Emmaa_ schreef:Ik kan het me niet meer herinneren, maar van wat ik er nu over lees is zijn ambtsperiode vooral gehuld geweest in een hele hoop schandaal en publieke aandacht.
Nou is dat natuurlijk wel collectief geheugen en hebben we het nu niet meer over de dingen die hij wel goed deed.
Ik kan me Clinton wel nog heel goed herinneren. Clinton was de eerste democratische president sinds lange tijd (24 jaar) en doorbrak daarmee de Republikeinse dominantie. Werd hem niet in dank afgenomen natuurlijk.
Meteen na zijn aantreden loste Clinton een verkiezingsbelofte in door de zogeheten "Family and Medical Leave Act" (1993) te tekenen, een wet die bedrijven vanaf een bepaalde omvang verplichtte hun werknemers onbetaald verlof te verlenen in geval van ernstige medische problemen of problemen binnen de familie. Dat verhoogde zijn populariteit behoorlijk.
Onder Clinton was er gedurende de jaren 90 sprake van aanhoudende economische groei (die volgens het Office of Management and Budget al in april 1991 begon), afnemende werkloosheid en toenemende welvaart als gevolg van de hausse op Wall Street. Altijd moeilijk om aan te geven in hoeverre dat met zijn leiderschap te maken had.
Tussen 1992 en 1994 konden de Democraten een grote invloed uitoefenen, maar de zogeheten "mid-term" verkiezingen van 1994 werden een drama voor de partij. Ze verloren hun meerderheid in Huis en Senaat voor de eerste keer in 40 jaar. Dit kwam in belangrijke mate door de mislukte poging van zijn partner, Hillary Clinton, om een veelomvattend volksgezondheidssysteem te creëren. Het in meerderheid Republikeinse Congres vocht met Clinton over de begroting.
Een groot deel van Clintons presidentschap werd overschaduwd door schandalen of nep-schandalen, waaronder het al Whitewater-schandaal.
Clinton ontwikkelde een nauwe werkrelatie met Tony Blair, die in 1997 tot Britse premier was gekozen. Hij toonde persoonlijke belangstelling voor de Noord-Ierse problematiek en bezocht het gebied drie keer om de vrede te bevorderen. Dit leidde tot gesprekken tussen beide kampen, die uitmondden in de belofte van het Ierse Republikeinse Leger, op 23 oktober 2001, om zich te ontwapenen.
In 1999 slaagde Clinton er samen met het door de Republikeinen gedomineerde Congres in om voor het eerst sinds 1969 de begroting in evenwicht te brengen.
Aan het einde van zijn tweede termijn gaven peilingen aan dat meer dan 60% van de bevolking achter Clinton stond, ondanks een aantal controversiële gratieverleningen die hij vlak voor het einde van zijn presidentschap pleegde.