Een trainingssituatie zou zijn als je iets engs in de bak legt en een sessie gaat besteden aan het oplossen van die angst. Dan kun je je paard steeds over zijn grens laten gaan en daarvoor belonen, of je kunt hem ook steeds belonen voordat hij het eng begint te vinden. De laatste methode is de filosofie waar ook connection training mee bezig is. Dus niet in een training de confrontatie opzoeken (jouw voorbeeld van het mennen is een voorbeeld van een confrontatie niet uit de weg kunnen, wat anders is), maar in plaats van te focussen op de confrontatie te focussen op wat je paard op dat moment wél kan/wil met een positief gevoel en dat uit te bouwen.
Allebei de methodes werken trouwens, alleen de methode waar je paard steeds iets over zijn grenzen moet gaan voor hij zijn beloning krijgt zorgt ervoor dat hij ook steeds alle negatieve emoties voelt die bij die grens horen. Als je steeds net onder die grens al beloont en alleen meer vraagt als je paard meer aanbiedt doordat hij zelf die grens oprekt dan wordt een paard veel zelfverzekerder; hij krijgt namelijk nauwelijks meer de mogelijkheid om angst te voelen.
Het betekent ook dat je als trainer geduld moet hebben. Ik zou mijn huidige trainingspaardje bijvoorbeeld graag over balkjes willen laten draven voor haar rug, maar ik weet dat als ze balkjes ziet ze wat gestresst raakt en er blind als een soort robot overheen draaft en pas weer gaat nadenken over stelling/buiging/rust/ontspanning als ze achter de rug zijn. Dan kan ik ervoor kiezen om haar net zolang (weken) over die balkjes te laten draven tot ze beseft dat die stress bij mij helemaal niet meer nodig is en ontspant, of ik kan het helemaal opnieuw opbouwen op een manier waarop ze vanaf het begin 0 stress heeft. Dus met 1 balkje en daar in stap aan de hand overheen. En dan blijkt dat ze dat ook al best spannend vindt en no way met hersens aan over dat balkje kan stappen, laat staan boven het balkje stil kan staan of iets anders doen dan er blind overheen marcheren.
Vroeger koos ik voor methode 1 (en die werkte ook), nu kies ik voor methode 2 omdat ik het niet meer belangrijk vind dat een paard iets doet, maar hóe hij dat doet. Een maand lang in ontspanning opbouwen in stap aan de hand van 1 balkje tot 2 tot 3 tot een drafje tot longeren betekent dat elke stap in die tussentijd in een ontspannen voorwaarts-neerwaarts houding ging, ook al was het nog geen draf over een serie balkjes. Met de eerste methode ga je een maand lang over die balkjes tot de ontspanning is gevonden en dat traint weliswaar de been-optil-spieren, maar de nog gestreste houding die het paard die maand lang heeft traint tegelijkertijd alle spieren die ik niet wilde trainen.
Dus kies is tegenwoordig voor optie 2.
), maar ondanks dat ze dapper aan een los touwtje naast me liep en geen pas verkeerd zette was ze wel steeds aan het kauwen en likken en schudde ze opvallend vaak haar hoofd - iets wat ze tijdens onze normale longeertraining die we daarvoor nog deden helemaal niet deed. Dat waren dus allemaal stresssignalen die aangaven dat ze het heel erg braaf deed maar toch echt wel op haar tenen liep. Als je die stresssignalen niet zou herkennen dan is het heel makkelijk om te denken 'O, superbraaf paard vandaag, deed precies wat ik zei terwijl paarden van stalgenotes ervandoor gingen in deze storm, aangezien het vandaag zo superbraaf ging gaan we morgen hetzelfde doen maar dan maken we het een stapje moeilijker en doen we het onder het zadel.'
) maar eerder een verkenning van wat ze voor paard is en wat ze wel/niet aankan. Ik weet nu dat ze echt haar stinkende best doet om braaf te blijven ook als ze iets behoorlijk spannend vind, maar dat betekent ook dat ik haar de komende dagen niet ga pesten met nieuwe wandelingen in de storm en de echte wandeltraining met spannender dingen (het verkeer, sloot, water, hoogteverschillen) pas ga opbouwen als het wat stressvrijer weer is. In de bijna-drempelmodus kan ze namelijk toch niet echt iets leren, dus het heeft geen zin om het moeilijker te maken als ze nu al haar uiterste best doet om ondanks haar stress zo braaf te blijven.
), trappen met de achterbenen bij het voetjes geven, bang voor haar eigen boxdeur, daardoor steeds het hoofd omhoog gooien als ze onder de bovenstang doorliep en dan haar hoofd stoten en nog banger worden waardoor ze alleen achterin haar box haar hooi durfde te eten, the list goes on...). Omdat ze zo neurotisch kon zijn en hyper-alert was op alles miste ze vaak de tongclick en de clicker zelf vond ze eng, dus gebruikte ik bij haar het woord 'Súper!' Dat werkte wel, en na drie maanden clickeren en training door haar eigenaresse waren eigenlijk alle angsten weg. Ze liep het hoofd omlaag door de box, ik leerde haar met de clicker om zelf tegen de boxdeur te duwen en zo zelf dat ene boxdeurgeluid te maken, ze nam zelf de wormspuit in haar mond, gaf braaf allevier de voetjes, was blij met zadel, singel en dekje opdoen, de eigenaresse reed aan de hand de eerste rondjes in stap en we konden netjes longeren in bak en longeercirkel. Ook het schrikken vanuit het niets werd steeds minder en uiteindelijk werd ze zo makkelijk dat ze naar de inrijder kon voor het echte in/doorrijden.
) en die haar stinkende best doet om heel braaf te zijn zelfs als ze iets heel spannend vind en meer ervaren paarden al geflipt waren, zoals gisteren tijdens onze stormwandeling. Nu is ze eigenlijk alleen maar heel erg lief en makkelijk, wat voor mij dan weer even wennen is want ik ben eigenlijk altijd gewend dat je echt wel aan een paard moet werken voor je iets van communicatie hebt, terwijl deze gewoon besloten heeft dat ze het braafste meisje van de klas is en zeer tevreden is met haar nieuwe personal assistent/grondwerkslaaf.
Ze ontspande zich waardoor ze lang en laag kon gaan lopen!
ben ik er maar weer mee gestopt.