bron: Fries dagblad
Citaat:Staatssecretaris Bleker heeft het maar druk met de dieren. Eerst was er de commotie over het wild in de Oostvaarderplassen, toen het gedoe over het kosjer slachten en nu is er rumoer over het ganstrekken. Het laatste is een lokale, folkloristische bezigheid in carnaval vierend Limburg. Het gaat om het scheiden van het hoofd van een dode gans, door ruiters. Dat is een niet gewenste activiteit, vindt Bleker, in navolging van de Partij voor de Dieren. Hij wil een einde maken aan de eeuwenoude praktijk, die op een enkele andere plaats, onder meer in Duitsland, ook wordt beoefend.
Iedereen met een beetje goede smaak zou tegen het ganstrekken moeten zijn. Het aftrekken van de kop van een gans is barbaars, wellicht passend in een middeleeuwse manier van denken. De verontwaardiging van de Partij voor de Dieren en in navolging van haar, staatssecretaris Bleker is terecht. Deze opvatting past in het denken en voelen over dieren zoals die zich de laatste decennia hebben ontwikkeld. De betekenis van, en de omgang met huisdieren hebben een enorme opwaardering gekregen. Zieke huisdieren worden veel langer behandeld dan vroeger; vrijwilligers doen veel moeite om een aangereden dier te redden; er zijn crematoria voor huisdieren gekomen en de bedragen die aan voedsel en aan verzorging worden uitgegeven reiken soms tot een flink deel van de huur van een woning.
Er is, kortom, in de samenleving een gevoeligheid ontstaan voor dieren die ongekend is. Nederlanders geven meer uit aan huisdieren dan aan ondervoede kinderen elders in de wereld. Het (huis)dier heeft een status gekregen die steeds meer gaat lijken op die van de mens. Het dier heeft een eigen waarde en betekenis gekregen, los van de functie die het dier voor de mens heeft. Om het ingewikkeld te zeggen: het dier heeft een intrinsieke betekenis toegekend gekregen. Die verdient respect, ook als het dier dood is. En dus mag in het spel van het ganstrekken, de kop niet van de gans worden getrokken. Ook al hebben jagers de gans gedood omdat die schadelijk is voor de boeren en worden de dode ganzen verbrand of anderszins vernietigd. Hoe het zit met die intrinsieke waarde van dieren in hun onderlinge samenhang is overigens lastig te bedenken. Vossen afschieten mag niet, vanwege hun intrinsieke waarde. Maar we accepteren dat vossen massaal andere dieren doden. Hebben hazen en vogels geen intrinsieke waarde? Of vinden we dat de natuurlijke orde van eten en gegeten worden de norm?
Die verschuiving is selectief. De manier waarop in de vleesverwerkende industrie met dieren wordt omgegaan heeft niets van doen met de invoelende manier waarop huisdieren worden behandeld. Of met de eisen die de Partij voor de Dieren en andere politieke stellen aan het kosjere slachten.
(Huis)dieren vermenselijken. En dus moeten dieren - weliswaar selectief - net zo worden behandeld als mensen. Tegelijkertijd gelooft Nederland tamelijk massaal dat de mens niet het schepsel is dat we dachten dat hij was: het kenmerkende van de mens, diens ziel, blijkt een bijproduct van chemie in de hersenen. De menselijke geest was al eerder van het toneel verdwenen.
Het is niet onmogelijk dat het laatste - de ontgeestelijking en de ontzieling van de mens - te maken heeft met heerste, het - selectief - vermenselijken van het dier.