Dat is volledig paard-afhankelijk.
Een paard met een hele lichte aanleuning die je gauw kwijt bent, wil je graag wat extra stabiliteit bieden. Dat kan je doen met een bustrens. Een watertrens kan dan te beweeglijk zijn.
Bij een paard wat juist wel wat meer actiever mag zijn in de mond kan dan juist een watertrens beter passen.
Het mondstuk kan ongebroken, enkel gebroken of dubbel gebroken zijn. Een ongebroken mondstuk werkt niet/nauwelijks in op de lagen en ligt vooral op de tong. Een enkel gebroken mondstuk ligt vooral op de lagen en werkt nauwelijks in op de tong. Een dubbelgebroken zit daar tussen in. Het is ook weer paardafhankelijk wat het paard fijn vind.
Dan heb je nog mondstukken in verschillende diktes. Een paard met een dikke tong en/of hangend rooster zal nauwelijks ruimte hebben, en daarvoor kies je dus een dun mondstuk. Een andere kan juist een iets dikker mondstuk hebben. Maar kies het mondstuk niet te dik, want dan kan het paard de kaak niet meer sluiten en dat levert ook ongemak en onrust in de aanleuning op.
Wat bij jouw paard past is dus een kwestie van uitproberen. Ook kan een bitvoorkeur veranderen in de loop van de africhting.