
Eindelijk, de kerstdagen zijn voorbij. Niet meer nep glimlachen, niet meer doen alsof ik het hartstikke gezellig vind. Eindelijk kan ik weer doen wat ik zelf wil.
Dus ga ik vanmiddag maar echt kerst vieren. Gezellig, met mijn beste vriend. Wat precies weten we nog niet, maar we weten we dat het duizenden keren gezelliger is dan de afgelopen twee dagen. Ik verlang er naar om bij hem te zijn, om te weten dat ik bij iemand ben die echt naar mij luistert en echt om mij geeft. En niet zoals mijn “familie”, zoals gister… Gezellig zaten ze met elkaar te praten, ze lachte en ze namen nog een paar slokken wijn. Maar niemand, en dan bedoel ik ook echt niemand, keek naar mij om. Ik zat daar maar, te wachten op het voorgerecht. O, wat was ik ontzettend boos zeg. De neiging om mijzelf iets aan te doen was erg groot, maar ik heb me ingehouden. Ik zou stoppen, wist je nog? Ik wilde het niet meer doen.
oliebol. Ik verveel mij nu al, de vakantie is nog maar net begonnen, en nu al weet ik niets om te doen. Wat ben ik toch ook een verveelde, saaie trut. Een trut die geen eens iets weet te doen voor zichzelf. Nog een keer kijk ik naar buiten. “Nee veel te koud,”denk ik. Maar wat moet ik dan doen? Iedereen is weg, op vakantie, naar vrienden of familie. Ze zijn allemaal onbereikbaar. En ik? Ik zit hier maar, niets te doen. Beetje naar buiten te kijken, naar de vogels die het eten van de ander pikken en daarna hun eten verdedigen, alsof het hun leven is.
Zucht… Verdedigen, hoe vaak heb ik dat al moeten doen? Mijzelf verdedigen, voor iemand waar je je eigenlijk niet voor hoef te verdedigen. Moe word ik er van, het is ook zo moeilijk. Je moet nadenken, over hoe je dit alles het beste kan aanpakken. Je moet opletten, op wat je doet. En vechten, voor je eigen geluk. Maar ik ben het vechten zo beu, ik ben zo moe. Ik wil niet meer, ik wil rusten.
Commentaar? Graag
