”Er gaan vijf ruiters mee naar La Baule, ik mag er vooraf tien nomineren. En aangezien wij het belangrijk vinden om in de hoogste klasse te blijven uitkomen, is het ook zaak een zo sterk mogelijke ploeg te formeren.”
De Limburger, die tegenwoordig in Velp woont, is ervan overtuigd dat de parkoersen op het NK minder moeilijk zullen zijn dan in voorgaande jaren. Het is gebruikelijk dat de bondscoach zich ’bemoeit’ met de opstelling en de hoogte van de hindernissen.
Dat de parkoersbouwer ze aanpast aan zijn wensen die natuurlijk verband houden met de rest van het seizoen. Ehrens: ”Dit keer zal echter het parkoers in Mierlo geen maatstaf vormen voor de internationale wedstrijden. Natuurlijk zal ik de lat hoog leggen met het oog op het EK, maar zo vroeg in het seizoen moet je de paarden nog niet dwingen tot het uiterste te gaan. Maar we moeten er aan de andere kant ook wel voor zorgen dat we een waardige kampioen krijgen. Met andere woorden een selectief, maar fair parkoers, waarbij we concessies zullen doen aan de hoogte.”
Het programma van het NK is inmiddels wel weer aangepast aan de internationale formule: op de eerste dag (donderdag) jachtspringen, op de tweede (vrijdag) een wedstrijd over een omloop en zondag valt de beslissing in twee omlopen, waarbij in de tweede slechts de beste twintig combinaties in de ring zullen komen. ”Dat is in ieder geval al winst ten opzichte van voorgaande jaren.”
De bondscoach heeft nog geen idee hoe de ploeg voor het EK er uit zal komen te zien. De wereldtitel van verleden jaar in Aken biedt wat dat betreft geen zekerheid voor Gerco Schröder, Piet Raymakers sr., Albert Zoer en Jeroen Dubbeldam. ”Ze zullen toch vormbehoud moeten tonen. De juiste vorm op het juiste moment”, vindt Ehrens. ”Nee, we beginnen gewoon met een schone lei, maar dat geldt ook voor al die andere kandidaten. Dus het is nu nog moeilijk in te schatten wie naar het EK gaan.”
En ondertussen werpen ook al de Olympische Spelen van Hong Kong (voor het hippisch gedeelte althans) hun schaduwen vooruit. Aan het einde van het buitenseizoen wil Ehrens ongeveer weten op wie hij volgend jaar kan rekenen. Ehrens: ”Ik wil dan toch al met de belangrijkste kandidaten overleg plegen. Met name over de agenda voor het winterseizoen. Want ik heb toch liever niet dat ze in het indoorseizoen elke dag naar een wedstrijd onderweg zijn. Bovendien geef ik er persoonlijk de voorkeur aan dat de kandidaten, ook als ze zich plaatsen, volgend voorjaar de finale van de wereldbeker laten schieten.”
Hij is er zich van bewust dat zijn collega van de dressuurruiters, Sjef Janssen, onlangs is opgestapt omdat zijn olympische kandidaten er niets voor voelden zich te schikken naar de wensen van de bondscoach. Loopt Ehrens nu niet het gevaar dat hij op eenzelfde muur van onbegrip zal stoten? ”Ik denk het niet. Ik weet ook wel dat de paardensport een heel professioneel wereldje is. Als ik de ruiters van het A–kader zou opdragen om drie keer in de week naar Velp te komen voor een verplichte training, weet ik dat ze dat niet zullen doen. Die jongens hebben ook allemaal hun eigen werk. Het gaat er gewoon om een goede mix van belangenafweging te maken en daarvoor is communicatie vooraf erg belangrijk. Maar zover zijn we op dit moment nog niet. Eerst maar eens kijken hoe het afloopt in de Super League en op het EK.”