Moderators: Essie73, NadjaNadja, Muiz, Telpeva, ynskek, Ladybird, Polly

Citaat:Tegen de tijd dat ik mijn auto goed en wel voor het gigantische huis van mijn ouders had geparkeerd, kwam Khalid al naar buiten gestormd. ‘Je bent er!’ riep hij me gelukzalig toe en vloog me in de armen. Een beetje verbaasd nam ik zijn knuffel aan en duwde hem daarna van me af om hem te bekijken. ‘Is het zo erg?’ Hij schudde dramatisch zijn hoofd. ‘Nog erger. En Rachel doet er zoals gewoonlijk weer niets aan.’ Nu schudde ook ik mijn hoofd. Stomme zus. Stomme, stomme, stomme zus. Was dat niet een van de huwelijksgeloften? Je echtegenoot beschermen tegen je verschrikkelijke ouders? Het was niet dat Khalid niet voor zichzelf kon opkomen, maar hij wilde de band met mijn ouders niet slechter maken dan hij al was. Ze hadden nog steeds niet echt geaccepteerd dat Rachel met een buitenlander was getrouwd, laat staan met een ex-moslim. Snerende opmerkingen waren daarom niet ongewoon. Kennelijk waren ze op dreef. Ik sloeg mijn arm om hem heen en trok hem mee richting de voordeur. ‘Kom op,’ zei ik bemoedigend. ‘We kunnen dit.’
Ik werd stijfjes door mijn moeder op de wangen gekust en verstikkend omhelsd door mijn vader nadat we de hal binnen waren gekomen. ‘Lieverd,’ zei mijn moeder tegen me, ‘we hebben je gemist.’ Ik voelde de spanning uit mijn lijf trekken. Nog geen vragen over Jason. ‘Laat nu de man van je zus los, wil je? Dat je zelf geen man kunt vasthouden wil niet betekenen dat je aan die van Rachel moet beginnen.’ Au, die deed pijn. Ik snoof. ‘Ja gelukkig hebben we Khalid,’ zei mijn vader met een sarcastische ondertoon. Rachel keek duidelijk gepijnigd, maar gaf geen kik. Ik stootte haar kwaad aan om duidelijk te maken dat dit het moment was om op te staan. ‘Papa,’ begon Rachel, ‘laat Khalid met rust.’ Khalid kreeg een klein glimlachje op zijn gezicht omdat zijn vrouw hem verdedigd had. Dat noemt men een dode mus, dacht ik bitter.
Allemaal zo gespannen alsof we onder stroom stonden, vonden we ons weg door het huis naar de woonkamer. Terwijl wij plaatsnamen liep mijn vader naar het drankkarretje, zoals ik het noemde, en vroeg ons wat we wilden drinken. Hè, gezellig. ‘Een martini,’ riep ik hem zonder twijfel toe en ik pakte een onderzettertje om een goede beurt te maken bij mijn moeder. Ze keek goedkeurend. Yes! ‘Zo Anna,’ begon mijn moeder vervolgens, ‘Jason nog gesproken?’ Ik gromde bijna en irriteerde me aan alles wat ze vertegenwoordigde, van haar rechtse politiek tot Jason tot haar parels en roze lippenstift. ‘Nee,’ zei ik binnensmonds, ‘en ik was het ook niet van plan.’ Ik rolde mijn ogen naar Khalid, die zijn lach bijna niet kon inhouden. Hij wist hier altijd beter mee om te gaan als ik er bij was, omdat ik mijn ouders niet meer zo serieus nam als Rachel. Mijn moeder kneep haar lippen bij elkaar en keek ontevreden. ‘Weet je nu wel zeker dat je alle contact wil verbreken met hem? Jullie waren zo’n mooi stel en bovendien..’ ‘Niet doen mam,’ zei Rachel er stilletjes doorheen. ‘Hij en Anna horen niet bij elkaar. En dat zullen ze ook nooit doen. Geef het op.’ Khalid en ik verwisselden een verbaasde blik en keken naar de reactie van mijn moeder, die enkel haar handen in haar schoot legde en met haar vingers speelden. We konden dit spel nog eens gaan winnen met de medewerking van mijn zus. Mijn vader was er inmiddels ook bij komen zitten en kuchte. ‘Ze hebben gelijk schat. Jason is voltooid verleden tijd.’ Met open ogen en mond keek ik mijn vader aan. Het moest niet veel gekker worden. Hij ging nooit tegen mijn moeder in. En daarmee leek de discussie Jason voorgoed afgedaan, al twijfelde ik daar nog wel een beetje aan.
Die avond lag ik enigszins kalm in bed. De rest van de avond was niet verkeerd verlopen, en morgen was het tenslotte al kerstmis. Deze dagen zouden al snel voorbij zijn en dan kon ik weer terug naar mijn eigen gebied. Al was ik wel dol op deze zachte dekens. Ik rolde me helemaal op in het donzen dekbed en voelde me alles behalve eenzaam. Want waarom zou je eenzaam zijn als je dekens had om je warm te houden? Ik grinnikte in mezelf en genoot even van de rust en stilte die in en om het huis heersten. Dat was wel even wat anders dan mijn New York, dat moest ik toegeven. Ja, al over minder dan een maand zou ik New York opgeven voor Londen. Ik zou mijn vrienden voortaan moeten missen, en zelfs mijn baas George zou niet meer op me vitten. Dat deed pijn, meer pijn dan ik had verwacht. Ik zag mezelf altijd als onafhankelijk, maar ik besefte niet hoe afhankelijk ik was van de mensen om me heen. Ze zorgden voor de verwerking van verdriet en woede, maar ook voor het geluk. Zo’n zone zou ik weer opnieuw moeten gaan creëren en dat was een hele uitdaging.
Terwijl mijn rust was overgegaan in gepieker hoorde ik de deur kraken. Even lag ik stokstijf in mijn bed, bang voor een dief of erger. Maar het was Rachel. ‘Ree,’ fluisterde ik, ‘wat doe jij hier?’ Ze liep op mijn bed af en ging naast me liggen. ‘Dat ging best goed hè, vanavond?’ merkte ze op alsof het gewoon was op onze leeftijd om met elkaar in bed te liggen. In ieder geval niet voor ons namelijk. Ik hief mijn hoofd op uit mijn comfortabele holletje. ‘Hé Ree?’ Ze deed hetzelfde en staarde me vragend aan. ‘Ja?’ ‘Wat is er echt aan de hand?’ Ze zuchtte en dook in het kussen. ‘Khalid?’ hielp ik haar. Ze draaide zich weer om en staarde naar het plafond. ‘Ja. Ik weet niet wat ik moet, Anna. Hij is perfect, hij doet alles goed. Maar ik ben zo druk geweest dat ik hem gewoon niet zag. En nu durf ik er niet meer aan toe te geven. Aan hem, bedoel ik. Hij lijkt het ook wel op te geven.’ Ik dacht terug aan mijn gesprek met Khalid een tijdje geleden, en vroeg me af of hij al met haar gepraat had. Waarschijnlijk niet. Ik voelde woede in me opborrelen. Ze had een geweldige man als Khalid en dùrfde hem niet te liefhebben? Wat een onzin. ‘Rachel, stel je niet aan. Vind je het gek dat hij het wat minder vaak probeert door al die afwijzingen van jou? Die man is niet van steen, zoals jij soms kunt zijn! Het is geen oplossing om hier nu bij mij in bed te gaan liggen en te zeuren over wat je moet doen. Je moet nu naar je man toe gaan en met hem vrijen. Basta!’ Rachel staarde me beduusd aan, terwijl ik uithijgde van mijn toespraak vanuit liggende positie. Had ik nu net mijn zus bevolen om de liefde te bedrijven met haar echtgenoot? Ik was te erg. Bang voor een boze reactie van mijn zus keek ik wantrouwend over de rand van het dekbed heen. Ze lag mijn kant op, met tranen in haar ogen. ‘Oh, Ree,’ zuchtte ik terwijl ik over haar armen wreef. ‘Niet huilen. Het komt goed. Je moet je gewoon wat meer openstellen naar Khalid. Hij houd van je en hij blijft bij je. Daar is geen twijfel over mogelijk. Maar je moet hem niet altijd afwijzen. Zie je niet hoe ongelukkig hij daar van wordt? En jij ook? Je moet niet zo bang zijn!’ Ik kuste haar voorhoofd en streek de haren achter haar oren zoals ik vroeger ook gedaan zou hebben. Al was het dan mijn oudere zus, ik had haar vaker getroost dan zij mij. Ze kon niet goed omgaan met gevoelens van anderen. ‘Je hebt gelijk,’ zei ze terwijl ze de tranen uit haar ogen veegde. ‘Je hebt gelijk. Ik ga nu naar hem toe en..’ Ik hield mijn hand naar haar op. ‘Nu wel weer genoeg over dat onderwerp. Maar ga doen wat nodig is. Geniet ervan. Je hebt mijn dubbele dikke zegen. Maak Khalid gelukkig en jezelf daarbij!’ Ik bleef preuts. Ze kuste mijn wang en sprong uit mijn bed richting de deur. Voor de deur draaide ze zich nog heel snel om en vormde “dankjewel” met haar lippen. Ik knikte alsof het niets was en keek hoe ze achter de deur verdween. Voor het geluk van mijn zus en haar man was ik best bereid om de nacht door te brengen met onaangename achtergrond geluiden. Daarnaast genoot ik van het feit dat mijn ouders het waarschijnlijk ook konden horen.

Citaat:‘We wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas, we wish you a merry Christmas and a happy new year!’ Zuchtend luisterde ik naar de vrolijk zingende kinderen die voor mijn ouders deur stonden. Elk jaar leken er wel meer langs te komen, en leek het zangtalent te zakken. ‘Mooi gezongen!’ zei ik terwijl ik snoepgoed in ieders handen drukte, om vervolgens opgelucht de deur dicht te slaan.
‘Pap, je bent onverbeterlijk!’ melde ik mijn vader, die lachend om het chagrijnige gezicht van zijn jongste dochter aan tafel zat. Op de een of andere manier was iedereen in een hele jolige stemming vanavond. Zo was het bij ons in de familie: of het was heel gezellig, of het was hel. Helaas kwam het laatste vaker voor. ‘Lieve Anna, je trapt er ook elk jaar weer in. Je zou ondertussen toch moeten weten dat de buren niet naar ons kerstdiner komen!’ Zijn dikke buik schudde op en neer als hij lachte, wat dat betreft was het net de Kerstman. Baardje erbij, rode outfit en klaar.
Ondertussen was Khalid binnen gekomen met de kalkoen. Hij plantte hem tactisch voor het bord van zijn schoonvader neer. ‘Je bent een man naar mijn hart,’ grinnikte deze terwijl hij hongerig naar het malse vlees staarde. ‘Zeg jongen, heb je toevallig die overheerlijke couscous bij je die je vorig jaar op de verjaardag van Rachel had gemaakt?’ Ik keek vermaakt naar Khalid, die hier duidelijk niet op gerekend had. ‘Sorry meneer, ik heb er totaal niet aan gedacht,’ zei hij dan ook met een klein stemmetje. Hoewel Khalid nu opgenomen was in de familie, zeker na het huwelijk, bleef hij op zijn hoede en probeerde hij op elk mogelijke manier in gunst te komen bij zijn schoonfamilie. Alleen bij mij gedroeg hij zich niet zo. Juist daarom besloot ik dat het tijd werd om mijn zwager te redden van de pijnlijke plaats naast zijn schoonvader en zei liefjes: ‘Khalid, kom je naast mij zitten, ik heb je al zoo lang niet gesproken!’ De waarheid was echter dat we een paar dagen geleden nog geluncht hadden.
Khalid kwam opgelucht naast me zitten en op dat moment kwamen mijn moeder en zus binnen met de rest van het eten. Het zag er overheerlijk uit, en toen ook de andere twee vrouwen van de familie waren neergeploft op een eetkamerstoel begonnen we, natuurlijk na een gebed, met dineren. Het gebed werd door de ouders ingeleid en geëindigd, want al probeerden ik en Rachel ons voor te doen als licht gelovigen, om zelf het gebed op te zeggen ging te ver voor ons. Al helemaal voor Khalid met zijn islamitische roots, want al had hij deze opgegeven, bidden voor de christelijke God kon hij niet.
We genoten allemaal van het heerlijke eten en het gezelschap van elkaar. Kerstmisavond was een van de weinige avonden waar we bij elkaar waren, en al was het in onze familie geen rozengeur en maneschijn, af en toe was het toch fijn om gewoon even bij elkaar te zijn. ‘En Rachel,’ begon onze moeder ‘hoe gaat het nu in het hotel? Bevalt de baan als manager je nog steeds?’ Rachel verslikte zich bijna in haar net genomen hap, waarop ik prompt in de lach schoot. Moeders merkte er echter niets van en ging onverstoorbaar verder. Ze richtte zich tot haar man: ‘We moeten echt nog eens langs gaan, Howard. Kun je niet een nachtje een kamer voor ons regelen?’ Haar ouders keken haar vragend aan. Khalid en ik hadden het zowat niet meer, en probeerden onze lach zo goed mogelijk in te houden. Rachel, daarentegen, keek ontzettend benauwd. ‘Nou mam,’ hakkelde ze, ‘ ik denk niet dat ik dat kan maken. Een kamer kost al snel $500,- per nacht, en dan heb ik het over een simpele kamer. Ik ben maar personeel, niet de eigenaar. Ik zal het bespreken op het werk maar ik weet niet of ik het voor elkaar krijg.’ Ondanks dit weinig belovende antwoord keek moeder tevreden. Rachel keek haar man en haar zusje nog even streng aan, waarop wij weer in de lach schoten. Wij waren de enige die van Rachels bijzonder baan afwisten.
Toen we de maaltijd achter de kiezen hadden waren we met z’n allen, zoals elk jaar, nog even voor het warme vuur van de openhaard gekropen. Terwijl ik me nestelde in het wollen vloerkleed keek ik hoe mijn ouders plaats op de bank namen. Een lach verscheen op mijn gezicht toen ik zag dat mijn vader, in een poging niet op te vallen, mijn moeders hand vast pakte. Wat een wonder, na al die jaren gebeurde dat soort kleine dingen nog steeds. Vlak voor de openhaard zat Khalid, met zijn armen beschermend om mijn zus heengeslagen. Gisteravond was duidelijk goed verlopen, al had ik dat vannacht ook al kunnen weten. Ik voelde plotseling een vlaag van eenzaamheid door me heen stromen. Vorig jaar had ik hier ook nog gezeten met twee warme armen om me heen, verliefder dan ooit. En die twee jaar daarvoor ook. Twee weken na kerstmis had ik die klootzak betrapt en ik had onmiddellijk onze relatie beëindigt, tegen zijn smeekbedes in.
Terwijl ik deze gedachtes door mijn hoofd voelde tollen stond ik op. ‘Wat ga je doen?’ vroeg Rachel verbaasd. ‘Ik ga maar eens op huis aan.’ zei ik zachtjes. ‘Het is al laat, en ik moet nog een aardig eind rijden. Als ik nu ga ben ik morgenochtend thuis.’ Mijn moeder probeerde me nog over te halen met het feit dat ik ook bij hen thuis kon blijven slapen, net als mijn zus en haar man, maar ik sloeg het aanbod dankbaar af. Wat ik met deze depressieve gedachtes nodig had, was een lange, open snelweg en wat goede muziek dat mijn bloed weer liet stromen.
Het duurde niet lang voordat achter het stuur de tranen over mijn wangen liepen. Die rot Jason, snikte ik in gedachte, terwijl “Last Request”, ooit een van mijn favoriete nummers, de cd-speler uitgezongen werd door Paolo Nutini. Ik probeerde echt met alle macht niet zo’n vrouw te zijn die niets was zonder man, maar het stak toch nog steeds, vooral als ik andere stellen zo gelukkig zag. Zij lieten me zien wat ik was kwijtgeraakt, en misschien nooit meer zou bezitten. En dat deed pijn.
Ik keek naar de weg, er stond een man met een bordje voor zijn borst. Hij maakte een beweging met zijn duim naar achteren. ‘New York,’ stond erop geschreven. Normaal had ik gedacht, ‘Succes vriend, het leven is hard hè!’ Maar nu ik zelf door een moeilijke tijd ging voelde ik meer sympathie voor de man. Ik krabde op mijn voorhoofd. Lifters kunnen gevaarlijk zijn. Dat weet iedereen. Ik zou het absoluut niet moeten doen. Ik keerde direct de auto en reed terug naar de plek waar de man stond. Ik had wat geks nodig. Voordat ik de deur opendeed nam ik de man goed in me op. Hij zag er apart uit voor een lifter, met zo ver ik het kon zien een net pak van een duur merk aan. Ik stuurde de auto dichter naar hem toe en een vlaag van herkenning schoot door me heen. Niet weer.
Ik liet het raampje naar beneden zakken aan de passagierskant en hing naar rechts om hem beter te kunnen bekijken. Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Blijven we elkaar zo ontmoeten?’ Michael’s ogen lichtten op zodra hij me herkende en ook op zijn gezicht verscheen een glimlach. ‘Anna,’ grijnsde hij, ‘leuk je weer te zien.’ Ik haalde mijn schouders ongelovig op en zuchtte. ‘Wat doe je in godsnaam langs een snelweg in Conneticut? Zonder auto, welteverstaan. En met kerst!’ Zijn wenkbrauwen trokken samen en zijn serieuze gezicht kwam weer op. Hij stond daarbij zo stil dat hij wel van marmer leek. Als iemand last had van stemmingswisselingen, dan was het deze man. Wat had hij toch te verbergen?
Zijn blik veranderde weer naar speels en hij lachte een oogverblinde lach. ‘Rondhangen, zie je dat niet?’ Ik knikte alsof het heel logisch was. ‘Natuurlijk. Nou, Michael,’ zei ik terwijl ik het portier openduwde, ‘stap in.’ Hij keek me even schuin en verbaasd aan, maar stapte toen toch in de auto. ‘Lifters zijn gevaarlijk hè, dat weet je toch?’ Ik schakelde en trok langzaam op om mijn, nu onze weg weer te vervolgen. ‘Ik weet het. Maar telt dat ook als je al met de persoon in een lift en de metro hebt gestaan?’ Michael trommelde met zijn vingers op het dasboard en had duidelijk plezier. ‘Geen idee. Misschien is het juist wel gevaarlijker als de desbetreffende lifter je al gezoend heeft in de metro.’ Ik voelde mijn gezicht rood kleuren en hield mijn ogen strak op de weg. ‘En als de bestuurder terugzoende?’ Ik rommelde aan mijn spiegel en zocht zogenaamd naar een pepermuntje in de asbak, die ik tot nu toe als opbergplekje had gebruikt. Ik kon niet geloven dat ik aan het flirten was met een man die ik nauwelijks kende. Een man die waarschijnlijk een crimineel of Russische spion was. Waar was ik mee bezig? Ik zag hem vanuit mijn ooghoek grinniken. ‘Dat maakt het veel complexer. Het is altijd complexer als de ene persoon zegt “ik vind je leuk” en de andere persoon hetzelfde terugzegt. Bijvoorbeeld door een kus. Dat is wanneer de chaos begint.’ Zijn stem was zo evenwichtig en kalm dat ik me er bijna aan irriteerde. De aantrekkingskracht tussen ons was duidelijk voelbaar, maar ik was kennelijk de enige die er een beetje, zeg maar gerust een beetje boel van slag van raakte. ‘Daarom kun je er maar beter niet aan beginnen,’ probeerde ik zijn rust te evenaren, ‘want het gaat toch bijna altijd mis.’ Michael knikte. ‘Dat klopt. Maar het kan ook het mooiste zijn wat je kan overkomen, zoals dat meestal is wanneer je risico’s durft te nemen. Het kan prachtig, maar ook hartverscheurend eindigen.’ Ik knikte langzaam en nam zijn woorden op hetzelfde tempo in me op. Het gesprek had een serieuze wending genomen, maar ik wist dat hij gelijk had. En ik wist ook dat ik na Jason ontzettend bang was voor nog zo’n hartverscheurend einde.


Citaat:Voor een paar minuten hing er een nadenkende stilte tussen ons in, tot ik besloot hem te verbreken. ‘Helaas weet ik alles van het slechte einde en niets van het goede,’ zei ik op een zachte toon waarmee ik wilde laten merken dat Michael niet hoefde te reageren. Maar dat deed hij wel. ‘Niemand die de ware nog wil leren kennen heeft een echt goed einde gehad,’ antwoordde hij op dezelfde zachte toon en even legde hij zijn hand op de mijne die op de versnellingspook rustte. Ik keek even naar de twee handen die in elkaar over leken te gaan en richtte toen mijn blik op Michael, wiens ogen zacht en vriendelijk stonden. Ik kreeg het benauwd, hij kwam te dichtbij. ‘Ik moet schakelen,’ zei ik ongemakkelijk, en ik bewoog mijn hand en stootte de pook in een andere versnelling. Ik keek naar de weg. Er was geen hond te bekennen, het enige wat er te horen was, was het geronk van de oude Range Rover. Ik genoot van deze “stilte”. Als je in New York woonde, leek je soms weleens te vergeten wat dat woord precies inhield.
Toen de ongemakkelijkheid weer weggedreven was en ik weer ontspannen op mijn stoel zat besloot ik dat de stilte nu weer ongemakkelijk begon te worden. Dus sprak ik. ‘Zo,’ begon ik tegen Michael, ‘Maar waarom staat zo’n keurige man als jij nou te liften? Je ontweek net wel heel behendig de vraag maar ik ben toch wel benieuwd.’ Hij kreeg een serieuze, afwendende blik. ‘Zo’n interessant verhaal zit er niet achter. Laten we het erop houden dat ik ruzie kreeg met iemand waar ik voor mijn werk mee in contact kwam en hij niet meer bereid was me thuis te brengen.’ Ik knikte langzaam. Wat een vaag verhaal, werken tijdens kerstmis? Maar het leek me beter niet verder te vragen, hoe nieuwsgierig ik ook was. Om de sfeer goed te houden.
Ik zette de muziek wat harder en neuriede zachtjes mee. Normaal zong ik hysterisch mee in de auto, maar ik wilde de rit niet te onprettig maken voor mijn medepassagier. Ik voelde zijn ogen in mijn zij branden, maar ik keek niet zijn richting op. Als Michael contact wilde maken, dan praatte hij maar. ‘Hou je van muziek?’ vroeg hij alsof hij mijn gedachten gelezen had. ‘Ja,’ beantwoordde ik zijn vraag, ‘ik hou ontzettend van muziek. Ik werk bij een platenlabel.’ Terwijl ik dit zei staarde ik onbewust naar zijn lippen. Zijn volle, zachte lippen die me zo intens gekust hadden. Wat een vreemde situatie was dit. ‘Gaaf,’ zei Michael onverstoorbaar, al voelde ik dat zijn glimlach niet alleen over mijn werk ging. ‘Dat is nog eens werk. Wat is je favoriete genre?’ Ik keek in de leegte van de weg en snoof de frisse lucht op die via de verwarming naar binnenkwam. ‘Dat heb ik niet echt, ik hou van oud, nieuw, hard, zacht, pop, rock, alles. Zo lang het niet te commercieel, maar echt en puur klinkt. Al gaat metal me te ver, dat vind ik echt niets.’ Hij knikte geïnteresseerd en mompelde dat hij vooral wat met jazz had. ‘Dat verbaast me niets,’ grinnikte ik. Michael keek me verbaasd aan en nodigde me met zijn blik uit om uitleg te geven. ‘Wat? Gewoon, dat vind ik wel bij je passen. Ik zie je zo een jazz club in stappen, of een cd van Miles Davis luisteren op de bank.’ Ik zette de verwarming iets zachter omdat ik het behoorlijk warm begon te krijgen. Die ogen en die mond voerden mijn lichaamstemperatuur behoorlijk op. En dan hadden we het nog niet over zijn sterkte lijf zo dicht bij het mijne. We zaten verdomme in een Range Rover en er was geen ruimte genoeg voor mij en mijn gevoelens. ‘Is er iets?’ Met die vraag maakte Michael me wakker uit mijn gedachten. Ik haalde mijn schouders op. Nee, er was niets.
Ik keek naar de opkomende zon die boven een van de grootste steden ter wereld hing. Wauw, wat een plaatje. Ik zuchtte zachtjes. Het was een lange nacht geweest. Na ons ongemakkelijke gesprek was Michael al snel in slaap gevallen. Tussendoor was hij nog even wakker geweest om een sms te versturen, maar we hadden nauwelijks een woord meer gewisseld. Hij had als een os geslapen en nog steeds zag hij er doodmoe uit. En heel schattig bovendien. Zijn mond hing een klein beetje open en af en toe blies hij een klein belletje in zijn pogingen adem te halen. Met gesloten ogen vielen zijn lange wimpers pas echt op en zijn hoofd lag knus tussen zijn schouder en de stoelleuning in.
Omdat we de stad naderden en ik moest weten waar ik hem af moest zetten, duwde ik zachtjes tegen zijn arm. ‘Michael?’ Hij gaf een lichte kreun en wreef de slaap uit zijn ogen. ‘Wat? Zijn we er nu al? Heb ik de hele nacht geslapen?’ Hij zei het met zo’n slaperig hoofd dat ik gelijk in lachen uitbarstte. ‘Ja, je hebt de hele nacht geslapen. Nee, we zijn er nog niet maar ik moet weten waar ik je kan afzetten.’ Ik gaf hem mijn zoetste glimlach. ‘Daarbij kon ik je gesnurk niet langer meer aanhoren!’ Hij schrok duidelijk van mijn opmerking. ‘Heb ik echt gesnurkt? Sorry!’ Ik schoot weer in de lach. ‘Nee, het was maar een grapje.’ Hij keek me quasigeïrriteerd aan. ‘Maak je altijd grapjes ’s ochtends vroeg?’ ‘Alleen als ik er iemand mee kan irriteren?’ Ik lachte om zijn gezicht. ‘Nu het gezellig wordt ga je weg, wat jammer nou.’ Ik manoeuvreerde ons tussen de drukke ochtend spits van New York. ‘Zeg me niet dat je aan de andere kant van de stad woont,’ kreunde ik. Hij wilde zijn mond opentrekken maar ik greep net op tijd in. ‘Die ondeugende grijns voorspelt een grap, dus laat die bullshit maar zitten en vertel waar je heen moet. Michael.’ Dit laatste voegde ik er met een uiterst schattig stemmetje aan toe.
Het verkeer stond zo vast dat Michael en ik besloten dat het wel zo makkelijk was als hij gewoon midden op de weg uitstapte. Terwijl hij zijn spullen bij elkaar graaide observeerde ik hem voor de laatste maal. Ik was helemaal niets over hem te weten komen. Hij was een bekende onbekende die op het punt stond om uit mijn leven te verdwijnen en er nooit meer in terug te keren. Ergens wist ik dat dit niet zou gebeuren. Hij had iets spannends, iets mysterieus wat erom schreeuwde om ontdekt te worden. Michael richtte inmiddels zijn hoofd op en speelde weer eens met zijn zonnebril. Zonder iets te zeggen stapte hij de auto uit, maar bleef toen staan voor het open raam. Ik leunde langzaam naar voren en opende mijn mond om hem gedag te zeggen, maar kreeg er de kans niet toe. ‘Nou, Anna het was leuk je weer te zien. Bedankt voor de rit, er zijn niet veel mensen die dat nog aandurven in deze tijden,’ zei Michael, terwijl zijn ogen de mijne zochten. ‘En terecht.’ Met deze laatste woorden keek hij me doordringend aan. Het voelde alsof hij mijn ziel naar binnen zoog, om hem vervolgens eens goed te bestuderen en daarna weer met een klap terug te sturen. Daarna boog hij zijn hoofd naar het mijne en aaide hij met zijn lippen vederlicht over de mijne. ‘Ik zie je snel,’ zei hij met een knipoog. Ik bleef verbijsterd achter, terwijl hij nonchalant zijn zonnebril op zijn knappe gezicht zette. Hij stak nog even zijn hand op, maar het enige wat ik kon denken, was hoe hij dat gedaan had en waarom ik dat niet bij hem gekund had.
Nadat ik Michael had afgezet bij de eerste Starbucks die we tegen kwamen, reed ik richting mijn eigen appartementje. Michael had gezegd dat hij niet overleefde zonder Starbucks in de ochtend, en dat hij al ontwenningsverschijnselen begon te krijgen. Michael bleef maar in mijn hoofd rondsproken: hij intrigeerde me, en hij zoende fantastisch. Waarom kuste hij me eigenlijk elke keer, terwijl hij daarnaast niets van zichzelf wilde loslaten? Als hij me leuk vond, waarom vroeg hij dan niet mijn telefoonnummer? En waarom vroeg ik niet het zijne? Het was een aantrekkelijke vent, met een Hugo Boss pak nota bene, wat had hij te zoeken langs de weg? Dat hij er zo mysterieus over had gedaan had ook niet bepaald mijn nieuwsgierigheid verholpen. En die laatste blik.. je kon me opvegen. Zouden we elkaar zo blijven ontmoeten? Aan het fladderende gevoel in mijn onderbuik te merken, wilde ik meer dan dat.

Citaat:Juist omdat Khalid zo’n geweldige kerel vond
Citaat:Beschuldig haar niet, maar zeg haar gewoon hoeveel je van haar houd en hoe bijzonder je haar vind.
Citaat:Ik was altijd weer even onder de indruk als dit restaurant binnenkwam.
Citaat:Het was dan wel een puppy, dit waren verdacht volwassen uitspraken.
Citaat:Ik lach gelijk dubbel

Citaat:‘Het zou je maar overkomen,’ verzuchtte ik
Citaat:Wat was er gisteravond ook alweer allemaal gebeurt?
Citaat:Wat was er gisteravond nog meer gebeurt?
Citaat:Zowel George als mijn vriendkring waren er niet echt van gecharmeerd dat ik niet te bereiken was, wat al tot een aantal ruzietjes had geleid

Citaat:Ik zou me niet laten opfokken.
Citaat:Ja, die kus.. verzuchte ik even.
Citaat:En toen besefte ik dat dit zo’n moment geweest was als Logan beleeft had met de oude dame
Citaat:Een paar dagen later zat ik in een huurauto op weg naar Conneticut, de woonplaats van mijn ouders
Citaat:‘Wat doe je in godsnaam langs een snelweg in Conneticut? Zonder auto, welteverstaan. En met kerst!’
Citaat:Je echtegenoot beschermen tegen je verschrikkelijke ouders?
Citaat:Hij houd van je en hij blijft bij je
Citaat:Wij waren de enige die van Rachels bijzonder baan afwisten.

Citaat:Ik opende mijn mond in verontwaardiging.
Citaat:Al snel maakte ik connectie in mijn hoofd


Citaat:Nee, New York functioneert prima. Maar het sloopt mensen.
Citaat:En niet zomaar een kapster, een kapster in Manhattan.
[/quote]Citaat:Het zag er overheerlijk uit, en toen ook de andere twee vrouwen van de familie waren neergeploft op een eetkamerstoel begonnen we, natuurlijk na een gebed, met dineren.




Citaat:‘Dus hij zoende je alweer?’ vroeg Roger verbaasd, maar ook duidelijk geamuseerd. Ik begon hem ervan te verdenken dat hij mijn avontuurtjes met Michael als een bouquet reeks begon te zien. Sexy, maar te klef om serieus te nemen. ‘Jep,’ zuchtte ik. ‘Ik weet niet meer wat ik met hem aan moet, hoor. Wil hij me nou, of wil hij me niet?’ Roger barstte in lachen uit en zijn buik schudde daarbij op en neer alsof hij twee keer zo groot was als normaal. Roger was niet dik namelijk, maar slank met een vetje. ‘Schat, hij wil je. De hamvraag is alleen of hij je echt wil of dat hij gewoon met je speelt.’ En dat vroeg ik mezelf dus ook de hele tijd af. Ik knikte serieus en staarde naar mijn papieren beker vol met koffie. Ik had mezelf misdragen en een Venti Caramel Macchiato van Starbucks besteld, terwijl ik eigenlijk op dieet hoorde te zijn. Rot toch op met je dieet, dacht ik tijdens een slok van de heerlijke zoete vloeistof.
Roger en ik brachten de middag door in Central Park en hielden het goed vol al begon het flink koud te worden. Ik trok mijn jas nog wat strakker om me heen en kroop bijna in Roger. ‘Vind je niet erg, hè?’ En nee hoor, die lieverd schudde zijn hoofd en drukte een kus op mijn haar. ‘We hebben toch iemand nodig om vast te houden?’ grinnikte hij moedig. Roger had het ook niet altijd even makkelijk. Gelukkig had hij Timo. ‘Timo!’ gilde ik naar de grote zwarte labrador die enthousiast kwispelend naar spelende kinderen stond te kijken. Bij het horen van zijn naam spitste hij zijn oren, zo ver hangende oren dat kunnen, en rende hij naar ons toe. Het was werkelijk een schat van een beest. ‘Kom maar jochie, braaf zo!’ Roger en ik bedolven de hond onder complimentjes en knuffels. Timo kwam nooit liefde te kort.
Het was weliswaar een koude winterdag, maar de zon scheen en de wind was mild. Veel mensen waren dus toch naar het park gekomen en er waren spelende kinderen en zoenende paartjes genoeg. Ik spotte een hotdogkraam. ‘Honger?’ vroeg ik aan Roger, terwijl ik mijn wenkbrauwen wiebelde in de richting van het fastfood. Hij trok een beledigt gezicht en trok zijn neus er letterlijk voor op. ‘Een hotdog? Ben je helemaal gek geworden, dat is geen eten!’ Ik stak mijn tong uit en liep heupenwiegend richting de hotdogkraam. Er was een tijd en een plaats voor elk soort eten, dus ook voor hotdogs. ‘Één hotdog met alles erop en eraan alsjeblieft!’ zei ik tegen de hotdogman en gaf hem het geld.
Een paar minuten later zat ik als een kind zo blij naast Roger te eten van mijn slechte maaltijd. ‘Ook een hapje?’ plaagde ik mijn vriend, waarop hij bijna minachtend naar het broodje snoof. ‘Nee bedankt.’ Terwijl ik van mijn hotdog smulde, staarden we samen naar de passerende mensen voor ons. Ik herkende er geen, wat niet gek was in een stad als New York, maar ik genoot toch van de korte ontmoetingen van ogen en uitdrukkingen, die me het gevoel gaven dat je nooit alleen was.
Ik zat heerlijk voor me uit te staren toen er opeens een vrouwenstem opdoemde. Verward keek ik om me heen en zag dat een vrouw van eind twintig naast Roger geparkeerd had. Er verscheen meteen een glimlach op mijn gezicht en ik boog me langs Roger om haar aan te kunnen kijken. ‘Hallo!’ zei ik vrolijk. ‘Kennen jullie elkaar?’ Roger keek me beduusd aan en wisselde daarna een ietwat verlegen blik uit met de betreffende dame. ‘Ja,’ antwoordde ze me met een zachte stem, ‘ik werk voor een wijnhandel waar Roger zijn flessen besteld.’ Ik merkte dat ze een beetje zenuwachtig was, misschien bang dat ik zijn vriendin was. ‘Oh, nou dan hebben jullie vast altijd een hoop te bespreken. Als Roger eenmaal begint over wijn.. dan houdt hij echt nooit meer op!’ Ik bootste mondbewegingen na met mijn hand en ze lachte. Het was een mooie vrouw, met prachtige donkerrode haren. ‘Anna,’ zei ik terwijl ik haar mijn hand gaf. ‘Myra,’ zei ze op haar beurt terug en ze schudde de hand die ik haar gegeven had. Ik legde mijn hand kort op Rogers schouder en kuste hem op zijn wang. Vervolgens stond ik op en knuffelde ik Timo. ‘Braaf zijn hè?’ vroeg ik hem terwijl ik hem achter zijn oren krapte. De hond snufte tevreden en toverde daarmee een grote glimlach op al onze gezichten. ‘Moet je al weg?’ zei Roger, zonder het echt te vragen. Ik knikte. ‘Ja, ik kan George niet zo lang in de steek laten. Kom je nog naar Rachels verjaardag?’ Mijn zus was van het weekend jarig, en traditioneel werd dat gevierd op Long Island, in mijn ouders huis daar. De hele familie zou er zijn, maar natuurlijk ook Rachels vrienden. Ik keek er ontzettend naar uit, maar niet heus.
Roger schudde zijn hoofd. ‘Nee sorry,’ zei hij terwijl ik al bijna begon te janken. Alleen naar een plek waar ik mogelijk Jason tegen zou komen? Daar had ik helemaal geen zin in. ‘Roger!’ smeekte ik hem, ‘Alsjeblieft!’ Maar het bleef nee. Hij had geen vervanging kunnen regelen om de boel dat weekend te regelen in Chivas. Ik moest het kwaad dus alleen tegemoet gaan.
Met een gelukzalig gevoel vanbinnen snoof ik de frisse lucht op die tussen Manhattan en Long Island op me af stroomde. Al had ik absoluut geen zin in mijn ouders en Jason, ik vond het altijd heerlijk om even op een boot te bivakkeren. De wind in mijn haren, het geluid van de golven die slaan tegen het sterke metaal.. ik vond het allemaal even fijn. Het gaf me altijd even het gevoel alsof ik de stad kon ontsnappen en eindelijk even rust had.
Ik had weer eens een grote kop koffie tussen mijn handen geklemd en genoot van de dansende warme dampen op mijn gezicht. Het was nog steeds koud, en ik miste de zomer meer dan ooit. Het enige voordeel aan de winter was de kleding. Ik hield namelijk erg van laagjes. In een poging wat warmte te behouden klemde ik mijn hoge laarzen over elkaar en probeerde daarmee een vacuüm te creëren tussen mijn beide benen. Op datzelfde moment ging mijn telefoon. Verdorie, dacht ik, terwijl ik probeerde mijn mobieltje uit mijn tas te vissen zonder mijn dikke wanten uit te trekken. Hij glipte steeds weg tussen de gladheid van de stof en het duurde niet al te kort om hem te pakken te krijgen. Maar het was een volhoudertje: de telefoon stopte niet met rinkelen.
‘Hallo?’ zei ik met een geïrriteerde ondertoon tegen het apparaat. De stem aan de andere kant van de lijn begon meteen te lachen. ‘Bel ik soms ongelegen?’ grinnikte Logan. Ik maakte een geluidje wat mijn begroeting versterkte, maar begon vervolgens ook te lachen. ‘Sorry,’ hikte ik, ‘maar een telefoon met je wanten te pakken krijgen is nog niet zo makkelijk!’ We grapten samen nog even over dit fenomeen voordat Logan ter zake kwam. ‘Heb je vanmiddag even tijd?’ vroeg hij een beetje onzeker. Ik schudde automatisch mijn hoofd mee toen ik hem vertelde dat ik niet in Manhattan was op het moment. Hij reageerde teleurgesteld. ‘Oh,’ zei hij, ‘ik kon je hulp eigenlijk erg goed gebruiken.’ ‘Waarvoor dan?’ vroeg ik, een beetje nieuwsgierig geworden. ‘Ik heb vanmiddag een afspraak met George, en ik wilde je vragen of je meeging.’ Ik begon inwendig aan een gigantische lachbui maar vanbuiten bleef ik kalm. Hij was bang voor de baas. ‘Waarom heb je mij daarvoor nodig,’ plaagde ik hem, ‘twee mannen zoals jullie kunnen dat toch wel alleen af?’ Ik hoorde hem slikken en mijn lach verplaatste zich nu ook naar buiten. George was een grote vent met een zware stem en joeg daarmee regelmatig werknemers de stuipen op het lijf, maar als je hem beter leerde kennen wist je dat het een hele lieve kerel was. En dat uitgerekend Mr. Playboy bang was voor de grote baas was nogal komisch en onverwacht.
‘Wat?’ vroeg Logan, nu op zijn beurt geïrriteerd. ‘Je bent bang voor George!’ gierde ik, terwijl mijn medepassagiers me steeds vreemder aan gingen kijken. Logan kuchte. ‘Niet waar, maar ik dacht dat het misschien handig was als jij erbij kon zijn. Omdat jij al mijn informatie paraat hebt, zeg maar.’ Ik negeerde zijn volstrekt logische beredenering en ging verder met hem plagen tot hij er genoeg van had. ‘Okee, ik was misschien een beetje zenuwachtig. Maar nu niet meer, ik red me wel. Dag Anna!’ ‘Dag Logan, doe de groetjes aan de baas!’