Het is niet één kenmerk.
Ook is ´engels´ een specifieke vorm van ´a-la-brida´ doch in de volksmond verbasterd tot iets vaags wat geen lading meer dekt anders dan soort van voorwaards, met ruiterzwaartepunt voor dat van het paard.
Ook zijn de zadels onder deze noemer door de fabrikanten op de modale markt gericht en zo zijn hoge pommel/cantle, vette wrongen, dikke polsteringen en vreemde geometrie-combies te koop in een als ´engels´ veronderstelde uiterlijke vormgeving.
Dit uiterlijk, ´de gewenste uitstraling´ is létterlijk als het enige criterium gesteld door de FEI voor voldoen aan ´engels´
Het ´engelse´ zadel in strikte zin kenmerkt zich door een zogenoemde veerboom, voorwaardse geometrie, vrijwel geen pommel, een vlakke zit met een lepelvormige cantle en een ligging vrij ver naar voren op het paard. Het heeft van oorsprong géén wrongen wel relatief lange zweetbladen en de stijgbeugelriemen óver die zweetbladen.
Het is geconstrueerd voor galop en springen. Met name is dat laatste is de onderscheidende specialisatie binnen ´a-la-gineta´.
Caprilli ontwikkelde deze stijl voor het militaire terreinrijden. In heel europa nam de adel en gegoede burgerij dit over bij het terreinrijden bij jachten. De engelsen waren daar het bekendse in en zo werd de stijl ´engels´.
De veerboom is bedacht en ontwikkeld door de italiaanse(!!!) zadelmaker van Federico Caprilli met name voor de ligging van de boom en stijgbeugelophanging vóór de zadelplek, óp de schouder, van het paard.
Je kan zo zelf bedenken dat boomloos engels eígenlijk een contradictio in terminus is, maar door de verwording van de begrippen is dat een volstrekt ´verloren´ zaak

P.s. de notities van Caprilli zélf zijn trouwens ontzéttend verhelderend. Zowel leerzaam voor goed rijden als voor inzicht in de huidige, volgens zeggen, op Caprilli gebaseerde ´engels´ stijl.
Ook als je ´a-la-brida´, met minder snelheid, terrein wil rijden is het zeer leerzaam en zinvolle literatuur.