Lielle schreef:Citaat:BIJLAGE 1 - HARNACHEMENT
Ook op het voorterrein gelden alle voorschriften betreffende harnachement, optoming,
karwats en sporen.
Toegestaan:
- Trenshoofdstel, al dan niet met neusriem.
- In de klasse B, L en M: een enkele dikke, gladde trens (bij voorkeur een bustrens) die goed passend is (zie bijlage 6).
Vanaf de klasse Z paarden zijn alle bitten toegestaan, mits e.e.a. niet leidt tot wreedheid.
- Toegestaan zijn ook de zachte, rubber tonglepel en de losse, metalen tonglepel, tenminste 5 mm dik, zonder verdikkingen en/of uitstulpingen.
- Gladde rubber bitschijven.
- De losse martingaal, waarvan de ring niet kan blijven haken en die een zodanige lengte heeft dat de rechte lijn van de teugel bij normale hoofdhouding (van het paard) niet verbroken wordt.
- Voortuig.
- Staartriem.
- Karwats tot een lengte (incl. slag) van 75 cm.
- Kalkoenen of stiften.
- Bandages.
- Hoefschoenen.
- Springschoenen.
- Strijklappen.
- Peesbeschermers.
- Pijpkousen.
- Kniebeschermers.
- Neusblinkers.
- Bontjes aan de bakstukken mits niet dikker dan 3 cm.
- Vliegennet.
Op het oefen- of inspringterrein is het voor deelnemers aan de klassen met een hoogte van 1.30 m en hoger voor paarden toegestaan om hulpteugels te gebruiken.
Wat zijn neusblinkers?
