depers.nl

Lotje Schoots & Reine B
Doorbreken als dressuuramazone is geen sinecure. Talent van het jaar Lotje Schoots, morgen rijdt zij op Jumping Amsterdam, waagt een poging in een onzekere wereld. Hoeveel tijd Carolien en George Schoots per week aan de paarden, de hobby van hun dochter besteden? ‘Honderd-acht-en-zestig uur’, grapt vader George.
Misschien ligt die ‘gok’ niet eens zo heel ver van de waarheid, als je de uren optelt die het gezin (vader, moeder, dochter) aan de paardensport besteedt. De familie Schoots bezit een grote boerderij annex paardenstal, even buiten het dorpje Abcoude. De 19-jarige Lotje, de dressuuramazone die vorige week werd uitverkoren als talent van het jaar door de paardensportfederatie KNHS, rijdt daar haar ochtendrondjes door de binnenbak. Daarna gaat de merrie Reine, waarmee ze zondag aantreedt op Jumping Amsterdam, onder de hoogtezon.
In de landelijke woonkamer doet Lotje bij de ochtendkoffie, een tikkeltje vermoeid, haar zegje. Ze kwam de avond tevoren pas laat terug van een wedstrijd. Uitslapen was er niet bij. De dag begint ’s ochtends om half acht voor hun dochter, vertelt Carolien. Maar haar ouders mesten de paardenboxen uit en maken de stal schoon, zodat Lotje ‘s middags naar haar werk kan. Zij werkt parttime bij haar trainer, stalhouder Alex van Silfhout uit Lunteren. Zijn zoon Diederik, vanzelfsprekend een dressuurruiter, is haar vriendje.
Lotjes sociale leven draait om haar sport. ‘Het is altijd paard, paard, paard’, zegt ze, met uitzicht op een complete fotocollage van haar prestaties aan de muur. ‘Als ik een keer een weekend thuis ben, ben ik blij dat ik een keer vroeg naar bed kan. Dat eerder dan dat ik denk: ik ga een keer lekker feesten.’
Tijd voor school is er soms wel. Ze volgt een speciale masterclass voor sporters, richting paardenmanagement. Als ze het druk heeft, zoals vandaag en eigenlijk wel vaker, hoeft ze niet te komen. In rustiger tijden tuft ze in haar groene, voormalige PTT-stationwagen naar de opleiding, die helemaal in Deurne zit.
School gaat niet voor, want het grote werk lonkt in de verte, bijvoorbeeld in de vorm van de Olympische Spelen. Lotje: ‘Een heilig doel is het niet, maar het is wél een doel. Veel verder dan een jaar vooruitplannen, kun je niet. ’t Is maar net wie het goede paard heeft. En of dat gezond blijft.’ Intussen zou zij voor de zekerheid een nieuw paard opleiden. ‘Blijft de vraag of dat ook gezond blijft én alle oefeningen leert’, zegt Lotje.
Als Lotje niet onderweg is voor een wedstrijd ergens in het land, slaapt ze in de ruime kantine van hun stal, vroeger een manege. ‘Hier stond Johan Cruijff naar zijn dochter te kijken’, wijst Ajax-fanaat George trots door het raam naar de binnenbak.
De kantine is behangen met de vele trofeeën. Een levensecht paardenmodel, een overblijfsel uit de tijd dat de familie een paardenwinkel had, staat voor haar bureautje. Er hangt een leerlucht, afkomstig van de zadels die liggen te drogen op de kachel. Het is er behoorlijk frisjes. George: ‘Als ze het koud heeft, doet ze de elektrische deken aan.’ Om te slagen in de paardensport, moet je wel een beetje van de gestampte pot zijn.
Aan het zelf fokken van de paarden waagt de familie zich niet. George koopt ze als ze twee tot drie jaar oud zijn. En altijd Duitse bloedlijnen: die hebben het juiste karakter, vindt hij. Of het paard geschikt is voor topsport, moet je echter altijd maar weer afwachten.
Of Lotje slaagt als professioneel dressuuramazone valt niet te voorspellen. De spoeling is dun, de weg naar de top ellenlang. Een doorbraak hangt immers af van veel factoren, legt vader George uit. Zo ligt alleen al de houdbaarheidsdatum van een toppaard in een relatief korte tijdspanne, zo’n zes à zeven jaar.
Toch is de vraag niet óf, maar wanneer Lotje de stap maakt naar de senioren. Alle faciliteiten zijn er, want haar ouders hebben recent een BV opgericht: Dutch International Horses. Lotje is voor 49 procent, haar ouders voor 51 procent eigenaar. Daarmee hopen haar vader en moeder alle geldstromen, zoals prijzengeld, opbrengsten uit clinics en bovenal het sponsorgeld, beter te structuren. Ook voor henzelf, want tot nog toe legden ze er geld op toe. George: ‘Ondanks dat zij negentien is, zijn we – met elkaar – toch alweer een jaar of twaalf professioneel bezig.’
Op een eventueel succesje in de toekomst is reeds geanticipeerd. Zo’n twee maanden heeft de familie de papieren in huis van de deponering van een merknaam. ‘Niemand in de paardensport kan nu nog met een artikel op de markt komen met de naam Lotje’, zegt George trots. Haar volledige naam, Charlotte Charity, bekte vast minder prettig als merkartikel.
Op sportief gebied gaat het haar bij de junioren al voor de wind, met nationale en Europese kampioenschappen. De prijs van talent van het jaar is eveneens een stapje in de goede richting. George: ‘Het is de waardering voor het goede werk de afgelopen jaren.’ De prijs van 5.000 euro wordt direct geïnvesteerd. In ‘het bedrijf’ Lotje Schoots, natuurlijk. ‘Als ik een weekend thuis ben, ga ik liever vroeg naar bed dan feesten’