6 september 2025
De voorouders van wolf Bram kwamen uit Polen en Duitsland. Daar woedt het wolvendebat al veel langer. De conclusie: mens en wolf kúnnen naast elkaar leven als de grenzen goed worden afgebakend. Maar zelfs dan blijft het moeizaam.
In de jaren tweeduizend was alles nog bij het oude. De sneeuw lag in de Karpaten in het zuidoostelijke puntje van Polen ruim een meter hoog opgetast rondom de houten huizen in het dal. Wie ’s avonds even de snijdende vrieskou trotseerde, hoorde het gehuil uit de bergen… wolven! Polen was net lid van de EU en de wolf nog maar net beschermd. De trek naar het westen was kort daarvoor begonnen.
Het was een paar jaar later dat Jarek Dabrowski in het dorp vertelde dat hij een wolf had gezien. Hij werd voor gek uitgemaakt. Dabrowski is boer en tevens jager in de noordoostelijke provincie Mazurië. Zijn land grenst aan een bos, ruim een halve Veluwe, maar dan zonder snelwegen. Die nacht had hij iets gezien wat hij nooit eerder zag: wolven. “Toen ik dat in het dorp vertelde, werd ik uitgelachen: Heb je Roodkapje ook gezien dan?”
Sindsdien is de boeren in de omgeving het lachen wel vergaan. En niet alleen de boeren. Wolvennieuws is een genre geworden in de lokale pers. Iemand die op zijn eigen erf oog in oog stond met een grommende wolf. Doodsbange kinderen die vertellen dat ze op weg naar school wolven tegenkwamen en vluchtten.
In Zuidoost-Polen viel een wolf twee keer een kind aan. En natuurlijk de klassieker:
wolf bijt hond, of schaap, of geit, of kalf.
Bloederige kalfsresten
Volgens boer-jager Dabrowski is het probleem simpel: “Als er veel wild is, planten de wolven zich snel voort. Dan wordt het wild schaars en vallen ze het vee aan. Je kunt een wolf niet leren dat hij in zijn bos moet blijven.”
Hij laat het resultaat zien: foto’s van bloederige kalfsresten. Hoge hekken en stroomdraad lossen volgens hem niets op. “Daarmee ontneem je andere wilde dieren de mogelijkheid zich vrij te bewegen.” Zijn oplossing: “Buiten beschermde gebieden, waar ze hun gang mogen gaan, moet het aantal wolven worden gereguleerd door de jacht, net als we dat doen met ander wild.”
Eigenlijk was het te voorzien. Vanaf 1998, het jaar waarin de wolvenjacht ook in Polen werd verboden, trok het roofdier naar het westen. In West-Polen zijn de meeste bossen weliswaar vrij saaie dennenplantages, maar wel vele Veluwes groot. Isegrim heeft het prima naar zijn zin in deze plankenakkers, zo laten de cijfers zien. De Poolse wolvenpopulatie ligt volgens de officiële schattingen rond de 1900.
Onbekommerd grazen
Het kon natuurlijk niet uitblijven dat er eens een exemplaar over de Neisse zou zwemmen, de grensrivier tussen Polen en Duitsland. Dat gebeurde rond het jaar 2000. In dat jaar werden weer welpen geboren in Duitsland, niet ver van de plek waar bijna een eeuw eerder, in 1904, de ‘laatste wolf van Duitsland’ was doodgeschoten.
Aan de Duitse kant van de grens werd de wolf welkom geheten door een uitgestrekt militair oefenterrein, waar de natuur, los van wat ongevaarlijke knallen bij tijd en wijle, geen last had van mensen. Van daaruit trok hij verder de Oberlausitz in, het oosten van Saksen.
Het is een dunbevolkt gebied. Kleine dorpjes, veel bos, afgewisseld met lapjes heide en drassige weiden. Om dichtgroeien te voorkomen, laat het Natuurbeschermingsstation oostelijke Oberlausitz hier sinds 1992 schapen en geiten grazen. Die graasden onbekommerd, totdat ze de wolf uit Polen tegenkwamen.
“Cappuccino, kom eens!” Een wollig schaap komt nieuwsgierig naar het hek van één meter veertig hoog. Hoog genoeg om wolven tegen te houden. Althans, dat dacht Annett Hertweck, directeur van het Natuurbeschermingsstation. “Iedereen verzekerde het me: zo’n hoge omheining, met stroom erop, daar zouden ze niet overheen komen. En wat doet dat stomme beest? Het springt er gewoon overheen en weer terug.” Met als resultaat dat Cappuccino zes familieleden armer was. Dat was vorig jaar.
“De volgende nacht kwam de wolf terug”, vertelt Hertweck. “Hij joeg op een baby damhertje – Bambi dus. Bambi holde met zijn kopje in het hek en zat vast. De wolf beet hem, maar kon hem niet opeten, want hij kreeg bij elke hap een stroomstoot.” Exit Bambi, maar het had zo zijn voordelen: “Zo heeft de wolf toch geleerd dat stroom niet zo fijn is.”
Leren is een terugkerend sleutelwoord. Mensen moeten leren hun dieren te beschermen tegen de wolf. Wolven moeten leren mensen uit de weg te gaan. Hier, in de Lausitz lijkt dat redelijk gelukt, vertelt Herdweck. “De angst is wel een beetje weg. Helemaal weg krijg je het nooit. Er zijn tenslotte ook mensen die heel bang zijn voor bijen.”
Ongekende slachtpartij
Wat is de wolf, vriend of vijand? “Allebei”, meent Hertweck. Het natuurbeschermingsstation is zowel natuurbeschermings- als landbouworganisatie en zit in die dubbelrol tussen twee vuren. “Wie zijn wij om te zeggen dat de wolf niet mag bestaan? Maar als hij elke week terugkomt om schapen te pakken, dan mag je hem afschieten en dan moet dat ook gebeuren”, meent Hertweck. “Maar als dan er een beroepsjager komt, wordt er geprotesteerd door vrienden van de wolf.” Ze verzucht: “De wereld is knettergek. Allemaal extremen.”
In 2018 haalden de wolven van de Oberlausitz de landelijke pers. Ze doodden in één nacht ruim zeventig schapen en geiten van het Natuurbeschermingsstation. Een ongekende slachtpartij. “Het was een akelig gezicht, die opengereten dieren”, herinnert Hertweck zich.
In de natuur bijten wolven niet zoveel dieren dood, benadrukt Susann Müller, die het bezoekerscentrum runt. Daar pakken ze het zwakste dier, terwijl de andere wegrennen. “Maar schapen kunnen niet vluchten uit een afgesloten weide en dan volgt de wolf gewoon zijn instinct.” Veel dieren die wisten te ontkomen, werden gewond teruggevonden en moesten alsnog worden afgemaakt.
Tijd en geld
Het antwoord was hogere hekken en meer stroomdraad. “We moeten niet de wolf verdrijven, maar het vee beter beschermen”, legt Müller uit. “Als we maar goede hekken bouwen dan is de wolf niet de booswicht.”
Alleen is dat niet zo simpel als je 500 dieren hebt die 160 snippers natuurgebied moeten begrazen, legt Hertweck uit. “Je moet eerst de plek maaien waar het hek komt te staan, dan het hek plaatsen, dan de stroomdraden aanleggen en dan elke dag inspecteren of alles goed werkt. Elke dag opnieuw heb je er werk aan.”
Dat kost tijd én geld. Geen wonder dat kleine veehouders ermee stoppen. “Die zeggen: we hebben een paar schapen, de wolf is twee keer langs geweest, we kappen ermee.”
Zinnebeeld van het kwaad
Ook omdat de subsidies steeds minder worden. De deelstaat Saksen moet bezuinigen en daarbij trekken de schapen aan het kortste eind. “In 2014 kregen we 520 euro per hectare. Toen ging het naar 420. Nu is het verder verlaagd tot 409 euro. En dat terwijl het minimumloon stijgt en alles duurder wordt.” Daarnaast worden de kosten voor hekwerk met stroomdraad vergoed en krijgen veehouders een compensatie voor elk doodgebeten dier.
Er is een goedkopere oplossing: alle wolven doodschieten. Net als vroeger. In heel Duitsland werden eeuwenlang Wolfssteine of Wolfssäule geplaatst op plekken waar de laatste wolf in een regio aan zijn einde kwam. Die twijfelachtige eer viel de wolf ten deel, omdat hij gold als zinnebeeld van het kwaad. Veel jagers en boeren hebben er wel oren naar om die traditie weer op te pakken.
De bekendste is Gregor Beyer, staatssecretaris voor milieu van Brandenburg, de wolfrijkste deelstaat van Duitsland. Beyer, steevast in de kranten in zijn groene jagershoedje, wil vanaf november drijfjachten organiseren. 330 wolven moeten het loodje leggen. Volgens Beyer wordt zo de populatie met een derde gereduceerd.
De wolf vervult ook een belangrijke rol
Volgens de ambtenaren van zijn eigen milieudienst zou het neerkomen op het vrijwel volledig uitroeien van alle wolven in de deelstaat. Waarschijnlijk krijgt de jager-politicus voorlopig niet zijn zin, omdat er te veel wetsparagrafen in de weg staan, maar de toon is gezet.
“Het is altijd hetzelfde riedeltje: de wolf is een gevaar voor de mens en voor het vee”, weet bioloog Gesa Kluth. “Je hoort bijna nooit iemand zeggen dat de wolf hoefdieren pakt die schadelijk zijn voor de landbouw, of dat ze een belangrijke rol vervullen in het ecosysteem: vossen, raven, insecten, ze profiteren allemaal het hele jaar door van de kadaverresten die wolven laten liggen. Die zouden ze anders bijna alleen ’s winters hebben.”
Kluth zit in de tuin van het Lupus-instituut in Spreetal. In 2002, kort nadat de wolf in dit gebied was gesignaleerd, richtte ze samen met een collega-bioloog het instituut op. Sindsdien doen ze delen van het wolfsmanagement voor de deelstaten Saksen en Brandenburg.
Wolf Bram moet absoluut dood
“Nergens zitten zoveel roedels zo dicht bij elkaar als hier”, vertelt ze. “Maar het is heel zeldzaam om een wolf te zien terwijl ze toch hier de hele tijd rondlopen.” Laat staan dat je zou worden aangevallen door een wolf. “Wolven zijn ontzettend voorzichtige dieren. Het is extreem zeldzaam dat een wolf een mens bijt.”
Maar wolf Bram dan? Die beet niet alleen, maar probeerde een kind weg te sleuren als prooi. “Wolf Bram moet absoluut worden gedood”, zegt ze resoluut. “Het had nooit zo ver mogen komen.”
https://www.trouw.nl/duurzaamheid-econo ... 7l1picgGhA