Het onderzoek naar de tweede gsm van de chauffeur van de Belgische bus, die op 13 maart 2012 verongelukte in een autotunnel in Sierre, heeft niets opgeleverd. Dat heeft de bevoegde procureur van het Zwitserse kanton Wallis, Olivier Elsig, dinsdag aan het Zwitserse persbureau ATS verklaard. Het onderzoek naar de gsm was er gekomen op vraag van een aantal ouders van slachtoffers.

De chauffeur had zijn tweede gsm niet bij zich op het ogenblik van het ongeval. Het toestel lag thuis en werd door zijn weduwe aan de speurders overhandigd. Hoewel het Zwitserse openbaar ministerie de vraag van een aantal naar een analyse van het toestel inwilligde, werd er weinig hoop gekoesterd dat het onderzoek nieuwe elementen zou opleveren.

De Zwitserse procureur Elsig laat weten dat tenzij er nog nieuwe elementen opduiken, de zaak geklasseerd wordt. Hij benadrukt wel dat de zaak heropend wordt van zodra er zich binnen de verjaringstermijn bijkomende gegevens zouden aandienen. Een tweetal weken geleden weigerde de procureur nog gehoor te geven aan het verzoek van sommige ouders om een DNA-staal van de chauffeur aan hen over te maken. De ouders namen een forensisch onderzoeksbureau in de arm om het Zwitserse onderzoek naar de busramp over te doen en hadden daarom om het DNA-staal gevraagd.

De weduwe van de buschauffeur laat in een schriftelijke reactie aan Belga weten 'met een diepe zucht van opluchting' kennis te hebben genomen van het op niets uitgedraaide onderzoek van de tweede gsm van haar overleden man. Al hebben de 'onterechte verdachtmakingen' haar pijn gedaan. 'Ik hoop dat na dit onderzoek het dossier eindelijk kan worden afgesloten en iedereen aan zijn rouwverwerking kan beginnen', zo besluit ze.