nog een verhelderende quote, dan hou ik er over op.
Citaat:
"Over koetjes en kalfjes: een lastige vraag beantwoord"
‘Ik snap wel dat niet alle kalfjes kunnen blijven op de boerderij, want anders zit je straks met heel veel stieren. Maar waarom worden kalfjes dan zo snel bij de koe weggehaald? Als ze mijn kinderen binnen een paar uur weg zouden halen, dan zou ik daar niet erg relaxed van worden hoor, dus waarom blijft die koe dan wel rustig?’
We schrijven een tijdje geleden. Er was bezoek, en één van onze koeien was bevallen van een prachtige stier. Voor een bevalling schuiven wij alles aan de kant. Het bezoek dus ook. Dat liet het bezoek niet op zich zitten, en kwam gezellig mee de stal in. Na alle zorg voor koe en kalf, stond koe lekker te vreten, en het kalf te slapen in zijn eigen ‘wieg’. Tot verbazing van het bezoek. Ik vond het een steengoeie vraag! En hier is het antwoord:
Mensenbabies zijn een beetje dom in elkaar gezet. Ze zijn nog niet helemaal afgebakken. Een beetje baby doet er een jaar over om te lopen. En in dat jaar is hij dus heel erg afhankelijk van zijn ouders. De natuur heeft dat slim geregeld door ons te overgieten met een onweerstaanbare drang, om te zorgen voor dat onafgebakken, domme ding. Die drang is héél sterk. Want het onafgebakken ding is behoorlijk tijdrovend. We kunnen het ons dan ook moeilijk voorstellen dat het bij andere dieren soms toch een beetje anders werkt.
Kalfjes zitten een stuk slimmer in elkaar. Maar ook die lopen de eerste dag nog geen tientallen kilometers. Mama wel. Want mama moet namelijk grazen, heel veel grazen, en nog meer grazen. En af en toe een sprintje trekken voor een sabeltandtijger. Of een dolle stier. En dus bevalt mama bij voorkeur in hoog gewas, waar ze haar kalfje de eerste paar dagen achterlaat. Af en toe komt ze terug, om het kalf melk te geven. Daarom gaan koeien die in de wei bevallen, ook zonder blikken of blozen zónder kalf terug naar de stal. Haar eerste prioriteit op dat moment is namelijk vreten. En veel ook, anders wordt ze ziek.
En dan ligt ukkepuk in z’n uppie in het weiland. Dat vindt het kalf helemaal niet raar, want zo is hij nou eenmaal gemaakt. Meestal liggen ze lekker een tukkie te doen, op het moment dat we ze vinden. Een klein zwartwit hoopje, middenin een groene zee. Als mama terugkomt, en het kalf is dood, of weg, dan gaat ze verder met haar leventje. Dat klinkt hard, en dat is het ook. Maar de natuur, háár realiteit, ís nu eenmaal ook gewoon hard. Het sterftepercentage bij kalveren in het wild is enorm. Het zou voor de koe dodelijk zijn, als ze gaat liggen treuren bij haar kalf. En dat doet ze dus ook niet.
Na één of twee dagen, als het kalf mobiel genoeg is, mag ie met mama mee. Dàn begint de echte binding op gang te komen. Want het is natuurlijk wel de bedoeling dat het kalf niet op z’n eigen houtje de wereld gaat verkennen. En dus veranderen de gevoelens van kalf en koe. Het kalf wil bij mama zijn, en mama bij het kalf. Ga je die twee op dat moment van elkaar scheiden, dan heb je twee héél verdrietige koebeesten. Boeren weten dat. Al honderden jaren. En die doen dat dus niet.
Dus waarom er morgen zoveel boerinnen naar Den Haag gaan? Omdat ze geen gestressde koetjes en kalfjes willen, alleen maar omdat sommige kamerleden zich niet kunnen voorstellen dat koeien anders ‘werken’ dan mensen. Omdat je het moment moet kiezen, die het beste is voor koe en kalf. Uit #kalverliefde!