Uppojono schreef:Nu krijg je weer een topic met de naturals tegen de ehhm tja 'met-bit-rijders".. Ik vind een bit niet slecht, mits je er goed mee omgaat. Als je niet goed met bitloos omgaat, kun je je paard ook schade toebrengen. Dit filmpje geeft de uitersten weer, en het is echt verschrikkelijk dat deze plaatsjes geschoten kunnen worden. Zo hoor je niet met je paard om te gaan..
ik probeer net duidelijk te maken dat je ook zonder de teugels aan te raken problemen krijgt met een bit, hoe dan ook bij élk paard
http://www.paardnatuurlijk.nl/weetjes/b ... htm#waarom
Fysiologische incompatibiliteit
De ademhalingsweg en spijsverteringskanaal zijn bij een paard strict gescheiden. Wanneer een paard galopeert is de ademhalingsweg wijd geopend en de weg naar de slokdarm stevig gesloten. Wanneer een paard slikt is het precies andersom. Paarden zijn niet gemaakt om tegelijkertijd te eten en te galoperen (iets dat in de natuur bij een graasdier een situatie is die niet eens voor kán komen).
Wanneer het paard echter iets in zijn mond heeft, al is het "maar" een bit, dan worden er naar het brein "eet-signalen" gestuurd. De kauwreflex wordt geactiveerd en het paard begint tong- en kaakbewegingen te maken. Tegelijkertijd wordt de aanmaak van speeksel gestimuleerd. Het paard wordt door de ruiter gevraagd te bewegen waardoor de hersenen tegenstrijdige berichten ontvangen, een fysiologisch conflict ontstaat en het sympatische (beweging) en parasympathische (rust en eten) systeem tegelijkertijd worden geactiveerd.
Verstoring van de ademhaling
Het reguleren van de snelheid van het paard-met-bit berust op het buigen van het hoofd. Hoe verder de kin richting borst beweegt, hoe verder de ademhalingsweg wordt dichtgeknepen. (In vrijheid rennende paarden bewegen hun hoofd naar voren, onder andere om de luchtweg vrij te maken.)
Door de speekselvorming, opgewekt door het bit, worden paarden geprikkeld om te slikken. Maar tijdens het slikken wordt de luchtweg afgeknepen (net als bij mensen). Bij een galoperend paard volgt de ademhaling het ritme van de beenbewegingen; slikken verstoort deze choreografie.
Verstoring van de gang
De ademhaling en beenbewegingen zijn in balans met elkaar. Wanneer de ademhaling wordt verstoord zal het paard proberen het ritme te herstellen en vaak gebeurt dit door de gang aan te passen aan de ademhaling. Het slikken zorgt voor een vertraging van de ademhaling, de gang past zich aan. Het eindresultaat is een onregelmatige, rommelige gang.
Paarden gebruiken hun relatief zware hoofd als balanceerorgaan, op dezelfde manier als waarop kleinere zoogdieren hun relatief zware staart voor dat doel gebruiken. Het hoofd van het paard maakt subtiele bewegingen om de gang zuiver te houden; wanneer het paard het hoofd niet meer vrij kan wegen wordt de gang minder efficiët.
Mond- en gebitsproblemen
Paarden zijn gemaakt om door de neus te ademen: tijdens beweging is de mond stevig gesloten. Een bit verbreekt deze verzegeling en vaak loopt het paard met een min of meer geopende mond.
Het bit stoot vaak tegen kiezen, en ligt in het gevoelige gebied waar de nog niet doorgekomen wolfskiezen vlak onder de oppervlakte drukken. Paarden wisselen hun melkgebit voor hun definitieve gebit tussen de 2 en 5 jaar en moeten in deze periode, waarin ze van zichzelf al een pijnlijke mond hebben, vaak al met een bit lopen.
Ontwikkeling van abnormaal gedrag
Vermijding van het bit is iets dat algemeen voorkomt. Veel paarden hebben één of meer onnatuurlijke gedragingen ontwikkeld als gevolg van het bit: "hoofdschudden", "tong over het bit leggen", "mond open houden" (kan je weer tegengaan met een extra riem), "schuimen", "kwijlen", "op het bit leunen", "hoofd in de lucht gooien", "tong uit de mond steken", etc. Minder bekend is dat ook problemen zoals "zich niet willen laten vangen", "bokken", "tanden knarsen", "met de staart zwiepen", uitingen kunnen zijn van onvrede over het bit.