Een Bio-impedantie apparaat (zo heet zo’n apparaat) is per definitie een apparaat waarvan je de uitslag met heel veel zorgvuldigheid moet behandelen. En de apparaten van de gemiddelde sportschool zijn gewoon echt niet betrouwbaar en de omstandigheden maken het nog veel onbetrouwbaarder.
Voor de mensen die dat interessant vinden een uitgebreide uitleg, zo niet scroll rustig door

Ik zet het even in een quotevenstertje voor de leesbaarheid van deze post. Korte samenvatting staat er onder.
Citaat:
Een weegschaal is heel betrouwbaar om iemands gewicht te bepalen (namelijk direct, je meet letterlijk wat je wil weten, hoeveel kilo iemand of iets weegt), alleen om vetverlies te meten is het wat minder betrouwbaar (want je weet niet WAAROM het gewicht stijgt of daalt).
Een bio-impedantie apparaat meet dubbel indirect je vetmassa. Dat betekend dat je 2x gebruik maakt van een standaard aanname. Een beetje ingewikkeld, maar je kunt het zo zien:
- Een meting waarbij je wil weten hoeveel vet iemand heeft, je vervolgens de persoon open snijdt en al het vet dat er in zit op een weegschaal legt. Je meet zo precies nauwkeurig hoeveel vet iemand heeft. Je kan eigenlijk nergens onnauwkeurig worden dus het meest betrouwbare wat er is. Alleen de praktische kant is een beetje moeilijk….
- Dan kun je kiezen om iemand onder een meetapparaat te leggen (DEXA-meting), hiermee kun je onderscheid maken tussen alle soorten lichaamsweefsel en dan kun je dus de hoeveelheid vet via dat apparaat meten. Je meet dus indirect (via een apparaat), maar wel direct wat je wil weten (de hoeveelheid vet). Erg betrouwbaar dus, maar ook erg duur. De enige onnauwkeurigheid is of het apparaat nauwkeurig is.
- Vervolgens kun je kiezen om te meten hoeveel weerstand iemand heeft. Vet geleidt beter dan spier, dus hierdoor kun je onderscheid maken. Je krijgt dan een stroomweerstand terug en die gooi je nog eens in een formule om van die weerstand de vetmassa te maken. Je meet dus ten eerste via een apparaat niet direct wat je wil weten en gebruikt een formule om dat te verbouwen tot wat je wel wil weten (dubbel indirect) Allereerst is er een onnauwkeurigheid van het apparaat en daarna nog onnauwkeurigheid van een formule (een formule is altijd gebaseerd op de standaard persoon en dus niet per individu aan te passen. Bovendien zijn er diverse formules voor diverse doelgroepen maar vaak gebruiken deze goedkope apparaten 1 standaard formule waarvan vaak niet eens bekend is welke dat is en dus of hij wel juist is).
Een huidplooimeting bestaat ook uit dubbel indirect (eerst bepaal je met een apparaat een waarde (namelijk de huiddikte) en dat gooi je vervolgens in een formule die vetmassa meet).
Tot zover de meetmethode: die is dubbel indirect en dus al redelijk onbetrouwbaar. Dan moet je nog gaan kijken naar de onnauwkeurigheden in de methode.
Bij een weegschaal zijn die redelijk simpel: de weegschaal moet op een vaste ondergrond staan, je weegt met zo min mogelijk lichamelijke variabelen (lege maag, lege blaas, op een vast moment van de dag enz.) Als je in de sportschool op de weegschaal gaat staan voldoe je vaak niet aan die variabelen (net na het eten, na het sporten, net een flesje water op enz.) maar omdat het redelijk direct is kun je die onnauwkeurigheden zelf redelijk wegstrepen (ik woog hetzelfde, maar ik had net een flesje water op dus ik ben denk ik iets lichter geworden enz.)
Bij bio-impedantie wordt het al een stuk ingewikkelder doordat er nog een formule achter zit en we het vaak ingewikkeld vinden wat we nu aan het meten zijn. Daardoor zijn we sneller geneigd om de waarde te geloven en kunnen we de onnauwkeurigheden minder makkelijk wegstrepen. Bovendien worden ze door de formule die er aan gekoppeld is nog eens extra onnauwkeurig (je gaat de formule namelijk met verkeerde getallen invullen!)
Eisen waar je aan moet voldoen voor bio-impedantie is allereerst hetzelfde als bij wegen (zelfde moment van de dag, lege maag, lege blaas enz.) en daarnaast is het ook belangrijk om je vocht goed verdeeld te hebben in je lichaam, omdat je stroomgeleiding gaat meten. Dus om een goede meting te doen moet je eigenlijk eerst 15 minuutjes plat gaan liggen zodat vocht op de juiste plaatsen zit.
Nog een laatste probleem: sportscholen gebruiken weegschalen of eventueel een weegschaal icm een handapparaat. Stroom zoekt de kortste weg, wat betekend dat de weegschaal meet van linkervoet naar rechtervoet en het handapparaat de kortste weg van linkerhand naar rechterhand. Je buik wordt dus volledig overgeslagen. Als je een appelfiguur hebt is dat heel gunstig, voor een zandloper zal de waarde bijna altijd (veel) te hoog uitvallen.
Wil je goede bio-impedantie doen heb je een duur apparaat nodig met sensor op 1 hand en 1 voet (dan meet je namelijk de afstand van hand naar voet dus je hele lichaam) die geen formule hanteert maar je gewoon de ruwe waardes geeft die vervolgens ZELF in een formule zet (dan kun je namelijk de juiste formule kiezen voor die persoon ipv een standaard formule). Dit zijn apparaten van meer dan 4000euro en worden niet gebruikt in de sportschool. Daarnaast moet je voldoen aan de randvoorwaardes, wat vrijwel nooit gebeurt in de sportschool.
Korte samenvatting voor de mensen die dit niet interessant vinden: Bio-impedantie is van zichzelf al een vrij onbetrouwbare methode die je heel zorgvuldig moet intepreteren. Alleen al je vochtverdeling kan zorgen dat de waarde van bio-impedantie volledig afwijkt. Daarnaast meten goedkope apparaten niet je volledige lichaam waardoor je lichaamsbouw kan zorgen voor een waarde die totaal onjuist is. Leuk om op de lange termijn je veranderingen te zien, maar niet geschikt om per keer conclusies aan te hangen.
Meld dit bericht