gijsenkim schreef:Omdat de nederlandse vleesstier op mag groeien in een hokje waar hij niet eens in kan liggen, geen daglicht ziet, en in dat korte leventje wel 3 keer vervoerd wordt....... zo een dier wordt uit zijn leiden verlost op een slachthuis als hij 6??? maanden oud is.
De vechtstier mag tot zn 6de doen wattie wil! buiten over de vlaktes.... en ja zn laatste 20 minuten zijn een hel, maar de 6 vooraf gaande jaren een paradijs.
Voor de Nederlandse vleeskoe is het hele leven een hel, gelukkig voor hun worden ze heel jong geslacht
Daarom vind ik ook dat je sowieso ALS je vlees eet, dat je ALTIJD SCHARRELVLEES moet eten.
Deze dieren hebben het een stuk beter dan stierengevechtstieren en de dieren die jij beschrijft:
De regeling voor scharrelrundvlees is 3 jaar geleden ontwikkeld en qua dierenwelzijn het meest vooruitstrevend in Nederland. Dieren mogen niet aangebonden worden, kalveren worden bij de moeder gezoogd en lichaamsdelen mogen niet verwijderd worden. Vergeleken met biologische koeien, waar de kalveren wel na een paar dagen bij de (vastgebonden) moeder mogen worden weggehaald, scoort scharrelrundvee qua welzijn veel beter.
Scharrelzeugen hebben meestal de beschikking over een combinatie van verharde en onverharde uitloop. De onverharde uitloop is meestal alleen in de zomer geopend, aangezien in het in de winter meestal te nat is in het land. De meeste scharrelvarkens komen in de winter zowiezo niet veel buiten, meestal alleen om een frisse neus te halen.
De regeling voor scharrelrundvlees is gebaseerd op de zoogkoeienhouderij. De kalveren worden op natuurlijke wijze geboren en gedurende minimaal 5 maanden bij de moeder gezoogd.
Zomers lopen de kuddes buiten, veelal in natuurgebieden van de Vereniging Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. Veelgebruikte rassen zijn Blonde d'Aquitaine en Limousin, welke van origine uit Frankrijk komen en gefokt zijn voor het vlees. Deze sobere rassen groeien gestaag en leveren vlees van uitzonderlijke kwaliteit, dit uiteraard met behulp van een natuurlijk menu.
In de winter worden de kuddes in ruime lichte stallen gehuisvest. Meestal zijn dit stallen volgens het potstalprincipe, er wordt dagelijks een verse laag stro bijgegooid.
Voor stieren, die gehouden worden voor de vleesproductie, zijn er zogenaamde open-frontstallen met uitzicht op de omgeving. Tijdens het weideseizoen, maar ook in de stallen, hebben de dieren permanent de beschikking over vers drinkwater.
Scharrelslagers ondersteunen de doelstellingen van het scharrelvlees, waarbij de volgende criteria gelden:
* scharreldieren hebben voldoende ruimte;
* scharreldieren worden in groepen gehuisvest;
* scharreldieren hebben in de stal een ligplaats op dichte vloeren waarop steeds vers stro wordt aangebracht;
* scharreldieren hebben altijd de mogelijkheid om naar buiten te gaan;
* in de stallen is voldoende daglicht aanwezig om een normaal dag- en nachtritme te realiseren;
* het voer voldoet aan speciale eisen, waarbij het geen geneesmiddelen - antibiotica, groeibevorderaars en chemotherapeutische stoffen - mag bevatten;
* er wordt met respect omgegaan met de dieren, ook tijdens het transport;
* de jonge dieren blijven geruime tijd bij de moeder zogen, zodat ze opgroeien tot gezonde en sterke dieren;
* scharrelvlees is herkenbaar aan het wettig gedeponeerde PROduCERT keurmerk voor scharrelvarkensvlees;
* een onafhankelijk gecertificeerde controle-instantie ziet toe op naleving van de strenge regels;
* bij scharrelvlees zijn diverse maatschappelijke organisaties betrokken, zoals de Dierenbescherming, Vereniging Milieudefensie en de Consumentenbond.
De aangesloten slagersbedrijven bij de Vereniging De Scharrelslager ondergaan periodiek een hygiënemeting en een bedrijfskeuring.