http://www.vilt.be/nieuwsarchief/detail.phtml?id=15876
vilt.be
Tijdens een werkbezoek in Pulderbos gaf Vlaams minister-president Kris Peeters te kennen dat hij de paardenhouderij op het Vlaamse platteland een stevige impuls wil geven. "Dat is vooral voor de jeugd goed nieuws", zegt Tinus Paesen, eigenaar van de legendarische Darco, in Het Nieuwsblad.
Bij de ingang van stoeterij en dekstation Lindehof in Peer staat een opvallende foto van de beroemde dekhengst, die hier op 19 juni van vorig jaar overleed. "Vorig jaar werd hij nog uitgeroepen tot het nummer één van de wereld", zegt Tinus Paesen. Ooit weigerde hij een naar zijn zeggen erg hoog bod. De bijna 75-jarige Noord-Limburger hoefde er nooit een boterham minder om te eten. Samen met zijn vijf kinderen bouwde hij een mooi zakenimperium uit. Zij leiden nu elk een bedrijf. Hijzelf is alleen nog afgevaardigd bestuurder van de nv Lindehof, ook wel eens Darcohof genoemd.
De dagelijkse leiding is in handen van zijn schoonbroer Ivo. "Een man van goud. Ik werk al 32 jaar met hem samen en we hebben nog nooit een woord ruzie gehad", zegt Tinus Paesen in de cafetaria, waar het behoorlijk druk is. Er passeren niet alleen paardenliefhebbers, maar ook fietsers en wandelaars. De inwoners van Peer komen er zelfs buurten bij een kop koffie en een stuk taart.
De hippische hobby van Tinus Paesen heeft in het bestuursgebied van burgemeester Theo Kelchtermans (CD&V) zowaar een mobiliserende functie. "Het klinkt doordeweeks, maar de paardensport brengt mensen bij elkaar", lacht de ondanks zijn leeftijd nog bijzonder krasse Paesen. "Er is niets mooier dan de landelijke wedstrijden. Dat is meestal een heel intens familiegebeuren. Daarmee zeg ik helemaal niet dat andere sporten dat aspect niet hebben. Ik stel alleen maar vast dat de paardensport mensen gelukkig maakt. Het is een uitstekend middel om de batterijen op te laden".
Minister-president Kris Peeters, eveneens minister van Plattelandsbeleid, wil aan de hand van zeven thematische dialoogdagen een actieplan voor de paardensector opmaken om het plattelandsleven te versterken. Hij wil ook het paardentoerisme in kaart brengen. Is dat een goed idee?
Tinus Paesen: Ik juich het alleszins toe. Ik vind het vooral voor de Vlaamse jongeren een goed initiatief. Als jongens of meisjes de paardensport beoefenen, zijn daar bijna altijd hun ouders bij betrokken omdat zij voor het vervoer moeten zorgen. Daardoor krijg je automatisch een vorm van vrijetijdsbesteding voor twee en soms drie generaties. Alleen al daardoor heeft de paardensport een bijzonder goede invloed op de jeugd. Bovendien gaat het bijna altijd om winnen en verliezen. Dat is een geweldig surplus in de opvoeding, want in het leven is het net hetzelfde. Een ander voordeel is de verrijkende relatie tussen mens en dier.
Hoe groot is je fanatisme voor de paardensport?
Ik vind paarden enorm boeiend, maar ik ben er niet aan verhangen. Er is niets in mijn leven waar ik eenzijdig op gefocust ben. Je hebt mensen die hun leven laten bepalen door één interesse of passie. Dat is me te eng. Ik hou van variatie. In de wei tussen 35 hengsten lopen geeft me een heerlijk gevoel, maar ik kan net zo goed genieten van een etentje met een van mijn medewerkers. Ik doe dat geregeld omdat zij de belangrijkste mensen zijn in onze bedrijven. Met zakelijke relaties ga ik nooit op restaurant.
Hoe ben je in de paardensport terechtgekomen?
Ik kom uit een landbouwersgezin van acht en groeide op tussen de dieren. Toen ik oud genoeg was om op eigen benen te staan, begon ik zelf een landbouwbedrijf. Dat hield ik zeven jaar vol. In de winter ging ik 's nachts bijverdienen in de mijnen van Heusden en Zolder om wat meer financiële armslag te hebben. Steenkool kappen, er bestond geen zwaarder werk, maar ik was nogal sterk van gestel. In 1964 gooide ik het over een andere boeg. Ik kocht een vrachtwagen en begon bouwmaterialen te vervoeren. Al na een jaar kon ik een tweede vrachtwagen kopen. In 1975 kocht ik van mijn spaargeld een boerderijtje in Peer. Omdat een leegstaand gebouw me niet aantrok, hield ik enkele paarden. In 1980 werd het eerste veulentje geboren: Darco. Ik weet niet hoe het kwam, maar al heel snel wilden mensen uit de paardenwereld hem kopen. In oktober 1982 werd hij goedgekeurd als dekhengst. In hetzelfde jaar werd de stoeterij opgericht. We fokken hengsten en hebben voor ons dekstation een eigen labo. We vriezen zelf sperma in en beschikken over een vergunning om dat wereldwijd te versturen. Darco was en is nog altijd ons visitekaartje. Er werden haast astronomische bedragen voor hem geboden, maar ik ben daar nooit op ingegaan.
Waarom niet?
Als al die mensen zoveel geld voor hem wilden neerdokken, waarom moest ik hem dan verkopen? Ik had hem gratis. Trouwens, je moet nooit te veel willen in je leven. Ik heb geen seconde spijt gehad dat ik Darco nooit verkocht, integendeel. Dankzij hem heb ik veel plezier beleefd. Ik heb met hem en Ludo Phippaerts de hele wereld afgereisd. Darco behaalde grote successen, maar ik was daar niet door gebiologeerd. Als je naar een internationale wedstrijd gaat, weet je dat de kansen verdeeld zijn. Voor mij was het de ervaring die telde. Ik heb Darco heel graag gehad, maar hij bepaalde mijn leven niet. Heel veel mensen moeten het in hun leven stellen zonder zo'n surplus en toch zijn zij gelukkig.
Wat maakte Darco zo uitzonderlijk?
Zijn aangeboren eigenschappen. Een mens kan zo'n talent in de goede banen leiden, maar nooit zelf creëren. Dat is zoals met de gezondheid. Daar moet je mee geboren worden. Je mag duizend theekes drinken, je kunt jezelf in de loop van je leven geen sterk lichaam schenken.
Was het een schok toen je hoorde dat Darco er niet meer was?
Uiteraard. Mijn schoonbroer kwam me 's morgens vertellen dat hij niet meer kon rechtstaan omdat zijn dijbeen gebroken was. De avond voordien was hij nog kerngezond. De veearts kon hem niet meer in het gips leggen. Daarom liet hij hem inslapen. Ik was er niet goed van, maar anderzijds was ik blij dat hij waardig oud kon worden, om het zo uit te drukken. Hij was nog sterk en mooi. Liever dat dan hem te zien eindigen als een wrak. Bovendien kreeg hij op het einde van zijn leven een standbeeld in het centrum van Peer. Darco was 26 jaar toen hij stierf. Dat is hetzelfde als een mens van honderd. Dan mag je niet ondankbaar zijn.