:Hoofdstuk 1.
Ik word er gek van, elke dag weer hetzelfde liedje. ’s Morgens opstaan om half 6. M`n broertje wakker maken, voor het eten zorgen, even rusten, me broertje naar de crèche toe brengen, weer naar huis, me tas inpakken, even rusten, en dan naar school racen.
Waarom nou weer MIJN moeder! Elke dag denk ik weer terug aan die ene erge dag.
Ik weet het nog zo goed. 5 maanden geleden, we waren net verhuisd en ik ging met m`n moeder mijn broertje van de crèche afhalen. We kwamen daaraan en hoorden, dat er niet meer was, hij was weggelopen, m`n moeder helemaal van slag en viel bijna flauw. We stapten weer in de auto en me moeder nogsteeds helemaal door de war. Ze lette niet goed op en reed door rood, waardoor er een groot ongeluk gebeurde, waarbij, MIJN moeder in het ziekenhuis kwam te liggen, ik had verder niks ergs. Mijn broertje was inmiddels gevonden door een vrouw en werd naar het politiebureau gebracht waarna wij werden gebeld. Een paar dagen was het spannend. En op een dag kwam ik thuis van school, toen ik het erge nieuws hoorde.. mijn moeder, overleden die dag. De eerste dagen bleef het maar in m`n hoofd zitten en de weken daar na alleen maar slechte cijfers op school. Ik kon me niet meer concentreren. Maar nu, moet ik dus al het huishouden doen, want mijn vader moet de hele middag en avond werken en als hij thuis is, gaat hij gelijk naar bed, word pas om 9 uur wakker en moet om 10 uur weer op z`n werk zijn.
Het ergste vind ik dat hij helemaal NIKS aan het huishouden doet waardoor ik het maar moet doen. De eerste week kon mijn vader vrij krijgen van zijn werk maar deed toen ook niks, het enige wat hij deed was de hele dag op zijn kamer zitten en naar beneden komen voor het eten wat m`n tante toen maakte.
“Jasmin!!” hoorde ik m`n broertje roepen. Ik deed m`n ogen open en zag dat m`n broertje naast me stond. Ik keek op de klok en zag dat het al kwart over 6 was! Ik sprong uit bed en kleedde me aan. Ik bracht m`n broertje naar beneden en gaf hem wat te eten.
“Het wordt weer een drukke dag.” Zei ik tegen mezelf. Zelf at ik ook wat en ging even bij de tv zitten. Dat was dus niet lang want me broertje was inmiddels klaar met eten. Dus ik doe de tv uit en zet m`n fiets buiten. Daarna pak ik me broertje en zet hem in het zitje op de fiets. Hij is lief wat aan het brabbelen en heeft geen idee dat ik het zo zwaar heb. Waarom ben ik nou ik en niet iemand anders.. dacht ik bij mezelf. Eenmaal aangekomen bij de crèche keek Linda, die daar altijd is, heel bezorgd. “Gaat het wel meisje, je ziet er zo moe uit!” Zei ze.
Ik knikte maar ik kon het even niet meer aan dus barstte ik in tranen. Bobbie, mijn broertje, begreep het niet en begon ook te huilen omdat hij zag dat ik verdrietig was. Linda omhelsde me. “Bobbie kan wel een paar nachtjes hier blijven hoor! Ik ben hier toch altijd.” Zei ze lief tegen me. Ik knikte dankbaar. Linda zette Bobbie bij de andere kinderen en gaf mij wat te drinken. “Ik bel wel even de school om te zeggen dat je vandaag en eventueel morgen niet op school komt.” Zei ze tegen me. Linda is toch ook zo’n schat! Als zij er niet was, wist ik het echt niet meer.
Twee dagen daarna ging ik weer naar school. Bobbie was nog steeds bij Linda op de crèche.
Ik fietste naar school en kwam Anna tegen. Zij is eigenlijk de enige vriendin die ik heb. De andere zijn allemaal van die populaire, arrogante meiden. Ze kwam naast me fietsen en vroeg waarom ik er de twee dagen daarvoor niet op school was. Ik legde alles uit en ze bood aan te helpen met het huishouden. “Anna, ik ben je echt heel erg dankbaar dat je me af en toe wil helpen in het huishouden!” Vertelde ik haar. Aangekomen op school, zetten we de fietsen in de fietsenstalling. Ik liep met Anna naar binnen en liep door naar me kluisje om me boeken voor vanmiddag erin te doen. Toen ik in de les zat keek iedereen heel raar tegen me, net alsof ik eng was. Ik zat naast Anna en volgens mij schaamde ze zich voor me. Opeens begon iedereen te lachen en zei “Idioot.” tegen me. Ik werd helemaal rood. “Anna, wat is er met me?” Vroeg ik aan Anna. Zij werd rood en haalde van m`n rug een papiertje met erop: Ik ben een hele stomme Idioot. Ik schaamde me dood maar ik kon er echt niet meer tegen en werd boos, heel boos. Ik stond op en schreeuwde kwaad door de klas: “WIE HEEFT DIT GEDAAN.” Martijn stond lachend op. “Ik.”
Ik kreeg een schok door me heen. Martijn, ik vond hem altijd zo leuk, al die tijd heeft hij aardig tegen mij gedaan, nou ja aardig? Was dat wel aardig? Volgens mij deed hij alleen zo omdat ik met Anna omging, en nu nog steeds omga, want ik weet, dat hij Anna leuk vind.
Het liefst wou ik hem verrot schelden en slaan, maar ik kon het niet, in plaats daarvan rende ik de klas uit, pakte mijn fiets en reed naar het station.
Ik voelde in m`n broekzak of er nog geld in zat. Ik haalde er een briefje uit. Gelukkig, 10 euro, daarmee kan ik wel een treinkaartje kopen naar Haarlem. Ik rende naar het bord waar op stond wanneer en hoelaat de treinen reden. Er stond Amsterdam-Haarlem 15:00.
“Gelukkig.” Zei ik tegen mezelf en ik zuchtte. Het was nog maar half 12, zag ik op m`n mobiel. Ik klapte m`n mobiel open en zag dat ik een bericht van Anna had. Eerst wou ik hem niet lezen maar iets in m`n hoofd zei dat ik het wel moest doen, dus opende ik het bericht:
Hee Jasmin,
Waar ben je?
Ik vind het rot voor je, je voelde je al niet goed,
Kom je om half 3 naar mijn huis?
xxx Anna
Ik wist even een moment niet wat ik moest doen. Ik kon het negeren, maar dat vind ik zo banketstaaf, ze is zo lief tegen me, Of ik kon terugsturen. Na een tijdje nagedacht te hebben, besloot ik toch maar terug te sturen:
Hee Anna,
Ik wil even niet zeggen waar ik ben,
Ik heb rust nodig,
Dus ik kom ook niet naar jou toe om half 3.
Sorry. Jasmin.
Ik zat met nog iets, zou ik naar Haarlem gaan? Naar mijn oude vertrouwbare vrienden, die ik erg mis sinds de verhuizing, of zal ik hier blijven, bij mijn broertje, Linda, Pap en Anna. Ik weet het allemaal niet meer, waarom moet dit mij nou weer allemaal gebeurden. Opeens gaf mijn mobiel een geluidje. Ik werd gebeld en zag aan het nummer dat het Anna was, dus geen zin om op te nemen. Ik liet het allemaal gaan en dacht weer na, over Mam, Bobbie, Anna, Martijn, de trein. Toen kreeg ik het gevoel dat ik hier moest blijven en niet terug gaan naar Haarlem. Ik weet niet hoe het komt maar iets laat me zeggen dat ik hier moet blijven. Dat ik moet blijven volgouden! Dus toen liep ik terug naar m`n fiets en reed naar de crèche toe, om Linda alles te vertellen. Ik was er bijna, maar wist niet hoe ik zou moeten beginnen met vertellen en twijfelde weer, of ik wel naar Linda moest gaan. Ik hoopte wel dat ze me begreep. Ik reed er toch maar heen, toen ik aankwam zag Linda me gelijk al en kwam ze naar buiten gerent.
“Ik had het gehoord van school, Anna is even langs geweest.” Vertelde ze me. Ik had tranen in m`n ogen. “Kom eerst maar even binnen zitten er vertel alles dan maar, oké?” Vroeg Linda. Ik knikte en liep naar binnen. Bobbie kwam op gelijk naar me toe gerent en ik tilde hem op. Nadat ik hem even had geknuffeld zette ik hem neer. Ik was blij dat ik hem even had gezien. Ik liep verder naar binnen en ging zitten. Bobbie kwam op me schoot zitten en Linda ging naast me zitten. Ik begon te huilen en vertelde ondertussen het hele verhaal, hopend dat Linda het begreep. “Ik kan het allemaal gewoon echt niet meer aan.” Vertelde Ik huilend.
Ik keek naar Linda en zag dat ze het begreep. Linda keek om en liep even weg. Ik kreeg opeens een sms’je, dus keek op m`n mobiel wie het was; Anna. Ik klikte op; bericht lezen.
graag reacties, en moet ik verder?




