Amandavd schreef:Van marmot, tot teddybeer.
Pasgeboren puppies.
Pasgeboren puppies en baby’s, van klein tot groot, als het pasgeboren is vinden we het lief, schattig, aandoenlijk en vertederend.
We willen ze vasthouden, knuffelen, verzorgen en ze alle liefde geven die we hebben. Die kleine wezentjes maken een heleboel emoties bij ons los, emoties die zelfs de stoerste mannen week maken. En naarmate ze ouder worden en meer zorg behoeven, en wij meer verantwoordelijkheid voor hun moeten dragen, worden we meer ouder dan eigenaar. Als we de puppies dan vast hebben, ze op hoge tonen toe fluisteren en ze knuffelen als kinderen, vullen onze harten zich met warmte. En als de betreffende puppy ons dan over onze neus likt, zijn we helemaal verkocht.
Vooral de eerste weken zijn we helemaal verknocht aan deze kleine wezens, en alles wat ze doen. De eerste stapjes, de eerste geluiden en beelden die ze waarnemen, het is ontzettend leuk om te zien en mee te maken. De eerste keer pap is een ontzettende knoeiboel, maar zo grappig om te zien hoe gulzig ze zich er op storten.
En naarmate de weken vorderen, hoe meer onze gevoelens voor deze oh zo lieve wezentjes veranderen. Van vertedering is geen sprake meer. In plaats van liefde voelen we frustratie, bezorgen ze ons grijze haren en drijven ons zelfs tot wanhoop. Ze versnipperen alle kranten, rukken stukken stof uit het tapijt, knagen aan de Ikea kasten, laten tandafdrukken achter in de leren bank, poepen precies zo dat je nog maar net de drol kan ontwijken, en plas, ja, soms sta je er met je frisse sokken in.
Rustig van de woonkamer naar de keuken lopen is er niet meer bij, ze hangen met 4 pups sterk in je broek, rennen achter je aan zodat je bijna struikelt met alle borden in je handen. Je tenen voelen zich als vissen tussen de haaien, en regelmatig verlies je haar.
Maar het allerergste moment, is dat waarop je realiseert dat het stil is. Te stil. Verdacht stil. Je rent onmiddellijk door de kamer, ziet allerlei rampscenario’s door je hoofd schieten. Pups die kabels doorbijten, die geruisloos het gordijn opeten, of andere kattenkwaad uithalen. ‘s Avonds zit je uitgeput op je stoel, stiekem aan het genieten van die bolletjes wol die heerlijk slapen in de vreemdste lichaamshoudingen.
En als het dan uiteindelijk zover is, het moment waarop we afscheid moeten nemen van onze kindjes, hebben wij het toch even zwaar. Dan willen we terug naar de tijd waarin ze marmotjes waren, hoopjes hond, die ons heel hard nodig hadden. Dan willen we terug naar de tijd dat we ze konden knuffelen zonder gebeten te worden. Terug naar de tijd waarin ze alles voor de eerste keer meemaakte.
Het is net alsof je, je eigen kinderen het huis uit ziet gaan. Het is moeilijk als fokker, en als naaste van een fokker, om deze teddybeertjes weg te laten gaan. Je bent van ze gaan houden, ook al vernielde ze alles wat je lief was, dreven ze je tot waanzin, en bezorgde ze ons angstaanjagende momenten. Alle vermoeidheid verdwijnt als sneeuw voor de zon, en stiekem wens je ze nog even te knuffelen voor ze gaan. Ik weet nu al dat de gedachte dat ze vertrokken zijn naar hun nieuwe baasjes, mij enige traantjes gaat bezorgen.
Maar ik weet ook, dat ze een liefdevolle en mooie toekomst tegemoet gaan.
Ik heb ze even onderlijnd. Opsommingen zijn leuk, maar imo gebruik je het teveel