Er raken meer mensen geblesseerd bij veldvoetbal en gymnastiek dan bij paard- en ponyrijden. In Nederland ontstaan jaarlijks gemiddeld 34.000 blessures tijdens paard- of ponyrijden. Vaak gaat het wel om vrij ernstige blessures.
Tussen 2001 en 2005 werden per jaar gemiddeld 9.100 paard- of ponyrijders behandeld op een Spoedeisende Hulpafdeling van een ziekenhuis. Dat is 6 procent van alle SEH-behandelingen na een sportblessure.
In tegenstelling tot de meeste andere sporten is de meerderheid van de slachtoffers vrouw. Wat verder opvalt, is dat bijna een kwart tussen de 10 en 14 jaar oud is.
Tweederde van de blessures wordt veroorzaakt door een val van het paard of de pony. Letsel als gevolg van een trap van het dier komt minder vaak voor.
Dat blessures door paard- of ponyrijden vaak ernstig zijn, blijkt onder meer uit het percentage ziekenhuisopnamen na behandeling op de SEH-afdeling. 13 procent van de slachtoffers moet namelijk in het ziekenhuis blijven.
Ter vergelijking: bij sportblessures in het algemeen is dat gemiddeld 5 procent. De meeste paard- of ponyrijders raken geblesseerd aan de armen of benen, relatief vaak gaat het om een botbreuk.