Onder het zadel: een paar passen op een kleine volte achterwaarts gaan (binnenachterbeen = is been dat het meest moet aansterken) en daarna gelijk op die kleine volte aandraven.
Bij het achterwaarts gaan natuurlijk niet trekken aan de teugels , maar vragen en weer geven tot ze het snapt. Dit kun je ook aan de hand doen.
Verder travers enz. oefenen.
En veel overgangen, galop aanspringen, een paar passen, weer draf, en weer galopaanspringen. Natuurlijk moet je het allemaal wel leuk houden voor je paardje, en dus niet overvragen. Beter iedere dag even, dan 2 keer per week heel lang aan de gang blijven.