21 april 2025/AD
Link naar video
https://www.youtube.com/watch?v=i_E1xuGw9p4&t=4sToen wolf Bram een kind meesleurde, dacht Tok direct aan z’n beroemde vader Rien Poortvliet: ‘Hij schreef er destijds al over’
Toen een wolf afgelopen zomer een 6-jarig kind greep in het bos bij Austerlitz, was het alsof jager Tok Poortvliet een déjà vu had. Hij dacht meteen aan het boek van zijn vader, kunstenaar en jager Rien Poortvliet, waarin hij beschrijft hoe wolven in de 18de eeuw kinderen aanvielen. ‘Als we niet ingrijpen, gebeurt dit vaker. Maar de meeste jagers willen geen wolf doden.’
In jagersland is Tok Poortvliet een bekende naam, maar pas als hij zegt dat hij de zoon is van kunstenaar, schrijver en jager Rien Poortvliet (vooral beroemd door zijn kabouterboeken), gaat bij het grote publiek een belletje rinkelen. Hoewel Rien dertig jaar geleden overleed, denkt zoon Tok nog dagelijks aan hem en zijn werk
Zo ook toen kort geleden het nieuws naar buiten kwam dat een jongetje het bos in Austerlitz was ingesleurd door een wolf en hierbij gewond was geraakt. „Dit verhaal is bijna één op één te lezen in het boek van mijn vader”, vertelt Tok. In Aanloop (1993) omschrijft Rien Poortvliet de jacht door de eeuwen heen.
Dit doet hij aan de hand van waargebeurde verhalen. „Zo wordt omschreven dat wolven hier in de 18de eeuw huishielden”, vertelt Tok, terwijl hij door het boek bladert. „Ook toen greep de wolf kinderen. Mijn vader omschrijft daarom dat onze voorouders niet zo romantisch over de wolf gedacht zullen hebben.”
Drijfjacht op de wolf
Volgens Tok vallen wolven mensen aan uit honger. „Hij had waarschijnlijk al een ree op, maar dat was al een paar dagen geleden en dan ziet hij in een kind een kleine prooi.” Deze aanvallen waren volgens hem reden dat er in 1810 een drijfjacht werd gehouden op wolven.
„Iedereen tussen de veertien en zestig jaar werd gesommeerd om mee te doen. Ze kwamen vanaf Woerden richting Utrecht en vanaf Westbroek, Tienhoven om de wolven ergens in het midden het water in te drijven. Eenmaal in het water konden ze makkelijker afgemaakt worden.”
Bijzondere gave
Rien kon zijn verhalen goed illustreren, omdat hij als jager veel tijd doorbracht in de natuur. „Vroeger waren er geen kippenschuren met 9000 kippen erin. Als je kip wilde eten, moest je er zelf een slachten”, aldus Tok. Zijn vader was goed bevriend met prins Bernhard en jaagde daarom ook op de kroondomeinen.
„De dieren die hij zag, schilderde hij later thuis. Zonder foto, zonder voorbeeld: uit zijn hoofd. Als kind viel ik regelmatig binnen. Hij vroeg mij dan hoe het met mij ging en terwijl hij me aankeek, schilderde hij gewoon door.” Hoewel dit toen normaal voor was voor de kleine Tok, realiseerde hij zich later hoe bijzonder dit was.
‘Jagers houden van knallen’
Hoe trots hij er ook op is, zelf schilderen doet hij niet. „Ik kan niet tekenen; zet geen rechte lijn op papier, maar het jagen heeft mij wel altijd geïnteresseerd. Al als klein jongetje ging ik met hem mee.” Later werd hij zelf ook verantwoordelijk voor wildbeheer door het hele land, waaronder veel rond zijn woonplaats Soest.
Hij geeft hier lezingen over en maakt video’s die tienduizenden keren worden bekeken op YouTube. „Ik jaag alleen op ganzen en kraaien.” Om vliegvelden te beveiligen, legt hij uit, maar vooral om de natuur en populaties van andere vogelsoorten te beschermen.
Het beeld dat jagers houden van knallen, is volgens hem te kort door de bocht. „Er zijn decadente mensen die het hiervoor doen, maar die horen thuis op de schietbaan.” Nederland telt volgens hem nog geen 30.000 jagers, waarvan de meesten juist interesse hebben in de natuur en de belangen van dier en mens goed afwegen.
Ingrijpen is nodig
Volgens Tok vraagt de natuur soms om menselijk ingrijpen, omdat het anders ‘een zooitje’ wordt. Hij geeft een simpel voorbeeld van hamsters. „Mijn vader zette ooit een mannetje en een vrouwtje samen, omdat hij dat gezellig vond. Maar na drie maanden heb je vier jonkies en als je niet ingrijpt na een jaar 23.”
„Zo gaat dit nu ook in de natuur met de wolf”, aldus Tok. Toen hij twee jaar geleden hoorde dat de wolf na twee eeuwen weer in Nederland was gespot, was hij verbaasd. „Veel mensen zeiden meteen dat Nederland veel te overbevolkt is voor een wolf en hier niet kan aarden.”
Het is een prachtig dier, indrukwekkend en groot. Maar ik zou hem nooit willen schieten
Tok Poortvliet
Maar de kracht van de natuur is volgens hem dat ze zich aanpast. „Dieren wennen aan mensen. Dat zag je ook met de ree. Als ik vroeger met mijn vader meeging als klein kereltje, waren reeën vreselijk schuw. Nu staan ze naast de weg, lekker te kijken.”
Dezelfde verwachting heeft hij over de wolf. Onlangs werd er een video gemaakt van zes welpen op de Veluwe. „Over een half jaar zijn ze volwassen en krijgen ze weer welpen. Hoe meer wolven er zijn, hoe meer eten ze nodig hebben. Als dat in de natuur niet voldoende beschikbaar is, trekken ze naar buitenwijken.”
Wie schiet hem af?
Omdat Tok Poortvliet onderdeel is van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV), weet hij dat veel jagers geloven dat er rustige gebieden zijn waar een wolf zou kunnen leven in Nederland. „Zoals de Hoge Veluwe of de Oostvaardersplassen, waar herten vaak sterven van de honger. Een roofdier kan daar voor evenwicht zorgen.”
Hoewel de meeste jagers voor beheer zijn, blijft het een gevoelig onderwerp. Voor ‘probleemwolf’ Bram is inmiddels een afschotvergunning afgegeven, maar Tok kent geen jager die enthousiast is over het idee om een wolf te doden. „Het is een prachtig dier, indrukwekkend en groot. Maar ik zou hem nooit willen schieten. Je kunt hem ook niet eten.”
Geen verrijking, maar verarming
Tok begrijpt de emotie van mensen die wolven willen beschermen, maar waarschuwt dat er grenzen zijn. „Als je de wolf zijn gang laat gaan, leidt dat uiteindelijk tot een verarming van de natuur in plaats van een verrijking. Dat zie je nu al: ze grijpen naar schapen, geiten en soms zelfs naar mensen.”
https://www.ad.nl/soest/toen-wolf-bram- ... ~a5319174/