Voor de in- en export van paarden of wanneer je nakomelingen van een merrie of hengst opzoekt kom je soms nationale resultaten tegen, maar het is soms nog best ingewikkeld om in te schatten wat dat niveau dan inhoud. Dus ik heb (met een beetje hulp van AI) dit lijstje opgesteld maar vraag eigenlijk even jullie hulp om hem samen met mij te controleren en aan te vullen.

Het is natuurlijk nooit helemaal 1 op 1 over te nemen, maar het geeft een beetje een richtlijn qua moeilijkheidsgraad.
Nederland – de KNHS‑basisniveaus lopen van B (Beginners) via L1/L2, M1/M2, Z1/Z2 naar het ZZ-Licht.
Daarna volgt de subtop met ZZ‑Zwaar, Lichte Tour (Prix St Georges en Intermediaire I), Midden Tour (Intermediaire II) en tenslotte de Zware Tour met Grand Prix.
België – de nationale dressuur is in handen van twee federaties.
De Landelijke Rijverenigingen (LRV) werken met klasses B1, B2, L1, L2, M1, M2, Z1, Z2 en daarboven nog Zwaar 1, Zwaar 2 en ZZ. Ruiters beginnen in B‑klassen en kunnen via de Z‑ en Zwaar‑klassen doorstromen naar de nationale top.
De Vlaamse Liga Paardensport (VLP) hanteert genummerde niveaus.
Niveau 0 en 1 (E‑ en A‑proeven) bevatten basisgangen, grote voltes, 10‑meter‑voltes, halsstrekken, achterwaarts en komen overeen met de Nederlandse B‑ en L‑niveaus.
Niveau 2 (L‑proeven) introduceert verzamelde draf, contragalop en keertwendingen en ligt op het niveau van M1.
Niveau 3 en 4 (M‑proeven) vragen uitgestrekte gangen, enkelvoudige vliegende wissels, schouder‑binnenwaarts en zigzag‑appuyementen vergelijkbaar met Nederlandse Z‑ en ZZ‑licht niveaus.
Niveau 5 en 6 zijn de FEI‑proeven Prix St Georges en Intermediaire I.
Niveau 7 en 8 omvatten de Zware Tour met Intermediaire II en Grand Prix.
Verenigd Koninkrijk – British Dressage begint met Intro (alleen stap en draf), gevolgd door Prelim (galop erbij), Novice, Elementary, Medium, Advanced Medium en Advanced. De FEI‑niveaus zijn Prix St Georges, Intermediate I, Intermediate II en Grand Prix
Intro/Prelim komen globaal overeen met Nederlands B,
Novice met L,
Elementary met M,
Advanced Medium met Z,
Advanced met ZZ‑licht en hoger.
Duitsland – de Federación Nationale (FN) gebruikt de klassen E (Einsteiger), A (Anfänger), L (Leicht), M (Mittel) en S (Schwer). De S‑klassen worden met sterren onderverdeeld: S* (Prix St Georges), S** (Inter I), S*** (Inter II) en Grand Prix
E komt overeen met Nederlands B,
A met L‑niveau,
L met M1,
M met M2/Z1,
S met ZZ‑licht tot Zware Tour.
Frankrijk – er zijn Club‑programma’s (Club 4 t/m Club Élite) voor beginners, Amateur‑niveaus (Amateur 3 A/B tot Amateur Élite) en Pro‑niveaus (Pro 3, Pro 2, Pro 1 en Pro Élite). Club‑niveaus richten zich op eenvoudige figuren; de Amateur‑ en Pro‑klassen bevatten steeds meer schouderbinnenwaarts, travers, vliegende wissels en uiteindelijk piaffe en passage
Club‑programma’s komen overeen met B/L,
Amateur 2 en 1 met M,
Amateur Élite en Pro 2 met Z,
Pro 1 met Midden‑Tour,
Pro Élite met Zware Tour.
Spanje – de Real Federación Hípica Española onderscheidt Nivel 0 (houding en zit), Nivel 1 (iniciación), Nivel 2 (elemental), Nivel 3 (básico), Nivel 4 (medio), Nivel San Jorge, Intermedia I, Intermedia II/A/B en Gran Premio.
Nivel 0/1 komen overeen met B,
Nivel 2–3 met L/M,
Nivel 4 met M/Z,
San Jorge met ZZ‑licht, Intermedia I/II met Lichte/Midden Tour en Gran Premio met de Zware Tour.
Italië – volgens de Italiaanse federatie zijn de categorieën ID/Invito, E/Elementare, F/Facile, M/Media, D/Difficile en Grand Prix. De focus verschuift van ritme en ontspanning in ID en Elementare naar impuls, rechtgerichtheid en verzameling in de hogere klassen, met Grand Prix als hoogste niveau.
ID/Invito komt overeen met B
E/Elementare met L1
F/Facile met L2/M1
M/Media met M1/M2
D/Difficile met Z1/Z2
Zweden – de Zweedse niveaus lopen van Lätt C, Lätt B en Lätt A naar Medelsvår C, Medelsvår B, Medelsvår A, Prix St George, Intermediaire I/II en Grand Prix.
Lätt‑klassen komen overeen met B/L,
Medelsvår C–B met M,
Medelsvår A met Z,
de FEI‑tests met ZZ‑licht tot Zware Tour.
Noorwegen – de klassen heten LC, LB, LA, MB, MA, gevolgd door Prix St Georges, Intermediaire I, Intermediaire II en Grand Prix. Elke stap voegt moeilijkere oefeningen toe: LC bevat basisgangen; LB en LA brengen simpele zijgangen en galopwissels; MB introduceert vliegende wissels; MA bevat halve pirouetten; daarna volgen de FEI‑niveaus.
LC komt overeen met B,
LB met B/L1,
LA met L1/L2,
MB met M1/M2,
MA met Z1/Z2.
Denemarken – het Deense reglement verdeelt tests in sværhedsgrader (moeilijkheidsgraden). Sværhedsgrad 0 omvat de laagste programma’s LD, LC en LB; grad 1 de LA1–LA3‑tests; grad 2 LA4–LA6; grad 3 MB0–MB3; grad 4 MA1; grad 5 MA2 en Prix St George; grad 6 Intermediare 1; grad 7 Intermediare 1, 2, A en B; grad 8 de U25 Grand Prix, Grand Prix en Grand Prix Special.
LD/LC/LB komen overeen met B,
LA met L,
MB met M,
MA met Z,
PSG en Intermediare met ZZ‑licht en Midden‑tour, en Grand Prix met Zware Tour.
Finland – volgens de Kouluratsastuksen Kannatusyhdistys zijn de binnenlandse moeilijkheidsniveaus in oplopende volgorde Helppo C, Helppo B, Helppo A, Vaativa B, Vaativa A, Vaikea B en Vaikea A (Grand Prix).
Helppo‑klassen zijn eenvoudig en vergelijkbaar met B/L,
Vaativa B/A met M/Z,
Vaikea B met ZZ‑licht,
Vaikea A met de Midden Tour,
Grand Prix met de Zware Tour.
Doel is om er samen een handig overzichtje van te maken in een Excel bestand o.i.d.