Oh, dear...
Een goede vraag, maar nu het antwoord nog.
De achtergrond van deze bijeenkomst was 'Limburg als de minst Nederlandse provincie'.
Als Rotterdamse zat ik in de 'rest van Nederland' groep.
Boven de grote rivieren kunnen "wij" (... wie dat dan ook precies is... ) zeggen dat 'we' de oorlog met Spanje gewonnen hebben.
Daarna werd de Republiek der zeven (acht - Drenthe telde letterlijk niet mee) verenigde provincies schatrijk en oppermachtig. Algemeen kiesrecht was er nog lang niet, maar er was wel een soort van democratie en zelfbestuur.
Wat nu het Nederlandse Limburg is, is maar een deel van het historische Limburg. En je word duizelig als je de geschiedenis bekijkt: de gebieden rond Venlo, Roermond en Maastricht veranderden bij wijze van spreken elke vijftig jaar van vorm en van heerser. Veel oorlogen, geen zelfbestuur, etc.
Ergens in de 19e eeuw komt deze provincie bij Nederland, maar 'boven de grote rivieren' kijkt men neer op 'die malle Zuiderlingen'. (Tot zover de inleiding

)
En de lont in het kruidvat was dat ik een opmerking ter sprake bracht,
dat de pastoor en de fabrikant tegen elkaar zeiden/ gezegd zouden hebben
"Houd jij ze dom, houd ik ze arm."
Toen werd dus iemand erg boos op mij.
(Het woord 'dom' deed het 'm. Maar denkbaar kan ook 'arm' woede oproepen, of het gekonkel.)
Tja, ik hoorde op dat moment niet tot de grootste groep in die ruimte aanwezig,
ik hoorde wel bij de groep met de meeste macht,
en leuk vond ik het op dat moment beslist niet.
Maar zowel in deze bijeenkomst, als in allerlei gesprekken die ik met allerlei mensen 'uit het Zuiden' heb gehad, komt vroeger of later toch iets om de hoek kijken van 'boven de Moerdijk vinden ze zichzelf beter...'