me recht aan en vroeg naar mijn pijn. Nadat ik zei dat hij inderdaad een heel stuk beter aanvoelde, besloot ik onmiddellijk de koe bij de hoorns te vatten en mijn vraag af te vuren.
‘wat voor thee was dit?’ vroeg ik, wijzend naar de kruik.
‘daar zat lievingstak in’ zei ze op een heel normale toon.
‘en waar dient dat dan voor?’ vroeg ik direct daarna.
‘het helpt om makkelijker in te slapen als je heel moe bent en geen rust vindt in je hoofd.’ Zei ze.
‘en nog wat?’ vroeg ik
‘ja hoor, ook kliereblad’
En nog voor ik kon vragen waar dit voor diende, begon ze zelf.
‘dat helpt je dingen heel duidelijk te zien als je hoofd helemaal overhoop lijkt te liggen’
‘heeft het wat geholpen?’ vroeg ze uiteindelijk.
Ze zag de twijfel op mijn gezicht en kwam naast me zitten. ‘Niets is zo lastig als dingen alleen dragen’ zei ze.
Lang twijfelen moest ik niet meer en begon te vertellen.
Eerst over de weg naar thuis, de mens in het bos en het moment dat ik papa terugzag. Tranen rolden weeral over mijn wangen toen ik vertelde over Tora en papa die ik zo bruusk moest achterlaten door Alve.
Ook wat papa me vertelde over de Meester, de aanval en de prijs die op elk Zolu’s hoofd stond, over mijn vlucht naar de gang, mijn ontmoeting met Rika, haar nieuws dat Wictor dus gewoon in de uitgestorven krater leefde en hun plan om de draakhonden terug te krijgen.
Oma had de hele tijd gewoon rustig geluisterd zonder me te onderbreken, ook al klonk alles waarschijnlijk heel chaotisch, want ik sprong van de hak op de tak.
Toen ik uitgepraat was, vroeg ze waar ik bang voor was.
‘Voor alles’ antwoordde ik uiteindelijk. ‘bang om te moeten kiezen, bang om te verliezen, bang om pijn te doen, bang voor wat komen gaan, bang om wat ik misschien moet doen, bang om fout te kiezen…’
Toen onderbrak ze me. ‘Maar wat wil jij nu wel?’ gooide ze ertussen.
Over die vraag moest ik even nadenken…
Ik wou vooral Hanz niet kwetsen, maar wist dat ik hem sowieso al gekwetst had. En hoe erg ik het ook vond, nu ik wist dat Wictor nog leefde en ook waar hij was, wou ik heel graag Wictor opzoeken. Daarnaast vond ik het plan om de draakhonden te redden best een goed plan en ergens vond ik het mijn plicht om eraan mee te helpen, ook wetende dat er veel dingen waren die hen konden helpen om uiteindelijk de Meester te stoppen, Zolu-dingen, maar wie was ik dan om te beslissen dat ze die ook zomaar konden gebruiken natuurlijk.
Oma knikte alleen en zei dat ik dan ergens wel wist wat me te doen stond. ‘Angst mag nooit leiden’ voegde ze er uiteindelijk nog aan toe.
Ik knikte traag….ik moest met Hanz praten.
Toen ik Oma bedankte, nam ze me gewoon vast en gaf me een lange, stevige knuffel. Deze voelde zo goed en gaf me enorm veel troost.
‘Laat ik Olf je ophalen?’ vroeg ze. Ik knikte bevestigend en niet veel later trok ze de deur achter zich dicht.
Wat later op de dag kwam Olf binnen en had een heel leuk iets mee die hij voor mij gemaakt had.
Het waren takken met steunsels op, waarmee ik mezelf dus kon behelpen om toch wat over en weer te strompelen zonder mijn voet te belasten.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-01-21 16:53

‘Test even of ze de juiste hoogte zijn’, riep hij enthousiast ‘indien niet, kan ik ze direct aanpassen’ en hij zwaaide met een soort scherpe steen waar hij duidelijk ook die takken mee gekapt had.
Hij hielp me recht en duwde ze bijna onder mijn oksels, maar helaas waren ze dus iets te hoog. Dus verdween hij weer naar buiten en enkele tellen later hinkte ik klungelig door mijn huisje met 2 dikke takken onder mijn oksels. Olf vond het geweldig, maar besloot toch dat mij tot daar dragen de best optie was, en die sprak ik niet tegen.
Dus liep hij wat later met mij in zijn armen, terwijl ik 2 takken droeg, richting Oma’s huisje.
Daar aangekomen hielp hij me op Oma’s bed en vertrok terug zonder iets te zeggen. Ook Oma was er niet. Hanz keek me voorzichtig aan. Ik schuifelde wat weg en weer en wist niet onmiddellijk hoe ik het gesprek moest starten, maar uiteindelijk vond ik toch de woorden en vooral de moed om eraan te beginnen.
‘ik ben je uitleg verschuldigd’ begon ik aarzelend.
‘Je moet je helemaal niet verplicht voelen….’ Haakte Hanz er onmiddellijk op in, maar ik onderbrak hem
‘toch wel’ zei ik kort.
Hij zweeg en luisterde.
Het verhaal kwam er uit net zoals ik het aan Oma verteld had. Ook dit keer kwamen de tranen toen ik bij Tora kwam. Hij onderbrak me geen enkele keer en knikte gewoon nu en dan.
Toen ik aan het stuk van de tunnel en Rika begon, merkte ik dat hij zenuwachtiger werd en toen de naam ‘Wictor’ viel, voelde ik dat het iets met hem deed. Ik stopte het verhaal en kon enkel nog ‘Sorry’ zeggen tegen hem, met tranen in mijn ogen….
‘Ik kan het echt niet helpen, hoe erg ik het ook vind, want ik weet dat ik je er pijn mee doe’ zei ik, naar de grond kijkend.
Hij zweeg opnieuw en dat deed me nog het meeste pijn….Hanz wist altijd op het juiste moment het juiste antwoord te geven en nu zweeg hij. Toen ik opkeek zag ik ook bij hem een traan naar beneden kruipen op zijn wang. Hij veegde ze af toen hij zag dat ik hem aankeek.
‘Sorry’ zei hij nu. ‘Hij heeft je al zoveel pijn gedaan en nu komt hij voor de zoveelste keer je leven overhoop halen…het enige wat ik wil, is dat je gelukkig bent….mijn grootste wens is dat ik een deel van je geluk kan uitmaken, en telkens als de naam Wictor voorbij komt, zie ik je alleen maar in de onzekerheid duiken.’ Even een stilte en daarna zei hij stilletjes ‘en ik ben gewoon ook heel erg bang om je kwijt te raken’
Hij keek me even recht aan, maar ik kon het nu niet aan om hem even direct aan te kijken….zelf vond ik het ook vreselijk van mezelf dat ik bijna een trek- en duwspelletje speelde met Hanz, maar …. Ik kon het eidenlijk amper zelf begrijpen. Het leek alsof Wictor ergens vast zat in mij en telkens terug naar boven kroop bij het minste vezeltje aanleiding….
‘Wat ben je nu van plan?’ vroeg hij uiteindelijk.
‘Ik wil sowieso Wictor gaan opzoeken nu ik weet waar hij is’ zei ik, bijna beschaamd.
‘vind je het ok als ik met je mee ga?’ vroeg hij , met onmiddellijk erna ‘als je zo lang kan wachten, want morgen vertrekken wordt het niet natuurlijk’.
Ik wees naar mijn voet en hij gniffelde. ‘Dan gaan we samen naar de dode krater’ zei ik uiteindelijk. Hij glimlachte en ik voelde me iets beter.
We bleven nog even in stilte zitten en toen vroeg Hanz naar de takken die zijn vader gemaakt had en kort daarna demonstreerde ik hoe klungelig ik me kon behelpen ermee. Hanz vond het geweldig en wou ze ook proberen. Ik vroeg hem of dat wel een goed idee was, stel dat hij viel, zijn been was er een stuk slechter aan toe dan mijn enkel, maar hij wuifde alles weg en wat later hinkte hij ook, met behulp van de takken, voor het eerst sinds lang, door het huisje.
Toen hij voor de deur passeerde, kwam Oma net binnen en ze keek geamuseerd toe.
Ook Olf kwam wat later binnen en besloot onmiddellijk aan de slag te gaan om nog zo’n paar looptakken te maken, ‘dan konden we morgen samen naar buiten’ voegde hij er vlug aan toe.
Er werd nog wat oppervlakkig gepraat en wat gegeten bij Oma.
Uiteindelijk vroeg Oma of ik liever terug naar mijn huisje ging om te slapen of daar bleef liggen.
Het maakte mij niet uit en omdat Olf al weg was, vroeg ze of het dan ok was dat zij in mijn huisje ging slapen? En vond ik prima, dus toen de zon bijna helemaal onder was, vertrok Oma en bleven Hanz en ik achter, beiden onder een deken op een meter van elkaar.
‘Heb je nog pijn?’ vroeg hij in het donker.
‘Eigenlijk niet, enkel als ik hem per ongeluk verkeerd beweeg voel ik nog wat pijn, heb jij nog pijn aan je been?’ kaatste ik de vraag terug.
‘Nog best wel ja…enkel als ik hem helemaal stil hou,voel ik niets.’
Toen weer stilte en uit het niets leek Hanz een totaal andere vraag te stellen:
‘Voel je je hier gelukkig?’
Ik was wat overdonderd door de directheid van zijn vraag, maar kon wel zonder twijfel antwoorden:
‘Ja, echt wel, hier voelde ik me voor het eerst ergens echt thuis, een plek waar ik mezelf kan zijn en begrepen wordt zonder zelfs iets te moeten zeggen.’
Hoewel het donker was en ik hem niet zag, voelde ik zijn glimlach tot bij mij.
‘Waarom wil je dan Wictor nog achterna’ vroeg hij uiteindelijk.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 24-01-21 16:54

Even moest ik de juiste woorden zoeken, maar antwoordde uiteindelijk:
‘Voor mij was Wictor de eerste persoon bij wie ik me gewoon mezelf kon voelen zonder ‘anders’ te zijn. Hij was de eerste persoon waarvan ik zonder twijfel kon zeggen dat hij me zou missen als ik er niet meer was….. Althans dat dacht ik… Het is een hoofdstuk vol vraagtekens en als ik het ofwel wil afsluiten, ofwel wil verder gaan, moet ik eerst die vraagtekens zien weg te werken en dat kan ik enkel door hem op te zoeken.’
‘en wat als de vraagtekens er niet door verdwijnen? Wat als er enkel meer bijkomen?’ vroeg hij na een stilte.
‘Dan weet ik het ook niet’ was het enige wat ik kon antwoorden en dat was ook zo…ik wist gewoon dat ik hem wou zien en hoopte dat dit een hoop duidelijkheid zou brengen.
‘en wat met hun plan om de draakhonden te stelen?’ vroeg Hanz daarna.
‘eindelijk had ik daarbij willen helpen….de thee van de draken zou ervoor kunnen zorgen dat hun plan lukt.’ Zei ik stilletjes.
‘daar vreesde ik dus ook al voor’ hoorde ik vanuit Hanz’ kant.
‘besef je wel hoe gevaarlijk zoiets is?’ zei hij terwijl hij zijn gezicht mijn kant op draaide.
‘Ja, maar als er niemand niets doet, vallen ze vroeg of laat toch gewoon een krater binnen en na de eerste, de volgende en de volgende en …., wat dan?’
‘dat besef ik ook wel, maar er zijn heus mensen die minder te verliezen hebben en met veel plezier zouden meewerken aan een plan om die draakhonden te stelen, daarvoor moet jij nog niet degene zijn die zoiets op zich neemt toch?’
‘laten we nu eerst herstellen en naar de krater gaan’ zei ik uiteindelijk, daarna zien we wel wat of hoe.
Ik hoorde hem knikken en wat later wenste hij me een goeie nacht.
Mijn hoofd was nog te druk om al te kunnen slapen en iets later hoorde ik Hanz’ ademhaling zwaarder worden en wist dat hij dus al in slaap gevallen was en wat later zakte ook ik weg.
We werden beiden wakker door Olf die heel enthousiast het huisje binnen kwam met wandeltakken voor Hanz. Deze bleken onmiddellijk de juiste maat en Olf was door het dolle heen dat hij ons beiden terug gemobiliseerd had en nadat we wat gegeten hadden en Oma ook al terug thuis was, besloten we om een poging te doen, samen naar buiten te gaan.
Met heel wat moeite slaagden we erin om tien meter verder, op een grote, zware boomstam, neer te zitten. We moesten samen lachen om ons gesukkel, maar meer dan ooit konden we zo’n inhoudloos gegiechel goed gebruiken, het haalde de stoom van de ketel en we begonnen stilletjes aan terug te praten over allerlei oppervlakkige dingen. Er werd gelachen, gepraat en ook Hanz’ droge humor kwam naar boven. Ik genoot met grote letters.
Vanaf toen probeerden we dagelijks naar buiten te gaan, en het tak-wandelen ging ons steeds beter af. Na tweetal weken was mijn enkel al behoorlijk hersteld en kon ik een tak thuislaten en stilletjes aan mijn tweede voet terug gebruiken. Maar ook Hanz’ breuk ging duidelijk de goeie kant op, al zei Oma dat hij zeker nog op een 14 dagen niet steunen mocht rekenen.
Toen ik een week later zonder stokken verder kon, hielp ik Hanz waar nodig. Het voelde ondertussen weer vertrouwd en goed, als kwam Wictor nooit ter sprake. Te pijnlijk denk ik.
Een goeie twee weker later kreeg ook Hanz toestemming van Oma om te beginnen steunen op zijn been. Eerst nog met beide takken, maar na enkele dagen bleef ook bij hem een tak thuis om al heel vlug zonder takken op stap te gaan. Vanaf toen, zei Oma, moest hij vooral veel stappen, zodat de spieren, die volledig weg waren in dat been, terug zouden komen, en dat deden we. We liepen terug dagelijks naar ‘ons’ plekje, genoten van de stilte, de gesprekken en eigenlijk ook van elkaar. De plek leek iets magisch te hebben voor ons….eerst was er terug een eenvoudige aanraking, maar al vlug werd dat een hand op een arm, een hand in een hand en uiteindelijk lag ik terug met mijn hoofd in zijn schoot te praten, terwijl hij door mijn haren ging. Het leven kabbelde verder en zolang ik er niet aan dacht, leek het alsof de Meester, de jacht op de Zolu en Wictor, niet bestonden…Nu en dan hoorden we terug dat er opnieuw een Zolu vermist was, maar iedereen leek het op dat momenteel liever niet te weten.
Toch bleef het knagen en op een bepaalde middag kon ik het niet langer meer verzwijgen.
‘Nu we allebei weer mobiel zijn, dacht ik er aan dat het misschien tijd is om naar de krater te gaan?’
Hanz zweeg en knikte. Ik herkende de blik in zijn ogen. Hij was bang.
‘Vertrekken we morgen?’ vroeg ik vervolgens. Hij knikte opnieuw.
De rest van de dag bleven we stilzwijgend naast elkaar zitten. Elk voldoende stof tot nadenken en diep verzonken.
Toen we terug bij Oma aankwamen, moest geen van beiden zeggen wat er speelde.
‘jullie gaan morgen?’ vroeg ze. We knikten beiden.
Toch wou ik Oma nog vragen of de vervaagthee kon helpen om de draakhonden van de Meester terug thuis te krijgen.
Ze zei dat enkel de draken dit konden beslissen, en dus wou ik morgenvroeg, nog voor het vertrek langsgaan bij de draken.
Het werd een heel woelige nacht waarbij ik meerdere keren wakker werd en toen het licht begon te worden, had ik niet echt een uitgeslapen gevoel.
Nog voor ik naar Oma ging, wou ik naar de draken, Hanz zou dit gesprek sowieso niet leuk vinden.
Daar aangekomen deed ik nogmaals het verhaal van de Meester, zijn draakhonden en het plan die Rika en haar vrienden hadden om ze terug te halen. En daardoor ook natuurlijk de prijs die momenteel op elk Zolu’s hoofd stond.

kiki1976

Berichten: 17538
Geregistreerd: 17-04-10
Woonplaats: Kop van Noord Holland

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-01-21 17:02

Super weer ts.
Je wordt echt meegenomen in het verhaal, je zou er zelf willen zijn om het te ervaren.

Chiren

Berichten: 534
Geregistreerd: 19-03-19

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst: 24-01-21 21:15

Heel fijn en leuk dat je blijft posten. Ik ben benieuwd hoe het afloopt.

maylotje

Berichten: 2178
Geregistreerd: 15-09-12
Woonplaats: Zoetermeer

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-01-21 11:29

Wow ik snap niet dat je manuscript niet word gebruikt. Ik heb het verhaal vanaf gisteravond in een keer uitgelezen. Ik vind het een heel tof verhaal. Denk ook dat je als je het echt stevig gaat verbeteren wat tijdbepaling, spelling etc betreft het echt een goed verhaal word. Misschien zou het aantrekkelijker worden voor uitgevers wanneer je zeker in het begin iets meer de tijd neemt om bijvoorbeeld de thuis situatie goed neer te zetten. Want nu Ada bij haar echte thuis is neem je wel wat meer tijd om dingen te laten gebeuren en uitleggen misschien dat overal wat terug brengen in het verhaal?

Ik blij in ieder geval graag meelezen en houd me aanbevolen voor een eventueel boek :D

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 13:33

Het doorgestuurde manuscript was aangepast en een uitgever vond het begin dan veel te veel uitleg .... (terwijl het nu echt geen 4 pagina’s extra waren ofzo), dus meningen verschillen blijkbaar wel .

maylotje

Berichten: 2178
Geregistreerd: 15-09-12
Woonplaats: Zoetermeer

Link naar dit bericht Geplaatst: 25-01-21 14:08

tengeltje11 schreef:
Het doorgestuurde manuscript was aangepast en een uitgever vond het begin dan veel te veel uitleg .... (terwijl het nu echt geen 4 pagina’s extra waren ofzo), dus meningen verschillen blijkbaar wel .


Oh dat had ik niet verwacht. Juist omdat je eigenlijk hier vrij weinig te weten komt over het thuis en het gezin. En een andere uitgever misschien? Ik vind het echt een heel fijn verhaal om te lezen en zit helemaal in :))
Ik vind de snelheid opzich ook geen probleem in het begin maar verwachtte dat dat juist een ding zou zijn. Nu weet ik natuurlijk niet hoe lang ik nog lekker door kan lezen dus misschien heb je wel nog super veel pagina’s waardoor uitleg ook gewoon onnodig is inderdaad.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 16:32

Beiden luisterden heel aandachtig en zeiden dat het misschien wel kon helpen, maar ze sowieso elke Zolu die hun schraapsel wou, persoonlijk wilden ontmoeten, want er mocht nooit misbruik gemaakt worden van het vervagen. Ik knikt, bedankte hen en ging weg.
‘wees voorzichtig’ zei Juksie me nog ‘en maak de juiste keuzes maar’.
Verbaasd keek ik haar aan, ze hield haar hoofd wat schuin en briesde. Ik knikte en verliet de grot.
Bij Oma aangekomen zat Hanz klaar om te vertrekken. Naast hem lag al een pakje met duidelijk wat eten en ook op de tafel stond eten en voor hem lag een onaangeroerd stuk koek. Ook ik had weinig honger, maar na heel wat kauwen, kreeg ik toch twee grote happen doorgeslikt.
Ik bedankte Oma, ze omhelsde me en vroeg me voorzichtig te zijn. ‘hopelijk vind je nu alle antwoorden, kan je een juiste keuze maken en vind je terug rust’ hoorde ik in mijn hoofd.
’dat hoop ik ook’ liet ik haar horen.
Wat later liepen we naast elkaar de drakenvlakte door. Schubbie en Juksie keken toe vanop hun platform.
‘Hoe ver is de verlaten krater?’ vroeg ik toen we net in de gangen aangekomen waren.
‘ik gok ongeveer een goeie halve dag stappen’ zei Hanz.
Daarna liepen we zwijgend verder. We kruisten enkele keren een 4-tal Zolu die ons dof begroetten. Toen we na oneindig lange gangen, 11 holle bomen en nog 2 andere krater-ingangen, eindelijk aan de uitgestorven krater kwamen, keken we allebei zwijgend het gat in.
Wat nu? Ik keek naar Hanz, maar die staarde gewoon maar voor zicht uit. En ook toen ik de krater inliep, bleef hij roerloos staan.
Toen ik enkele meters verder halt hield en me naar hem omdraaide, zei hij enkel ‘ga maar, ik blijf hier wachten’. Dit had ik niet verwacht en na even te twijfelen liep ik uiteindelijk de grijze krater in. Er waren enkel wat heuvels, dode stammen die ooit prachtige bomen waren en wat dor. Links boven zag ik een grot met platform, daar hadden de oorspronkelijke draken waarschijnlijk hun woonplaats. Ik zocht me een weg tussen het dode hout wat blijkbaar veel breder was dan onze struikenzone, maar uiteindelijk kwam er toch een einde aan. En toen stond er amper iets en keek ik uit op een grote dorre vlakte met hier en daar een dode, brede boomstam. Het einde van de krater kon ik niet zien, dus was de omvang ervan toch behoorlijk groot. Ik besloot naar een zijkant te lopen, want Rika had uiteindelijk gezegd dat ze hier leefden, dus moest ik op zoek naar de rotswoningen.
Ik had de rechterkant uitgekozen en eens aan de wand, begon ik deze af te lopen. Het duurde een behoorlijke tijd eer ik een deur tegenkwam, maar dit huisje leek leeg en verlaten. De volgende deur kon ik al zien en ook achter deze was geen teken van leven te bespeuren. Zo liep ik verder en deur achter deur vond ik niets. De moed zonk me in mijn schoenen en ondertussen was ik al zodanig ver de krater ingelopen dat ik dacht bijna aan de overkant te zijn. De deuren bleven elkaar opvolgen, maar nog steeds niets. Uiteindelijk begon het wat te duisteren en voelde ademen steeds moeilijker. Bijzonder, want Rika had ook gezegd dat ze meerdere dagen in de krater konden blijven zonder echt last te krijgen. Ik liep door zo hard ik kon, maar wou ook nog de andere kant compleet aflopen, want ik was er van overtuigd dat ik in een van de huisjes toch Wictor of Rika aan zou treffen. Maar elke nieuwe deur die ik tegenkwam en opendeed, was verlaten. Daarbovenop leek het alsof elke deur een stukje van mijn adem weg nam.
Mijn longen piepten en kraakten. Ik moest mezelf vooruit slepen en mijn hoofd voelde ijl. Ik had geen idee hoe ver het nog was om terug de ingang te bereiken, het enige wat ik bleef herhalen was ‘doorgaan, daar, nog een deur’ en mijn benen leken uit zichzelf te bewegen, stap voor stap voor stap naar de volgende deur. Ik nam de deurknop en deed de volgende deur open en toen viel ik neer en werd alles zwart.
Toen ik mijn ogen weer opende, keek ik recht in een paar helderblauwe ogen…en ik knipperde nogmaals, die ogen….Wictor! Ik wou zijn naam roepen, maar mijn stem was hees en er kwam enkel ‘Wcr’ uit. Hij glimlachte en bleef me aankijken.
Ik lag op de grond en rondom was steen, niets anders. Wictor zat naast me op zijn knieen, hij hield mijn hand vast. Wat verder stonden er nog 5 Zolu’s. Rika was een van hen. Ze wuifde naar me en ik glimlachte terug. ‘Hier, drink wat’ Zei Wictor en hield een kommetje met water voor me. Nadat ik enkele slokken water had doorgeslikt, leek mijn keel minder rauw aan te voelen.
‘Waar zijn we nu?’ vroeg ik hees.
‘Buiten de krater’ antwoorde hij.
‘Maar dat is toch gevaarlijk?’ vroeg ik.
‘Hier niet, hier vinden ze ons niet, hier zoeken ze niet eens’ antwoordde hij met een glimlach.
‘Maar…’ Hij onderbrak me en zei dat ik beter nog even kon rusten en mijn stem kon sparen.
‘Hanz…’ zei ik, maar hij gebaarde opnieuw dat ik beter kon zwijgen en liep naar de anderen toe. Nadat ze even met hun 6en stonden te praten, verdwenen de 5 anderen en bleef ik alleen met Wictor achter.
‘Ik heb je gemist’ zei hij uiteindelijk en nam mijn hand weer vast.
‘Waarom liet je niet weten waar je was? Of kwam je me niet opzoeken?’ vroeg ik heel direct.
‘Eerst had ik tijd nodig voor mezelf, nadat mijn ouders vermoord waren en toen ontmoette ik Silu en Rika en de rest en hadden we een doel waar we liefst zo weinig mogelijk ander mensen mee wilden betrekken en ik wou je al zeker niet in gevaar brengen, dus besloot ik je niet op te zoeken.’ Hij zweeg even. ‘maar nu ben je zelf hier!’ en hij keek me opnieuw glimlachend aan.
Ik glimlachte terug, maar het magische gevoel die ik altijd had toen ik Wictor zag, bleef uit.
‘Hoe lang ben ik hier al?’ vroeg ik uiteindelijk.

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 16:33

‘Niet zo lang hoor,Silu zag je vanop het drakenplatform en niet veel later viel je neer. Te lang te weinig zuurstof’ zei hij.
‘Maar Rika had me gezegd dat jullie hier leefden en enkele dagen binnen konden blijven als het nodig was?’ vroeg ik verwonderd.
‘Dat is ook zo, maar we leven in de drakengrot, die zit hoger en dieper en daar houden we het inderdaad ook enkele dagen vol. Die is ook met een gang verbonden met deze grot hier, die aan de buitenkant van de krater zit en uitkomt aan de achterkant van het bos. Deze hebben de mensen gegraven om de draak te stelen’
‘Rust maar verder uit’ zei hij vervolgens ‘ik moet even weg, morgenavond gaan we terug naar het huis van de Meester om het zo hopelijk nog wat meer in kaart te kunnen brengen, want Rika zei dat je op de hoogte was van onze actie en plan?’ Ik knikte en voor ik het goed en wel besefte, liep hij naar buiten.
Daar lag ik dan. Nog behoorlijk slap, alleen in een grot ergens aan de buitenkant van een dode krater, geen idee hoelang ik hier nu feitelijk lag, laat staan dat ik wist waar Hanz was en ik vroeg me ook nog altijd af waar de Wictor was die ik ooit kende….want nog steeds kon ik die niet opgeven, al leek die heel ver weg momenteel.
Wat later stond ik recht, eerst zag ik nog allemaal zwarte sterretjes, maar die ebden weg en ik kon uiteindelijk rustig, zonder hinder, door de grote lopen.
Uiteindelijk ging ik op zoek naar de uitgang en vond die makkelijk. Deze zat verborgen achter dicht struikgewas en het bos was me onbekend. Dus leek het me het beste om de andere richting uit te lopen, richting krater. Ook dat was een eitje, het was een rechte gang en al vlug stond ik in een grote open grot, die heel erg leek op de grot van Schubbie. Bestemming bereikt dus.
Ik liep naar de ingang en eens op het platform keek ik uit op de grote dorre vlakte. Van hieruit zag je heel veel deurtjes en ook de ingang van de krater was te zien. Voorzichtig daalde ik af naar de vaste grond, maar de inspanning zorgde al vlug voor terug een stokkende en piepende adem. Ik voelde dat ik blijkbaar nog niet genoeg reserve opgebouwd had om dit lang vol te houden en strompelde zo vlug ik kon richting uitgang, maar op enkele tientallen meters, werd het weer ijl in mijn hoofd en kon ik kon enkel ‘Hanz!!’ roepen in mijn hoofd, voor het terug zwart werd.
Toen ik dit keer mijn ogen weer opendeed, was Hanz degene die naast me zat…. In dezelfde grot als daarnet. Ik keek hem vragend aan hij zei in zijn hoofd dat dit de plek was waar ik het vlugst zoveel mogelijk zuurstof kon krijgen. Er stond nog water van de vorige keer en na wat slokjes water voelde ik me al wat beter. ‘En nu ga je die krater niet meer in’ zei hij streng. Niet veel later hoorden we geroezemoes en kwam Wictor terug de grot binnen gelopen. Hij keek me vragend en stomverbaasd aan. ‘Dit is Hanz’ zei ik ‘hij was met me meegekomen naar de krater en ging op me wachten bij de ingang, maar is nu dus ook hier.’
Het leek alsof hij Hanz compleet negeerde en kwam terug naast me zitten en vroeg hoe het ging. ‘Gaat wel’, maar ik voelde me uiterst ongemakkelijk… ‘Heb je honger’ ging hij rustig verder. ‘een beetje’ en hop, hij was weg en niet veel later kwam hij terug met enkele stukken fruit. Krampachtig probeerde ik toch wat te eten en bood ook Hanz het fruit aan, maar hij weigerde.
Opnieuw kwam Wictor naast me zitten en nam ongegeneerd mijn hand vast, wat ik niet durfde terugtrekken.
‘We gaan morgenavond naar het huis van de Meester, heb je zin om mee te gaan?’ vroeg hij ‘We kunnen zeker nog iemand gebruiken die op veilige afstand alles in de gaten houdt en alarm slaat als het nodig is.’
‘Mag Hanz ook mee?’ kaatste ik de bal terug.
‘Als dat echt nodig is’ zei Wictor uiteindelijk geërgerd en keek hem vluchtig aan.
Ik keek Hanz aan en hoorde in mijn hoofd ‘wil je dat echt?, want voor mij voelt dit helemaal niet goed’ ik gaf hem door dat de Meester er toch nog altijd voor zorgde dat er al heel wat Zolu’s verdwenen waren en dit zou blijven duren tot iemand hem stopte, dus ja, ik wou dit.
‘ok, dan ga ik mee’ liet hij me weten. Ik keek vervolgens naar Wictor en zei dat we samen mee zouden gaan morgen.
Hij knikte en verdween opnieuw.
Hanz stond er verslagen bij en ook ik wist niet meer wat denken momenteel. Wictor leek een compleet andere persoon geworden.
Uiteindelijk kwam hij naast me zitten en zei dat ik nu beter zo veel mogelijk kon rusten zodat ik weer helemaal in orde was voor morgen. Het begon al te schemeren en uiteindelijk vroeg Hanz of het ok was dat hij naast me kwam liggen. Ik knikte zonder twijfel en omdat ik best wel koud had, nestelde ik me tegen hem. Zo vielen we uiteindelijk in slaap. Toen ik wakker werd was het al terug licht en lag Hanz nog te slapen, zijn arm lag op me en stiekem genoot ik van de warmte die hij me gaf. Waarschijnlijk omdat ik bewoog, kwam hij uiteindelijk ook wakker en trok vlug zijn arm van mijn zij. Toen ik me omdraaide, keek hij me recht aan en had nog steeds een heel droevige blik in zijn ogen.
‘Kom, gaan we eens naar buiten?’ vroeg hij.
We stonden op en liepen samen de grot uit en worstelden ons door het struikgewas.
Op een klein open plekje waar de zon tot beneden viel, ploften we neer en staarden voor ons uit. Elk verzonken in onze eigen gedachten.
Plots legde Hanz zijn hand op mijn arm en ik keek hem aan.
‘Verlies jezelf hier niet in’ hoorde ik in mijn hoofd en hij keek me recht aan. ‘Je bent veel te echt en puur om je te laten meeslepen in haat en wroeging’ ging hij door. ’ook zonder jou zullen ze hun plan verderzetten’.
Dat liet ik een tijdje doordringen en eigenlijk had hij helemaal gelijk. Wictor was Wictor niet meer. Zijn ogen waren de glans en puurheid van toen, helemaal verloren….zijn warmte en

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 16:33

echtheid leken verdwenen….waarom zou ik een gevecht, ontstaan door hun wraak, mee moeten uitvechten? Ik hoorde hier helemaal niet thuis en Hanz nog minder.
Mijn keuze was gemaakt. Ik stond recht en Hanz keek me vragend aan. ’Kom, we gaan naar huis’ zei ik en zijn gezicht sprak boekdelen, hij vloog me spontaan rond de nek en even was ik nog wat terughoudend, maar toen omarmde ik zijn warmte en liefde even hard terug.
‘was er nog wat fruit over?’ vroeg hij uiteindelijk.
‘Ik dacht het wel’ zei ik.
‘dan nemen we dat mee, want we hebben nog een hele tocht voor de boeg.’
Dus liepen we de drakengrot terug in, maakten samen de afdaling naar de kale krater en liepen zo vlug mogelijk naar de uitgang.
Dit keer kwam ik wel heelhuids aan, al begon mijn adem toch terug te piepen op het einde.
‘Gaat het?’ vroeg Hanz toen we de tunnels bereikt hadden.
‘ja, maar ik ben wel blij dat we er zijn’ antwoordde ik.
Toen begon de tocht naar huis en die leek een stuk korter dan de heenweg.
Eenmaal we de ingang van ‘onze’ krater bereikt hadden, maakte mijn hart een sprongetje.
Dit voelde meer dan ooit als thuiskomen voor mij en ook Hanz had gewoon een oprechte glimlach op zijn gezicht. Zalig!
Toen we de drakenvlakte kruisten, keken Schubbie en Juksie op ons neer, ze knikten en we zwaaiden terug.
Het kon niet anders dan dat de draken met Oma communiceerden, want ze stond ons in de deuropening op te wachten en toen we dichter kwamen had ook zij een glimlach op haar gezicht en gaf ons elk om beurt een dikke, warme knuffel.
Er stond eten klaar en nadat we onze buik rond gegeten hadden vroeg Hanz of ik nog zin had om een wandeling te maken. Tuurlijk! Dus liepen we samen naar onze vaste plek en vielen neer. ‘Blij dat je geweest bent?’ vroeg hij uiteindelijk
‘eigenlijk wel’ zei ik….’het was niet wat ik dacht dat ik zou vinden, maar voldoende om verder te kunnen zonder steeds te moeten terugdenken aan.’
Hij knikte en zei dat hij daar blij mee was, nam mijn hand en kuste het. Ik werd er helemaal warm van en nestelde me tegen hem. Zo bleven we zitten tot het begon te duisteren. Daarna begon het enorm vlug af te koelen en konden we niet veel anders dan terugkeren. Hij liep met me mee tot aan mijn huisje, wenste me slaapwel, aaide even zachtjes over mijn wang en liet me alleen.
Die nacht viel ik voor het eerst sinds lang, in een diepe, rustige slaap.
De dagen die volgden waren ronduit zalig. Het leek alsof ik me voor het eerst zonder enige rem kon openstellen voor Hanz en ook hij voelde dat zonder twijfel.
We brachten de dagen samen door. Van ’s morgens tot ’s avonds. Dwaalden rond, praatten over zinnige en onzinnige dingen, en vooral, we genoten van elkaar. Wij niet alleen, ook Oma genoot duidelijk mee van ons gevonden geluk.
Fysiek werd de afstand tussen ons ook steeds kleiner. Vaak zaten we samen tegen een boom. Dan zat ik tussen Hanz’ zijn benen en leunde tegen hem, terwijl hij dan tegen de boom leunde. Vaak sloeg hij nog zijn armen rond mij en verstrengelden onze vingers of kuste dan mijn haar. Zo’n momenten waren zalig. Zijn warmte voelde ik stromen door mijn hele lichaam en onze hartslag werd een.
Ik kon gewoon ook compleet mezelf zijn, niets voelde geforceerd of moeilijk. Hij respecteerde zonder meer mijn grenzen en ging nooit iets doen die vanuit mijn kant wat terughoudendheid opwekte.
De dagen vlogen voorbij, tot we beiden heel erg ruw van onze roze wolk getrokken werden en niets anders konden dan de werkelijkheid onder ogen zien.
Olf was plots vermist. Hij was het bos in gegaan, zoals zo vaak en was dus niet meer teruggekeerd. Frieda was in alle staten en ook de bezorgdheid stond bij Oma op haar gezicht te lezen.
Voor mij was dit precies een puzzelstukje die in het geheel paste. Hoe het terugzien met Wictor verlopen was, stond hier los van, maar zijn groepje wou de Meester stoppen en nu, door zijn toedoen, Olf vermist was, kon ik niet anders dan teruggaan en hen helpen.
Eerst was Hanz hier totaal niet mee akkoord, maar toen ik zei dat ze met de vervagingsdrank hun plan waarschijnlijk wel tot een goed einde konden brengen en we zo, hopelijk, Olf terug konden krijgen, ging hij overstag en zou met me meegaan.
Ook Oma vond dit de best mogelijke optie, want tot nu toe was geen enkele verdwenen Zolu teruggekeerd, dus niemand wist waar ze heen waren en of ze nog leefden. Maar Oma vond ook dat we opnieuw niet konden vertrekken zonder een vervagingsdrankje.
Dus gingen we eerst langs bij Schubbie en Juksie en daar moesten we ons verhaal niet meer doen, ze waren al op de hoogte en amper iets later had Oma al 2 pruttelende potjes op het vuur staan.
Omdat we deze keer geen 2 dagen wilden wachten, beslisten we om zonder de drankjes naar de uitgestorven krater te gaan en dan, eens we naar het huis van de Meester zouden gaan, hier voorbij zouden komen om de drankjes op te halen.
En nog diezelfde voormiddag, waren we dus al op weg naar de krater.
Toen we er, een stuk in de namiddag, aankwamen, was er niemand in de drakengrot en we konden niet anders dan wachten en hopen dat er minstens een van hen nog zou terugkomen die dag. En we hadden geluk. Iets voor de schemer kwamen ze allen samen de grot binnengewandeld. Toen ik uitlegde waarom we teruggekomen waren, moesten ze even overleggen en uiteindelijk vonden ze het ok dat we hen gingen helpen. Wictor bleef op de achtergrond en had me nog geen blik gegund. En eerlijk, dat deed me ergens heel erg pijn….

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 16:33

Toen ik wat later vroeg of ze ondertussen al meer wisten over zijn huis, was het antwoord negatief. Ze waren er ondertussen al twee keer geweest, maar er was enorm veel bewaking en ze raakten amper tot op enkele meters, laat staan in het huis.
Als ik ze uiteindelijk, voorzichtig, over de vervagingsdrank vertelde, waren ze allen, behalve Wictor, heel enthousiast en begonnen luid en opgewonden door elkaar te praten.
We hadden een strak plan nodig en dat zouden we uitwerken terwijl de drankjes pruttelden.
Dus werd er nu besloten dat we allemaal naar onze krater zouden gaan, daar zouden ze toestemming vragen aan onze draken, Oma zou vervolgens de drankjes maken en ondertussen hadden we 2 dagen om een concreet plan te maken en alles op elkaar af te stemmen.
We vertrokken een stuk na de schemer, naar onze krater en in het holst van de nacht kwamen we aan.
Schubbie en Juksie waren niet te zien, die lagen hoogstwaarschijnlijk te slapen op dit uur en daar was ik ook wel aan toe, dus boden we hen eerst een logeerhuisje aan om de rest van de nacht door te brengen. Hanz ging uiteindelijk met mij mee omdat hij niemand wakker wou maken.
Er stond natuurlijk maar een bed in mijn huisje en dus kropen we gezellig dicht tegen elkaar.
‘Ik ben bang voor wat zal komen’ zei Hanz uiteindelijk stilletjes.
Ik draaide me om en keek hem aan. Mij gezicht lag een hand verwijderd van het zijne. ‘Ik ook’ zei ik voorzichtig, ‘maar toch denk ik dat dit het enige is wat we kunnen doen’. We bleven zo even liggen en plots zei Hanz: ‘Je betekent ondertussen zo veel voor me dat ik me niet meer kan voorstellen dat je er niet meer bent of dat ik je kwijt zou raken’ en hoewel het zo goed als pikkedonker was, voelde ik hoe zijn ogen de mijne vasthield.
‘Het laatste wat ik zou willen is jou en deze plek verliezen….Hier voel ik me voor het eerst in mijn leven echt ‘thuis’ en jij zit al zo diep in mijn hart dat ook ik niet zou weten wat te doen als je plots weg zou zijn’ antwoordde ik uiteindelijk.
Ik voelde hem glimlachen zijn handen namen mijn hoofd vast en plots voelde ik een kus op mijn voorhoofd. Warm en teder. Uiteindelijk liet hij me los en zei nog ‘slaapzacht Ada, we zien wel wat morgen brengt’
En niet veel later hoorde ik de ademhaling van Hanz trager worden en wist ik dat hij sliep.
En ook ik moest even later toegeven aan mijn vermoeidheid.
Toen ik wakker werd, lag Hanz niet meer naast mij en was ook nergens meer binnen te zien.
Vlug repte ik me naar buiten, op zoek naar Hanz. Vanuit de kant waar de groep van Wictor sliep, hoor ik geroezemoes, dus liep ik daar heen.
Ze stonden allen buiten, maar Hanz was niet bij hen. ‘Hebben jullie Hanz al gezien’ vroeg ik, maar ze ontkenden. ‘wanneer gaan we naar de draken’ vroeg Rika.
‘straks, eerst moet ik Hanz vinden’ was mijn antwoord en ik liep weg richting Oma.
En daar vond ik Hanz. Hij glimlachte toen ik binnenkwam.
‘Goed geslapen?’ vroeg hij.
‘Ja,zalig geslapen’ glimlachte ik terug.
‘Zullen we?’ vroeg hij.
Ik knikte en samen liepen we terug naar de Wictors groep om vervolgens richting de draken te gaan.
Eens bij de draken bleven de groep en ik beneden wachten, Hanz ging praten met Schubbie en Juksie. Amper iets later kwam hij terug en knikte. Een voor een namen ze een blad en gingen wat schraapsel van of Juksie, of Schubbie nemen. Toen de laatste klaar was hoorde ik Schubbie ons succes wensen. We knikten terug en bedankten hen.
Omdat we de groep niet onmiddellijk in het dorp wilden, droegen wij een voor een de schraapsels incl wat huidcellen richting Oma. Haar vuur was te klein en ook Frieda’s vuur stond wat later die dag vol met pruttelende potten. Tegen de avond gingen wij ook langs bij het logeerhuisje waar ze allemaal verbleven.
Ze hadden ondertussen al een plan uitgewerkt, maar wisten duidelijk niet dat de thee maar enkele minuten werkte… dus werd het volledige plan afgevoerd en moest er opnieuw overlegd werden. We waren met 16 in totaal die richting het huis van Meester zou gaan. Tot op ongeveer 10 meter konden ze makkelijk ongezien naderen. Daarna hadden ze dus al de thee nodig om ongezien verder te raken, maar die ging dan waarschijnlijk al uitgewerkt zijn tegen dat ze de draakhonden of de gevangenen vonden….dus was gewoon opdrinken en gaan geen optie.
Sowieso gingen er 3 Zolu’s buiten blijven om de wacht te houden. Er bleven er 13 over.
Er waren 3 ingangen, dus werd er bij elke ingang een Zolu op wacht gezet en 4 zouden dan telkens proberen binnen te raken.
De Zolu die overbleef zou wat amok maken aan de hoofdingang om zo, hopelijk, zo veel mogelijk bewakers naar daar te krijgen.
Aan elke ingang zou dan een Zolu de thee drinken en binnenlopen, de volgende zou tot 100 tellen en dan ook drinken en binnen gaan, de 3de zou hetzelfde doen als de 2de vertrokken was, en de laatste ook idem.
Bij de keer dat ze binnen geraakt waren, hadden ze een zij-ingang genomen. Die kwam uit op een kleine inkom, met daarna een keukengedeelte. Dat kwam uit op een gang die 6 deuren telde en op het eind van de gang lag de hoofddeur. Toen werden ze ontdekt en moesten vluchten, dus veel info was er niet.
Iedere groep kreeg de opdracht om 2 deuren in die gang te openen en op zoek te gaan naar de draakhonden of de gevangen. Indien iemand ze vond , moest er natuurlijk zo vlug

tengeltje11
Berichten: 7499
Geregistreerd: 16-06-05
Woonplaats: w-vl,belgie

Re: [ver] *voorlopig nog naamloos*

Link naar dit bericht Geplaatst door de TopicStarter : 25-01-21 16:34

mogelijk gecommuniceerd worden met de rest. Eens we ze vonden, wist niemand hoe we ze ongezien weg konden krijgen, dat zou improviseren worden.
Met dit plan kon iedereen leven. Morgen zouden we kijken om de taakverdeling op te zetten en dan onderling af te spreken wie wat deed binnen zijn groep.
Daarna lieten Hanz en ik de groep weer voor wat ze was en trokken ons terug. We probeerden nog wat ontspanning te vinden door een kleine wandeling, maar de spanning om wat komen zou was duidelijk voelbaar.
Tegen het eind van de dag zei ik vroeg te willen slapen en Hanz vroeg of het ok was dat hij terug bij mij sliep. Daar zei ik geen neen tegen en die avond vielen we, tegen elkaar, vroeg in slaap. De volgende dag was de spanning ook bij de groep goed te voelen. Het opgewonden gepraat had plaats gemaakt voor weinig woorden en iedereen was een beetje in zichzelf gekeerd. Toch moest er nog een hoop geregeld en overlegd worden en uiteindelijk slaagden we erin om de 3 groepjes te vormen en waren ook de mensen die op wacht zouden staan duidelijk. Wictor zou de persoon zijn die de amok zou maken om iedereen af te leiden en mijn buikgevoel vond dit echt geen goed idee, maar de rest van de groep leek er mee akkoord, dus veel kon ik niet doen. Ons groepje bestond uit Silu,een andere jongen die Furt heette en Hanz en ik. Raf, de oudste van de groep, ging op wacht staan bij onze deur.
Silu wou als eerste binnen, daarna Furt, dan ik en Hanz zou het rijtje afsluiten. Wij hadden de zij-ingang waar ze al eerder binnen geweest waren. Silu wist dus was ze via die deur aan zou treffen. Die avond toonde Oma ons nog hoe we ons eigen thee-zakje moesten maken en gingen we daarmee aan de slag. De volgende morgen gingen we zodra de thee klaar was, vertrekken en zouden we dan tegen de schemer moeten aankomen bij het huis van de meester. De schemer kon ons helpen om minder vlug gezien te worden en indien alles gelukt was, nadien ongezien het bos in te verdwijnen. Maar zover waren we natuurlijk nog niet.
Ook die nacht bleef Hanz bij mij, maar beiden lagen we onrustig te woelen en duurde het vreselijk lang voor we uiteindelijk in een onrustige slaap belanden.
De volgende ochtend was ik zo nerveus dat ik enkel wat kon drinken. Hanz kreeg nog een hap of twee door zijn keel, maar daar stopte het ook. Onze thee was al van de avond ervoor klaar en deden we nu netjes in het zakje en veilig om onze nek. We waren er klaar voor.
Ondertussen waren ook de andere theepotten klaar om gebruikt te worden. Nadat de hele groep klaar was voor vertrek gingen we nog vlug langs bij Oma. Die gaf ons beiden een grote knuffel en hoopte dat we ongedeerd terug zouden komen. Ook Frieda kwam langs om ons uit te wuiven en hoopte dat we Olf zouden vinden. Levend of dood, ze wou gewoon duidelijkheid, zei ze, met tranen in haar ogen.
Ik gaf haar een knuffel en ze wenste ons succes. Kort daarna gingen we op pad. Wij liepen achteraan en niemand zei een woord. Onderweg stopten we een keer kort, maar iedereen liep liever verder, dus na even neer te zitten, liepen we alweer verder. En Tegen het begin van de schemer hadden we de holle boom bereikt waar we uit moesten.
Nu was het nog even in het bos lopen en vanaf hier moesten we dus al extra op ons hoede zijn.
Maar de schemer hielp ons en we konden het stuk bos veilig en zonder problemen, vlot doorkruisen.
Rika liep voorop en op een bepaald moment gebaarde ze stil te zijn en wees rechts voor zich.
We liepen gebukt en stilletjes door tot we achter een dichte struikengroep halt hielden.
Tussen de bladeren zag je licht op een twintigtal meter. We begrepen dat daar het huis van de Meester was. Ondertussen was het al bijna donker, en aan de schim van het huis, leek het enorm. Allemaal plat, lomp en onaantrekkelijk. Het was groot, maar de muren leken scheef, de stenen donker. Rika fluisterde dat we nog dichter konden komen, maar niet in onze grote groep, we moesten opsplitsen. Onze groep moest naar de achterkant van het huis, maar dus in een grote boog om niet gezien te worden. De groep van Rika moest naar de linker kant uitwijken en Wictor ging met hen mee, zij namen de hoofd ingang. De rest bleef hier, maar moest straks zo dicht mogelijk raken. We wensten elkaar succes, en vertrokken zo stil mogelijk. Hanz had tijdens het sluipen mijn hand vast genomen. Ik voelde de snelle hartslag van zijn lijf en hij waarschijnlijk ook de mijne. Na best een tijdje kwamen we aan de andere kant aan en stilletjes probeerden we zo dicht mogelijk bij de deur te komen. We waren nog niet op onze plek of we hoorden al geroep en gebrul. Wictor. We bleven verschrikt staan. Was dit normaal? Of waren ze al ontdekt? ‘Ik drink en ga naar binnen’ zei Silu snel en nog voor iemand kon antwoorden, had ze al haar thee achterover gekapt. Enkele tellen later ging ze op in de omgeving en liep weg. We zagen de deur opengaan en dat was het. Het was ondertussen te donker geworden om veel te kunnen zien vanuit hier. Ze had wel duidelijk de deur open laten staan, terwijl we op voorhand wel gezegd hadden om er telkens voor te zorgen dat alles zo onopgemerkt mogelijk zou gebeuren. ‘Ik ga ook’ zei Furt, en nog voor ik hem kon zeggen dat dit te vlug was, had ook hij zijn thee al doorgeslikt en verdween enkele tellen later. Omdat de deur open stond, hadden we er geen idee van of hij binnen gegaan was. Mijn hart klopte in mijn keel, ik was de volgende. In de verte hoorden we nog steeds geroep en gebulder van meer dan een stem, maar zonder twijfel was Wictor er een van. We veronderstelden ondertussen dat alles zoals afgesproken ging, want wij hadden nog geen mens aan deze kant van het huis gezien. ‘Ik moet ook gaan’ zei ik tegen Hanz. Hij nam vlug nog mijn handen even vast. ‘Wees voorzichtig’ zei hij’ ik kom je zo achterna’ en liet me los. Ik zette de thee aan mijn mond en slikte het door. Toen ik begon te zweven wist ik dat het veilig was en liep zo vlug ik kon richting het huis. Eenmaal binnen moesten mijn ogen even wennen aan het licht. Er stonden behoorlijk veel kaarsen bij de deur en ook de volgende deur, naar de keuken stond open. Ook daar liep ik vlug door tot in de gang. Daar schrok ik even, want de hoofddeur stond open en er werd druk binnen en buiten gelopen door verschillende mensen. Ik zag een deur open en dicht gaan in de gang, dus was alvast niet de enige die hier rond liep. Vlug liep in naar de tweede deur rechts, zoals afgesproken. Op een seconde dat er even geen mens in de gang liep, opende ik de deur en sloot ze even vlug terug achter me. Voor me lag een stenen trap die naar beneden liep. In de diepte zag ik licht, maar de trap was donker, dus kon ik enkel traag voelend, de trap naar beneden nemen. Eenmaal beneden kwam ik uit in een hal met 3 gangen. Even stond ik te twijfelen, maar ik had geen tijd en besloot rechts te kiezen. Op dat moment hoorde ik duidelijk geroep en gekrijs vanuit het huis. Dat liet ik achter me en liep de gang in. Het voelde koud en klammig. De gang was donker en behoorlijk lang en op het eind lag een grote, zware, houten deur. Ik voelde, en ze zat niet op slot, maar toen ik de deur open duwde, hoorde ik vanuit de andere kant ‘he!! Wie is daar??’ roepen. Ik schrok en deed een stap naar achteren. De deur zwaaide open en een mens keek de gang in, dwars door me. Mijn hart stond stil en ik duwde mezelf tegen de muur. De mens keek verbaasd de gang in en riep nogmaals ‘wie is daar??’