
Hallo allemaal!
Een hele tijd terug ben ik dit verhaal begonnen. Het was mijn intentie om dit verhaal volledig af te schrijven ooit. Echter ben ik er op een gegeven moment mee gestopt en heeft schrijven een lange periode op een laag pitje gestaan.
Een aantal dagen terug vond ik dit verhaal terug op mijn laptop en besloot ik het na te lezen, te verbeteren, veranderen en verder te schrijven.
En dus besloot ik ook dit verhaal hier te plaatsen, net als mijn andere, recente verhaal: [UK] [VER] Een nog naamloos (fantasy) verhaal!
Veel plezier met lezen!
Hoofdstuk 1
Het was vroeg toen ik ontwaakte uit mijn slaap. Blijkbaar was ik wakker geworden door luide stemmen, beneden, in de woonkamer. Een zucht verliet mijn keel. Ik kon wel raden wat er aan de hand was. Mijn moeder was zichzelf weer gek aan het maken. Ze maakte zich al weken enorm druk. Over de oorlog tussen ons land en het buurland. Of na ja, de toekomstige oorlog. De oorlog die verwacht werd. Maar of die echt kwam, wist ik niet. Ik zelf had helemaal niet het gevoel dat er oorlog zou ontstaan tussen Teniaza en Laikem. Of ik kon het gewoon niet beseffen. Waarschijnlijk wilde ik het gewoon niet geloven.
Langzaam hees ik mij overeind en sloeg de dekens van mij af. Het was hartje winter, dus die dekens waren wel nodig. Een zachte zucht verliet mijn keel toen ik opstond uit mijn bed en ik kreunde van de luiheid.
Eenmaal aangekleed en beneden gekomen groette ik mijn beide ouders kort. Mijn moeder, Sylvia, knikte kort en groette afwezig terug. Mijn vader, Christian, mompelde zacht: "Goedemorgen, Stan," terwijl hij met zijn aandacht bij de krant voor zijn neus was. Stan was de afkorting van Stanley. Mijn naam dus.
Ik liep rustig naar de keuken en pakte een glas, dat ik vulde met water uit de kraan en in een keer achterover gooide. In de woonkamer hoorde ik weer gekibbel van mijn moeder over de oorlog. Mijn vader bromde maar wat en leek totaal geen zin in dit onderwerp te hebben.
Het lege glas zette ik weer op het aanrecht en ik draaide mij om, waarna ik even een vluchtige blik naar buiten wierp, via het keukenraam. Het sneeuwde nog steeds flink hard en de bomen trokken schuin door de harde windstoten. Langzaam draaide ik mij weer half om en beende de woonkamer weer in.
"Volgens mij komt die oorlog geen eens," mompelde ik koppig. "Laikem, pff, al die mensen daar zijn veel te laf voor oorlog. Die durven niks."
Mijn moeder keek op, leek te willen antwoorden, maar schudde toen haar hoofd en bleef zwijgen. Ik liep door naar de gang en greep mijn winterjas van de kapstok. Ik trok het haastig aan en liep naar de voordeur.
"Ik ga naar Jonah!" riep ik nog achterom, voor ik de deur uit stapte.
"Hoe is het tussen Quinn en jou?" Jonah keek mij vragend aan terwijl hij zijn peuk op de grond liet vallen. Uittrappen hoefde hij niet, door de sneeuw was het al haast meteen gedoofd. Ik glimlachte bij de gedachten aan Quinn.
"Tussen ons gaat het prima" Ik knikte als bevestiging.
We leunden beide tegen de koude muur aan van een huis waarvan wij de bewoners niet kenden. Witte wolkjes verlieten onze mond bij het ademen. Het was koud, voor mijn gevoel wel tien graden onder nul. Maar dat hield Jonah en mij niet tegen om nog buiten te gaan chillen.
Plotseling begon mijn mobiel in mijn broekzak te trillen. Twee keer, wat ik herkende als een berichtje. Ik reikte naar mijn mobiel, die ik uit mijn zak haalde. Nadat ik het mobieltje ontgrendelde keek ik op het display. Een berichtje van Quinn. Meteen vormde er een glimlach rond mijn lippen en ontstond er een glinstering in mijn felblauwe ogen. Een warm gevoel ging door mij heen, door mijn hele lichaam. Ja, ik was verliefd op Quinn. Smoorverliefd. Ze was gewoon perfect voor mij.
"Laat mij raden.." Jonah grijnsde. "Quinn?" Ik keek hem even aan en glimlachte breed. "Ja."
Mijn blik gleed over de tekst van Quinn's berichtje. Ze vroeg wat ik aan het doen was en of ze langs kon komen. Zonder enige twijfeling drukte ik op 'beantwoord' en typte al 'ja', voor ik besefte dat ik dat ik natuurlijk samen met Jonah was. Langzaam keek ik omhoog en keek hem aan.
"Is het goed als Quinn ook komt?" vroeg ik daarom maar meteen, recht op de man af. Jonah's gezicht betrok even kort, maar niet lang daarna mompelde hij toch gedempt "Jahoor. Het klonk niet heel enthousiast, maar dat had ik ook niet verwacht. Het leek soms een beetje alsof hij jaloers werd als ik met Quinn was. Maar, hij zei dat hij het goed vond, daar ging het nu even om.
Ik keek nu weer naar mijn mobiel en maakte het berichtje af, typte waar we waren, en verstuurde die toen. Daarna stopte ik mijn mobieltje weer weg, in mijn broekzak. Langzaam stapte ik iets achteruit waarbij de witte sneeuw kraakte onder mijn schoenzolen. Met mijn rug begon ik weer tegen het muurtje te leunen en staarde zwijgend voor mij uit.
Ongeveer een kwartier later arriveerde Quinn. Haar huis was ongeveer vijf minuten lopen vanaf hier maar waarschijnlijk had ze nog even wat moeten doen, waarom het langer had geduurd.
Ze liep op redelijk hoge hakken. Ze zag er werkelijk prachtig uit en leek helemaal te stralen. Haar make-up was perfect afgewerkt en liet haar lichtgrijze ogen er werkelijk uit springen. Haar lichtblonde haren waren met een zwart elastiek samengebonden tot een nette, maar speelse knot. In haar oren had ze kleine knopjes oorbellen waarin neppe
diamanten zaten. Haar skinny jeans stonden haar onwijs goed, het accentueerde haar slanke en prachtige lichaam.
Glimlachend duwde ik mij van de muur af en sloeg mijn armen om haar slanke heupen heen, om zacht en teder een kusje op haar vuurrode met lippenstift bewerkte lippen te drukken.
"Loopt dat wel lekker?"Jonah's stem klonk afkeurend en het was wel duidelijk dat hij doelde op de hoge hakken van in de sneeuw. Quinn keek even op naar Jonah en trok haar wenkbrauwen op. Mijn hart begon in mijn keel te kloppen, ik had totaal geen zin in een ruzie tussen mijn vriendin en mijn beste vriend. Gelukkig zei Quinn alleen kort "jahoor," om vervolgens wijselijk haar mond te houden en te zwijgen tegen Jonah. Jonah staarde doelloos voor zich uit en zweeg nu ook weer.
"Ik heb wat voor je." Quinn glimlachte breed en keek recht in mijn blauwe ogen. Uit het beige tasje dat ze bij haar droeg haalde ze een wit, klein doosje. Dat overhandigde ze aan mij, terwijl haar ogen twinkelden. Jonah keek nu ook weer nieuwsgierig op. Ik pakte het doosje aan en klapte die voorzichtig open. Op de zachte bekleding van het doosje lag een prachtige ring. Een zilveren ring, met een gouden rand. Ik pakte de ring op en zag dat Quinn's naam erin gegraveerd stond aan de binnenkant.
Langzaam schoof ik de ring om mijn ringvinger van mijn rechterhand en bekeek hoe het stond: prachtig.
"Het is echt een prachtige ring, lieverd." Ik keek nog steeds naar de ring om mijn vinger. Quinn kwam nu weer dicht naast mij staan en legde haar arm om mij heen. Ze hief haar hand nu op en hield die voor mijn gezicht. Het duurde even voor ik wist waarom ze dat deed: zij had precies dezelfde ring om haar vinger. Alleen zat er bij haar nog één diamant in het midden, wat de ring wat vrouwelijker maakte.
"In mijn ring staat jouw naam gegraveerd." Quinn had een stralende blik op haar gezicht. Ik glimlachte en draaide mijn hoofd om een kusje op haar voorhoofd te drukken.
"Ze zijn echt prachtig." Mijn stem klonk zacht en teder en ik meende wat ik zei, ik vond de ringen echt onwijs gaaf.
"Nu zijn wij voor altijd aan elkaar verbonden. Niemand kan ons meer scheiden," sprak Quinn nu met twinkelende ogen. Ik bleef glimlachen en knikte. Daarna bewogen we elkaars hoofden weer naar elkaar toe en begonnen we intens te zoenen. Pas toen Jonah plotseling zei dat ik moest kijken en hij mijn bovenarm gespannen vastgreep, braken we de zoen af. Quinn keek eerst wat geïrriteerd naar Jonah, maar daarna leek haar blik te bevriezen en bleef haar blik hangen op één punt. Benieuwd naar wat ze zag, keek ik ook op. Een grote jeep reed door de straten van Teniaza. Mannen met enorme geweren zaten in de jeep. Achter deze jeep volgden er meer. Op de voorste jeep was de vlag van Laikem vastgemaakt op de motorkap.
Ik verstijfde nu ook. Was dit een bezetting? Hoe kon dat nou zo gemakkelijk gaan? Waar was ons leger? Waar was het leger van Teniaza? Waarom vocht ons land niet terug? Ietwat onzeker keek ik naar het gezicht van Jonah. Mijn armen hield ik stevig om Quinn heen, alsof ik bang was haar kwijt te raken, wat misschien ook wel terecht was.
"Is het oorlog?" mijn stem klonk vol verbazing. Jonah keek mij nu aan en leek even na te denken. "Ik denk dat Teniaza bezet is.." sprak hij. In zijn stem klonk een woedende ondertoon.
"Maar.." begon Quinn nu gedempt, op een fluistertoon, alsof ze bang was gehoord te worden door iemand. "We hebben niet gevochten. Niemand heeft voor Teniaza gevochten. Waar is ons leger? Ik heb helemaal niemand gezien.." Ik voelde dat Quinn's spieren gespannen stonden. Ze was bang. Zachtjes kneep ik in haar hand.
"De koning heeft ons land gewoon in de steek gelaten.. Ze heeft zich verdomme over gegeven, dat moet wel, anders kon het niet zo snel gaan," mompelde Jonah woest. Ik zweeg en volgde de jeeps met mijn blik. Wat waren ze toch van plan?
Opeens klonk er een luide knal, die echode door de stad. Het kon niet anders zijn dan een geweerschot. Quinn kromp in elkaar van angst. Jonah en ik keken op.
"Laten we gaan kijken." Jonah keek mij strak aan. Hij was altijd heel nieuwsgierig. Voor ik er ook maar iets tegenin kon brengen, liep hij al weg. Ik pakte Quinn's hand steviger vast en begon Jonah te volgen.
Een paar minuten later kwamen we aan bij het huis waar het schot afgelost was. Meerdere mensen stonden op een afstandje toe te kijken, waardoor we duidelijk wisten in welk huis het gebeurd was.
Tot onze schrik was het niet zomaar een huis. Het was het huis van Quinn. Voor het huis stond een grote jeep. Er zaten al wat mensen in de jeep, vooral tieners. Een aantal daarvan kende ik uit de buurt. Wat waren ze van plan met ons?
"Pap!" Quinn gilde plotseling hard, haar stem vol paniek. Gespannen keek ik op en zag een soldaat van Laikem Quinn's huis uit lopen. Hij sleepte een hevig bloedend lichaam naar buiten, dat al lang levenloos was, dat was duidelijk. Het was het lichaam van Quinn's vader. Ik zag van een afstandje dat de ogen van haar vader wijd open gesperd waren. Hij leek te staren in het niets, wat er ongelofelijk beangstigend uit zag. Rillingen trokken over mijn lichaam. Het was werkelijk een vreselijk beeld. Even leek ik dan ook van de wereld te zijn. Ik dacht niet meer helder na. Verstijfd staarde ik naar het huis van Quinn waar nu de moeder van Quinn geboeid naar buiten geduwd werd. Ze werd hardhandig in de jeep geduwd. Ik zag haar lichaam schokken van het huilen. Haar wangen zagen vuurrood. De jeep begon te rijden, naar het volgende huis. Ik leek pas weer bij positieven te komen toen Quinn mijn hand losliet en schreeuwend naar voren sprong en naar de soldaten begon te rennen. Ik twijfelde geen moment en rende achter haar aan.
Tips en verbeterpuntjes mogen altijd natuurlijk!

