DeSprinkhaan schreef:Je hebt collectief en collectief: vroeger in de middeleeuwen werkten alle bewoners uit een dorp ook samen -ze waren collectief-, toch werkten sommige niet, of kozen ze zelf wat voor werk ze willen doen. Als je niet werkt (en alleen je moestuin onderhoud) dan had je het moeilijker dan bijvoorbeeld de bakker. Zelfs binnen een collectieve gemeenschap houd je individuen. Nu leven we daar in tegen soms helemaal apart van elkaar (behalve je vrienden dan) -bij ons in de buurt hebben de boeren het heel moeilijk, en moeten ze hun koeien naar Italie sturen want anders is het vlees te duur en kopen de buurtbewoners het niet -die gaan naar de supermarkt en kopen dat koeienvlees uit italie dan weer voor weinig geld.
Daar sla je denk ik de spijker op zijn kop. Door onder andere de toegenomen mobiliteit zijn mensen niet meer op dezelfde manier afhankelijk van elkaar als in de Middeleeuwen. Mensen kijken veel verder dan hun eigen dorp. Het groepsdenken ligt daardoor minder voor de hand. Hoe wil je dat terugdraaien? Met mensen zelf laten kiezen of ze naar hun werk of naar school gaan bereik je denk ik eerder het tegenovergestelde. Dat zijn namelijk juist nog plaatsen waar mensen leren om voor de groep iets te doen.
DeSprinkhaan schreef:Pietje had ook wat kunnen sparen. En tja, basisinkomen, ik zie het zelf als zakgeld. Hoeveel tieners werken naast hun zakgeld nog -behalve dan als ze ontzettend veel krijgen- In mijn naaste nederlandse bekende toch wel de helft. Als het basisinkomen bijvoorbeeld 500 euro is, kan Jantje daarvan nog feestjes houden, terwijl hij niet werkt? En pietje kan ook iets anders gaan doen wat minder zwaar is. En net als bijbaantjes, hoe moeilijker en zwaarder hoe meer het wordt betaald. Dus een chirurg blijft meer verdienen dan een vuilnisman.
Stel dat inderdaad de helft van de mensen besluit om naast het basisinkomen te werken. Elke werkende moet dan voor twee personen de uitkering betalen, namelijk voor zichzelf en voor iemand die heeft besloten om niet te werken. Voor mensen met een lager inkomen betekent dat al gauw dat ze hun hele salaris moeten inleveren en daarvan de helft terugkrijgen als basisuitkering. Je kunt je voorstellen dat veel van die mensen alsnog zullen besluiten om te stoppen met werken. Het probleem wat dan ontstaat is dat steeds minder mensen voor al die uitkeringen moeten opdraaien, waardoor het netto-inkomen van de nog werkende mensen alsmaar lager wordt. Daardoor zullen nog meer mensen besluiten om te stoppen met werken, waardoor je in een vicieuze cirkel terechtkomt. Om dat op te lossen kun je de hoogte van het basisinkomen afhankelijk maken van het aantal werkende mensen. Het basisinkomen zakt dan vanzelf onder het bestaansminimum waardoor mensen weer gemotiveerd zullen worden om te gaan werken. Wat dat betekent voor mensen die niet in staat zijn om te werken of die geen werk kunnen vinden laat zich raden. Hoe kun je dat nou efficiënter of eerlijker vinden?
DeSprinkhaan schreef:En dat zij niet willen dat ik stem, waar staat dat, ik kan het niet vinden.
Het staat bovenaan pagina 10:
Citaat:
Kiesrecht op basis van woonplaats. Nu is het kiesrecht gekoppeld aan de nationaliteit. Dit is niet alleen vreemd, maar ook zeer onpraktisch. In Nederland wonende buitenlanders hebben immers ook het recht om te bepalen wat er in hun woon- en werkomgeving gebeurt. Nu dienen ze in Nederland wel belasting te betalen, maar mogen ze hier niet stemmen. Daarnaast is het erg duur om alle in het buitenland wonende Nederlanders wel te laten stemmen. Dit is bovendien eveneens onzinnig, omdat deze buitenlandse landgenoten immers onder een ander politiek regiem vallen. Het zou daarom beter zijn indien zij invloed zouden kunnen uitoefen op dat regiem.
Wat ik me ook nog steeds afvraag is wat je er van vindt dat de SOPN haar kiezers iets belooft wat in strijd is met de wet. In de Nederlandse grondwet staat namelijk dat parlementariërs stemmen zonder last. Dat betekent dat zij zelf een standpunt dienen in te nemen en het niet mogelijk is om hen te dwingen om ergens voor of tegen te stemmen. Dat is wel wat de SOPN de kiezers voorspiegelt:
Citaat:
Participatie
Door op de SOPN te stemmen geeft niemand de eigen zeggenschap (= stem!) weg. De SOPN zal namelijk alle belangrijke beslissingen altijd eerst voorleggen aan haar kiezers. Daarna zal het stemgedrag van de SOPN-kamerleden overeenkomstig deze uitkomst zijn. Dus als 80% van de SOPN-kiezers ‘voor’ stemt, en 20% tegen, dan zullen vervolgens ook 80% van de SOPN-kamerleden voor stemmen, de rest tegen. Deze stemfunctionaliteit zal daartoe tijdig aanwezig zijn op de SOPN-website, waar de kiezers tevens hun zegje kunnen doen over alles wat hen aan het hart gaat met betrekking tot de vaderlandse politiek. Daarmee bedrijft de SOPN geen politiek voor de kiezers, maar participatie door de kiezers. Door deze principiële keuze voor participatie brengt de SOPN de zeggenschap daar waar deze hoort, namelijk bij de bevolking: echte volksvertegenwoordiging dus!
Behalve dat het niet mag is het ook nog eens heel onpraktisch. Hoe weet de SOPN wie haar kiezers zijn? Betekent dit dat de SOPN wil gaan registreren wat ik gestemd heb? Wat nu als bijvoorbeeld de helft van de kiezers tegen is en er zijn drie kamerleden? Wie beslist of iets een belangrijke beslissing is? Wat doe je bij amendementen en moties die heel belangrijk kunnen zijn maar waarbij geen tijd is om de kiezers te raadplegen? SOPN-kamerleden zullen dus soms namens zichzelf spreken en soms namens de kiezers waarmee ze het ook oneens kunnen zijn. Daardoor zullen ze zichzelf regelmatig tegenspreken en is het voor niemand meer te volgen wat de SOPN nu eigenlijk wil. Hoe kun je onderhandelen met andere partijen als je standpunten zo veranderlijk zijn als de kiezers? Verwacht je serieus dat alle SOPN-kiezers wetsvoorstellen gaan doorlezen om een afgewogen keuze te kunnen maken? Waarom zou je een partijprogramma schrijven als de kiezers over alle belangrijke onderwerpen beslissen? Waarom zou je kamerlid voor de SOPN willen zijn als jouw mening er niet toe doet? Moet ik nog doorgaan?