• Hij houdt niet van lichamelijke druk. Driving vindt hij oké, maar porcupine zorgt voor irritatie. Als ik fases opbouw probeer ik niet fysiek te worden: wel irritant

, maar niet fysiek. Dit lijkt goed te werken: hij kijkt argwanend en wacht af, maar als ik niet fysiek word komt er ook geen buitensporige reactie van hem (voorheen viel hij vaak echt naar me uit).
• Dat hij soms overdreven agressief reageert en mij probeert van mijn stuk te brengen, mag mij niet verleiden tot het proberen om hem ook van zijn stuk te brengen, door hem te kwetsen. Ik moet gewoon dicht bij mezelf proberen te blijven.
• Samen iets spannends doen in het begin brengt hem in de goede modus om mee te werken. Hij richt zijn aandacht op mij, zoekt zelfs steun bij me, en daardoor wordt de verbinding tussen ons sterker. Daarna kunnen we beter samen werken.
• Ik wilde graag eerst de basis goed hebben voor ik weer verder ging. Maar Bucks vond die basis maar saai, zo werd het er niet leuker op. Zijn aandacht was op alles behalve mij gericht, en alles wat ik vroeg wekte irritatie op. Door juist iets uitdagends te doen is zijn aandacht er meer bij. En lopen we tegen dingen op, dan gaan we daar op dat moment mee aan de slag.
• Zelf mijn focus behouden werkt beter als ik een heel concrete opdracht aanpak, en daarbij heel duidelijk voor mezelf afspreek wat ik wel wil, wat ik niet wil, en - vooral!! - wanneer het genoeg is (anders heb ik de neiging om te lang door te blijven gaan, het gaat immers goed

). Niet te snel bang zijn dat het saai wordt, en voor Bucks werkt dit waarschijnlijk beter dan steeds even iets anders gaan doen (wat ik met Rex deed als er teveel spanning kwam). Daarbij de grenzen bewaken die ík belangrijk vind (en niet wat ik denk dat andere mensen ervan vinden).