Het is niet per se een tekort. Voor veulens is het heel normaal om mest te eten, waarom ze het niet doen is niet zeker, maar waarschijnlijk doen ze het hierom: in de darmen werkt het verteringsproces met bacteriën,de darmen zijn een soort composthoop. De bacteriën die nodig zijn om het voedsel af te breken, maakt het paard niet zelf aan, die moeten via het voedsel binnenkomen. En natuurlijk zitten heel wat bacteriën in mest, dus eten ze dat om aan de bacteriën te komen.
Nu is het ook nog zo dat het ene soort bacteriën beter in het verteren van bepaalde dingen is dan het andere soort. De bacteriënbevolking in de darmen past zich dus aan aan het voedsel dat binnenkomt. Stel dat bacterie A heel goed kan leven van hooi van het type A, terwijl bacterie B het daar moeilijker mee heeft. Als je dan alleen hooi van type A geeft, dan sterven de bacteriën van type B grotendeels af. Als je dan opeens alleen hooi van type B geeft (waar bacterie A niet zo goed mee om kan gaan) dan kan het paard dat hooi in het begin nauwelijks verteren, omdat er nauwelijks bacteriën van type B over zijn. Hierdoor kunnen allerlei problemen ontstaan. De bacteriën van type A gaan dan massaal dood omdat ze niks te eten hebben en zorgen voor een hoop rommel in de darmen. Wel is het zo dat de paar bacteriën van type B die nog over waren, nu een overvloed aan eten hebben en zich snel kunnen vermenigvuldigen, met een beetje geluk komt het paard er dus doorheen.
Maar het liefst heeft een paard zo snel mogelijk meer bacteriën type B. Misschien is het paard net verplaatst naar een andere kudde die al langer hooi van type B krijgt? Dan komt hij dus (als hij type A gewend was) in de problemen. Een slimme oplossing is dan om de mest van de andere paarden te eten, daar zitten immers heel veel bacteriën van type B in.
Maar wat de anderen hier zeggen, dat zou ook heel goed de oorzaak kunnen zijn. Krijgt ze ook genoeg ruwvoer? Paarden moeten de hele dag en de hele nacht wat te knabbelen hebben, anders gaan ze ook andere dingen (zoals mest) zoeken.