Omdat ik de laatste dagen ineens bijzondere veranderingen voel naar aanleiding van mijn EMDR therapie, leek me dat wel interessant om bij te houden. Ook voor mezelf haha.
Even een samenvatting over mijn leven: Mijn thuis was altijd onveilig. Mijn vader heeft een narcistische persoonlijkheidsstoornis en mijn moeder heeft narcistische trekken, maar is nooit emotioneel beschikbaar en zorgzaam geweest. Daardoor voelde ons thuis altijd als onveilig. Als ik huilde, mocht ik niet huilen want het zou wel meevallen, als ik gepest werd op school, werd dat niet gezien. Als ik van school weg liep, kreeg ik een kopje thee en een koekje en moest ik maar lekker even op de bank gaan zitten. Bijna dagelijks was mijn vader boos, op mij, op mijn moeder, op mijn broer, op ons alle 3. Meestal zonder reden. Als je iets niet had gedaan, maar ook als je iets wel had gedaan. Ik kon als kind al aan de manier waarop mijn vader thuis kwam (deur van de schuur open doen, fiets in de schuur zetten, de klink van de achterdeur vast pakken) voelen hoe prikkelbaar hij was. En daar werd ik nerveus van, waardoor ik niet kon eten. En dan werd hij weer boos, want ik moest mijn bord leeg eten. Ik liep thuis altijd op mijn tenen, om maar te zorgen dat mijn vader niet ontplofte. Maar dan nog gebeurde het. En mijn moeder deed niks, haalde ons niet weg uit de tirannie van mijn vader. Zo ging dit jaren door, en ik was altijd bang, bang voor alles, voor iedereen. Toen gingen mijn ouders scheiden en mjn moeder vertrok uit huis. Wij moesten bij mijn vader blijven, en toen ging het helemaal mis, want toen was mijn moeder geen buffer meer en kwam bijna al zijn woede op mijn schouders terecht. Dat ontplofte een paar keer waardoor ik helemaal door het lint ging en weg ging. Uiteindelijk ben ik rond mijn 22e definitief uit huis gegaan. Ik stond in de overlevingsstand en heb een paar goede jaren gehad met veel leuke dingen. Inmiddels ben ik wat verder in de 30 en heb ik al een hele tijd geen contact meer met mijn vader. We spoelen even door, om te kijken welke schade deze hel in mijn leven heeft aangericht. Trauma, veel trauma. Angst, depressie, chronische vermoeidheid.
De trauma's: - Mijn vader is dodelijk. Hij is een zwarte grote verschijning die me zo klein maakt dat ik niks meer ben. Dat ik zo klein ben dat ik in een hoekje kruip en onzichtbaar wil worden. - Kritiek zien als iets helemaal fout hebben gedaan. Ik ging dan helemaal op tilt, zocht alles bij mezelf, ging nog harder aan het werk, paste me aan bij diegene die mij kritiek gaf, mezelf terugtrekken en maar denken dat ik dan helemaal niks meer kan. - De angst van het schreeuwen van mijn vader. Zodra iemand zijn stem verhief, werd ik meteen hyperalert. Ik probeerde dan de situatie te sturen, boosheid te vermijden, heel hard te werken om de ander het naar de zin te maken. En ik voelde me ondertussen heel klein. - Het gevoel van onveiligheid in huis. Elke nacht nog dromen over het ouderlijk huis. Dat ik erheen moet, maar niet wil, en als ik er dan ben, want ik kan toch nergens anders heen, dan ben ik heel waakzaam dat ik mijn vader niet tegen kom. Daarbij droom ik ook dat ik van school of van de manege naar huis wil, en dan al paniek krijg op grote afstand. - Me nog steeds een klein meisje voelen bij mijn moeder, elke keer als ik met haar in contact ben, hopen dat ze me nu wel een keer ziet voor wie ik ben. Altijd hopen en zoeken naar iets wat nooit komt. - Het gevoel nergens bij te horen, altijd in groepen (werk, klas, vrienden, familie) het gevoel hebben met 1 been buiten de groep te staan. Afwijzing in pure vorm. En afwijzing betekent in wezen ten dode opgeschreven. Zo vertaalt het brein dat vanuit de oudheid (niet meer bij een groep horen betekent dat je alleen in het bos bent en bent overgeleverd aan de roofdieren). - Het gevoel dat je altijd te weinig doet, dat mensen je afwijzing omdat je niet genoeg doet. Nooit genoeg doet. Dus altijd wakker worden met de druk dat je iets moet doen. Maar nooit genoeg kunt doen, dus altijd de dreiging voelt door de mand te vallen. - Het gevoel dat ik het niet waard ben, maar ook niks waard ben. Wel weten wat ik waard ben, maar tegelijkertijd dat helemaal niet voelen. Het gevoel dat ik een imposter ben, dat ik elk moment door de mand kan vallen. Bij iedereen, bij vrienden, werk, familie, maar ook mijn man. Iedere dag weer. Dat ik op straat hoor, of eigenlijk dood hoor te zijn.
Deze trauma's heb ik door de jaren heen, stukje bij beetje aangepakt. Als een ui die ik heb afgepeld. Ze staan ongeveer op volgorde. Eigenlijk is de laatste de soort van alles overkoepelde, of juist wel de kern van alle trauma. Daar kwam ik dit jaar pas echt bij. Ik merkte namelijk dat ik wel wist dat ik genoeg te bieden had, wie ik was, wat ik waard was etc, maar ondertussen had dat geen fundering. Want mijn gevoel zei het tegenovergestelde. En dan kon ik daar cognitief wel mee in discussie gaan, maar dat verloor ik altijd. Daardoor was er altijd zoveel spanning in mijn lijf. Spanning die pas begin dit jaar echt zijn weg naar buiten pakte. Die er altijd was geweest, altijd verlammend was maar altijd diep onder de oppervlakte. Dit trauma heb ik begin september aangepakt. Het was superheftig, ik merkte dat ik het de meeste intensieve EMDR vond die ik had gehad. Mijn lichaam kon het bijna niet verdragen, zo heftig was het. Maar ik heb doorgepakt, 45 minuten lang. Het was loodzwaar, maar uiteindelijk voelde ik de spanning weg ebben. Maar dan ben je er nog niet. De eerste week was ik moe, en ik ben altijd wel moe, maar toen nog vermoeider dan normaal. Dus ja, je voelt niet direct verschil. Logisch ook, want je heb 30 jaar met dit gevoel rond gelopen, dat is niet in 1 keer weg. De gedachtes en gevoelens die ik over mezelf in negatieve zin had, waren er nog steeds. Maar nu merk ik langzaam dat die fundering van die negatieve gevoelens weg was. Eerder kon ik die gevoelens niet weg maken, of überhaupt bespreekbaar maken in min hoofd, maar nu wel. En dat is fascinerend.
Hoe merk ik dat: Ik merk dat ik nog heel veel dingen eerder deed vanuit de angst voor afwijzing. Ik ging dus bijvoorbeeld zingen, om maar gezien te worden. Om maar aandacht te krijgen. IEdereen moest mij horen. Dan vulde de reacties die ik kreeg het bodemloze gat van eigenwaarde. Maar nu ben ik begonnen bij een koor, en toen ik prompt in mijn 2e oefenavond al een duet kreeg voor de voorstelling, voelde ik me zo anders. Eerder was het 'ahh ze zien mij, zie je dit? Ze kiezen mij, ik doe er toe. Zien ze mij? Misschien moet ik harder zingen? Mag ik nog een solo? Of een paar? Want dan zien mensen mij?!' Maar nu was het anders, ik voelde me bescheiden, ik wist wel dat ik wat te bieden had, maar dat het gezien werd vond ik alleen maar heel leuk en een eer. En ik had er plezier in, ik luisterde goed naar mijn medezangeres en stemde mijn volume op haar af. En ik voelde me bijna teveel, ik wilde niet haar moment overnemen. Terwijl ik normaal daar niet bij stil zou staan. En het feit dat ik dus nu 'gewoon' plezier kan hebben van mijn hobby, dat is echt een grote verandering zonder dat je dat vooraf beseft. Het geeft je een bepaalde vrijheid terug, niet meer de drang, of bijna de dwang om maar gezien te worden. Want dan is het eigenlijk ook meteen 'moeten', de druk erop. Altijd moeten presteren, de beste willen zijn. Dat hoeft niet, ik weet wat ik te bieden heb, en als zij dat vinden, dan kom ik vanzelf boven drijven. En anders niet, dat is oké.
2e openbaring had ik vandaag. Normaal als ik uit bed stapte, gierde er direct een spanning door mijn lijf. Dat ik wat MOEST doen, het huishouden moest gewoon gebeuren, want anders zou mijn man misschien nu wel een keer boos worden en zat van mij worden. (Kleine toevoeging, ik had echt trauma van huishouden. Ik deed het toen mijn moeder weg ging, maar het was nooit goed volgens mijn vader, ik deed nooit genoeg. Dus raak je daarin lamgeslagen. En je stopt met het doen, want je krijgt toch op je flikker, of je iets nou wel of niet doet.) Vanmorgen realiseerde ik me voor de eerste keer dat ik die druk en spanning om iets te MOETEN doen niet meer voelde. En ook dat voelde als een bevrijding, ik heb er 10 minuten om gehuild. Wat een opluchting, niet meer altijd het onverzadigbare gevoel hebben dat ik maar MOET MOET MOET.
En zo zullen er de komende tijd nog wel meerdere dingen op me af komen waarvan ik merk dat het verandert. En dat vind ik heel bijzonder om bij stil te staan. Mijn lichaam moet langzaamaan leren dat de wereld weer veilig is, en ik neem jullie graag mee in dit proces.
Dank jullie wel. Het is erg mooi om de veranderingen te voelen. Ik zou alleen willen dat mijn lichaam ook een beetje mee gaat in de verbetering, want ik ben nog steeds zo veel moe. Misschien ben ik ongeduldig, maar ik moet echt mijn hoofd positief houden. Wat vrij lastig is als je de vermoeidheid de h ele dag mee draagt.
Afgelopen donderdag was ik echt weer gelukkig van mijn avond naar de musicalgroep. Ik heb me weer zo vermaakt, ik heb zo gelachen, zo genoten. En ineens kreeg ik nog een solo in mn handen gedrukt. En toen was ik zo blij verrast, dat gevoel kende ik dus ook niet. Echt heel leuk weer