- De werkgroep adviseert gezonde zwangere vrouwen routinematig te vaccineren
wanneer ze volgens de landelijke vaccinatiestrategie daarvoor in aanmerking komen.
- De werkgroep adviseert met nadruk aan vrouwen met onderliggende ernstige ziekten
die volgens de landelijke vaccinatiestrategie voor vaccinatie in aanmerking komen,
zich te laten vaccineren, omdat de voordelen hiervan opwegen tegen de mogelijke
nadelen van vaccinatie.
Het gaat daarbij om (één van) de volgende aandoeningen
(conform indeling RIVM)
(
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpe ... org-werken):
• Vrouwen met chronische luchtweg- of longproblemen die onder behandeling van
een longarts zijn;
• Chronische hartpatiënten die daardoor in aanmerking komen voor een griepprik;
• Vrouwen met diabetes die slecht ingesteld zijn en/of met complicaties;
• Vrouwen met een nierziekte die moeten dialyseren of wachten op een
niertransplantatie;
• Vrouwen met een verminderde weerstand tegen infecties doordat zij medicijnen
gebruiken voor een auto-immuunziekte en vrouwen die een orgaan- of
stamceltransplantatie hebben ondergaan. Vrouwen die een bloedziekte hebben.
Vrouwen met een verminderde weerstand doordat ze weerstandverlagende
medicijnen nemen. Kankerpatiënten tijdens of binnen drie maanden na
chemotherapie en/of bestraling. Vrouwen met ernstige afweerstoornissen
waarvoor zij behandeling nodig hebben van een arts. Vrouwen die geen milt
hebben, of een milt die niet functioneert, lopen geen extra risico op ernstige
COVID-19, maar wel op een mogelijke (secundaire) infectie met pneumokokken;
• Vrouwen met een hiv- (humaan immunodeficiëntievirus) infectie;
• Vrouwen met ernstige leverziekte;
• Vrouwen met zeer ernstig overgewicht;
• Zwangere vrouwen ouder dan 35 jaar en/of met een migratie-achtergrond.
- De werkgroep ziet geen bezwaar tegen vaccinatie van mannen of vrouwen in de
preconceptionele periode bij een kinderwens of vruchtbaarheidsbehandeling.
- Hoewel de werkgroep bij voorkeur vaccinatie na het 1e
trimester voorstaat, ziet zij
vooralsnog geen bezwaar tegen vaccinatie in het 1e
trimester en neemt zij aan dat
toediening in deze fase van de zwangerschap ook veilig is.
- De werkgroep spreekt haar voorkeur uit om bij zwangere vrouwen en in het
kraambed de vaccinatie met één van de mRNA-vaccins uit te voeren.
- De werkgroep is van mening dat vaccinatie kan plaatsvinden bij vrouwen die
borstvoeding geven. Toekomstige studies moeten de veiligheid definitief bevestigen.
- Ongeacht de vaccinatiestatus blijven voor zwangere vrouwen net als voor anderen,
de reguliere voorzorgsmaatregelen zoals handen wassen, afstand houden en het
dragen van een mondneusmasker onveranderd bestaan.