Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
Citaat:Eindtermen Ruiterbrevet B
Toelatingsvoorwaarde voor dit niveau: in het bezit zijn van een ruiterbrevet A en minstens 12 jaar zijn.
Theorie:
De ruiter kent:
- de belangrijkste uitwendige delen van het paard
- het belang van de zintuigen van het paard
- het elementair signalement van het paard
- de soorten zadels en de elementaire optomingen
- de verschillende onderdelen van een sprong
- verschillende hindernissen
- de belangrijkste reglementeringsbepalingen van een barema A
- de hoefslagfiguren
De ruiter kent de hulpgeving voor:
- het in de hand stellen van een paard
- het aanspringen in galop
- het springen
De ruiter kent de betekenis van: het bandageren, de hoefverzorging en het toiletteren
Praktijk:
De ruiter rijdt individueel op een behoorlijke wijze ( minstens 5/10 als globale beoordeling) de opgelegde dressuurproef. De ruiter springt in een behoorlijke stijl een parcours van minstens 4 hindernissen, waarbij één steilsprong en minstens één breedte-hoogtesprong (de hoogte is minimaal 80 cm en maximaal 90 cm. De breedte is maximaal 90 cm).