MieLo schreef:hoeveel in kg's ze krijgt weet ik niet.
wormen heeft ze niet, daar is al naar gekeken
Vraag dan eens na hoeveel hooi ze krijgt, of weeg het ! Sommige mensen vinden 2 plakken hooi op een dag al veel ....
Moderators: Coby, balance, Dyonne, Sica, C_arola, Neonlight, Firelight
MieLo schreef:hoeveel in kg's ze krijgt weet ik niet.
wormen heeft ze niet, daar is al naar gekeken
Maris schreef:MieLo schreef:hoeveel in kg's ze krijgt weet ik niet.
wormen heeft ze niet, daar is al naar gekeken
Vraag dan eens na hoeveel hooi ze krijgt, of weeg het ! Sommige mensen vinden 2 plakken hooi op een dag al veel ....
wizewo schreef:Heeft er iemand van jullie ervaring met artrose en/of verhoogd ureum en vermagering?
Mick_G schreef:Ik heb een 4 jarige kwpn ruin van rond de 1.80 m. Hij is dus erg snel in de hoogte gegroeid, maar niet in de breedte. Daarom is hij vrij mager. Zijn buik is prima, je ziet geen ribben. Wel zie je duidelijk zijn heupbotten en ruggengraat.
Ik heb al van alles geprobeerd; meer hooi, maismeel, voedingssupplement, minder arbeid, meer krachtvoer.
Hij krijgt nu per dag zo'n 7 kg hooi, 4 kg sportbrok en 1 schep muesli. Hij rijd 3x per week een half uur tot een uur. De rest van de week heeft hij vrij en loopt los in de paddock. Dagelijkse weidegang is helaas niet mogelijk.
Deze zomer staat hij een ruime maand 24/7 op het land (wordt verder niet bijgevoerd). Ik zie (nu na 2 1/2 week) al wel verschil. Alleen hij krijgt vooral een dikkere buik en hals. Zijn kont wordt ook wel iets groter. Het lijkt alleen alsof zijn rug en heupen niet voller worden. Heeft dat gewoon nog tijd nodig of heeft hij daar andere voedingsstoffen voor nodig?
Edit: Hij is goed ontwormd en gebit is ook nagekeken.
Citaat:*
De geadviseerde hoeveelheid ruwvoer is 1,0 tot 1,5% van het lichaamsgewicht. Dus een paard van 600 kg, moet ongeveer 6 tot 9 kg ruwvoer per dag binnenkrijgen. Als het paard ook weidegang krijgt, hangt het af van de hoeveelheid gras dat opgenomen kan worden.
*
De geadviseerde hoeveelheid krachtvoer per dag voor onderhoud en basissport: 0 - 0.5 kg per 100 kg lichaamsgewicht.
* De geadviseerde hoeveelheid krachtvoer per dag voor (top)sport: 0.5 – 1.0 kg per 100 kg lichaamsgewicht.
* De geadviseerde hoeveelheid hooi per dag (geen weidegang): 1,5 kg / 100 kg lichaamsgewicht.
* De geadviseerde hoeveelheid hooi per dag (wel weidegang): 0,5 kg / 100 kg lichaamsgewicht.
Citaat:Wie een dierenvoedingswinkel binnenloopt kan het aan de gigantische verscheidenheid aan paardenvoeders en voedingssupplementen direct al zien: Paardenvoeding is big business. De fabrikanten roepen om het hardst dat hún product het beste, compleetste en natuurlijkste is, en dat je je paard vreselijk tekort doet als je hun product niet koopt.
De consument is maar al te graag bereid dit voor zoete koek te slikken. Van gras kun je niet leven is een bekend gezegde. Bovendien: Iedereen voert zijn paard toch krachtvoer, dus het zal wel ergens voor nodig zijn. Daarnaast is het aanzicht van paarden die gretig hun bakje krachtvoer naar binnen schrokken zeer bevredigend.
Zowel de verkopers als de consumenten hebben dus redenen om dit beeld in stand te houden, en zo worden paarden dag-in, dag-uit, gevoerd met voedsel dat ze niet nodig hebben en eigenlijk helemaal niet zo gezond voor ze is...
Wat!? Is krachtvoer onnodig en niet zo gezond? Inderdaad. Als je al jaren krachtvoer aan je paard geeft in de overtuiging dat dit goed voor hem is, hoor je misschien niet zo graag dat het eigenlijk helemaal niet zo goed voor hem is, maar in het belang van je paard gaan we toch een poging wagen om uit te leggen waarom dit zo is. Op deze pagina is niet zoveel ruimte om dat zeer gedetailleerd te doen, dus we beperken ons tot enkele hoofdzaken. (In het boek Paard Natuurlijk gaan we uiteraard dieper op deze materie in.)
Citaat:De vergelijking ruwvoer versus krachtvoer komt in hoofdzaak neer op de vergelijking cellulose versus zetmeel. De "energiestof" in ruwvoer is cellulose, terwijl bij krachtvoer de belangrijkste energieleverancier uit zetmeel (of zelfs suiker) bestaat. Laten we deze twee energiebronnen eens met elkaar vergelijken:
Cellulose als energiebron
Cellulose is het materiaal waaruit celwanden van planten en bomen zijn gemaakt. Het is hard en stevig, en het spijsverteringsgestel van dieren is totaal ongeschikt om het zelfstandig te verteren. De enige meercellige dieren die cellulose kunnen verteren zijn termieten. Wij mensen kunnen bijvoorbeeld met gras als voedsel totaal niets aanvangen: het is niet voor niets dat, ondanks wereldwijde voedselschaarste, gras in geen enkel menu voorkomt.
Toch bestaan er duidelijk dieren die wel degelijk gras als voedingsbron weten te benutten. Maar deze dieren verteren het gras niet zelfstandig, maar met behulp van mico-organismen die in hun spijsverteringsgestel leven. Om dit mogelijk te maken zijn er speciale aanpassingen nodig in het spijsverteringsgestel: de ene diersoort neemt zijn toevlucht tot herkauwen, de ander heeft meerdere magen met afzonderlijke procesgangen ontwikkeld. Ook het paard is volledig ingericht om cellulose te verteren, maar heeft een tamelijk unieke manier ontwikkeld om dat te doen: Hij herkauwt niet, hij heeft geen meerdere magen, maar hij heeft zijn dikke- en blinde darm gigantisch uitgebreid en omgetoverd tot een fermentatievat waarin miljoenen micro-organismen de cellulose afbreken tot voor het paard goed opneembare vluchtige vetzuren. Als bonus produceren de micro-organismen ook nog eens talloze vitaminen en eiwitten die het paard zelf niet kan synthetiseren. Het lijkt wel een soort ingebouwde kruidentuin. O ja, fermentatie is ook nog eens een proces waarbij enorm veel warmte vrijkomt, warmte waarvoor het paard niet zijn energiereserves hoeft aan te spreken.
Om het fermentatieproces goed te laten verlopen is het nodig dat het voedsel niet per portie, maar in een langzame, gestage stroom wordt toegediend. In de natuur werkt dat vanzelf goed: het paard is een graasdier en hij besteedt 60% van een etmaal (14 uur!), verspreid over de dag en nacht(!), aan het grazen en neemt daarbij voortdurend kleine hoeveelheden voedsel op.
Zetmeel als energiebron
Zetmeel is een verzamelnaam voor de middelgrote koolhydraatketens waaruit graanproducten, rijst, aardappelen, pasta's, etc. zijn gemaakt. De mens is een typische zetmeel-eter: Ons hele spijsverteringssysteem is ingesteld op de vertering van zetmeel. Graanproducten, rijst, aardappelen, pasta's, vormen daarom in zowat iedere cultuur een belangrijk onderdeel van het dagelijkse menu.
Onze voorouders die het paard minstens 8 uur per dag wilden laten werken zaten met het probleem hoe ze voldoende voedsel konden krijgen in een dier dat eigenlijk minimaal 14 uur nodig heeft voor de opname van dat voedsel. Omdat zetmeelrijke producten voor de mens zo belangrijk en goed verteerbaar zijn bedachten onze voorouders, niet gehinderd door voldoende anatomische kennis, dat dit energierijke voedsel voor paarden ook vast wel goed zou zijn. Het "krachtvoer" was geboren. (De reden om aan krachtvoer te beginnen was dus niet dat er in krachtvoer dingen zitten waar het paard niet buiten kan, maar om in de kortere tijd toch voldoende voedsel in het paard te kunnen proppen. Krachtvoer is dus eigenlijk Fastfood...)
Het gebruik van graanproducten als voedsel voor paarden werkte tot op zekere hoogte, maar het kwam wel met een prijs...
Zetmeel èn cellulose
De unieke aanpassing van het paard om cellulose te benutten werkte grandioos... tot het moment waarop de mens zich met het voeden van het paard begon te bemoeien.
De vertering van zetmeel en cellulose is maar tot op beperkte hoogte compatibel. Zetmeelomzetting vindt plaats in de dunne darm, maar het paard heeft een te beperkte hoeveelheid enzymen om veel zetmeel tegelijk aan te kunnen. Wat niet in de dunne darm is verteerd komt in de dikke darm terecht, en richt daar een slachting aan onder de micro-organismen die cellulose moeten verteren. Er komen andere organismen voor in de plaats, die wel raad weten met het zetmeel, maar niets kunnen aanvangen met cellulose. Behalve dat het paard nu niet meer in staat is om voldoende energie uit gras en hooi te halen ("zie je wel, zonder krachtvoer valt hij af") mist hij ook de vitaminen die anders door de micro-organismen zouden worden gemaakt. Die vitaminen moeten nu ineens in zijn voeding zitten, want anders krijgt hij tekorten. Het paard is nu, door het krachtvoer, afhankelijk geworden van het krachtvoer...
Vetten of koolhydraten
Ruwvoer versus krachtvoer kun je ook weer vertalen in vetten versus koolhydraten. Hoewel cellulose technisch gezien een koolhydraat is, wordt het door het lichaam opgenomen als vet. Dit is zo omdat de cellulose door het paard niet afbreekbaar is, maar wel door de micro-organismen in de blinde en dikke darm. Die maken er vluchtige vetzuren van, en die kan het paard weer wél opnemen. Zetmeel en de overige koolhydraten worden daarentegen afgebroken tot glucose (enkelvoudig koolhydraat), en in die vorm opgenomen in het bloed.
Wanneer een paard, zoals van nature bedoeld, vooral cellulose als voedingsbron benut, dan is vet de grootste energieleverancier. Zijn gevoelige koolhydraatstofwisseling wordt hierdoor nauwelijks belast. Wanneer het paard krachtvoer krijgt dan komt de energie zijn lichaam binnen als een koolhydraat. Er zijn echter steeds sterkere aanwijzingen dat het paard niet zo goed overweg kan met een grote hoeveelheid koolhydraten. Hoefbevangenheid is een typisch gevolg van teveel koolhydraten, evenals insulineresistentie. Twee aandoeningen die niet of nauwelijks voorkomen bij een paard dat uitsluitend cellulose als energiebron gebruikt. Ook lijkt het er sterk op dat allergieën zoals zomereczeem, iets te maken hebben met een verstoorde koolhydraatstofwisseling.
De manier waarop de spieren van het paard energie gebruiken is eveneens afhankelijk van de aard van de energiebron. Bij een paard dat vooral koolhydraten krijgt zullen de spieren zich optimaliseren voor een meer kortstondige, maar felle verbranding. Het gevolg is een paard dat "hyper" reageert maar snel uitgeput raakt (herkenbaar?) terwijl een paard dat vet als brandstof gebruikt zijn energie gelijkmatiger verbruikt en zich dus minder nerveus opstelt maar veel langduriger zijn energie blijft behouden.
Koolhydraatverbranding kan bij gebrek aan voldoende zuurstof tot verzuring van de spieren leiden. Dit verzuren is echter per definitie onmogelijk bij de verbranding van vet omdat het verbrandingsproces hier niet op anaerobe wijze kan plaatsvinden.
Alles wijst er dus op dat koolhydraten niet de beste brandstof zijn voor een paard. Zijn spijsverteringsgestel is hier duidelijk niet voor bedoeld, en er kleven allerlei gezondheidsbezwaren tegen het voeren van zetmeelrijk voedsel. Vetten zijn in alle opzichten een betere energiebron.