25 september 2025
Schaapherder Aart is niet anti-wolf, maar waarschuwt: ‘Het is wachten op de eerste dode in Nederland’
Hij was er al jaren bang voor en nu is het schaapherder Aart van den Brandhof tóch overkomen. Twintig schapen, die op de Edese Heide achter wolfwerende hekken stonden, zijn door een wolf te grazen genomen. „Een paar dooie schapen, daar ga ik niet om janken. Maar mijn werk is mét de wolf wel minder leuk geworden.”
Nu de wolf er is, is het werk veel stressvoller geworden. „Ze springen dus gewoon over de wolfwerende hekken heen. Die moeten we gaan verhogen. Maar ook overdag moeten we constant alert zijn. Mijn kudde is al meerdere keren door wolven benaderd. Eén keer had ik er zelfs twee tegelijk. Straks zijn het er misschien wel vier of vijf, dan kun je niets meer.”
Aart van den Brandhof heeft een kudde van 280 schapen op de Edese hei. Hij bewaakt de dieren samen met zijn drie honden Mosh, Roy en Max.
„Ik ben erop afgegaan, heb een hoop herrie gemaakt en de honden dicht bij me gehouden. Gelukkig vertrokken ze toen. Maar ik ben wel goed geschrokken. Wolven sluipen niet als een leeuw. Nee, ze komen opeens aanrennen. Ik houd mijn honden nu veel dichter bij me. Elders heeft een wolf al een hond van een schaapsherder te pakken gekregen.”
‘Wolf kan er niets aan doen’
Tóch is hij niet fel anti-wolf. De wolf wordt ten onrechte zwartgemaakt en dat heeft hij niet verdiend, vindt Aart van de Brandhof.
„Mensen zeggen, de wolf raast rond, pakt twintig, dertig schapen, is een nietsontziende moordenaar. Maar daar kan die wolf niets aan doen. Dat komt omdat wij onze dieren binnen een hek hebben staan. In een gesloten ruimte krijgt een wolf een vossenkillersinstinct. In de vrije natuur snijden wolven één dier af van de kudde, en pakken ze die. Voor ze een ander dier kunnen pakken, is de rest van de kudde dan al lang weggevlucht.”
Hij is een natuurmens, houdt van dieren, Maar waar mensen in de discussie over de wolf vaak fel vóór of fel tegen de wolf zijn, staat hij er ergens tussenin. „Ik ben niet tegen de wolf, helemaal niet. Ik denk wél dat we ze een stap voor moeten blijven. De wolf is er nu gewoon en daar zullen we het mee moeten doen. En het gaat ons heus niet om een paar schapen. Dit is nu gebeurd met die twintig schapen. Dat is rot, maar daar gaan we niet om lopen janken.”
Ze allemaal afschieten is al helemaal niet nodig én niet zinvol, stelt hij. „Dan komen er gewoon weer nieuwe uit Duitsland. We moeten er voor zorgen dat wolven bang voor ons blijven. Dat kun je doen door ze te laten schrikken, bijvoorbeeld met een paintbalgeweer. Wat ik frustrerend vind, is dat dat niet mocht van de rechter. Dan krijg je dus de kans niet om die wolven die te dichtbij komen weer bang voor mensen te maken.”
Wachten op de eerste dode
„Het is wachten op de eerste dode in Nederland. Het is hier zo druk en vol, dat het wel een keer fout moet gaan. Het gaat gewoon gebeuren, dat ze een keer een mens pakken. Ik denk dat veel mensen dat niet beseffen. Maar dat risico is groot als wolven wennen aan mensen, als ze niet meer bang zijn. Op de Veluwe wemelt het van de mensen. Langs de fietspaden, op de wandelpaden. Die maken allemaal lawaai en de wolf went daaraan.”
En ziehier zijn grootste frustratie: er mag bijna niets om de dieren af te schrikken. „Als de eis voor wolfwerende hekken op 1.20 meter blijft steken, dan heb je straks nóg meer wolven die er gewoon overheen springen.” Hij wijst naar een hoge afrastering bij een stuk bos. „Kijk, dit soort hekken wil ik. Twee meter hoog en dan onderaan en bovenaan schrikdraad. Dáár hou je ze wel mee tegen.”
Kuddebewakingshonden
Neem dan kuddebewakingshonden, hoort hij ook wel eens. Dan kun je je dieren beschermen. Hij vindt het helemaal niks: „Echt, dat zijn van die enorme beesten. Die kunnen een wolf aan, maar dat wordt dan wel een groot gevecht. In Turkije en Bulgarije werkt dat perfect, maar je moet die honden wel kunnen laten gaan.”
„Die honden zijn gefokt om de kudde te beschermen. Krijgen daar ook van die hondenbanden met spijkers om hun nek. Ik wil zo niet werken, dan komt er veel meer agressie bij kijken. In Nederland moet je die honden dan aan de lijn houden en je hond mag ook geen wolf doden. Maar met dat soort honden moet je uitgaan van gevechten op leven en dood. De ene keer wint de hond, de andere keer de wolf. Dat is geen fijn gezicht hoor.”
Gelaten: „We hebben het ermee te doen. Als we de hekken verhogen en zorgen dat de wolven bang blijven, dan komt het wel goed. Gebeurt dat niet, dan vrees ik dat het beroep van schaapherder in Nederland zal uitsterven. Als je eenmaal loop op de kuddes gaat krijgen, dan kun je niets, helemaal niets. Dan is het gewoon over. Dan verdwijnt er een heel mooi stukje erfgoed.”
https://www.gelderlander.nl/ede/schaaph ... &auth_rd=1