en heb dit geleerd, het heeft veel impact op mijn paard gehad.
ik heb op die dag veel geleerd, veel verschil gevoelt van hoe me paard was
en werd na het grond werk.
voor de mensen die er meer over willen weten en het ook willen doen.
Hou altijd genoeg afstand van het paard om veiligheid te waarborgen. Zorg voor een rustige en veilige omgeving en doe het grondwerk bij voorkeur in een afgesloten baan. Sta en loop voor het paard en niet naast het paard, behalve bij het zijwaarts stappen. Doe de trensteugels niet over de hals maar hou ze vast in een hand en zorg dat het uiteinde ook in je hand is. Loop achteruit als je het paard voorwaarts laat gaan.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek door Andrew mac Lean zijn de volgende hulpen voor grondwerk ontwikkeld:
Voorwaarts: Druk op de teugels naar voren en hand naar voren totdat het paard meeloopt.
Druk eraf als het paard meeloopt en het paard blijven meenemen zonder druk op de mond.
Dit heet ‘’hand in neutraal’’.
Corrigeer het paard als hij stopt of te langzaam loopt door weer druk op de teugels naar voren te plaatsen tot het beter is en dan hand weer in neutraal.
Stop: Druk op de teugels terug richting de boeg en druk er onmiddellijk af als het paard gehoorzaamt.
De stophulp is het allerbelangrijkst, omdat het paard in geval van bokken of wegrennen direct gaat luisteren naar druk terug op de teugels en stopt. Op deze manier creer je veiligheid voor jezelf en de omgeving.
Achterwaarts: druk terug op de teugels richting de boeg en tik om en om de voorbenen aan net onder of op de knie. Zodra het paard achterwaarts gaat, hand in neutraal tot hij stopt met achterwaarts gaan en dan onmiddellijk weer druk op de teugels richting boeg. Je tikt als eerste het voorbeen aan waar het paard zelf altijd mee begint. Ieder paard heeft namelijk een eigen voorkeur om met links of met rechts te beginnen.
Als het paard scheef achterwaarts gaat, corrigeer je hem door harder te tikken op het voorbeen waarheen hij scheef achterwaarts gaat. Gaat hij met zijn achterhand te veel naar links, dan tik je dus het linkervoorbeen harder aan dan het rechter voorbeen.
Zijwaarts: hou het hoofd bij je door druk op de teugel omlaag en tik het paard op de plek waar je normaal het been achter de singel legt. Blijf tikken tot het paard een stap opzij doet en dan gelijk druk eraf en ook druk van de teugel af. Later kun je hem diagonaal zijwaarts laten lopen met behulp van kleine tikjes.
Hou het hoofd en de hals wel recht!
Hoofd omlaag: Leg druk op de teugels richting de grond. Blijf dit volhouden tot het paard een stukje zakt met zijn hoofd en dan onmiddellijk druk eraf. Het hoofd moet wel recht blijven en hou tenslotte als het paard het geleerd heeft altijd minimale druk terwijl je hem naar beneden meeneemt. Het paard moet ook je hand weer omhoog willen volgen.
Parkeren: laat het paard stilstaan terwijl je zelf een stukje wegloopt maar de druk van de teugel houdt, dus de teugels blijven in een boogje hangen. Druk op de teugels betekent namelijk naar voren of terug, dat heb je het paard immers al geleerd. Als het paard een stap naar voren doet, corrigeer je hem met 1 stap terug door hem een tikje of meerdere tikjes op het betreffende voorbeen te geven tot hij weer terug stapt. Stap opzij betekent een stap terug de andere kant op met een of meerdere tikjes.
Parkeren is ideaal bij het opstijgen of wanneer je iets wilt pakken dat in de buurt is.
veel succes
