Op website van de Dierenbescherming:
Citaat:
Laat debat over wolven niet kapen door onjuistheden
Fabel of feit? Zo zit het!
Het debat rondom wolven is nog steeds gepolariseerd. Dat mag, want voor ieders emotie moet er in een goed maatschappelijk debat ruimte zijn. Een doorn in het oog van de dierenbeschermer is echter dat emotie soms de feiten verdrijft. Het is daarom hoog tijd om wat feiten en fabels over wolven op een rij te zetten.
Door: Cynthia Verwer
Dierinhoudelijk Expert In Het Wild Levende Dieren
Laat debat over wolven niet kapen door onjuistheden
In 2024 stonden de (sociale) media weer bol van berichten over wolven(aanvallen) en reacties hierop van bezorgde of boze burgers, vee- en hobbydierhouders, jagers, wethouders en iedereen die er maar ook op wat voor manier een mening over had. En de eerste maanden van 2025 waren niet anders. De wolf houdt de gemoederen bezig, media behandelen het onderwerp als een van de belangrijkste van het land, meningen buitelen over elkaar heen.
Maar wáár heb je dan precies een mening over? Vele vermeende incidenten met wolven werden al de ether in gegooid voordat er überhaupt (degelijk) onderzoek naar de situatie en het incident was gedaan. En de boodschap achteraf terugdraaien – nadat bleek dat het niet om wolven ging of de situatie toch nét anders was dan geschetst – dat zat er niet in. Als dierwetenschapper heb ik daar moeite mee, maar ook als medeburger in een nu zeer gepolariseerde maatschappij. Daarom neem ik graag een aantal van de meest geuite zorgen onder de loep aan de hand van vijf veelgehoorde uitingen.
1. We zien geen wild meer in het bos.
Anders dan in andere landen zijn de in Nederland levende wilde hoefdieren ontzettend ‘tam’; ze zijn goed zichtbaar en tot op zeer dichte afstand te benaderen. Hoogstwaarschijnlijk komt dit doordat de dieren gewend zijn geraakt aan de dichtbevolkte en drukbezochte gebieden waarin ze leven, en doordat ze voor de komst van wolven geen echte natuurlijke predator hadden (op vossen na).
Met de komst van wolven is die zichtbaarheid en benaderbaarheid afgenomen. De dieren zijn veel alerter en bevinden zich in andere gebieden dan waar je ze eerst voornamelijk tegenkwam. Ze zijn ‘wilder’ geworden. Dit fenomeen wordt in de ecologie het ‘landschap van angst’ genoemd. Dit concept stelt (in het kort) dat waar, wanneer en hoe prooien zich door een landschap bewegen wordt beïnvloed door hun perceptie van het predatierisico. Dit wil zeggen dat als dieren het gevoel hebben meer risico te lopen om gepredeerd te worden, ze alerter zijn en bij vermeend gevaar eerder zullen vluchten of zich meer verborgen houden.
2. De wolven doden alle wilde dieren.
Onze in het wild levende dieren zijn zich dus anders gaan gedragen dan wat we van ze gewend zijn. Dat we ze niet of minder zien wil niet onmiddellijk zeggen dat ze er niet meer zijn. En ook niet elk dood of gewond gevonden damhert, edelhert, ree of zwijn is slachtoffer van wolven. Dieren raken gewond in gevechten, als ze opgejaagd worden en gehinderd op hun vluchtroutes, en ze worden gedood voor schadebestrijding of populatiebeheer.
De kadavers van deze dieren zijn een waardevolle voedingsbron voor aaseters en insecten, en op die manier weer voor insectenetende vogels. Daarom worden dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven –maar ook die zijn afgeschoten – steeds vaker achtergelaten in het bos. En omdat aaseters slepen met hun voedsel, kan je weleens (heel ongemakkelijk) geconfronteerd worden met een (deel van een) kadaver. Dat is misschien geen fijn gezicht maar voor de andere dieren in de natuur dus een aanwinst.
Dat onze in het wild levende dieren niet verdwijnen door wolven wordt ook bevestigd door het feit dat er nog volop wordt gejaagd in Nederland. Ook in gebieden waar wolven voorkomen. Vanuit het faunabeheer wordt ervan uitgegaan dat wolven slechts deels meehelpen in het terugdringen van onze populaties wilde hoefdieren. In Gelderland zijn grote aantallen wilde hoefdieren aanwezig en jaarlijks worden daar meer dan 11.000 hoefdieren geschoten of aangereden en daarmee als ‘valwild’ geregistreerd.
Op de Veluwe – waar de meeste wolvenroedels zich bevinden – houden de wildbeheerders goed in de gaten hoeveel wild er door de wolven wordt gegeten. Indien noodzakelijk geacht, wordt het afschot van wild dan naar beneden bijgesteld. Ook in andere provincies wordt er behoorlijk gejaagd op reeën en zwijnen. In Oost-Duitsland is de ervaring eveneens dat de jachtstatistieken niet beïnvloed worden door de aanwezigheid van wolven. Het aandeel wild dat door wolven wordt weggenomen uit de natuur is nihil.
3. Wolven doden vee voor de lol, want er is genoeg natuurlijk prooiaanbod voor ze
Er is inderdaad genoeg natuurlijk prooiaanbod aanwezig. Waarom wolven vee en hobbydieren aanvallen kan verschillende oorzaken hebben; 1. wolven kunnen in hun territorium (en dus hun jachtgebied) gestoord worden, waardoor ze (tijdelijk) vertrekken naar een ander gebied, 2. wolven worden verstoten uit hun roedel en moeten op zoek naar een eigen territorium. Op deze zoektocht krijgen ze honger en ze lopen gevaar als ze het territorium van andere wolven binnengaan. Onbeschermd vee kan dan een makkelijke vervanging zijn. Of 3. onbeschermd vee is aantrekkelijk omdat het een makkelijkere prooi zou zijn, omdat de dieren niet weg kunnen. Dit verklaart ook het feit dat wolven vaak meerdere dieren doden of verwonden: ze blijven getriggerd door de dieren die proberen te vluchten maar niet uit de omheining kunnen komen. Dat is ‘de vos in het kippenhok-effect’.
4. Je kunt je dieren niet beschermen tegen wolven, want wolfwerende maatregelen werken niet
Helaas kunnen we in Nederland nog niet veel zeggen over wolfwerende heiningen, domweg omdat we ze nog nauwelijks hebben. Dat blijkt uit het overzicht van BIJ12 waar de meldingen van wolvenaanvallen worden bijgehouden. En dat terwijl sinds 2019 wolven in Nederland zijn gevestigd en aanvallen plaatsvinden.
Inmiddels hebben tien van de twaalf provincies subsidie ter beschikking gesteld om wolfwerende maatregelen te kunnen nemen, en de overige twee provincies stellen noodsets ter beschikking. Maar als we kijken naar de aanvallen in 2024, dan blijkt dat van de aanvallen waarvan de dader bekend is (641 in totaal, waarvan 45 door een hond, 572 door een wolf en 24 door vermoedelijk een wolf) slechts in 19 gevallen wél maatregelen waren genomen, maar deze niet voldeden aan de eisen. Zo stond er geen spanning op de stroomdraden, waren er te weinig draden gebruikt of was de onderste draad volledig begroeid.
In twintig gevallen voldeed de heining wel aan de eisen van een goedgeplaatst wolfwerend raster. Dit geeft aan dat het belangrijk is om alle incidenten met wolven en vee- en hobbydieren goed te beschrijven en te evalueren, zeker als goedgeplaatste preventieve maatregelen genomen zijn om wolven te weren. Er zijn namelijk wel degelijk situaties denkbaar waarbij een goedgeplaatst wolfwerend hek minder goed werkt. Zo zijn bij ernstige droogte van de bodem extra maatregelen nodig om voldoende spanning op de draad te houden.
5. Wolven moeten net als andere dieren die schade aanrichten, beheerd worden om schade te voorkomen
Het verlagen van de beschermde status van strikt beschermd naar beschermd betekent niet dat wolven in Europa – en dus ook niet in Nederland – beheerd mogen worden. Slechts in uitzonderlijke gevallen en situaties – als de openbare orde in het geding is – kan op basis van verantwoordelijkheid van de burgemeester besloten worden om een wolf te doden. Dat kan ook om een gewonde wolf uit zijn of haar lijden te verlossen, na bijvoorbeeld een aanrijding.
Dat het doden van dieren om schade en overlast te voorkomen of te beperken niet werkt, blijkt wel uit de tienduizenden dieren die per provincie jaarlijks om die reden geschoten worden, maar waarbij schades blijven bestaan. Het uitroeien van beschermde soorten is niet toegestaan en zou ook een groot verlies van onze natuur zijn. We zijn als Nederland verplicht om bij te dragen aan een gezonde staat van instandhouding van beschermde soorten. Daarnaast hebben we ook een eigen verantwoordelijkheid in het voorkomen of beperken van schades door het nemen van preventieve maatregelen.
Hoe lastig, vervelend, angstig en verdrietig het ook kan zijn: we moeten manieren zien te vinden om samen te leven met in het wild levende dieren. Als Dierenbescherming hebben we bijgedragen aan de herziening van de faunaschadepreventiekits die te vinden zijn op de website van BIJ12. Daar staan de maatregelen beschreven die mensen kunnen nemen om hun dieren te beschermen tegen invloeden van buitenaf – waaronder dus predatoren – zoals de zorgplicht onder de Wet Dieren ook van dierhouders verwacht. Daarnaast maken we ons in het geval van wolven hard voor realistische subsidies om wolfwerende maatregelen te nemen en realistische schadevergoedingen mocht er na goedgeplaatste wolfwerende rasters toch nog schade optreden. Dit doen we onder andere binnen het Landelijk Overleg Wolven.
Maar het allerbelangrijkste is om, rondom alles wat er met wolven gebeurt, vooral te kijken naar de feiten. En die feiten mogen natuurlijk leiden tot emoties en meningen, en die mogen weer leiden tot een debat. Maar wel een inhóudelijk debat waarin de kaders kloppen.
https://www.dierenbescherming.nl/actuee ... Ip4uQHL1rA