Citaat:
Zowel op basis van eigen onderzoek als uit zijn studie van de relevante wetenschappelijke literatuur kan De Block bevestigen dat veel meer professoren en onderzoekers zich herkennen in de linkse denkwereld en agendapunten dan in die van het rechtse spectrum. Dat valt vooral op in de Verenigde Staten. In de Humanities, de cultuur- en gedragswetenschappen, leunt de overgrote meerderheid van onderzoekers en van het onderwijzend personeel bij de Democraten aan. Vrijwel niemand is Republikein. In disciplines zoals de sociale psychologie en filosofie noemt de grote meerderheid van professoren zichzelf progressief (liberal), en de helft van de doctorandi ziet zichzelf als very liberal (zeer links). Zelfs in de rechtenfaculteiten, waarvan men doorgaans denkt dat ze eerder rechts gekleurd zijn, gaat tachtig procent van de politieke donaties van professoren naar de Democraten. De dominantie van linkse sympathieën geldt ook voor de economische faculteiten, en disciplines zoals de scheikunde en ingenieurswetenschappen kleuren eveneens overwegend links.
Linkse academici zijn geneigd te ontkennen dat rechtse collega’s ondervertegenwoordigd zijn
Wat geldt voor de Verenigde Staten, gaat in grote lijnen ook op voor het Verenigd Koninkrijk, voor Canada en voor West-Europa, met inbegrip van de Lage Landen. De Block: “De conclusie is duidelijk: links zwaait de plak aan onze universiteiten.” Er zijn weliswaar interne verschillen. Zo zijn economisten bijvoorbeeld veel minder links wat handel en economie betreft dan hun collega’s in pakweg de psychologie en antropologie. Wat ethische thema’s betreft, zijn ze vrijwel even progressief als andere gedragswetenschappers, terwijl juristen op dat vlak conservatiever zijn. In disciplines zoals landbouw- of ingenieurswetenschappen valt het linkse karakter minder op, maar dat heeft ermee te maken dat het daar uitgevoerde onderzoek uit zichzelf minder politiek of ideologisch beladen is. Bij sociologisch, politicologisch of criminologisch onderzoek is dat vrij evident anders.
De Block stelt zich terecht vragen bij het linkse profiel van de universiteiten. Maar er is meer. Academici die zichzelf als links profileren, zijn ook geneigd om te ontkennen dat er een ondervertegenwoordiging is van rechtse onderzoekers en docenten. Of erger: ze vinden het geheel terecht. Rechtse mensen zouden minder intelligent zijn en slecht onderzoek uitvoeren. Dus ligt het niet aan discriminatie of aan vooroordelen dat rechts en links niet evenredig zijn vertegenwoordigd aan de universiteiten. Het academische selectieproces zorgt voor een vorm van survival of the smartest, en dat zijn nu eenmaal linkse mensen.
Een andere verklaring voor de linkse dominantie luidt als volgt: het is door de resultaten van het onderzoek zelf dat mensen links worden. Als je, zoals academici, begrijpt hoe de werkelijkheid in elkaar zit, is het alleen maar rationeel om links te zijn. Dat komt neer op de uitspraak die de Amerikaanse komiek Stephen Colbert ooit deed: “Facts have a well-known liberal bias.” De Block vindt het verbazingwekkend dat linkse mensen doorgaans niet (willen) begrijpen hoe problematisch de situatie is. Sterker nog: sommigen zijn zelfs expliciet bereid om rechtse academici te discrimineren, wat volstrekt ondenkbaar is mocht het over andere academische minderheden gaan. De zeldzame rechtse onderzoekers blijken dan weer aan zelfcensuur te doen, uit angst voor de reacties van hun linkse collega’s.