Dankjewel voor de mooie complimenten! Doet me echt goed!
@cissy; dankjewel, probeer mezelf te blijven ontwikkelen!
soeboenoe
Berichten: 1482
Geregistreerd: 16-04-08
Geplaatst door de TopicStarter: 16-05-25 15:43
Klein stukje vandaag; ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik kijk hem aan, hij hoeft eigenlijk niet uit te spreken dat hij wil dat ik nog even bij hem blijf liggen. Ik wil eigenlijk heel graag nog even bij hem liggen, maar ik moet even een heel klein moment voor mezelf hebben. Even mezelf bij elkaar rapen, voordat mijn gezichtsuitdrukking verraad wat ik voor hem verborgen probeer te houden.
‘Ik ga echt alleen even snel mezelf opfrissen.’ – Ik probeer nog een keer op te staan. ‘Dat kan zo meteen ook nog, blijf heel even liggen bij me.’ ‘Dan zit alles onder. Alsjeblieft Niels, ik ben echt zo terug.’ – Ik loop enigszins ongemakkelijk naar het toilet. Ik fris me op, dep wat water over mijn gezicht en ontwijk bewust de spiegel. Ik walg van mezelf op dit moment, al wil ik dat niet aan hem laten merken. Ik walg ook niet van hem, ook niet van wat we net gedaan hebben, maar wel dat ik ergens anders was in mijn hoofd. Niks mis met een kleine fantasie op zijn tijd, maar dit was geen fantasie… Dit is de realiteit.
Ik loop weer naar Niels, die nog steeds op de bank ligt. Ik nestel me weer naast hem, zijn arm vindt moeiteloos de weg om me heen.
‘Ben je oké?’ – Ik voel zijn grip om me heen even verstrakken. ‘Ik ben oké.’ – Meer krijg ik nu mijn lippen niet over. Ik probeer het voor mezelf een draai te geven die ergens op slaat. Dat hij en ik ook dichter bij elkaar komen door mijn “nevenactiviteiten” of dat ik weer enigszins mezelf durf te geven hierdoor. Dat ik het niet bij hem neerleg, maar onze relatie er wel door vooruit gaat.
We kroelen nog wat op de bank met een dekentje over ons heen, er wordt weinig gezegd of eigenlijk niets gezegd. Op sommige momenten voel ik enorm de aandrang om er toch over te praten, maar weet niet hoe te beginnen of wat te zeggen. Zijn gekriebel over mijn bovenarm en rustige ademhaling geven ook niet de indruk dat hij er graag over wil beginnen. Misschien is het ook gewoon mijn eigen hoofd dat overuren aan het draaien is. Ik had verwacht dat hij er een groter iets van zou maken, maar wellicht zit het toch grotendeels in mijn hoofd. Misschien is het voor hem nu “opgelost”, denkt hij dat het gehele probleem na één keer all the way vrijen van de baan is.
‘Daan?’ ‘Ja.’ ‘Ik voel je gewoon verstrakken, wat denk je?’ ‘Geen idee…’ ‘Zeg gewoon eens letterlijk wat je denkt.’ ‘Ik vind deze stilte apart.’ ‘Ik lig gewoon nog heerlijk na te genieten. Ik dacht te merken dat je het ook fijn vond? Of heb ik het gigantisch mis en lig ik hier de egoïst uit te hangen?’
‘Nee, zeker niet. Het is gewoon even… Een momentje, denk ik.’ – Ik draai me heel bewust niet naar hem om, hij kan mijn gezichtsuitdrukking als geen ander lezen. ‘Je klinkt niet helemaal overtuigd. Weet je zeker dat je oké bent? Als je het niet fijn hebt gevonden, mag je dat ook gewoon tegen me zeggen hè.’ – In zijn stem weerklinken zijn zorgen om mij, je kunt bijna horen dat hij zichzelf verwijt te weinig rekening met mij gehouden te hebben. ‘Het is gewoon dat mijn hoofd overuren maakt. Maak jezelf alsjeblieft geen verwijten, het ligt écht niet aan jou.’ – Een ongemakkelijk gevoel manifesteert zich in mijn maag. Ik zie dat hij even na moet denken over mijn antwoord. ‘Maar waarover maakt je hoofd overuren? Over wat we net gedaan hebben? Of je het nu wel of niet fijn hebt gevonden? Wat denk je dan?’ – Waarover ik daadwerkelijk blijf malen, kan ik natuurlijk niet uitspreken. Ik kan echter wel mijn zorg uitten dat nu we een keer alles hebben gegeven, het niet meteen vanzelfsprekend is voor mij. ‘Ik maak me een beetje zorgen dat je nu misschien denkt dat we de drempel over zijn en dat het daarmee allemaal “opgelost” is. – Ik maak subtiele aanhalingstekens in de lucht. We zitten inmiddels, ik met het dekentje om me heen, hij met een arm op de rugleuning van de bank. ‘Daan… Lieverd… Ik denk helemaal niks. Ik heb genoten met en van je, dat is voor nu meer dan genoeg.’ ‘Ik wil gewoon niet dat je denkt dat het nu allemaal vanzelf gaat, alsof nu ineens alles anders is. Alsof één moment ineens verandert wat al maanden sluimert.’ – Mijn vingers pakken het dekentje iets steviger vast, ik ben een beetje bang voor zijn antwoord. ‘Wat denk jij dan dat dit moment precies moet veranderen?’ – Tussen zijn wenkbrauwen een lichte frons. Zijn toon enigszins verward. Ik slik en wend mijn blik even af. ‘Dat het nooit meer ingewikkeld mag zijn…’ – Zijn arm beweegt van de rugleuning af en eindigt om mijn schouders. Hij trekt me dicht tegen hem aan waardoor ik zijn hart in zijn borst hoor kloppen. ‘Dus je bent eigenlijk bang dat ik ongeduldig word als het hierom gaat?’ ‘Nee en misschien ook ja. Ik ben vooral bang dat je denkt dat ik het niet wil, terwijl het veel ingewikkelder ligt dan dat.’ – Ik hoor zijn hartslag versnellen. ‘Ik wil je vooral begrijpen lieverd. Dus als je met me blijft praten, me toe blijft laten en niet alles zelf uit probeert te vogelen, ga ik er niks van denken.’ – Hij geeft me een kusje bovenop mijn hoofd en ik zou me de gelukkigste vrouw op aarde moeten voelen… Alleen ben ik dat niet. Niet vanwege hem, maar omdat ik ergens weet dat hij nooit dat éne stukje van mij kan bereiken. Het stukje waarvan ik tot een jaar geleden het bestaan niet wist.
De weken na deze avond voelden alsof ik los zand heel stevig vast probeerde te houden, ik wilde zo ontzettend graag het “op mijn gemak voelen” vasthouden, zo graag de woorden geloven die Niels heeft uitgesproken. Ik zou zo ontzettend graag mijn twee werelden van elkaar gescheiden houden, niet alleen fysiek, maar ook mentaal.
De berichten die Syl me stuurt worden frequenter. Ze worden ook anders van aard, berichten als “Ik mis je…” en “Wanneer heb je tijd?” zorgen ervoor dat ik volledig in de stress schiet als mijn telefoon op tafel ligt en Niels thuis is. De bezoekjes van Syl worden ook frequenter, stilletjes, als ik alleen thuis ben. De eerste bezoekjes van haar nam ik meer dan dankbaar aan, het was een vlucht voor me. Ik kon even ontsnappen aan de dreunende gedachten, de prangende ogen van Niels, die écht wel merkt dat er iets anders is dan voorheen, maar dat niet uit durft te spreken. De laatste bezoekjes van Syl zijn anders, ik merk aan haar dat ze probeert stukje bij beetje dichterbij te komen. Alsof ze me toch probeert te overtuigen dat zij en ik beter zijn dan Niels en ik. Ze neemt meer risico, is doortastent in haar doen en laten en balanceert op het randje van wat kan en wat niet. Ik heb haar al meerdere keren aangesproken op de grenzen opzoeken, waarop haar gedrag even betert. Echter duurt het niet lang eer ik weer schichtig berichten aan het verwijderen ben waarin duidelijk naar voren komt dat we niet enkel thee drinken als ze langskomt. Ze wordt steeds meer een schaduw die bij alles aan me vastzit, een stille getuige die wél honderd procent de waarheid kent. Iedere keer dat ik eraan denk om er dan maar helemaal de stekker uit te trekken, weet ze me toch weer te kalmeren. Haar bezoekjes zijn ook een soort spiegel geworden voor me, waarbij ze me blijft confronteren met mezelf, met dat ene stukje dat volledig in mijn eigen gecreëerde schaduw leeft. Syl is mijn toevlucht, maar ook mijn valkuil…
En Niels merkt het, natuurlijk merkt hij het. Maar wat er precies in zijn gedachten omgaat, weet ik niet. Het zit hem meer in zijn blik die vaak even blijft hangen op mijn telefoon, zijn uitdrukking bij mijn manier van doen, de kleine veranderingen die ik niet kan verbergen – het snel mijn telefoon wegstoppen, mijn ontwijkende blikken als hij te dichtbij komt als ik een bericht beantwoord of juist het negeren van mijn telefoon in zijn bijzijn.
Als ik ooit verliefd zou worden op een ander dan mijn eigen man, moet dit boek op de schoorsteenmantel staan als een reminder van het wespennest dat zo'n buitenechtelijke relatie creëert