Als het echt allemaal zo streng wordt doorgevoerd kunnen hondenscholen er misschien een slaatje uit slaan. Cursus MAG test doorstaan

Moderators: Polly, Muiz, NadjaNadja, Telpeva, Essie73, ynskek, Ladybird
CherokeeChum schreef:slimmerik schreef:Precies Ellebel, daar komt het zometeen wèl op neer. En idd kan een JR direct ingeslapen worden omdat ie iemand een blauwe plek bijt. Een grote hond kan natuurlijk veel meer schade aanrichten. Maar ja, actievoerders wilden nu eenmaal geen discriminatie meer.
Ik zou me eens in de standaard van de JR verdiepen,ze gaan zonder aarzelen een vos of das te lijf en richten wel degelijk schade aan![]()
Het gaat om de intentie waarmee een hond een eventuele aanval inzet,het is ook niet doenlijk om het ene ras of type hond wel allerlei beperkingen op te leggen en het andere niet. Je moet de verantwoording bij de mens leggen. Ook igv van ongepermitteerd aaien.
Eva_ schreef:En idd, de schuld moet niet bij de honden worden gelegd, 99 % ligt bij de opvoeding die de baas toepast.
Citaat:De onderdelen in aanwezigheid van de baas
De hond krijgt een flexilijn, zodat hij vrijer wordt om zich te gedragen zoals hij wil. De baas mag geen pogingen doen de hond onder appel te krijgen, omdat men geïnteresseerd is in de aard van de hond. Deze komt wellicht onvoldoende tot uiting wanneer de hond onder appel staat.
Onderdeel 1: de baas wordt begroet en de hond met een kunstarm aangehaald. Zo test men de passieve vriendelijkheid van de hond.
Onderdeel 2: de baas leidt de hond naar een pion, waar een witte doek op de grond ligt. Bij aankomst bij de pion wordt de doek omhoog getrokken, om vervolgens weer op de grond te vallen. De baas mag de hond kort de tijd geven om de doek te onderzoeken, alvorens baas en hond doorlopen naar een tweede pion. Daar aangekomen eindigt dit onderdeel. Doel van dit onderdeel is het testen van angst.
Onderdeel 3: de baas leidt de hond nogmaals naar een pion. Ditmaal wordt er een kunstkat langs de hond getrokken. Ook bij dit onderdeel krijgt de hond kort de tijd om de situatie in te schatten. Vervolgens lopen baas en hond door naar de tweede pion.
Onderdeel 4: de baas leidt de hond nogmaals naar een pion. De testbegeleider staat naast deze pion en laat 10 seconden lang een alarmsignaal horen. De hond krijgt weer kort de tijd, alvorens de baas de hond naar de tweede pion leidt.
Onderdeel 5: op dezelfde manier als bij de onderdelen 2 – 4 wordt de hond in aanraking gebracht met een paar met steentjes gevulde blikken, welke op de grond vallen.
Onderdeel 6: baas en hond staan bij een muur. Drie personen lopen in een normaal tempo op baas en hond af en sluiten hen in, waarbij zij naar de hond kijken. Na 10 seconden lopen de drie helpers weer weg.
Onderdeel 7: baas en hond staan nog altijd bij de muur. De drie helpers lopen weer op hen af, nu in versnelde pas. Ze kijken de hond aan en sluiten baas en hond in. Wederom wordt de insluiting 10 seconden volgehouden.
Citaat:De onderdelen zonder de baas
Zonder zijn roedelleider voelt een hond zich doorgaans minder op zijn gemak, en zal hij anders reageren op bepaalde prikkels dan wanneer zijn baas er bij staat. Hoe dit stukje onzekerheid tot uiting komt verschilt per individu. Bovendien valt een combinatie baas – hond bij deze onderdelen door de mand, wanneer er getraind is op de onderdelen van de MAG test.
Onderdeel 8: de hond wordt aan een lijn van 2 meter lang aan een hek vastgemaakt. Hij kan dus naar voren en opzij uitwijken, maar kan niet naar achteren. Nu wordt de hond benaderd door een helper, welke een tweede hond (van hetzelfde geslacht als de te testen hond) aan de lijn heeft. Op twee meter afstand van de testhond blijven de helper en de stimulushond gedurende 20 seconden staan.
Onderdeel 9: de hond ligt nog steeds vast. De testhelper loopt nu recht op de hond af en begroet hem vriendelijk met behulp van een kunstarm.
Onderdeel 10: de testhelper loopt met een bel naar de vastgebonden hond. Op een afstand van twee meter begint hij te bellen.
Onderdeel 11: de testhelper loopt ditmaal met een paraplu naar de vastgebonden hond, en laat op een afstand van 2 meter gedurende 20 seconden de paraplu achter elkaar open en dicht gaan.
Onderdeel 12: er wordt een kunstkind naar de vastgebonden hond getrokken. Vlakbij de hond blijft deze 10 seconden stilstaan. Vervolgens wordt de pop voorbij de hond getrokken.
Onderdeel 13: nu loopt er een testhelper met het kunstkind naar de hond. De hond wordt door de pop geaaid, waarna testhelper en kunstkind doorlopen.
Onderdeel 14: een testhelper sluipt op de hond af en kijkt deze strak aan. Dit houdt hij gedurende 20 seconden vol. Wanneer de hond zijn kop wegdraait volgt de testhelper hem.
Onderdeel 15: dezelfde testhelper als bij het vorige onderdeel benadert de hond nu vriendelijk en aait hem met de kunstarm.
Onderdeel 16: de baas keert nu terug. Deze loopt met het eerder gebruikte kunstkind naar zijn hond en laat deze kennismaken met de pop.
magda_90 schreef:Ik moet trouwens ook zeggen dat bij die laatste twee punten je bij sommige honden juist agressie aan het opwekken bent imo.
Citaat:Een hond gedraagt zich naar hoe de baas hem opgevoed heeft. Honden dienen op een concequente en eerlijke manier opgevoed te worden, daarnaast moeten ze ook vanaf jonge leeftijd goed gesocialiseerd worden met kinden en andere honden. Dán zul je geen problemen ondervinden.
magda_90 schreef:Dat las ik verkeerd, ik las dat je een Duiste dog had van 1.86 m
Dat was even offtopic
Ellebel schreef:Nee okee. Maar wat dan als je je hond niet van pup af aan hebt en het dier al slecht gesocialiseerd bij je komt? Moet je zulke beesten dan maar laten zitten omdat ze niet door een MAG test zullen komen? Dan was mijn hond er nu niet meer geweest.
En ook met een goed gesocialiseerde keurig opgevoede hond die nooit overlast veroorzaakt kun je dus problemen krijgen. Er hoeft maar 1 treiterkind je hond zo ver te krijgen dat ie gromt of snapt en dan moet ie als je pech hebt een MAG test doen. Waar een dergelijke hond dus net zo goed voor kan zakken.
magda_90 schreef:Eva_ schreef:En idd, de schuld moet niet bij de honden worden gelegd, 99 % ligt bij de opvoeding die de baas toepast.
Een hond gedraagt zich naar hoe de baas hem opgevoed heeft. Honden dienen op een concequente en eerlijke manier opgevoed te worden, daarnaast moeten ze ook vanaf jonge leeftijd goed gesocialiseerd worden met kinden en andere honden. Dán zul je geen problemen ondervinden.
Mijn hond kan het prima met andere honden vinden. Maar als ik een onbekende of een loslopende hond tegenkom dan lijn ik hem vast en laat hem naast mij lopen. Ze mogen dan snuffelen, als het goed gaat kan ie los en mogen ze spelen.
Maar hoe vaak ik ook mensen tegenkom vanwaar ze weten dat mijn hond en hun hond niet goed met elkaar samen gaan, maar ze toch los laten lopen terwijl die van mijn naast mij loopt en op mij gericht is, tja wiens schuld is het dan als die van mij aangelijnd toch uitvalt omdat die andere te dichtbij loopt.
Citaat:De onderdelen zonder de baas
Zonder zijn roedelleider voelt een hond zich doorgaans minder op zijn gemak, en zal hij anders reageren op bepaalde prikkels dan wanneer zijn baas er bij staat. Hoe dit stukje onzekerheid tot uiting komt verschilt per individu. Bovendien valt een combinatie baas – hond bij deze onderdelen door de mand, wanneer er getraind is op de onderdelen van de MAG test.
Onderdeel 8: de hond wordt aan een lijn van 2 meter lang aan een hek vastgemaakt. Hij kan dus naar voren en opzij uitwijken, maar kan niet naar achteren. Nu wordt de hond benaderd door een helper, welke een tweede hond (van hetzelfde geslacht als de te testen hond) aan de lijn heeft. Op twee meter afstand van de testhond blijven de helper en de stimulushond gedurende 20 seconden staan.
Onderdeel 9: de hond ligt nog steeds vast. De testhelper loopt nu recht op de hond af en begroet hem vriendelijk met behulp van een kunstarm.
Onderdeel 10: de testhelper loopt met een bel naar de vastgebonden hond. Op een afstand van twee meter begint hij te bellen.
Onderdeel 11: de testhelper loopt ditmaal met een paraplu naar de vastgebonden hond, en laat op een afstand van 2 meter gedurende 20 seconden de paraplu achter elkaar open en dicht gaan.
Onderdeel 12: er wordt een kunstkind naar de vastgebonden hond getrokken. Vlakbij de hond blijft deze 10 seconden stilstaan. Vervolgens wordt de pop voorbij de hond getrokken.
Onderdeel 13: nu loopt er een testhelper met het kunstkind naar de hond. De hond wordt door de pop geaaid, waarna testhelper en kunstkind doorlopen.
Onderdeel 14: een testhelper sluipt op de hond af en kijkt deze strak aan. Dit houdt hij gedurende 20 seconden vol. Wanneer de hond zijn kop wegdraait volgt de testhelper hem.
Onderdeel 15: dezelfde testhelper als bij het vorige onderdeel benadert de hond nu vriendelijk en aait hem met de kunstarm.
Onderdeel 16: de baas keert nu terug. Deze loopt met het eerder gebruikte kunstkind naar zijn hond en laat deze kennismaken met de pop.